ECLI:NL:RBLIM:2025:6019

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
24 juni 2025
Publicatiedatum
24 juni 2025
Zaaknummer
03/011660-24
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Diefstal uit woningen van slachtoffers op leeftijd met schakelbewijs

Op 24 juni 2025 heeft de Rechtbank Limburg in Maastricht uitspraak gedaan in een strafzaak tegen de verdachte, die beschuldigd werd van meerdere diefstallen uit woningen, voornamelijk gericht op oudere slachtoffers. De rechtbank heeft de zaak inhoudelijk behandeld op 27 mei 2025, waarbij de verdachte en zijn raadsman aanwezig waren. De officier van justitie heeft gerekwireerd tot bewezenverklaring van de tenlastegelegde feiten, met uitzondering van één feit, waarbij de verdachte vrijgesproken werd. De rechtbank heeft vastgesteld dat de modus operandi van de verdachte, die vaak samen met een vrouw en een kind opereerde, kenmerkend was voor de gepleegde diefstallen. De rechtbank heeft de verdachte schuldig bevonden aan 23 feiten, waaronder diefstal en poging tot diefstal, en heeft hem veroordeeld tot een gevangenisstraf van 7 jaar. De rechtbank heeft ook schadevergoedingen toegewezen aan de benadeelde partijen, die zich in het strafproces hebben gevoegd. De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van enkele feiten wegens onvoldoende bewijs, maar heeft de overige feiten wettig en overtuigend bewezen verklaard. De uitspraak benadrukt de ernst van de gepleegde feiten, vooral gezien de kwetsbaarheid van de slachtoffers, en de rechtbank heeft de verdachte een hoge straf opgelegd vanwege zijn recidive en de brutaliteit van de gepleegde misdrijven.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Zittingsplaats Maastricht
Strafrecht
Parketnummer: 03/011660-24
Tegenspraak
Vonnis van de meervoudige strafkamer van 24 juni 2025
in de strafzaak tegen de verdachte:
[naam verdachte 1]
geboren te [geboortegegevens verdachte 1] ,
thans gedetineerd [detentieadres verdachte] .
De verdachte wordt bijgestaan door mr. M.H.H. Meulemeesters, advocaat kantoorhoudende te Zeist.

1.Onderzoek van de zaak

De zaak is inhoudelijk behandeld op de terechtzitting van 27 mei 2025. De verdachte en zijn raadsman zijn verschenen. De officier van justitie en de verdediging hebben hun standpunten kenbaar gemaakt.
De slachtoffers [benadeelde partij 1] , [benadeelde partij 2] , [benadeelde partij 3] , [benadeelde partij 4] en [benadeelde partij 5] hebben zich als benadeelde partij gevoegd in het strafproces. De benadeelde partijen [benadeelde partij 5] (zelf ook verschenen) en [benadeelde partij 2] zijn op de zitting vertegenwoordigd door [naam medewerkster] van Slachtofferhulp Nederland. De overige benadeelde partijen zijn niet ter terechtzitting verschenen. De rechtbank heeft de vorderingen tot schadevergoeding behandeld.
Deze zaak is gelijktijdig, maar niet gevoegd, behandeld met de strafzaak tegen [naam medeverdachte 1] met het parketnummer 03/235043-24 .
Het onderzoek ter terechtzitting is formeel gesloten op 24 juni 2025.

2.De tenlastelegging

De (gewijzigde) tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat de verdachte:
Feit 1:op 24 juli 2021 in Gronsveld een diefstal heeft gepleegd in de woning van [slachtoffer 1] ;
Feit 2:op 28 juli 2021 in Mheer een diefstal heeft gepleegd in de woning van [benadeelde partij 4] ;
Feit 3: op 4 augustus 2021 in Mheer heeft geprobeerd een diefstal te plegen te in de woning van [benadeelde partij 1] ;
Feit 4: op 4 augustus 2021 in Sint Geertruid een diefstal heeft gepleegd in de woning van [slachtoffer 2] ;
Feit 5: op 4 augustus 2021 in Eckelrade heeft geprobeerd een diefstal te plegen in de woning van [slachtoffer 3] ;
Feit 6: op 5 augustus 2021 in Reijmerstok een diefstal heeft gepleegd in de woning van [slachtoffer 4] ;
Feit 7: op 7 augustus 2021 in Maasbracht heeft geprobeerd een diefstal te plegen in de woning van [slachtoffer 5] ;
Feit 8: op 9 augustus 2021 in Sevenum een diefstal heeft gepleegd in de woning van [slachtoffer 6] ;
Feit 9: op 9 augustus 2021 in Belfeld een diefstal heeft gepleegd in de woning van [slachtoffer 7] ;
Feit 10: op 9 augustus 2021 in Belfeld een diefstal heeft gepleegd in de woning van [slachtoffer 8] ;
Feit 11:op 9 augustus 2021 in Sevenum heeft geprobeerd een diefstal te plegen in de woning van [slachtoffer 9] ;
Feit 12: op 9 augustus 2021 in Sint Joost een diefstal heeft gepleegd in de woning van [slachtoffer 10] ;
Feit 13: op 10 augustus 2021 in Spaubeek heeft geprobeerd een diefstal te plegen in de woning van [slachtoffer 11] ;
Feit 14: op 10 augustus 2021 in Schinnen een diefstal heeft gepleegd in de woning van [benadeelde partij 2] ;
Feit 15: op 10 augustus 2021 in Gulpen een diefstal heeft gepleegd in de woning van [slachtoffer 12] ;
Feit 16:op 8 oktober 2022 in Simpelveld heeft geprobeerd een diefstal te plegen in de woning van [slachtoffer 13] ;
Feit 17:op 28 juli 2023 in Schinnen een diefstal heeft gepleegd in de woning van [benadeelde partij 5] , dan wel heeft geprobeerd een diefstal te plegen;
Feit 18:op 15 juni 2023 in Beek een diefstal heeft gepleegd in de woning van [slachtoffer 15] ;
Feit 19:op 8 juli 2023 in Leveroy heeft geprobeerd een diefstal te plegen in de woning van [slachtoffer 14] ;
Feit 20:op 21 maart 2023 in Leveroy een diefstal heeft gepleegd in de woning van [slachtoffer 14] ;
Feit 21:op 23 maart 2023 in Stramproy een diefstal heeft gepleegd in de woning van [slachtoffer 16] ;
Feit 22:op 9 januari 2024 in Susteren heeft geprobeerd te een diefstal te plegen in de woning van [benadeelde partij 3] ;
Feit 23:op 9 januari 2024 in Roermond een vals reisdocument voorhanden heeft gehad.
Bij de diefstallen was er vaak sprake van inbraak, insluiping en/of werd het slachtoffer met praatjes afgeleid. Met uitzondering van de diefstallen tenlastegelegd als de feiten 16, 18, 19 en 20 zouden de diefstallen samen met een of meer anderen zijn gepleegd.

3.De beoordeling van het bewijs

3.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gerekwireerd tot bewezenverklaring van de tenlastegelegde feiten, met uitzondering van het onder feit 8 tenlastegelegde. Door de aangeefster van dat feit is bij aanvullend verhoor verklaard dat geen goederen zijn weggenomen uit de woning, zodat van een voltooid delict geen sprake is. De verdachte moet voor dit feit worden vrijgesproken. De bewezenverklaring van de overige feiten baseert de officier van justitie grotendeels op het op essentiële onderdelen overeenkomen van de modus operandi, waarbij voornamelijk de dadercombinatie van man, vrouw en kind naar voren komt. Ook is op meerdere plaatsen delict DNA van de verdachte aangetroffen, zijn er camerabeelden waarop de verdachte is herkend en worden er bij meerdere inbraken dezelfde voertuigen gesignaleerd. Bij een serie inbraken in 2023 was dit een voertuig dat door de verdachte werd gehuurd onder een alias.
3.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft vrijspraak bepleit van de onder 1 tot en met 7 tenlastegelegde feiten wegens het ontbreken van voldoende wettig en overtuigend bewijs. Aan de hand van de signalementen die door aangevers en getuigen zijn verstrekt, kan niet worden vastgesteld dat de verdachte een van de daders is. Van een modus operandi die op essentiële onderdelen gelijk is, is volgens de raadsman geen sprake zodat geen gebruik kan worden gemaakt van schakelbewijs. Ten aanzien van feit 8 moet de verdachte eveneens worden vrijgesproken, omdat geen sprake is van een voltooide diefstal. Ten aanzien van de feiten 9 tot en met 11 en 13 tot en met 18 heeft de raadsman zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank. Van feit 12 moet de verdachte worden vrijgesproken wegens het ontbreken van voldoende wettig bewijs. Het dossier bevat namelijk onvoldoende bewijs dat er überhaupt een strafbaar feit is gepleegd. Ten aanzien van feit 19 stelt de raadsman dat vrijspraak dient te volgen, omdat terughoudend moet worden omgegaan met de herkenning. Van de feiten 20 en 21 moet de verdachte worden vrijgesproken wegens het ontbreken van voldoende wettig bewijs. De herkenningen in het dossier aan de hand van de camerabeelden zijn onvoldoende specifiek. Niet kan worden vastgesteld dat het de verdachte is geweest die de inbraken heeft gepleegd. Ten aanzien van de feiten 22 en 23 heeft de raadsman zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
3.3
Het oordeel van de rechtbank
Vrijspraakoverwegingen
Feit 1
De rechtbank is van oordeel dat de verdachte van feit 1 moet worden vrijgesproken.
Ten aanzien van feit 1 bevat het dossier geen ander wettig bewijsmiddel dan de aangifte om tot een bewezenverklaring te komen van het tenlastegelegde. Het bewijs kan ook niet uit de andere, in het dossier beschreven feiten afgeleid worden. Er is namelijk geen sprake van een modus operandi die met de overige feiten op essentiële onderdelen gelijk is. Dat door de aangeefster gesproken is over de combinatie van eerst een man (zigeunertype) en later een vrouw met een jongen die bij haar woning kwamen, geeft onvoldoende zekerheid over de vraag of de vrouw en de jongen daadwerkelijk hoorden bij de man. De wegnemingshandelingen zijn daarbij volgens de aangifte in een zodanig ruime tijd te passen, dat dit ook geen steun geeft aan de verdenking dat de door aangeefster beschreven personen de diefstal hebben gepleegd.
Feit 2
Ook voor het onder feit 2 tenlastegelegde bevat het dossier onvoldoende bewijs om tot een bewezenverklaring.
Aangeefster is door een vrouw en een jongen aan de praat gehouden, terwijl vermoedelijk een derde persoon haar woning doorzocht. Of er daadwerkelijk sprake is geweest van een derde persoon is echter niet met zekerheid te zeggen, en de beschrijving van de vrouw en jongen en hun werkwijze is te algemeen om daarin bewijs te zien dat verdachtes medeverdachten de diefstal hebben gepleegd.
Weliswaar kan aan de hand van de ANPR-gegevens van de Mercedes-Benz met Belgisch kenteken [kenteken 1] , mede bezien in het licht van de verplaatsingen bij de feiten 3 tot en met 6, wel degelijk worden vastgesteld dat die Mercedes-Benz via de A2-afrit aan de grens tussen Eijsden (NL) en Moelingen (B) een toegang tot het Limburgse Heuvelland heeft verkregen, maar er kan niet worden vastgesteld dat dit voertuig op 28 juli 2021 in Mheer is geweest. Zo bezien is deze ANPR-registratie dan ook te algemeen van aard om tot een bewezenverklaring te kunnen leiden.
Feit 6
Ten aanzien van feit 6 zal de verdachte eveneens worden vrijgesproken. Hoewel door de aangeefster [naam aangeefster 1] gesproken wordt over een dadercombinatie van een man, vrouw en een kind die bij haar woning in Reijmerstok kwam, is de rechtbank van oordeel dat het signalement dat door de aangeefster is opgegeven te summier is. Daarnaast bestaat er geen daadwerkelijk steunbewijs voor wat in Reijmerstok zou zijn gebeurd.
Aan de hand van de ANPR-gegevens van de Mercedes-Benz met Belgisch kenteken [kenteken 1] , zou, zoals hiervoor bij feit 2 al is overwogen, nog wel kunnen worden gezegd dat die Mercedes-Benz ook op 5 augustus 2021 via de A2-afrit aan de grens tussen Eijsden (NL) en Moelingen (B) een toegang tot het Limburgse Heuvelland heeft verkregen. Toch kan niet specifiek noch voldoende concreet worden vastgesteld dat dit voertuig op 5 augustus 2021 in Reijmerstok is geweest. Het dossier bevat al met al onvoldoende bewijs dat de verdachte met anderen op 5 augustus 2021 de woninginbraak heeft gepleegd.
Feit 7
Voorts zal de rechtbank ten aanzien van feit 7 tot vrijspraak komen. De rechtbank ziet de in de aangifte genoemde combinatie van personen, te weten een man met een knotje, een vrouw en een jongen, als enige aanwijzing voor betrokkenheid van de verdachte bij deze poging tot diefstal in Maasbracht. Dat is onvoldoende, ook via eventueel schakelbewijs, om daaraan bewijskracht te ontlenen voor dit feit. Ook acht de rechtbank de geconstateerde afwijkingen van tijden uit de ANPR-registratie in de weg te staan aan het kunnen gebruiken van die gegevens als bewijs: de tijden van de beweerdelijke insluiping zijn niet steeds voldoende betrouwbaar weergegeven, en lijken in hun originele vorm niet aanstonds te passen bij het tijdstip van deze strafbare poging.
Feit 8
Met de officier van justitie en de verdediging is de rechtbank van oordeel dat de verdachte voor de tenlastegelegde diefstal moet worden vrijgesproken. Aangeefster heeft zelf nadien teruggevonden wat ze aanvankelijk als gestolen had opgegeven. Derhalve zou dit hooguit een poging tot diefstal in vereniging hebben kunnen zijn, wat niet in de tenlastelegging opgenomen is. Ondanks deze vrijspraak ziet de rechtbank voor zichzelf geen enkel voorbehoud om van de dossierstukken van dit feit in Sevenum gebruik te maken bij de beoordeling van andere feiten van diezelfde dag in Sevenum of elders, een en ander zoals hierna te overwegen.
Bewijsmiddelen
De rechtbank acht de overige tenlastegelegde feiten wettig en overtuigend bewezen.
Ter bevordering van de leesbaarheid van dit vonnis, heeft de rechtbank de bewijsmiddelen die redengevend zijn voor de bewezenverklaring opgenomen in bijlage II.
Bewijsoverwegingen
De verdachte wordt verweten zich schuldig te hebben gemaakt aan diefstallen in woningen of pogingen daartoe. Bij deze diefstallen was er vaak sprake van inbraak, insluiping en/of werd het slachtoffer met praatjes afgeleid. Met uitzondering van de diefstallen tenlastegelegd als de feiten 16, 18, 19 en 20 zouden de diefstallen samen met een of meer anderen zijn gepleegd.
Om tot een bewezenverklaring van een aantal feiten te komen, zal de rechtbank gebruik maken van schakelbewijs. Bij het gebruik van deze vorm van bewijs betracht de rechtbank immer de nodige behoedzaamheid. Desalniettemin, en anders dan de raadsman, is de rechtbank van oordeel dat de modus operandi in een aantal van de feiten dermate specifiek is om in onderling verband bij te kunnen dragen tot het bewijs. Het uitkiezen van woningen van mensen op (zeer) hoge leeftijd als ‘werkterrein’ maakt nadrukkelijk deel uit van de modus operandi van de verdachte. Ook de dadercombinatie van man, vrouw en kind (meer specifiek zelfs: een jonge jongen) is een in het oog springend onderdeel van de werkwijze. Er wordt, in de gevallen waar het tot een persoonlijke confrontatie met slachtoffers komt, onder andere gebruik gemaakt van een zogenaamde babbeltruc om de slachtoffers af te leiden, terwijl op dat moment door een ander de woning wordt doorzocht. In dat gebabbel komen bepaalde specifieke uitlatingen opmerkelijk genoeg vaker voor, zoals het vragen naar een zekere Vos of mevrouw Vos, het vragen naar oma of naar een oma Wies, en het vragen van iets futiels zoals iets te mogen drinken, de handen te mogen wassen of naar het toilet te mogen. Nu de modus operandi bij het merendeel van de feiten op zulke essentiële punten overeenkomt, zal de rechtbank de bewijsmiddelen die ten grondslag liggen aan het ene feit, ook gebruiken bij de bewijsvoering van een ander feit. Daarbij geldt dat het gebruik door de daders van een bepaald voertuig in 2021, de Mercedes-Benz met het al vaker aangehaalde Belgische kenteken [kenteken 1] , ook bij meerdere feiten kan worden vastgesteld, wat het hanteren van schakelbewijs in die gevallen vanzelfsprekend ondersteunt en nadere bewijskracht geeft.
De rechtbank merkt, vooruitlopend op de bewijsoverwegingen hierna per feit of per cluster van feiten, in algemeenheid nog op dat de driepersoonscombinatie van man, vrouw en jongen als daders zich beperkt tot de in 2021 begane feiten. Het feit uit 2022 kent geen verdenking met mededaders. Voor zover feiten in 2023 nog begaan zijn door meer dan één dader, speelt daarbij de jongen geen rol meer, en gaat de rechtbank voorts niet meer uit van betrokkenheid van de vrouw die in 2021 mededader was ( [naam medeverdachte 2] ), maar van een andere vrouw, zoals bijvoorbeeld degene die ook op 9 januari 2024 met de verdachte aangehouden is ( [naam verdachte 2] ).
Cluster van feiten op 4 augustus 2021 gepleegd: feit 3 (Mheer, [straatnaam] ), feit 4 (Sint Geertruid, [adres 1] ) en feit 5 (Eckelrade, [adres 2] )
Op 10 augustus 2021 wordt in Urmond een Mercedes-Benz aangetroffen zonder kentekenplaten. Uit nader onderzoek aan het voertuig, wordt aan dit voertuig het Belgische kenteken [kenteken 1] gelinkt.
In dit voertuig is een drinkflesje aangetroffen waarop DNA is aangetroffen dat matcht met het DNA van de verdachte. De matchkans is daarbij berekend op kleiner dan één op één miljard. De rechtbank gaat er derhalve van uit dat het DNA op het drinkflesje, het DNA van de verdachte is. Dit strookt ook wel met de verklaring van de verdachte. Hij heeft namelijk ter terechtzitting verklaard dat hij de auto wel ter beschikking heeft gehad. Uit de ANPR-gegevens van voornoemd voertuig blijkt dat dit zich op 4 augustus 2021 in Zuid-Limburg bevond in het tijdsbestek dat de tenlastegelegde feiten 3, 4 en 5 zijn gepleegd.
De verdachte heeft ter terechtzitting voorts verklaard dat hij op de [adres 2] (feit 5) is geweest. Op de camerabeelden die daar zijn opgenomen is een combinatie van daders te zien die bestaat uit een man, vrouw en een kind. Uit de aangifte van feit 3 ( [straatnaam] ) blijkt dat ook daar sprake was van een dadercombinatie van een man, vrouw en kind. De signalementen die zijn opgegeven door de aangeefster van feit 3 komen daarbij overeen met de signalementen van de daders van feit 5. De rechtbank is op basis van voornoemde signalementen, de camerabeelden en de gehanteerde modus operandi van oordeel dat de feiten 3 en 5 bewezen kunnen worden verklaard.
Ook ten aanzien van feit 4 komt de rechtbank tot een bewezenverklaring. Hoewel bij feit 4 door aangever niet over een vrouwelijke dader gesproken is, voldoen de signalementen van de man en van de jongen aan de signalementen die bij feit 3 en 5 zijn opgegeven en liggen de plaatsen delict niet ver uit elkaar. Het is naar de overtuiging van de rechtbank de verdachte geweest die minst genomen samen met de jongen ook op de [adres 1] te Sint Geertruid heeft gestolen.
Het verweer van de raadsman dat bij feit 5 geen sprake is van een strafbare poging, wegens het ontbreken van een begin van uitvoering, wordt verworpen. Met het betoog van de raadsman dat de daders dan vermomd hadden moeten zijn, handschoenen hadden moeten dragen en inbrekerswerktuig hadden moeten hebben, miskent de raadsman dat de kern van veel van de hier en hierna te bespreken feiten is dat bij een confrontatie de zogenaamde babbeltruc uit de doos wordt gehaald; een babbeltruc voer je niet vermomd of gemaskerd uit. Bovendien blijkt uit latere zaken (verfkrabber feit 15, snoeischaar feit 16) dat de verdachte en zijn medeverdachten zich kennelijk niet willen laten pakken met inbrekerswerktuig in hun auto, dat zou een afbreukrisico voor hen betekenen. Integendeel, voor zover gereedschap geboden is, wordt ter plekke wel iets gevonden en gebruikt.
De verdachte en zijn medeverdachten hebben in de woning in Eckelrade naar binnen gekeken en aan een poort gevoeld. Uit de vastgelegde bewakingscamerabeelden blijkt dat de buitenpoort zowel op de ene afbeelding open als op een andere afbeelding gesloten in beeld staat. De dichte poort is dus door de verdachte of de medeverdachten geopend of de open deur is door hen gesloten. Deze constatering in combinatie met het feit dat de verdachte met zijn medeverdachten die dag op pad waren om inbraken te plegen, maakt dat de rechtbank van oordeel is dat er wel degelijk sprake is van een begin van uitvoering.
Feit van algemene bekendheid is tenslotte dat Mheer, Sint Geertruid en Eckelrade in die volgorde opeenvolgende buurdorpen van elkaar zijn; een rit via deze dorpen, in welke volgorde dan ook, is volkomen verenigbaar met de aangehaalde ANPR-registraties van die datum waaruit volgt waar en wanneer het voertuig Nederland in en weer uit reed.
Cluster van feiten op 9 augustus 2021 gepleegd: feit 8 (Sevenum, [adres 3] ), feit 9 (Belfeld, [adres 4] ), feit 10 (Belfeld, [adres 5] ), feit 11 (Sevenum, [adres 6] ) en feit 12 (Sint Joost, [adres 7] )
Zoals hierboven overwogen zal de rechtbank komen tot een vrijspraak voor feit 8; de tenlastelegging spreekt van een voltooide diefstal, terwijl er “slechts” sprake lijkt te zijn geweest van een poging. Niettegenstaande deze vrijspraak, zal de rechtbank de onderzoeksbevindingen met betrekking tot dit feit wel gebruiken bij de bewezenverklaring van een aantal feiten. En dat omdat zij in die onderzoeksbevindingen bewijs ziet dat op 9 augustus 2021 de verdachte en zijn medeverdachten zich tezamen en in vereniging hebben schuldig gemaakt aan een reeks feiten.
Op 9 augustus 2021 wordt melding gedaan bij de politie van een verdachte situatie op de [adres 8] te Belfeld. Op de camerabeelden die daar zijn opgenomen worden twee volwassenen (meer in het bijzonder: een man en een vrouw) en een kind waargenomen die van de ene naar de andere oprit lopen.
Op diezelfde dag worden uit woningen aan de Prins Frederikstraat in Belfeld sieraden en/of geld gestolen. De Prins Frederikstraat ligt niet ver van de [naam 38] . Op het met geweld geforceerde slaapkamerraam op de begane grond van de woning van [slachtoffer 7] aan de [adres 4] (feit 9), de plek waar de dader of daders zich de toegang tot de woning heeft of hebben verschaft, is DNA aangetroffen dat (met een matchkans van kleiner dan één op één miljard) overeenkomt met het DNA van de verdachte. De verdachte heeft geen verklaring gegeven over hoe het op een legale manier kan komen dat deze sporen daar zijn aangetroffen, zodat de conclusie voor de hand ligt dat zijn DNA daar gekomen is, omdat hij de inbraak heeft gepleegd.
Buit van deze inbraak is aangetroffen in een berm in Sint Joost tezamen met goederen die zijn buitgemaakt bij een inbraak die diezelfde dag gepleegd werd in de woning van [slachtoffer 8] aan de [adres 5] (feit 10), zodat, gelet op dit alles, de conclusie voor de hand ligt dat degene(n) die zich aan feit 9 schuldig heeft gemaakt ook feit 10 heeft gepleegd.
Voorts is door [slachtoffer 6] (feit 8) en door [slachtoffer 9] (feit 11) telkens aangifte gedaan van een poging tot diefstal bij een insluiping in woningen in Sevenum aan de Peperstraat resp. aan de Renkensstraat op diezelfde dag, 9 augustus 2021. Dit gebeurde door een man, vrouw en een kind, waarbij door middel van een babbeltruc is geprobeerd goederen weg te nemen. Hoewel de rechtbank de verdachte van feit 8 zal vrijspreken, betrekt de rechtbank de verklaringen van de aangeefster [slachtoffer 6] bij de bewijsmiddelen. Immers blijkt ook daar de eerdergenoemde modus operandi te zijn gehanteerd, net zoals bij [slachtoffer 9] .
Na de verjaging van de daders door [slachtoffer 9] wordt in de buurt van de Renkensstraat door een gealarmeerd familielid van [slachtoffer 9] de Mercedes-Benz met kenteken [kenteken 1] gefotografeerd. Dat familielid ziet dan een man, vrouw en kind van achter die auto komen die de Peperstraat inlopen. Deze Peperstraat is de straat van feit 8.
Zoals hierboven opgemerkt werden de bij feit 9 en 10 buitgemaakte goederen aangetroffen in Sint Joost. Nu het niet voor de hand ligt dat men met buitgemaakte goederen dagen tot weken blijft rondlopen en deze, gelet op de waarde van de goederen, zo maar zou dumpen, geeft het reden aan te nemen dat de plegers van feit 9 en 10 ook op 9 augustus 2021 in Sint Joost zijn geweest en daar buit verloren hebben.
De rechtbank heeft hierboven overwogen dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan feit 9, en in een daarmee direct verband staand feit 10. De verdachte is dus ook, zo kan gevoeglijk worden aangenomen, op 9 augustus in Sint Joost geweest.
[slachtoffer 10] heeft aangifte gedaan van een diefstal uit haar woning aan de [adres 7] in Sint Joost die die dag gepleegd werd en waarbij zij een man, een vrouw en een jongen heeft gezien. Van een dergelijke drie-eenheid is ook sprake bij de hiervoor beschreven voorvallen op die dag in Belfeld en Sevenum.
Wanneer dan alles in samenhang en onderling verband wordt beschouwd, leidt dat tot de conclusie dat de verdachte en zijn twee medeverdachten op 9 augustus 2021 op dievenpad zijn geweest, daarbij Belfeld, Sevenum en Sint Joost hebben bezocht en de daders zijn van de aldaar die dag gepleegde feiten.
Cluster van feiten op 10 augustus 2021 gepleegd: feit 13 (Spaubeek, [adres 10] ), feit 14 (Schinnen, [adres 11] ) en feit 15 (Gulpen, [adres 12] )
Uit de aangifte van [slachtoffer 11] (feit 13) blijkt dat op 10 augustus 2021 een man, vrouw en een jongen in zijn woning zijn geweest. [slachtoffer 11] mist geen spullen. Door zijn oplettende buurvrouw, getuige [naam 42] , is een nadere duiding gegeven aan de signalementen van voornoemde daders die zij naar de woning van [slachtoffer 11] zag lopen. Zij heeft verklaard dat de daders gebruik maakten van een voertuig met een Belgisch kenteken waarin een fluorescerend veiligheidshesje zichtbaar op de hoedenplank lag. Op diezelfde dag wordt ook aangifte gedaan van een inbraak op de [adres 11] (feit 14), niet ver van Spaubeek af. Ook hier wordt door een getuige in die straat een voertuig met Belgisch kenteken gezien met op de hoedenplank een reflecterend vestje. Uit de aangifte blijkt ook hier weer sprake te zijn van een man, vrouw en een kind. Bovendien is er die dag nog een inbraak geweest in de woning van [slachtoffer 12] (feit 15). Aangeefster spreekt daarbij van een vrouw en een kind, máár er is ook DNA-materiaal aangetroffen dat matcht met een kans van kleiner dan één op één miljard met dat van de verdachte. Dat DNA-materiaal werd aangetroffen op een verfkrabber waarmee een sleutelkastje is opengebroken. Gelet op dit alles gaat de rechtbank ervan uit dat bij deze inbraak ook de verdachte betrokken is geweest en dat hij het is geweest die met de verfkrabber het sleutelkastje opengebroken heeft.
Later op de dag van deze inbraken wordt de Mercedes-Benz, die ook al bij de bespreking van de feiten 3 tot en met 5 en 9 tot en met 12 ter sprake kwam, zonder kentekenplaten in Urmond aangetroffen. Daarin werd inderdaad een fluorescerend hesje gevonden en, zoals eerder overwogen en geconcludeerd, DNA van de verdachte. Hieruit trekt de rechtbank de conclusie dat de feiten 13 en 14 door dezelfde daders zijn gepleegd als de daders van de feiten 3 tot en met 5 en van de feiten 9 tot en met 12 en dus ook door de verdachte. Bij voornoemde feiten komt wederom de eerder besproken modus operandi naar voren. De rechtbank acht aldus de feiten 13 tot en met 15 wettig en overtuigend bewezen.
Tenslotte zijn ook de verplaatsingen op 10 augustus 2021 in Spaubeek, Beek en Gulpen verenigbaar met de ANPR-registraties van die dag waaruit blijkt wanneer dat voertuig Nederland binnen is gereden. Het voertuig is Nederland die dag niet meer uitgereden, het werd immers in Urmond aangetroffen. Aan verklaringen van de verdachte, zoals voor het eerst ter terechtzitting afgelegd, dat de Mercedes-Benz door hem verkocht zou zijn en dat de koper verzuimd zou hebben hem de kentekenplaten terug te bezorgen hecht de rechtbank geen enkele waarde, nu de desbetreffende kentekenplaten namelijk later na 10 augustus 2021 nog door de Belgische politie op een ander voertuig zijn aangetroffen dat aan de verdachte of zijn directe entourage gerelateerd kon worden.
Feit 16 (Simpelveld, [adres 13] )
De rechtbank acht feit 16 bewezen op basis van de aangifte van [slachtoffer 13] en de aangetroffen DNA-sporen. Uit de aangifte van [slachtoffer 13] blijkt dat de dader zich al binnen in een soort serre de verdere toegang tot de woning heeft trachten te verschaffen door met een snoeischaar de deur naar de wintertuin open te knippen of open te breken. Op deze ter plaatse achtergebleven snoeischaar is DNA aangetroffen dat matcht met dat van de verdachte en dat met een dergelijke kans dat geconcludeerd mag worden dat het DNA in het spoor het DNA van de verdachte is en dat hij het is geweest die met de snoeischaar geprobeerd heeft in te breken. Kennelijk heeft een luid alarm volgens de aangifte geleid tot het mislukken van deze inbraak.
Feit 17(Schinnen, [adres 14] )
Door de aangeefster van feit 17 is verklaard dat de mannelijke dader, bij betrapping door aangeefster, haar opzij heeft geduwd, waarbij hij haar met zijn handen bij de schouders vastnam. Het T-shirt dat aangeefster droeg is bemonsterd en daarop is DNA-materiaal aangetroffen dat matcht met het DNA van de verdachte, en zulks met een dergelijke matchkans dat de rechtbank ervan uitgaat dat het DNA op het shirt inderdaad het DNA van de verdachte is. Gelet hierop acht de rechtbank dit feit bewezen.
Feit 18(Beek, [adres 15] )
Bij het tenlastegelegde onder feit 18 heeft de dader volgens aangeefster [slachtoffer 15] een elektrische sigaret (
vape) in de woning achtergelaten. Op die vape is DNA aangetroffen dat matcht met dat van de verdachte. Gelet op de matchkans (kleiner dan één op één miljard) trekt de rechtbank de conclusie dat het de verdachte is geweest die zijn vape heeft achtergelaten bij de diefstal uit de woning van de [slachtoffer 15] en dat hij dus de dief is geweest.
Cluster van feiten op zelfde plaats delict: feiten 19 en 20 (Leveroy, [adres 16] )
De rechtbank acht beide tenlastegelegde feiten bewezen. Door getuige [naam getuige 1] (feit 20) zijn foto’s aangeleverd van de dader die op 21 maart 2023 in de woning van aangeefster [naam aangeefster 2] is geweest. Ter terechtzitting heeft de verdachte zichzelf herkend op deze foto’s, meer specifiek ook de met zijn tatoeage vergelijkbare tatoeage op de foto’s en zijn knotje onder zijn pet, zodat feit 20 wettig en overtuigend te bewijzen is op basis van de aangifte en de verklaring van de verdachte ter terechtzitting. In de woning van [naam aangeefster 2] wordt vervolgens op 8 juli 2023 opnieuw ingebroken (feit 19). [naam aangeefster 2] verklaarde dat de persoon die toen de inbraak pleegde, soortgelijke woorden zei als de persoon die nu in de woning stond en dat zij hem herkende van een eerdere insluiping, zodat vermoedelijk sprake is van dezelfde dader. Gelet op het feit dat de verdachte herkend is door een verbalisant op basis van de foto’s die van de dader verstrekt zijn, komt de rechtbank tot het oordeel dat ook feit 19 bewezen kan worden verklaard.
Feit 21 (Stramproy, Doctor [adres 17] )
De rechtbank acht dit feit bewezen op basis van de aangifte en de herkenning van de verdachte op de camerabeelden door verbalisanten. Door de raadsman is betoogd dat de aangifte en de herkenning van de verbalisanten onvoldoende is om tot een bewezenverklaring te komen. Echter, uit de aangifte komt naar voren dat de man in de woning ook vroeg naar een persoon Vos of Vossen. De naam Vos is in dit dossier een opvallende naam, aangezien deze naam ook naar voren kwam bij feit 3. De rechtbank is tot een bewezenverklaring gekomen van dat feit 3 en op basis van het voorgaande komt zij ook tot bewezenverklaring van dit feit. Wel dient de verdachte partieel te worden vrijgesproken van het in vereniging plegen van de diefstal. Uit het dossier blijkt niet dat er andere daders betrokken waren bij dit feit.
Feit 22 (Susteren, [adres 18] )
De rechtbank acht dit feit bewezen op basis van de aangifte, het aangetroffen DNA-spoor op de beautycase van aangeefster en de wijze waarop de verdachte is herkend in de supermarkt vlak voor zijn aanhouding door de getuigen die de camerabeelden van aangeefster hebben bekeken waarop de daders stonden. Ook verbalisanten hebben de verdachte herkend in de supermarkt naar aanleiding van de camerabeelden van de daders.
Feit 23
De rechtbank acht dit feit wettig en overtuigend bewezen. Uit onderzoek is gebleken dat het een vals reisdocument betreft. Tevens is door de verdachte ter terechtzitting verklaard dat hij het document in zijn bezit had, omdat hij geen geldig paspoort en rijbewijs meer had. De verdachte wist dus ook dat het om een vals exemplaar ging.
3.4
De bewezenverklaring
De rechtbank acht bewezen dat de verdachte:
T.a.v. feit 3:
op 4 augustus 2021 te Mheer tezamen en in vereniging met anderen, ter uitvoering van het door verdachte en zijn mededaders voorgenomen misdrijf om in een woning en op een besloten erf waarop een woning stond, [straatnaam] , alwaar verdachte en zijn mededaders zich buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevonden, goederen van hun gading, die geheel aan [benadeelde partij 1] toebehoorden, weg te nemen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen en zich de toegang tot de plaats van het misdrijf te verschaffen en die weg te nemen goederen onder hun bereik te brengen door het aannemen van een valse hoedanigheid en door listige kunstgrepen en door een samenweefsel van verdichtsels
- zich naar bovengenoemde woning heeft begeven,
- aldaar via een gesloten deur zich toegang tot de woning heeft verleend,
- aan die [benadeelde partij 1] heeft verteld dat zij daar moeten zijn om te poetsen en dat ze al hadden aangebeld/geroepen en dat zij de buurman goed kenden,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
T.a.v. feit 4:
op 4 augustus 2021 te Sint Geertruid tezamen en in vereniging met een ander in een woning en op een besloten erf waarop een woning stond, [adres 1] , alwaar verdachte zich buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevond, een portefeuille, €700,00, een bankpas en een of meer (gouden) ringen, die geheel aan [slachtoffer 2] toebehoorden, heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
T.a.v. feit 5:
op 4 augustus 2021 te Eckelrade tezamen en in vereniging met anderen in een woning en op een besloten erf waarop een woning stond, [adres 2] , alwaar verdachte zich buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevond, ter uitvoering van het door verdachte en zijn mededaders voorgenomen misdrijf om goederen van hun gading, die geheel aan [slachtoffer 3] toebehoorden, weg te nemen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, door de ramen naar binnen hebben gekeken en aan de poorten hebben gerammeld, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
T.a.v. feit 9:
op 9 augustus 2021 te Belfeld tezamen en in vereniging met een of meer anderen in een woning en op een besloten erf waarop een woning stond, [adres 4] , alwaar verdachte zich buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevond, €60,00, een (gouden) ketting en een (zilveren) armband die geheel aan [slachtoffer 7] toebehoorden, heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf hebben verschaft en die weg te nemen goederen onder hun bereik hebben gebracht door middel van braak;
T.a.v. feit 10:
op 9 augustus 2021 te Belfeld tezamen en in vereniging met een of meer anderen in een woning en op een besloten erf waarop een woning stond, te weten [adres 5] alwaar verdachte en zijn mededader(s) zich buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevonden, een (gouden) ring en horloge die geheel aan [slachtoffer 8] toebehoorden, heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
T.a.v. feit 11:
op 9 augustus 2021 te Sevenum tezamen en in vereniging met anderen, ter uitvoering van het door verdachte en zijn mededaders voorgenomen misdrijf om in een woning en op een besloten erf waarop een woning stond, [adres 6] , alwaar verdachte en zijn mededaders zich buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevonden, goederen van hun gading, die geheel aan [slachtoffer 9] toebehoorden, weg te nemen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen en zich de toegang tot de plaats van het misdrijf te verschaffen en die weg te nemen goederen onder hun bereik te brengen door listige kunstgrepen en door een samenweefsel van verdichtsels
- zich naar bovengenoemde woning heeft begeven en vervolgens de woning heeft betreden, en
- vanuit bovengenoemde woning aan die [slachtoffer 9] gevraagd heeft of er gebruik mag worden gemaakt van het toilet en heeft opgemerkt dat de jongen stout is, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
T.a.v. feit 12:
op 9 augustus 2021 te Sint Joost tezamen en in vereniging met anderen in een woning en op een besloten erf waarop een woning stond, te weten [adres 7] , alwaar verdachte en/of zijn mededaders zich tegen de wil van de rechthebbende bevonden kleingeld, hanger en halsketting die geheel aan [slachtoffer 10] toebehoorden heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
T.a.v. feit 13:
op 10 augustus 2021 te Spaubeek tezamen en in vereniging met anderen in een woning en op een besloten erf waarop een woning stond, [adres 10] , ter uitvoering van het door verdachte en zijn mededaders voorgenomen misdrijf om goederen van hun gading, die geheel aan [slachtoffer 11] toebehoorden, weg te nemen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, met dat opzet de betreffende woning heeft betreden en voornoemde [slachtoffer 11] aan de praat heeft gehouden terwijl de woning werd doorzocht, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
T.a.v. feit 14:
op 10 augustus 2021 te Schinnen tezamen en in vereniging met anderen in een woning en op een besloten erf waarop een woning stond, te weten [adres 11] , alwaar hij, verdachte zich buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevondeen horloge, armband en voordeursleutel, die geheel aan [benadeelde partij 2] toebehoorden, heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachten zich de toegang tot de plaats van het misdrijf hebben verschaft en die weg te nemen goederen onder hun bereik hebben gebracht door middel van inklimming en door listige kunstgrepen en door een samenweefsel van verdichtsels door
- zich naar bovengenoemde woning te begeven en de woning te betreden,
- aan voornoemde [benadeelde partij 2] te vragen of haar zoontje naar de wc mag en vervolgens die [benadeelde partij 2] af te leiden, terwijl in de tussentijd de woning werd doorzocht;
T.a.v. feit 15:
op 10 augustus 2021 te Gulpen tezamen en in vereniging met anderen in een woning en op een besloten erf waarop een woning stond, te weten [adres 12] , alwaar verdachte en zijn mededaders zich buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevonden, een (gouden) horloge, kettinkje en enkele zilveren muntstukken, die geheel aan [slachtoffer 12] toebehoorden, heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachten zich de toegang tot de plaats van het misdrijf hebben verschaft en die weg te nemen goederen onder hun bereik hebben gebracht door middel van verbreking en van een valse sleutel en door listige kunstgrepen en door een samenweefsel van verdichtsels door
- zich naar bovengenoemde woning te begeven,
- een sleutelkastje van de muur te forceren en open te breken
- de in de sleutelkast aangetroffen sleutel te gebruiken om de deur te openen,
- en zich op deze wijze toegang tot de woning te verlenen, en
- aan die [slachtoffer 12] te zeggen dat ze naar het toilet moet;
T.a.v. feit 16:
op 8 oktober 2022 in de gemeente Simpelveld, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om uit een woning aan de [adres 13] , alwaar verdachte zich buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevond, goederen van zijn gading, die geheel aan [slachtoffer 13] toebehoorden, weg te nemen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen en zich toegang tot de plaats van het misdrijf te verschaffen en die weg te nemen goederen onder zijn bereik te brengen door middel van braak
- zich naar bovengenoemde woning heeft begeven,
- met een snoeischaar de achterdeur heeft geforceerd en
- meerdere kastdeuren en lades heeft opengetrokken,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
T.a.v. feit 17:
op 28 juli 2023 te Schinnen tezamen en in vereniging met een ander in een woning en op een besloten erf waarop een woning stond, [adres 14] , alwaar verdachte en zijn mededader zich buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevonden, één of meer sieraden, munten, edelstenen en horloges, die geheel aan [benadeelde partij 5] toebehoorden, heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en zijn mededader zich de toegang tot de plaats van het misdrijf hebben verschaft en die weg te nemen sieraden, munten, edelstenen en horloges, onder hun bereik hebben gebracht door het aannemen van een valse hoedanigheid en door listige kunstgrepen en door een samenweefsel van verdichtsels
- door zich naar bovengenoemde woning te begeven en deze woning te betreden en
- vervolgens tegen die [benadeelde partij 5] te zeggen "Je kent me toch? Van vroeger" en "ik moet hier iets maken";
T.a.v. feit 18:
op 15 juni 2023 in de gemeente Beek in een woning en op een besloten erf waarop een woning stond, te weten [adres 15] , alwaar hij, verdachte, zich buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevond, diverse sieraden, die geheel aan [slachtoffer 15] , toebehoorden, heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl hij, verdachte, zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en die weg te nemen goederen onder zijn bereik heeft gebracht door het aannemen van een valse hoedanigheid en door listige kunstgrepen en door een samenweefsel van verdichtsels door
- bij die woning aan te bellen,
- vervolgens via achterom de woning te betreden,
- en tegen die [slachtoffer 15] te zeggen dat hij de zoon van een zieke Italiaanse vrouw was die op de [adres 29] in Beek woont en dat hij moest komen vertellen dat zijn moeder ziek was en aan voornoemde [slachtoffer 15] te vragen of hij naar het toilet mag,
- en zich vervolgens naar de bovenverdieping te begeven;
T.a.v. feit 19:
op 8 juli 2023 te Leveroy, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om uit een woning aan de [adres 16] , alwaar verdachte zich buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevond, goederen van zijn gading, die geheel aan [slachtoffer 14]
toebehoorden, weg te nemen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen en zich toegang tot de plaats van het misdrijf te verschaffen en die weg te nemen goederen onder zijn bereik te brengen door middel van verbreking
- zich naar bovengenoemde woning heeft begeven,
- de hordeur heeft geopend en geforceerd en zich zodoende toegang heeft verleend tot de woning,
- ( vervolgens) zich naar de slaapkamer heeft begeven en aldaar in een ladekast heeft gezocht, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
T.a.v. feit 20:
op 21 maart 2023 te Leveroy in een woning en op een besloten erf waarop een woning stond, te weten [adres 16] , alwaar verdachte zich buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevond, een of meer (gouden) ringen en een armband, die geheel aan [slachtoffer 14] toebehoorden, heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en die weg te nemen goederen onder zijn bereik heeft gebracht door het aannemen van een valse hoedanigheid en door listige kunstgrepen en door een samenweefsel van verdichtsels door
- zich naar bovengenoemde woning te begeven en daar aan te bellen,
- zichzelf binnen te laten en daarbij tegen die [naam aangeefster 2] en haar partner te zeggen “dat hij met opa kwam praten en wij hebben samen nog gewerkt, altijd veel werk in de tuin";
T.a.v. feit 21:
op 23 maart 2023 te Stramproy in een woning en op een besloten erf waarop een woning stond, te weten Doctor [adres 17] , alwaar verdachte zich buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevond, een sieradenkistje, contant geld en diverse sieraden, die geheel aan [slachtoffer 16] toebehoorden, heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en die weg te nemen goederen onder zijn bereik heeft gebracht door listige kunstgrepen en door een samenweefsel van verdichtsels door
- zich naar bovengenoemde woning te begeven en te betreden,
- in de woning tegen die [slachtoffer 16] te praten over een persoon Vos/Vossen en daarbij naar een woning te wijzen;
T.a.v. feit 22:
op 9 januari 2024 te Susteren tezamen en in vereniging met een ander, ter uitvoering van het door verdachte en zijn mededader voorgenomen misdrijf om in een woning en op een besloten erf waarop een woning stond, [adres 18] , alwaar verdachte en zijn mededader(s) zich buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevonden, goederen van hun gading, die geheel aan [benadeelde partij 3] toebehoorden, weg te nemen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen en zich de toegang tot de plaats van het misdrijf te verschaffen en die weg te nemen goederen onder hun bereik te brengen door listige kunstgrepen en door een samenweefsel van verdichtsels
- zich naar bovengenoemde woning heeft begeven,
- aldaar via een niet afgesloten deur zich toegang tot de woning heeft verleend,
- aan die [benadeelde partij 3] heeft gevraagd waar het meisje is, of hij naar het toilet mag en zij koffie mogen, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
T.a.v. feit 23:
op 9 januari 2024 in de gemeente Roermond een reisdocument, te weten een nationale identiteitskaart van Italië met het nummer [gegevens valse identiteitskaart] , waarvan hij, verdachte, wist dat deze vals was, voorhanden heeft gehad.
De rechtbank acht niet bewezen hetgeen meer of anders is ten laste gelegd. De verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.
Kennelijke taal- en schrijffouten in de tenlasteleggingen zijn voor zover aanwezig in de bewezenverklaring verbeterd. Onder de feiten 3, 11, 13 en 22 heeft de rechtbank de persoonsvorm van de uitvoeringshandelingen verbeterd gelezen. Ook in feit 17 is de persoonsvorm verbeterd gelezen. De verdachte is hierdoor redelijkerwijs niet in zijn verdediging geschaad.

4.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert de volgende strafbare feiten op:
T.a.v. feit 3:
poging tot diefstal door twee of meer verenigde personen in een woning door iemand die zich aldaar buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevindt en zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door het aannemen van een valse hoedanigheid en door listige kunstgrepen en door een samenweefsel van verdichtsels;
T.a.v. feit 4 en feit 10 en feit 12:
diefstal door twee of meer verenigde personen in een woning door iemand die zich aldaar buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevindt;
T.a.v. feit 5 en feit 13:
poging tot diefstal door twee of meer verenigde personen in een woning door iemand die zich aldaar buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevindt;
T.a.v. feit 9
diefstal door twee of meer verenigde personen in een woning door iemand die zich aldaar buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevindt en zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en de weg te nemen goederen onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak;
T.a.v. feit 11:
diefstal door twee of meer verenigde personen in een woning door iemand die zich aldaar buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevindt en zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en die weggenomen goederen onder zijn bereik heeft gebracht door listige kunstgrepen en door een samenweefsel van verdichtsels;
T.a.v. feit 14:
diefstal door twee of meer verenigde personen in een woning door iemand die zich aldaar buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevindt en zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en die weggenomen goederen onder zijn bereik heeft gebracht door middel van inklimming en door listige kunstgrepen en door een samenweefsel van verdichtsels;
T.a.v. feit 15:
diefstal door twee of meer verenigde personen in een woning door iemand die zich aldaar buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevindt en zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van verbreking en een valse sleutel en die weg te nemen goederen onder zijn bereik heeft gebracht door listige kunstgrepen en door een samenweefsel van verdichtsels;
T.a.v. feit 16:
poging tot diefstal in een woning door iemand die zich aldaar buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevindt en zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak;
T.a.v. feit 17:
diefstal door twee of meer verenigde personen in een woning door iemand die zich aldaar buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevindt en zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en de weg te nemen goederen onder zijn bereik heeft gebracht door het aannemen van een valse hoedanigheid en door listige kunstgrepen en door een samenweefsel van verdichtsels;
T.a.v. feit 18
diefstal in een woning door iemand die zich aldaar buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevindt en zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en de weg te nemen goederen onder zijn bereik heeft gebracht door het aannemen van een valse hoedanigheid en door listige kunstgrepen en door een samenweefsel van verdichtsels;
T.a.v. feit 19:
poging tot diefstal in een woning door iemand die zich aldaar buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevindt en zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van verbreking;
T.a.v. feit 20;
diefstal in een woning door iemand die zich aldaar buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevindt en zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en de weg te nemen goederen onder zijn bereik heeft gebracht door het aannemen van een valse hoedanigheid en door listige kunstgrepen en door een samenweefsel van verdichtsels;
T.a.v. feit 21:
diefstal in een woning door iemand die zich aldaar buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevindt en zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en de weg te nemen goederen onder zijn bereik heeft gebracht door listige kunstgrepen en door een samenweefsel van verdichtsels;
T.a.v. feit 22:
poging tot diefstal door twee of meer verenigde personen in een woning door iemand die zich aldaar buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevindt en zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door listige kunstgrepen en door een samenweefsel van verdichtsels;
T.a.v. feit 23:
een reisdocument afleveren of voorhanden hebben waarvan de schuldige weet of redelijkerwijs moet vermoeden dat het vals is.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.

5.De strafbaarheid van de verdachte

De verdachte is strafbaar, omdat geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die zijn strafbaarheid uitsluiten.

6.De straf

6.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft op grond van hetgeen zij bewezen heeft geacht gevorderd aan de verdachte op te leggen een gevangenisstraf voor de duur van 8 jaren met aftrek van de tijd die de verdachte in voorarrest heeft doorgebracht.
6.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft voor wat betreft de strafmodaliteit en strafmaat, zich op het standpunt gesteld dat in beginsel moet worden volstaan met de oplegging van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van maximaal 27 maanden met aftrek van het voorarrest. Echter, nu het grotendeels oude feiten betreffen en vanwege het gegeven dat de verdachte wegens zijn ongewenst verklaring niet in aanmerking komt voor voorwaardelijke invrijheidstelling, en dus een opgelegde gevangenisstraf geheel zal moeten uitzitten, is door de raadsman betoogd dat er voldoende ruimte is om een lagere gevangenisstraf op te leggen.
6.3
Het oordeel van de rechtbank
Bij de bepaling van de op te leggen straf is gelet op de aard en ernst van hetgeen bewezen is verklaard, op de omstandigheden waaronder het bewezenverklaarde is begaan en op de persoon van de verdachte, zoals een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting naar voren is gekomen.
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan elf voltooide diefstallen uit een woning, veelal bij wijze van insluiping gepleegd, waarbij echter ook enkele malen een vorm van braak of verbreking is toegepast, zodat ook sprake is van woninginbraak. Daarnaast heeft hij nog 6 strafbare pogingen daartoe ondernomen. Veel van deze feiten heeft verdachte samen met medeverdachten gepleegd, vooral de feiten die in 2021 zijn gepleegd. Daarnaast heeft hij bij zijn aanhouding een vals reisdocument voorhanden gehad.
Wat opvalt, is dat vrijwel uitsluitend personen van hoge tot zeer hoge leeftijd, enkele malen zelfs van boven de 90 jaren oud, slachtoffer van de bewezen misdrijven zijn geworden. Klaarblijkelijk, nu immers geen enkel feit voorkomt van jongere (potentiële) slachtoffers, hebben de verdachte en zijn medeverdachten keer op keer bewust misbruik gemaakt van de kwetsbaarheid van deze bejaarde slachtoffers, van wie velen ook nog alleen woonden of aanwezig waren in hun woning. Zij zijn als slachtoffer uitgekozen, omdat de verdachte van oude slachtoffers geen tegenstand of gevaar hoeft te verwachten. Een laffe keuze aldus.
Een woning, die bij uitstek de veilige thuishaven van iedereen behoort te zijn, is telkenmale met crimineel oogmerk benaderd en betreden, zelfs is met braak de toegang geforceerd. Veel van de slachtoffers zijn in een directe persoonlijke confrontatie met de verdachte en de medeverdachten in hun woning overrompeld, verrast en in hun gezicht voor de gek gehouden. Schaamteloos hebben mensen smoesjes of uitvluchten moeten horen en de rechtbank stelt vast dat verdachte en zijn medeverdachten zonder enige vorm van schaamte of gewetensnood tot het open en bloot plegen van deze vermogensdelicten zijn overgegaan. Dat oude mensen aldus in hun eigen woning de dupe zijn moeten worden van het criminele winstbejag van verdachte, neemt de rechtbank verdachte zeer kwalijk.
Het is triest om te moeten lezen dat een bepaalde aangever nog met de jongen heeft zitten puzzelen, dat sommigen nog moeite getroost hebben iemand wat te drinken te geven, terwijl verderop in de woning kasten en laden overhoop gehaald worden om dingen van de gading te vinden. Dat zelfs in een woning waar iemand op het sterfbed ligt wordt binnengedrongen en dat daar de medebewoonster zelf nog vastgepakt en opzijgezet wordt bij de betrapping, is moeilijk te verteren.
Voorts geldt dat bij de voltooide feiten vaak voor de eigenaars emotioneel waardevolle bezittingen zijn gestolen, zoals sieraden van een overleden partner. De waarde van een dergelijke buit voor de daders is vaak gering, maar het verlies aan emotionele waarde voor de slachtoffers is niet in geld uit te drukken. Treurig is het ook om te zien dat zo achteloos met buit wordt omgegaan dat die ook wordt verloren, of wellicht wel wordt gedumpt. Door puur toeval is van twee slachtoffers (een deel van) de buit nog teruggevonden, wat overigens geen verdienste van de verdachte is. En hoe de buit dan gewaardeerd wordt, is op schandalige wijze zichtbaar op een afbeelding in een aangetroffen telefoontoestel: 485 gram aan goud of zilver op een weegschaaltje, wellicht een momentopname, maar daar is het dus om te doen, om het gewicht van gestolen edelmetaal.
Met de officier van justitie stelt de rechtbank vast dat de verdachte ter terechtzitting feitelijk niets gezegd heeft. Alles wat hij heeft gezegd, is met voorbehoud en onzekerheid omkleed. Hij heeft geen enkele verantwoordelijkheid willen nemen voor de misdragingen die bewezen zijn verklaard. De verdachte heeft in 2021 hele dagtochten gemaakt om waar het ook maar zou lukken te gaan stelen, aantoonbaar soms dag in, dag uit. Maar voor geen enkel feit excuseert hij zich uitdrukkelijk.
Wat voorts een bijzonder aspect van het bewezenverklaarde is, is dat het kunnen uitvoeren van babbeltrucs bij de insluipingen gefaciliteerd werd door een doorsnee lijkende combinatie van een vrouw met een man en een jong kind. Wetende dat mensen vermoedelijk niet direct verontrust raken wanneer ze door “een gezin” worden aangesproken, hebben verdachte en zijn medeverdachten ook bij dit aspect bewust misleidend gehandeld. Dat [kleinzoon van medeverdachte] , de kleinzoon van [naam medeverdachte 2] , mede voor dit karretje gespannen is en als medeverdachte mee heeft gedaan aan het plegen van deze strafbare feiten, acht de rechtbank in wezen ontluisterend, overigens ook richting [naam medeverdachte 2] , en zal in ernstige strafverzwarende zin meegewogen worden. In plaats van zorg te dragen voor diens schoolgang, heeft verdachte voor de jongen leermeester gespeeld op het criminele vlak.
De rechtbank is van oordeel dat enkel een vrijheidsbenemende straf recht doet aan een zaak van deze omvang, qua feiten, qua brutaliteit van plegen, en qua aanhoudende en herhalende aard. Specifiek is in deze zaak van belang dat de verdachte niet alleen in het verleden al tot jarenlange gevangenisstraffen is veroordeeld voor vermogensdelicten, maar ook dat hij in het tijdsbestek van onderhavige feiten, in 2021 in België is aangehouden, vast heeft gezeten en is veroordeeld en daarna eenvoudigweg zijn stijl van handelen voortgezet heeft, getuige de bewezen feiten uit 2022, 2023 en 2024, tot aan de betrapping op heterdaad in Susteren. De verdachte is dusdanig hardleers, dat de strafhoogte kennelijk serieuzer moet worden, wellicht niet zozeer om hem het laakbare van zijn handelen te doen inzien, als ook om hem feitelijk de voet dwars te zetten bij het blijven stelen.
De precieze inhoud van het in het dossier genoemde en ook door verdachte benoemde Belgische veroordelende vonnis (kennelijk voor soortgelijke feiten in 2021 in België begaan) is de rechtbank niet bekend, artikel 63 van het Wetboek van Strafrecht is op deze zaak formeel gezien hoe dan ook niet van toepassing nu dat een buitenlandse vervolging betreft, die niet tegelijk met een Nederlandse procedure had kunnen verlopen. De rechtbank slaat in algemene zin wel acht op het feit van de veroordeling, met name nu strafbare feiten vervolgens opnieuw gepleegd worden, inmiddels dan met iemand anders als mededader.
Voor zover de verdachte zich ter terechtzitting heeft verontschuldigd wegens excessief cocaïnegebruik in die jaren, gelooft de rechtbank daar niks van. Nimmer heeft hij eerder iets inhoudelijks losgelaten over de reeks aanklachten, ook nu neemt hij nauwelijks verantwoordelijkheid voor enig concreet feit op zich en verder is niets van wat hij claimt ook maar enigszins aantoonbaar of verifieerbaar.
Kijkend naar de oriëntatiepunten van het Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht (de LOVS-oriëntatiepunten), waarbij een insluiping in een woning of een woninginbraak bij veelvuldige recidive al 6 tot 7 maanden gevangenisstraf kan opleveren en bij reguliere recidive al 3 tot 5 maanden, acht de rechtbank de eis van de officier van justitie om 8 jaren gevangenisstraf op te leggen niet buitensporig. In het vorenstaande is uitdrukkelijk weergegeven dat vele en velerlei redenen tot strafverzwaring bestaan en dat daartegenover geen matigende factoren van toepassing zijn. Het medeplegen, de braak of verbreking, het opduiken in andermans woningen en de vormen van misleiding maken deel uit van de wettelijk gekwalificeerde vormen van diefstal of poging tot diefstal
Gelet op de veelheid van feiten en op hetgeen hiervoor is overwogen, zal de rechtbank de verdachte veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van 7 jaren, met aftrek van het voorarrest. De rechtbank constateert dat, kijkend naar de feiten uit 2021 en 2022, de vervolging en berechting pas na jaren is gevolgd, evenwel is verdachte pas na zijn aanhouding in januari 2024 geconfronteerd met het bestaan van onderhavige strafvervolging, zodat de rechtbank hierin geen aanleiding tot strafvermindering ziet. Dat reeds in 2021 doorzoekingen in België hebben plaatsgevonden bij de medeverdachten en dat de verdachte daarvan weet kan hebben gehad en dat hij daar is opgepakt en veroordeeld, heeft zijn oorsprong en zijn plek in het zelfstandig ingestelde Belgische opsporingsonderzoek; bovendien beschikte de verdachte niet over een officiële woon- of verblijfplaats en maakten dus ook die doorzoekingen geen inbreuk op zijn recht of positie.
Tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat de verdachte in aanmerking komt voor deelname aan een penitentiair programma, als bedoeld in artikel 4 van de Penitentiaire beginselenwet of tot het moment dat de regeling van voorwaardelijke invrijheidsstelling aan de orde is, als bedoeld in artikel 6:2:10 van het Wetboek van Strafvordering.

7.De benadeelde partijen en de schadevergoedingsmaatregelen

De slachtoffers [benadeelde partij 4] , [benadeelde partij 1] , [benadeelde partij 2] , [benadeelde partij 3] , en [benadeelde partij 5] hebben zich als benadeelde partijen gevoegd in het strafproces.
7.1
De vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij 4] (feit 2)
De benadeelde partij vordert een bedrag aan materiële en immateriële schadevergoeding. De rechtbank is van oordeel dat nu niet wettig en overtuigend is bewezen hetgeen aan de verdachte is tenlastegelegd onder feit 2, de benadeelde partij niet in de vordering kan worden ontvangen.
Gelet hierop zal de rechtbank bepalen dat de benadeelde partij niet-ontvankelijk is in de vordering.
7.2
De vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij 1] (feit 3)
De benadeelde partij heeft een blanco voegingsformulier ingediend dat niet is ondertekend. De rechtbank zal bepalen dat de benadeelde partij niet-ontvankelijk is in de vordering.
7.3
De vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij 2] (feit 14)
De benadeelde partij vordert een bedrag van € 200,- aan materiële schadevergoeding. Dit bedrag bestaat uit de kosten van het eigen risico (€ 100,-) dat de benadeelde heeft moeten betalen voor de vergoeding van de verzekering van de weggenomen sieraden en de kosten voor het vervangen van de sloten van de woning (€ 100,-). Tevens vordert de benadeelde een bedrag van € 1.000,- aan immateriële schadevergoeding. De benadeelde partij heeft verzocht de schadevergoedingsmaatregel op te leggen en het bedrag te vermeerderen met de wettelijke rente over dat bedrag.
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering geheel kan worden toegewezen met vermeerdering van de wettelijke rente en oplegging van de schadevergoedingsmaatregel. De raadsman heeft zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
Het gevorderde aan materiële en immateriële schade is voldoende onderbouwd en door of namens de verdediging is hier geen verweer op gevoerd, zodat de vordering wordt toegewezen met vermeerdering van de wettelijke rente en oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
7.4
De vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij 5] (feit 17)
De benadeelde vordert een bedrag van € 1.272,40 aan materiële schadevergoeding. Dit bedrag bestaat uit het restant van de schade van de gestolen sieraden dat niet door de verzekering is vergoed. Tevens vordert de benadeelde een bedrag van € 1.300,- aan immateriële schadevergoeding. De benadeelde partij heeft verzocht de schadevergoedingsmaatregel op te leggen en het bedrag te vermeerderen met de wettelijke rente over dat bedrag.
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering geheel kan worden toegewezen met vermeerdering van de wettelijke rente en oplegging van de schadevergoedingsmaatregel. De raadsman heeft zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
Het gevorderde aan materiële en immateriële schade is voldoende onderbouwd en door of namens de verdediging is hier geen verweer op gevoerd, zodat de vordering wordt toegewezen met vermeerdering van de wettelijke rente en oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
7.5
De vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij 3] (feit 22)
De benadeelde vordert een bedrag van € 7.000,- aan immateriële schadevergoeding en heeft verzocht de schadevergoedingsmaatregel op te leggen en het bedrag te vermeerderen met de wettelijke rente over dat bedrag.
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de benadeelde in aanmerking komt voor vergoeding van immateriële schade, maar dat het toe te wijzen bedrag moet worden gematigd. De raadsman heeft zich primair op het standpunt gesteld dat de vordering niet-ontvankelijk moet worden verklaard wegens het ontbreken van voldoende onderbouwing. Subsidiair heeft de raadsman, indien de rechtbank van oordeel is dat de benadeelde in aanmerking komt voor immateriële schade, zich op het standpunt gesteld dat het toe te wijzen bedrag substantieel moet worden gematigd.
De benadeelde partij heeft voor het gevorderde aan immateriële schade in het schade-onderbouwingsformulier aangegeven dat zij sinds het incident psychische klachten heeft. Zij voelt zich niet meer veilig in haar woning en heeft moeite met slapen. Tevens vertrouwt zij vreemde mensen niet meer. Het incident heeft ervoor gezorgd dat de benadeelde angstig en onrustig is en heeft gezorgd voor sociale terugtrekking.
Voor wat betreft de vergoeding van immateriële schade (smartengeld) als gevolg van het handelen van de verdachte heeft de rechtbank acht geslagen op het arrest van de Hoge Raad van 15 oktober 2019 (ECLI:NL:HR:2019:1465), waarin de Hoge Raad heeft overwogen dat niet is uitgesloten dat een inbraak in een woning en daarmee een inbreuk op het recht op eerbiediging van de privésfeer, voor de bewoner van die woning dermate ingrijpende gevolgen heeft dat zij grond kan bieden voor het aannemen van een aantasting in de persoon, ook als die gevolgen niet als geestelijk letsel zijn aan te merken.
De rechtbank is van oordeel dat een dergelijk geval zich hier voordoet. De benadeelde is op gevorderde leeftijd en was aanwezig in de woning ten tijde van de poging tot inbraak. De benadeelde heeft oog in oog gestaan met de daders in haar woning. Een plek waar zij zich bij uitstek veilig hoort te voelen. Uit de (korte) toelichting op de vordering blijkt dat de benadeelde nog steeds last heeft van gevoelens van onveiligheid in haar eigen woning en dat zij sociaal geïsoleerd is geraakt. Deze feiten en omstandigheden maken dat de benadeelde in aanmerking komt voor immateriële schadevergoeding. Op grond van hetgeen de benadeelde heeft aangevoerd en rekening houdend met de vergoedingen die in soortgelijke zaken worden toegekend, is de rechtbank met de raadsman van oordeel dat het gevorderde bedrag van € 7.000,- te hoog is. De rechtbank schat de immateriële schade naar billijkheid op
€ 1.000, -. Dit is overigens ook in lijn met de hoogte van andere vorderingen zoals die in deze zaak zijn gevorderd en in dit vonnis worden toegewezen. Voor het overige zal de rechtbank de vordering afwijzen.

8.Het beslag

In het dossier bevindt zich een beslaglijst met daarop rookwaar (een elektronische sigaret) en een identiteitsbewijs. De elektronische sigaret met goednummer G1614927 moet, nu het beslag formeel nog bestaat, worden geretourneerd aan de verdachte, aangezien er geen strafvorderlijk belang (meer) is dat zich verzet tegen teruggave daarvan. De identiteitskaart met goednummer G1614927 moet worden onttrokken aan het verkeer, omdat deze vals is en het bezit daarvan in strijd is met de wet en het algemeen belang.

9.De wettelijke voorschriften

De beslissing berust op de artikelen 36b, 36c, 36f, 45, 57, 231 en 311 van het Wetboek van Strafrecht.

10.De beslissing

De rechtbank:
Vrijspraak
- spreekt de verdachte vrij van het onder feit 1, feit 2, feit 6, feit 7 en feit 8 tenlastegelegde;
Bewezenverklaring
  • verklaart het tenlastegelegde bewezen zoals hierboven onder 3.4 is omschreven;
  • spreekt de verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
Strafbaarheid
  • verklaart dat het bewezenverklaarde de strafbare feiten oplevert zoals hierboven onder 4 is omschreven;
  • verklaart de verdachte strafbaar;
Straf
  • veroordeelt de verdachte tot
  • beveelt dat de tijd die door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van deze gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
Beslissing op de vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij 4] (feit 2)
  • verklaart de benadeelde partij [benadeelde partij 4] niet-ontvankelijk in haar vordering tot schadevergoeding;
  • veroordeelt de benadeelde partij [benadeelde partij 4] in de kosten van de verdachte, ter verdediging tegen de vordering gemaakt, tot heden begroot op nihil;

Beslissing op de vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij 1] (feit 3)

  • verklaart de benadeelde partij [benadeelde partij 1] niet-ontvankelijk in haar vordering tot schadevergoeding;
  • veroordeelt de benadeelde partij [benadeelde partij 1] in de kosten van de verdachte, ter verdediging tegen de vordering gemaakt, tot heden begroot op nihil;

Beslissing op de vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij 2] en de schadevergoedingsmaatregel (feit 14)

  • wijst de vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij 2] volledig toe en veroordeelt de verdachte tot betaling aan de benadeelde partij van een bedrag van € 1.200,- te vermeerderen met de wettelijke rente met ingang van 10 augustus 2021 tot aan de dag van de volledige voldoening. Voornoemd bedrag bestaat uit € 200,- aan materiële schadevergoeding en € 1.000,- aan immateriële schadevergoeding;
  • veroordeelt de verdachte tevens in de proceskosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en in de proceskosten die de benadeelde partij ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog moet maken;
  • legt aan de verdachte de verplichting op tot betaling aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer [benadeelde partij 2] van een bedrag van € 1.200,- te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 10 augustus 2021 tot aan de dag van de volledige voldoening. Voornoemd bedrag bestaat uit € 200,- aan materiële schadevergoeding en € 1.000,- aan immateriële schadevergoeding;
  • bepaalt dat indien volledig verhaal niet mogelijk blijkt gijzeling kan worden toegepast voor de duur van 22 dagen. De toepassing van deze gijzeling heft de hiervoor opgelegde betalingsverplichting niet op;
  • bepaalt dat, indien de verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat daarmee de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien de verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat in zoverre komt te vervallen;

Beslissing op de vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij 5] en de schadevergoedingsmaatregel (feit 17)

  • wijst de vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij 5] volledig toe en veroordeelt de verdachte tot betaling aan de benadeelde partij van een bedrag van € 2.572,40 te vermeerderen met de wettelijke rente met ingang van 28 juli 2023 tot aan de dag van de volledige voldoening. Voornoemd bedrag bestaat uit € 1.272,40 aan materiële schadevergoeding en € 1.300,- aan immateriële schadevergoeding;
  • veroordeelt de verdachte tevens in de proceskosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en in de proceskosten die de benadeelde partij ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog moet maken;
  • legt aan de verdachte de verplichting op tot betaling aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer [benadeelde partij 5] van een bedrag van € 1.272,40 te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 28 juli 2023 tot aan de dag van de volledige voldoening. Voornoemd bedrag bestaat uit € 1.272,40 aan materiële schadevergoeding en € 1.300,- aan immateriële schadevergoeding;
  • bepaalt dat indien volledig verhaal niet mogelijk blijkt gijzeling kan worden toegepast voor de duur van 35 dagen. De toepassing van deze gijzeling heft de hiervoor opgelegde betalingsverplichting niet op;
  • bepaalt dat, indien de verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat daarmee de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien de verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat in zoverre komt te vervallen;

Beslissing op de vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij 3] en de schadevergoedingsmaatregel (feit 22)

  • wijst de vordering van de benadeelde [benadeelde partij 3] gedeeltelijk toe en veroordeelt de verdachte tot betaling aan de benadeelde partij van een bedrag van € 1.000,- aan immateriële schadevergoeding te vermeerderen met de wettelijke rente met ingang van 9 januari 2024 tot aan de dag van de volledige voldoening;
  • wijst af het meergevorderde aan immateriële schadevergoeding;
  • veroordeelt de verdachte tevens in de proceskosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en in de proceskosten die de benadeelde partij ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog moet maken;
  • legt aan de verdachte de verplichting op tot betaling aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer [benadeelde partij 3] van een bedrag van € 1.000,- aan immateriële schadevergoeding te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 9 januari 2024 tot aan de dag van de volledige voldoening;
  • bepaalt dat indien volledig verhaal niet mogelijk blijkt gijzeling kan worden toegepast voor de duur van 20 dagen. De toepassing van deze gijzeling heft de hiervoor opgelegde betalingsverplichting niet op;
  • bepaalt dat, indien de verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat daarmee de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien de verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat in zoverre komt te vervallen;

Beslag

- onttrekt aan het verkeer het volgende in beslag genomen voorwerp:
1 STK Identiteitsbewijs (met goednummer G1669599);
- gelast de teruggave van het volgende in beslag genomen voorwerp aan de veroordeelde:
1 STK Rookwaar (met goednummer G1614927).
Dit vonnis is gewezen door mr. M.B. Bax, voorzitter, mr. D.J.E. Hamers-Aerts en
mr. L.H.M. Geuns, rechters, in tegenwoordigheid van mr. C.W.P. Huntjens, griffier, en uitgesproken ter openbare zitting van 24 juni 2025.
BIJLAGE I: De tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd dat
T.a.v. feit 1:
hij op of omstreeks 24 juli 2021 te Gronsveld, in de gemeente Eijsden-Margraten, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, in een woning en/of op een besloten erf waarop een woning stond, te weten [adres 19] , alwaar hij, verdachte, zich buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevond, €1000 en/of diverse sieraden, in elk geval enig geldbedrag en/of goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 1] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en/of die weg te nemen goederen onder zijn/haar/hun bereik heeft gebracht door middel van braak, verbreking, inklimming en/of een valse sleutel en/of door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels door
- zich voor te doen als kopers en in die hoedanigheid voornoemde [slachtoffer 1] aan de praat te houden in de bijbehorende boerderijwinkel, terwijl hij, verdachte, de woning van voornoemde [slachtoffer 1] doorzocht
T.a.v. feit 2:
hij op of omstreeks 28 juli 2021 te Mheer, in de gemeente Eijsden-Margraten, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, in een woning en/of op een besloten erf waarop een woning stond, te weten [adres 20] , alwaar hij, verdachte, zich
buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevond, €13.000 en/of diverse sieraden, in elk geval enig geldbedrag en/of goed, dat/die geheel of ten dele aan [benadeelde partij 4] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte(n) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of die weg te nemen goederen onder zijn/haar/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking, inklimming en/of een valse sleutel en/of door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels door
- met een onrechtmatig verkregen huissleutel de deur van bovengenoemde woning te openen,
- in de woning voornoemde [benadeelde partij 4] te vragen of zij hun handen mochten wassen en/of iets te drinken mochten, en/of
- terwijl in de tussentijd de woning werd doorzocht;
T.a.v. feit 3:
hij op of omstreeks 4 augustus 2021 te Mheer, in de gemeente Eijsden-Margraten, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte en/of zijn mededader(s) voorgenomen misdrijf om in een woning en/of op een besloten erf waarop een woning stond, [straatnaam] , alwaar verdachte en/of zijn mededader(s) zich buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevond(en), goederen van zijn/haar/hun gading, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [benadeelde partij 1] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n) weg te nemen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen en zich de toegang tot de plaats van het misdrijf te verschaffen en/of dat/die weg te nemen goed/goederen onder zijn/haar/hun bereik te brengen door middel van braak,
verbreking, inklimming en/of een valse sleutel en/of door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels
- zich naar bovengenoemde woning hebben begeven,
- aldaar via een gesloten deur zich toegang tot de woning hebben verleend,
- aan die [benadeelde partij 1] te vertellen dat zij daar moeten zijn om te poetsen en/of dat ze al hadden aangebeld/geroepen en/of dat zij de buurman goed kenden terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
T.a.v. feit 4:
hij op of omstreeks 4 augustus 2021 te Sint Geertruid, in de gemeente Eijsden-Margraten, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, in een woning en/of op een besloten erf waarop een woning stond, [adres 1] , alwaar verdachte zich buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevond, een portefeuille, €700,00, een bankpas en/of een of meer (gouden) ringen, in elk geval enig geldbedrag en/of goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 2] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
T.a.v. feit 5:
hij op of omstreeks 4 augustus 2021 te Eckelrade, in de gemeente Eijsden-Margraten, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, in een woning en/of op een besloten erf waarop een woning stond, [adres 2] , alwaar verdachte zich buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevond ter uitvoering van het door verdachte en/of zijn mededader(s) voorgenomen misdrijf om goederen van zijn/hun gading, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 3] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn/haar mededader(s) toebehoorde(n) weg te nemen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, met een personenauto het bijbehorende perceel van voornoemde woning zijn opgereden, door de ramen naar binnen heeft/hebben gekeken en/of aan de poorten hebben gerammeld, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
T.a.v. feit 6:
hij op of omstreeks 5 augustus 2021 te Reijmerstok, in de gemeente Gulpen-Wittem, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, in een woning en/of op een besloten erf waarop een woning stond, [adres 28] alwaar verdachte zich buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevond, een portefeuille, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 4] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
T.a.v. feit 7:
hij op of omstreeks 7 augustus 2021 te Maasbracht, in de gemeente Maasgouw, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, in een woning en/of op een besloten erf waarop een woning stond, [adres 21] , alwaar verdachte zich buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevond ter uitvoering van het door verdachte en/of zijn mededader(s) voorgenomen misdrijf om goederen van zijn/haar/hun gading, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 5] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn/haar mededader(s) toebehoorde(n) weg te nemen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, met dat opzet de betreffende woning heeft/hebben betreden, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
T.a.v. feit 8:
hij op of omstreeks 9 augustus 2021 te Sevenum, in de gemeente Horst aan de Maas, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, in een woning en/of op een besloten erf waarop een woning stond, [adres 3] , alwaar verdachte en/of zijn mededader(s) zich buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevond(en), een armband, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 6] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n) weg te nemen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen en zich de toegang tot de plaats van het misdrijf te verschaffen en/of dat/die weg te nemen goed/goederen onder zijn/haar/hun bereik te brengen door middel van braak, verbreking, inklimming en/of een valse sleutel en/of door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels
- zich naar bovengenoemde woning hebben begeven,
- aldaar voor de deur van de woning aan die [slachtoffer 6] hebben gevraagd voor een glaasje water en/of daarbij verteld hebben dat Oma Wies niet thuis was,
- de woning heeft/hebben betreden, en/of
- aan voornoemde [slachtoffer 6] gevraagd hebben of ze de toilet mochten gebruiken;
T.a.v. feit 9:
hij op of omstreeks 9 augustus 2021 te Belfeld, in de gemeente Venlo tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, in een woning en/of op een besloten erf waarop een woning stond, [adres 4] , alwaar verdachte zich buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevond(en) €60,00, (gouden) ketting en/of (zilveren) armband, in elk geval enig geldbedrag en/of goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 7] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn/haar mededader(s) toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of dat/die weg te nemen goederen onder zijn /hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak en/of verbreking;
T.a.v. feit 10:
hij op of omstreeks 9 augustus 2021 te Belfeld in de gemeente Venlo, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, in een woning en/of op een besloten erf waarop een woning stond, te weten [adres 5] alwaar verdachte en/of zijn/haar mededader(s) zich buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevond(en), een (gouden) ring en/of horloge, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 8] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn/haar mededader(s) toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
T.a.v. feit 11:
hij op of omstreeks 9 augustus 2021 te Sevenum, in de gemeente Horst aan de Maas, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte en/of zijn mededader(s) voorgenomen misdrijf om in een woning en/of op een besloten erf waarop een woning stond, [adres 6] , alwaar verdachte en/of zijn mededader(s) zich buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevond(en), goederen van zijn/haar/hun gading, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 9] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s)
toebehoorde(n) weg te nemen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen en zich de toegang tot de plaats van het misdrijf te verschaffen en/of dat/die weg te nemen goed/goederen onder zijn/haar/hun bereik te brengen door middel van braak, verbreking, inklimming en/of een valse sleutel en/of door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels
- zich naar bovengenoemde woning hebben begeven en/of vervolgens de woning hebben betreden, en/of
- vanuit bovengenoemde woning aan die [slachtoffer 9] gevraagd heeft/hebben of er gebruik mag worden gemaakt van het toilet en/of op hebben opgemerkt dat de jongen stout is terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
T.a.v. feit 12:
hij op of omstreeks 9 augustus 2021 te Sint Joost in de gemeente Echt-Susteren, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, in een woning en/of op een besloten erf waarop een woning stond, te weten [adres 7] alwaar verdachte en/of zijn/haar mededader(s) zich buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevond(en), kleingeld, hanger en/of halsketting, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 10] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn/haar mededader(s) toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
T.a.v. feit 13:
hij op of omstreeks 10 augustus 2021 te Spaubeek, in de gemeente Beek, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, in een woning en/of op een besloten erf waarop een woning stond, [adres 10] , ter uitvoering van het door verdachte en/of zijn mededader(s) voorgenomen misdrijf om goederen van zijn/haar/hun gading, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 11] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn/haar mededader(s) toebehoorde(n) weg te nemen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, met dat opzet de betreffende woning is/hebben betreden en/of voornoemde [slachtoffer 11] aan de praat hebben gehouden terwijl de woning werd doorzocht, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
T.a.v. feit 14:
hij op of omstreeks 10 augustus 2021 te Schinnen, in de gemeente Beekdaelen, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, in een woning en/of op een besloten erf waarop een woning stond, te weten [adres 11] , alwaar hij, verdachte, zich buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevond, een horloge, armband en/of voordeursleutel, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [benadeelde partij 2] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte(n) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of die weg te nemen goederen onder zijn/haar/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking, inklimming en/of een valse sleutel en/of door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels door
- zich naar bovengenoemde woning te begeven en/of de woning te betreden,
- aan voornoemde [benadeelde partij 2] te vragen of haar zoontje naar de wc mag en/of vervolgens die [benadeelde partij 2] af te leiden, terwijl in de tussentijd de woning werd doorzocht;
T.a.v. feit 15:
hij op of omstreeks 10 augustus 2021 te Gulpen, in de gemeente Gulpen-Wittem, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen in een woning en/of op een besloten erf waarop een woning stond, te weten [adres 12] , alwaar verdachte en/of zijn mededader(s) zich buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevond(en), een (gouden) horloge, kettinkje en/of enkele zilveren muntstukken, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 12] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte(n) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of die weg te nemen goederen onder zijn/haar/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking, inklimming en/of een valse sleutel en/of door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels door
- zich naar bovengenoemde woning te begeven,
- een sleutelkastje van de muur te forceren en/of open te breken
- de in de sleutelkast aangetroffen sleutel te gebruiken om de deur te openen,
- en/of zich op deze wijze toegang tot de woning te verlenen, en/of
- aan die [slachtoffer 12] te zeggen dat ze naar het toilet moet;
T.a.v. feit 16:
hij op of omstreeks 8 oktober 2022 in de gemeente Simpelveld, althans in Nederland ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om uit een woning aan de [adres 13] , alwaar verdachte zich buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevond, goederen van zijn gading, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 13] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n) weg te nemen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen en zich toegang tot de plaats van het misdrijf te verschaffen en/of dat/die weg te nemen goed/goederen onder zijn bereik te brengen door middel van braak, verbreking en/of inklimming,
- zich naar bovengenoemde woning heeft begeven,
- met een snoeischaar de achterdeur heeft geforceerd en zich zodoende toegang heeft verleend tot de wintertuin, en/of
- aldaar meerdere kastdeuren en lades heeft opengetrokken,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
T.a.v. feit 17:
hij op of omstreeks 28 juli 2023 te Schinnen, in de gemeente Beekdaelen, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, in een woning en/of op een besloten erf waarop een woning stond, [adres 14] , alwaar verdachte en/of zijn mededader(s) zich buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevond(en), één of meer sieraden, munten, edelstenen en/of horloges, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [benadeelde partij 5] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn/haar mededader(s) toebehoorde(n) weg te nemen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of dat/die weg te nemen sieraden, munten, edelstenen en/of horloges, dan wel goederen, onder zijn/haar/hun bereik hebben gebracht door middel van braak, verbreking, inklimming, een valse sleutel en/of door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels
- door zich naar bovengenoemde woning heeft/hebben begeven en/of deze woning betreden,
- vervolgens tegen die [benadeelde partij 5] te zeggen "Je kent me toch? Van vroeger" en/of "ik moet hier iets maken";
T.a.v. feit 18:
hij op of omstreeks 15 juni 2023 in de gemeente Beek, in een woning en/of op een besloten erf waarop een woning stond, te weten [adres 15] , alwaar hij, verdachte, zich buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevond, diverse sieraden, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 15] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl hij, verdachte, zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en/of dat/die weg te nemen goederen onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak, verbreking, inklimming, en/of een valse sleutel en/of door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels door
- bij die woning aan te bellen,
- vervolgens via achterom de woning te betreden,
- en/of tegen die [slachtoffer 15] te zeggen dat hij de zoon van een zieke Italiaanse vrouw was die op de [adres 29] in Beek woont en/of dat hij moest komen vertellen dat zijn moeder ziek was en/of aan voornoemde [slachtoffer 15] te vragen of hij naar het toilet mag,
- en/of zich vervolgens naar de bovenverdieping te begeven;
T.a.v. feit 19:
hij op of omstreeks 8 juli 2023 te Leveroy, in de gemeente Nederweert ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om uit een woning aan de [adres 16] ,alwaar verdachte zich buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevond, goederen van zijn gading, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 14] , in elk
geval aan een ander toebehoorde(n) weg te nemen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen en zich toegang tot de plaats van het misdrijf te verschaffen en/of dat/die weg te nemen goed/goederen onder zijn bereik te brengen door middel van braak, verbreking en/of inklimming
- zich naar bovengenoemde woning heeft begeven,
- de hordeur heeft geopend en/of geforceerd en/of zich zodoende toegang heeft verleend tot de woning,
- ( vervolgens) zich naar de slaapkamer heeft begeven en/of aldaar in een ladekast heeft gezocht, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
T.a.v. feit 20:
hij op of omstreeks 21 maart 2023 te Leveroy in de gemeente Nederweert, in een woning en/of op een besloten erf waarop een woning stond, te weten [adres 16] , alwaar verdachte zich buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevond, een of meer (gouden) ringen en/of armband, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 14] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn/haar mededader(s) toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte(n) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of die weg te nemen goederen onder zijn/haar/hun bereik
heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking, inklimming en/of een valse sleutel en/of door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels door
- zich naar bovengenoemde woning te begeven en/of daar aan te bellen,
- zichzelf binnen te laten en/of daarbij tegen die [naam aangeefster 2] en/of haar partner te zeggen “dat hij met opa kwam praten en/of wij hebben samen nog gewerkt, altijd veel werk in de tuin";
T.a.v. feit 21:
hij op of omstreeks 23 maart 2023 te Stramproy, in de gemeente Weert,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, in een woning en/of op een besloten erf waarop een woning stond, te weten Doctor [adres 17] , alwaar verdachte en/of zijn mededader(s) zich buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevonden, sieradenkistje, contant geld en/of diverse sieraden, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 16] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte(n) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of die weg te nemen goederen onder zijn/haar/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking, inklimming en/of een valse sleutel en/of door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels door
- zich naar bovengenoemde woning te begeven en/of te betreden,
- in de woning tegen die [slachtoffer 16] te praten over een persoon Vos/Vossen en/of daarbij naar een woning te wijzen;
T.a.v. feit 22:
hij op of omstreeks 9 januari 2024 te Susteren, in de gemeente Echt-Susteren tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen ter uitvoering van het door verdachte en/of zijn mededader(s) voorgenomen misdrijf om in een woning en/of op een besloten erf waarop een woning stond, [adres 18] , alwaar verdachte en/of zijn mededader(s) zich buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevond(en), goederen van zijn/hun gading, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [benadeelde partij 3] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n) weg te nemen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen en zich de toegang tot de plaats van het misdrijf te verschaffen en/of dat/die weg te nemen goed/goederen onder zijn/haar/hun bereik te brengen door middel van braak, verbreking, inklimming en/of een valse sleutel en/of door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels
- zich naar bovengenoemde woning hebben begeven,
- aldaar via een niet afgesloten deur zich toegang tot de woning hebben verleend,
- aan die [benadeelde partij 3] te vragen waar het meisje is, of hij naar het toilet mag en/of hij/zij/hen koffie mogen, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
T.a.v. feit 23:
hij op of omstreeks 9 januari 2024 in de gemeente Roermond, althans in Nederland, een reisdocument en/of identiteitsbewijs als bedoeld in het eerste lid van artikel 231 van het Wetboek van Strafrecht, te weten een nationale identiteitskaart van Italië met het nummer [gegevens valse identiteitskaart] , waarvan hij, verdachte, wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat deze vals of vervalst was, heeft afgeleverd en/of voorhanden heeft gehad.
Bijlage II: de bewijsmiddelen
Waar hierna wordt verwezen naar paginanummers, wordt - tenzij anders vermeld - gedoeld op paginanummers uit het proces-verbaal van politie Districtsrecherche Zuid-West-Limburg met onderzoeksnummer LB3R021109 Praia, gesloten d.d. 21 april 2024, doorgenummerd van pagina 1 tot en met pagina 832.
[benadeelde partij 1]( [geboortedatum 1] ) verklaarde in haar aangifte, voor zover van belang, het volgende: [1]
Ik doe aangifte van een poging diefstal uit mijn woning op de [straatnaam] te Mheer. Op woensdag 4 augustus 2024 omstreeks 14:00 uur was ik in de tuin. De woning was geheel afgesloten, behalve de achterdeur die toegang gaf tot de keuken. De achterdeur stond open, echter de vliegenhor was dicht. Op een moment zag ik dat de vliegenhor en het kniehogenhekje geopend waren. Ik wist zeker dat ik dit niet zo had achtergelaten. Eenmaal in de keuken had ik vrij zicht en zag ik een vrouw in de keuken staan die ik niet kon. Ik sprak de vrouw aan en zag een man en een kind in de hal staan. Op mijn vraag "wat doet u hier?" kreeg ik onverwijld antwoord van de, voor mij onbekende, vrouw. De vrouw zei tegen mij in het Nederlands: "Wij moeten hier zijn." We gingen kort een gesprek aan omdat ik het er niet mee eens was. Tijdens het verlaten van de woning maakte de man, vrouw en het kind mij duidelijk dat de vrouw moest komen poetsen. Zij dachten dat ze op mijn adres moesten zijn en deden alsof het een vergissing was. Ik vroeg of men dan bij de buren moest zijn en ik noemde de naam van de buren. "Ja" zei de man. "En we hebben hem goed gekend" was zijn antwoord. Ik was van mening dat ze bij de buren moesten zijn. De jongen maakte de zinnen van mij af en noemde een achternaam "Vos". Hij hielp mij eigenlijk meedenken. Zijn antwoorden waren ook plausibel. De man stelde zich zeer kwetsbaar op. Hij bleef zich maar verontschuldigen en liet weten dat hij het zeer vervelend vond dat hij in 'de verkeerde' woning was geweest. De achternaam Vos zegt mij echter niets.
Ik kan hen omschrijven als:
Man:
- Ik schatte hem tussen de 35 en 40 jaar oud.
- Ongeveer 1.65 meter lang.
- Pikzwart / gitzwart halflang haar tot ongeveer onder de oren.
- Bol gezicht.
- Normaal postuur.
- Verzorgd uiterlijk in oog en geur.
- Licht getint.
Vrouw:
- Iets kleiner dan de man. Ik schat 1.55. Ik schat dat zodanig omdat ik ook zo groot
ben.
- Haar pikzwarte haren had ze achteruit gekamd. Ze had het volgens mij in een staart.
Ook haar haren waren pikzwart. Zwarter dan dat kon haast niet. Gelijkend op de
haarkleur van man.
- Haar gezicht was verzorgd net als haar uiterlijk.
- Haar gezicht had een netjes vrouwengezicht. Het was in elk geval geen lelijke
vrouw.
- Haar postuur was mollig tot stevig te noemen. Zeker niet dik maar er zat een
kilootje meer op.
- Licht getint.
Kind:
- Zeker 12 jaar oud.
- Hij was ongeveer even lang als de vrouw (1.55 meter hoog). Hij was in elk geval
niet veel kleiner.
- Droeg donkere kleren met een zwarte pet op zijn hoofd.
- Het postuur was normaal voor een kind van die leeftijd. Niet te smal en zeker niet
te dik.
- Ook hij sprak het Nederlands met een buitenlandse tongval/accent.
Bij controle achteraf van de woning zagen wij dat de waardevolle spullen nog aanwezig waren.
[slachtoffer 2]( [geboortedatum 2] ) verklaarde in zijn aangifte, voor zover van belang, het volgende: [2]
Op 4 augustus 2021 rond 17:30 uur, zat ik buiten op mijn terras van mijn woning aan de [adres 1] . Op enig moment kwam er vanaf de doorgaande weg ineens een oudere man met een kleinere jongen bij mij het terras opgelopen. De man kwam naast mij zitten en begin te praten tegen mij. De zag de kleine jongen over mijn terras lopen. Op enig moment zag ik dat de jongen de klink van de achterdeur van mijn woning vasthad. Ik heb niet gekeken of de jongen naar binnen is gegaan, maar op enig moment was de jongen weg en zag ik hem niet meer. Nadat de man circa 10 minuten bij mij had gezeten, is hij opgestaan en richting de doorgaande weg gelopen. Toen de man wegliep zag ik de jongen ineens weer op het terras en ik zag dat de jongen naast mij kwam zitten. De jongen is vervolgens tot
circa 18.00 uur bij mij blijven zitten. Toen ik later die avond naar boven ging en in mijn slaapkamer aankwam, zag ik dat de deuren van de linnenkast openstonden en dat de kast overhoop lag. Toen ik op 5 augustus, ergens in de ochtend naar de winkel ging om wat kleine
boodschappen te halen, pakte ik mijn beurs beneden uit een kastje en ging ik naar de
winkel. Toen ik vervolgens de boodschappen bij de kassa wilde afrekenen, zag ik dat
er een geldbedrag van circa 100,- euro uit mijn beurs weg was. Ik vond dat vreemd,
want het geld zat er een dag eerder nog in. Vervolgens wilde ik de boodschappen
betalen met de bankpas en toen kwam ik tot de ontdekking dat deze ook weg was. Die
zat een dag eerder ook nog in mijn beurs. Ik heb nog een andere beurs met geld, beneden in de lade liggen en ben toen
meteen gaan kijken, omdat ik toen in de gaten had dat een en ander niet klopte. In
die andere beurs zat een spaargeldbedrag van circa 600,- euro. Na opening van de lade
zag ik dat die andere beurs er wel nog in lag, doch nadat ik erin keek, zag ik dat de
600,- euro eruit weggenomen was.
Verder zag ik ook dat er nog een gouden zegelring uit diezelfde lade was weggenomen. Vervolgens ben ik terug naar boven gegaan om te kijken of er uit het nachtkastje
mogelijk nog andere zaken waren weggenomen. Eenmaal boven, constateerde ik dat er uit
mijn nachtkastje een gouden ring was weggenomen. Het betrof de gouden trouwring van
mijn vrouw. Hierin stond de inscriptie: " [inscriptie trouwring 1] " en de naam " [inscriptie trouwring 2] ".
Over het signalement van de beide personen kan ik het navolgende zeggen:
MAN:
- circa 50 jaar oud;
- getint uiterlijk;
- circa 1,60 a 1,70 m groot;
- normaal postuur;
- droeg een zwart petje;
- was in het zwart gekleed;
Dat is alles wat ik mij nog weet te herinneren over die man.
JONGEN:
- circa 10 à 15 jaar oud;
- circa 1,50 meter groot;
- droeg eveneens een zwart petje;
- was eveneens in het zwart gekleed;
Ik doe bij deze aangifte terzake diefstal van:
- mijn Rabobankpas uit mijn beurs;
- een geldbedrag van circa 100,- euro uit diezelfde beurs;
- een geldbedrag van circa 600,- euro uit een andere beurs;
- een gouden zegelring met inscriptie "JC";
- een gouden trouwring met inscriptie van de datum " [inscriptie trouwring 1] " en de naam " [inscriptie trouwring 2] ".
[aangeefster] verklaarde in haar aangifte namens
[slachtoffer 3]( [geboortedatum 3] ), voor zover van belang, het volgende: [3]
Op woensdag 4 augustus 2021 waren wij niet thuis op de [adres 2] in Eckelrade. Op die dag kwam de pachter van onze landerijen, [naam 2] , in de avond naar ons toe. Hij vertelde ons toen dat hij 3 personen had gezien op de camerabeelden die bij ons ophangen bij de schuur. Op de beelden heb ik een vrouw, man en jongen gezien. Ik zag op de beelden die [naam 2] mij liet zien, dat 1 persoon door het raam naast de poort van de schuur naar binnen keek en een andere aan de poort van de schuur rammelde. Wij missen geen spullen uit de woning.
Getuige [naam getuige 2]verklaarde, voor zover van belang, – zakelijk weergegeven – het volgende: [4]
Ik heb op 4 augustus 2021 een auto in de wei zien staan bij het langsrijden. Ik dacht toen nog van wat moet die auto daar. Vermoedelijk was dit een witte auto. De auto stond tussen de eerste boerderij van de [adres 2] en die van de [naam 3] . Ik zag er 2 of 3 personen in zitten.
[slachtoffer 7]( [geboortedatum 4] ) verklaarde in haar aangifte, voor zover van belang, het volgende: [5]
Ik woon aan de [adres 4] te Belfeld. Op 9 augustus 2021 verliet ik omstreeks 17:15 uur de woning. Om 18:50 uur kwam ik terug en viel het mij op dat lades in de woonkamer open stonden. Ik zag een bloempot die op de grond lag, deze stond op de vensterbank bij het raam. Het raam van mijn slaapkamer stond naar binnen toe open. Het betreft een raam/kiepraam. Het houten kozijn is vernield. Buiten liggen houtsplinters afkomstig van het kozijn. Het raam kan niet meer naar behoren afgesloten worden. Er zijn sieraden en geld weggehaald, welke mijn eigendom waren. Het gaat om een gouden ketting, met gouden kruisje. Tevens is er een zilveren armband weggehaald, deze lagen allemaal in een kistje. Uit de ladekast van de woonkamer kast lag mijn portemonnee. Hieruit is cashgeld weggenomen van in totaal 60 euro.
Op 22 januari 2024 is van de verdachte DNA afgenomen en opgenomen in de DNA-databank. [6] Het DNA-profiel van de verdachte [naam verdachte 1] ( [gegevens mbt DNA profiel] ) [7] matcht met het DNA-profiel, opgenomen in de Belgische DNA-databank onder de naam [naam mbt DNA profiel] . [8]
Op de buitenzijde van het slaapkamerraam van de woning van [slachtoffer 7] op de [adres 4] te Belfeld is een
DNA-spooraangetroffen (met [nummer mbt DNA spoor] ). [9] Het TMFI heeft een uitspraak gedaan over de bewijswaarde van dit DNA-spoor en concludeert dat het extreem veel waarschijnlijker is wanneer het DNA-spoor DNA bevat van de verdachte en twee onbekende, niet verwante personen, dan dat de bemonstering van het spoor van drie onbekende, niet verwante personen is. [10]
[slachtoffer 8]( [geboortedatum 5] ) verklaarde in haar aangifte, voor zover van belang, het volgende: [11]
Op 9 augustus 2021 omstreeks 17:15 uur was ik in mijn woning aan de [adres 5] te Belfeld. Ik had het slaapkamerraam op een kier open staan. Ik zat op genoemd tijdstip in de woonkamer en hoorde enkele leef geluiden welke afkomstig waren uit mijn slaapkamer. Omdat het raam op een kier stond dacht ik dat de geluiden van buiten kwamen. De geluiden klonken als gerommel. Omstreeks 17:45 uur zag ik tor mijn verbazing dat het slaapkamerraam helemaal open stond en dat alle lades van het nachtkastje open stonden. Ik zag dat mijn slaapkamer was doorzocht.
Uit de bijlage behorende bij de aangifte van [slachtoffer 8] blijkt dat een gouden ring en een gouden horloge zijn weggenomen. [12]
[slachtoffer 6]( [geboortedatum 6] ) verklaarde in haar aangifte, voor zover van belang, het volgende: [13]
Op 9 augustus omstreeks 16:00 uur liep ik terug naar mijn woning in Sevenum aan de [adres 3] . Ik zag dat een auto met witte kentekenplaten mij passeerde. Ik had het idee dat ik deze auto al eerder had gezien en kreeg het gevoel dat deze auto mij in de gaten hield omdat deze in laag tempo in mijn buurt bleef rijden. Omstreeks 16:30 uur stond ik in de keuken. Ik stond ter hoogte van de achterdeur en zag ineens een kleinere vrouw ik schat haar tussen de 1,50 en 1,60 meter met een normaal postuur en een sjaaltje in haar haren, staan met een jong jongetje, ik schat hem rond de 9 jaar oud met kort donker haar. Ik hoorde dat de vrouw aan mij vroeg of ik een glaasje water had. De vrouw herhaalde meerdere keren dat "oma Wies" niet thuis was en dat zij daar waren. Ik bukte mij om glazen te pakken en hoorde ineens de stoelen van de keukentafel schuiven. Ik zag dat de vrouw en het jongetje achter mij
aan waren gelopen de woning in. Ineens zag ik een schaduw vanuit de woonkamer en hoorde ik een mannenstem. Ik schrok hiervan want ik had helemaal geen man bij de vrouw en het kindje gezien. Ineens kwam de man vanuit de woonkamer richting de keuken gelopen, het betrof een lange smalle man met donkere haren tot op zijn schouders. Ik zag dat in de woonkamer, waar de man was geweest, een kastdeur open stond.
[slachtoffer 9]( [geboortedatum 7] ) verklaarde in haar aangifte, voor zover van belang, het volgende: [14]
Op 9 augustus zat ik omstreeks 15:30 uur onder de veranda van mijn woning op de [adres 6] te Sevenum. Rond genoemd tijdstip ging plots de deur van de woning, onder de veranda van binnenuit open. Ik zag dat een jongen vanuit mijn woning naar buiten kwam. De jongen had een licht getinte huidskleur, droeg kort donker haar en
had een licht getinte huidskleur. Verder droeg hij donkere kleding. Ik schat hem
tussen de 10 en twaalf jaar oud. Ik hoorde dat de jongen in gebrekkig Nederlands vroeg of hij naar de wc mocht. Ik vond dat goed en ben vervolgens met hem via de oprit naar de garage gelopen alwaar ook een wc is. Ik wilde hem niet in de woning naar de wc laten gaan. Ik ben in de garage blijven wachten tot hij klaar was. Hij was zo klaar. Op mijn vraag waar hij
vandaan kwam zei hij dat hij bij een vriendje was. Toen ik vroeg bij welk vriendje
zei hij: "Daarachter", waarbij hij wees in de richting van [naam 4] . Hij bleef
echter staan treuzelen en vroeg of hij nog een keer naar de wc mocht gaan. Ik zei dat
hij dat niet mocht en dat hij maar naar zijn vriendje moest gaan. Daarna zei ik dat
hij naar buiten moest gaan. Op dat moment zag ik een man en een vrouw uit mijn garage komen. Zij liepen ook naar de weg en ik zag dat ze de jongen bij de kraag pakten en bij de weg naar rechts liepen. Ik hoorde de man zeggen: "Hij is stout geweest". Later hoorde ik van mijn buurvrouw, [naam 5] , dat zij een auto met Belgisch kenteken had zien staan. Ik ben weer onder de veranda gaan zitten en heb naar mijn dochter [naam 6] gebeld om haar te vertellen wat er net gebeurd was. Even later kwam [naam 7] , de dochter van [naam 6] , en haar vriend [naam 9] de aanhangwagen terug brengen. Nadat ik het gebeuren aan [naam 7] en [naam 9] had verteld ben ik samen met [naam 7] mijn woning binnengegaan om te kijken of er iets was gebeurd. Ik zag toen dat laden en deuren van kasten in de gang, keuken, woonkamer en slaapkamer open stonden. Ik zag dat spullen die in de kasten lagen, waren verschoven. Ook zag ik dat men in mijn handtas, die in een slaapkamerkast lag, had gekeken want ik zag dat zowel de kleine als ook de grote ritssluiting open stond. [naam 7] heeft toen naar de politie gebeld. Ik heb nog met [naam 7] gekeken of er goederen weg waren maar dat was niet het geval. Signalement man: licht getinte huidskleur, hij sprak gebrekkig Nederlands, donker gekleed. Enige tijd later kwam ook mijn dochter [naam 6] . Die vertelde mij dat haar een auto met Belgisch kenteken, met daarbij ook een man, vrouw en kind, was opgevallen. Zij had die auto zien staan toen ze onderweg was naar mij.
Getuige [naam 8]verklaarde, voor zover van belang, het volgende: [15]
Op 9 augustus om 15:36 uur belde mijn moeder. Zij vertelde dat er een
jongetje naar de wc was geweest in haar woning en dat hij niet naar de weg wilde
lopen en dat er toen een man en een vrouw uit de garage kwamen lopen. Ook vertelde ze
dat mijn dochter [naam 7] en haar vriend [naam 9] eraan waren gekomen en dat zij samen met
[naam 7] in de woning had gekeken en dat ze hadden gezien dat laden en deuren van
kasten open stonden. Ik zei haar dat ik ook zou komen. Ik reed vervolgens vanaf mijn woning in de richting van de woning van mijn moeder. Op de Beatrixstraat , net voor de kruising met de Peperstraat , zag ik aan de rechterzijde van de weg een grijze personenauto staan. Ik zag aan de achterzijde van die personenauto een man, een vrouw en een jongetje in
de richting van de kruising met de Peperstraat lopen. Omdat mijn moeder had gezegd
dat er een man, vrouw en jongetje bij haar in de woning waren geweest, was ik extra
alert. Ik zag dat de drie personen donkerkleurige kleding droegen en rechtsaf, de
Peperstraat inliepen. Ik bracht mijn auto tot stilstand en belde met mijn dochter [naam 7] . Ik vroeg aan haar of de personen die bij oma waren geweest ook donker gekleed waren. [naam 7] bevestigde dat. Ik heb vervolgens een foto gemaakt van de grijze auto en zag dat het een grijze Mercedes betrof met het Belgische kenteken [kenteken 1] .
In een
aanvullend verhoor verklaarde getuige [naam 8], voor zover van belang, het volgende: [16]
O = Opmerking verbalisant
V = Vraag verbalisant
A = Antwoord getuige
O: U heeft of 19 augustus 2021 al een verklaring afgelegd over een Mercedes met het Belgische kenteken [kenteken 1] . U had het toen over een jongen, een man en een vrouw.
(…)
V: Kunt u nog wat vertellen over de kleding van de man?
A: Hij had een broek en jas aan, in het zwart. De jas was open, wat hij daaronder had weet ik niet.
V: Wat voor een jas was het?
A: Een gladde jas met een boord onder langs, tot op de heupen. Een soort bomberjack of motorjack.
V: II heeft verklaard, ‘licht getint'. Wat kunt u hierover zeggen?
A: Hij zag er uit alsof hij lang in de zon had gezeten, zo’n kleur.
V: Kunt u iets over het gezicht zeggen?
A: Een breed gezicht, zoiets als de acteur Frank Lammers.
(…)
A: De man was het donkerst.
[slachtoffer 10]( [geboortedatum 8] ) verklaarde in haar aangifte, voor zover van belang, het volgende: [17]
Op maandag 9 augustus 2021 zat ik in de woonkamer televisie te kijken. Ik keek vanaf 18:30 uur naar SBS6. Ik hoorde toen een geluid als van ritselen en van een piepende deur in mijn woning. Ik vertrouwde het niet en ging kijken in de berging. Ik zag daar niemand maar wel dat de achterdeur dicht was. Ik had die niet afgesloten. Toen ik weer goed en wel zat, hoorde ik weer een geluid dat ik niet vertrouwde. Ik ben meteen weer opgestaan en gaan kijken. Ik zag toen dat er een mij onbekende jongen in de berging stond. Meteen daarna zag ik dat die jongen door de deur van berging open deed en door die deur de woning verliet. Ik ging meteen naar het raam aan de zijkant van mijn woning en zag daar dat die jongen van achter het huis over de oprit naar de straat liep. Ik zag dat daar nog een mij onbekende man en vrouw op de stoep stonden vóór de oprit van de buren op nummer 7. Ik zag dat de jongen samen met de man en de vrouw wegliep in de richting van de Bosweg . Ik zag dat die jongen
daarbij tussen die man en vrouw liep. Die jongen schat ik qua leeftijd rond 8 jaar oud. Ik zag dat hij zwart haar had en licht getint was. Over zijn kleding kan ik U niets vertellen. Hij droeg geen bril. Over de man en vrouw kan ik U helemaal niets vertellen. Ik kon zien dat het een man en een vrouw waren, meer weet ik niet meer te vertellen. Ik merk nu dat er in ieder geval wat kleingeld is weggenomen. Verder zag ik dat er op de slaapkamer een lade van een nachtkastje was geopend. Daaruit heeft de jongen een doosje gepakt. Dat doosje vond ik terug op de aangrenzende badkamer. Dar heeft hij kennelijk de inhoud bekeken en het doosje neer gezet op het waterreservoir van de wc. Daar mis ik een opdrukhanger van een halssieraad.
[slachtoffer 10]verklaarde in een aanvullende verklaring, voor zover van belang, het volgende: [18]
"Ik heb bij U aangifte gedaan van diefstal uit mijn woning. Nadat u weer weg was, heb
ik nog ontdekt dat ik ook een zilveren halsketting mis.
[slachtoffer 11]( [geboortedatum 9] ) verklaarde in zijn aangifte, voor zover van belang, het volgende: [19]
Op 10 augustus 2021 omstreeks 16:45 uur was ik thuis aan de [adres 10] te Spaubeek. Ik zat in de keuken en zag dat een gezin binnenkwam. Ik heb met het kindje gepuzzeld en gesproken met de mensen. Omstreeks 17.00 uur hebben ze de woning verlaten. Ik zag hen in een witte bus, die aan de overkant van de straat stond geparkeerd, stappen en vervolgens richting Schimmert rijden. Toen heb ik mijn dochter gebeld omdat ik dit raar vond. Vervolgens is zij naar mij toe gekomen en heeft zij de politie gebeld omdat zij het niet vertrouwde. Ik kan alleen zeggen dat ik hoorde dat het een man en een vrouw was. Dat het kind een jongen was. Ik hoorde dat zij gebrekkig Nederlands spraken. Het kind had blonde haren en was ongeveer 9/10 jaar oud. Het kind kon lezen en schrijven en puzzelde met mij
mee. Vervolgens is mijn dochter boven gaan kijken. Zij zag dat verschillende kastjes open
stond en lakens, die in de kasten lagen, anders lagen dan normaal. Ik vermoed dat zij
niets hebben weggenomen gezien ik niets met waarde in huis heb liggen.
Getuige [naam 10]verklaarde, voor zover van belang, het volgende: [20]
[adres 25]
O: Opmerking verbalisant
V: Vraag gesteld aan de getuige
A: Antwoord gegeven door de getuige
V: wat kunt u ons vertellen?
A: Op dinsdag 10 augustus 2021, omstreeks 17:00 uur, was ik in mijn woning, ik was in de
tuin bezig. Op een gegeven moment hoorde ik een deur van een auto dichtslaan. Ik liep naar de voordeur. Ik keek hier doorheen. Ik zag een auto geparkeerd staat aan de overzijde van onze woning, ter hoogte van huisnummer 93. Ik zag dat uit deze auto een man en een kind stapten, gevolgd door een vrouw. De man en het kind liepen van de auto weg. Ze liepen over het trottoir in de richting van mijn buurman op nummer 122.
O: U heeft dus een man, een vrouw en een kind uit de aan de overzijde geparkeerde auto zien
stappen.
V: Kunt u deze personen omschrijven? Laten we beginnen bij de man.
A: De man had een slank postuur, niet fors. Ik meen dat hij een overjas droeg, een iets langere jas, tot boven de knieën, ik meen een lichte kleur. Over de rest van de kleding kan ik niets verklaren, dat weet ik niet meer. Hij had donkere haren. Qua leeftijd schat ik hem tussen de 40 en 45 jaar.
V: Wat kunt u over de auto verklaren?
A: Op de hoedenplank lag iets in de kleur groen en fluorescerend. Ik dacht meteen aan die veiligheidsjassen. Deze lagen over de hele hoedenplank. De auto had een Belgische
kenteken, dat weet ik zeker, want mijn dochter heeft ook Belgische platen, wit met rode letters. Ik meen dat de auto een lichte kleur had, ik dacht lichtgrijs.
[benadeelde partij 2][geboortedatum 10] ) verklaarde in haar aangifte, voor zover van belang, het volgende: [21]
Op 10 augustus 2021 te 17:15 uur was ik thuis in mijn woning op de [adres 11] te Schinnen. Ik stond in de keuken en zag dat er drie personen mijn perceel op kwamen. De personen betroffen een man, vrouw en een kind. De vrouw kwam eerst met het kind aanlopen. Zij zijn samen via de achterdeur naar binnen gekomen. De vrouw zei dat ze op bezoek waren bij oma. Ze vroeg aan mij of haar zoontje naar de wc mocht. Ik zag dat op dit moment een man onder het keukenraam kroop. Ik kreeg hier direct een naar gevoel bij. Ik vermoed dat zij mij toen hebben afgeleid. De man is toen vermoedelijk naar de boven etage geslopen. Ik heb namelijk niet gezien hoe hij langs mij door is gekomen. Ik was namelijk bezig om de vrouw en het kind de woning uit te sturen. De mevrouw leidde mij af door tegen mij te praten hoe mooi ik hier woonde en dat ik mijn woning mooi had ingericht. Ze was niet agressief maar wel behoorlijk brutaal. Ze had namelijk constant een grote mond. Ze heeft zoveel gezegd en geroepen dat ik niet meer precies weet hoe het gegaan is. Ik heb de mensen alle drie zien vertrekken van de oprit af.
De man kan ik als volgt omschrijven:
- ongeveer 40/45 jaar
- licht getinte huidskleur.
-lang zwart sluikhaar. Tot schouder hoogte.
- camouflage kleding aan, zowel de benedenkleding als bovenkleding.
-onverzorgd uiterlijk.
De vrouw kan ik als volgt omschrijven:
- ongeveer 40/45 jaar.
- klein
- licht getinte huidskleur.
- grijzend haar, in een knotje.
- sprak gebrekkig Nederlands
- onverzorgd uiterlijk.
Het kind kan ik als volgt omschrijven:
- ongeveer 6/7 jaar.
- zwart haar.
- licht getinte huidskleur.
- sprak gebrekkig Nederlands.
Op dinsdag 10 augustus 2021 omstreeks 17:30 uur zag ik dat er enig goed was
weggenomen. Ik zag namelijk dat op de slaapkamer mijn horloge weg was. Mijn horloge
lag op het nachtkastje. Ik zag ook dat de sieraaddoosjes op de kaptafel open
stonden. Ik zag dat ik een armband miste die op de kaptafel stond. Tevens hebben zij ook de sleutel van de deur meegenomen via welke zij zijn binnengekomen.
Getuige [naam 11]verklaarde, voor zover van belang, het volgende: [22]
[adres 26]
Op dinsdag 10 augustus 2021 omstreeks 17:20 uur à 17:30 uur zag ik dat er een witte auto geparkeerd stond voor de glasbakken. Ik kan de auto als volgt omschrijven:
gezinsauto, iets groter als een Volkswagen golf. De achterzijde is recht, gelijkend op een stationcar achtige auto. De auto was voorzien van een Belgische kentekenplaat. De kentekenplaat was wit van kleur met rode cijfers en letters. Er lag een reflecterend hesje op de achter op de hoedenplank van de auto.
[slachtoffer 12] verklaarde in haar aangifte namens
H.H. [slachtoffer 12]( [geboortedatum 11] ), voor zover van belang, het volgende: [23]
Op 10 augustus 2021 omstreeks 13:30 uur bevond ik mij in de tuin van mijn woning gelegen aan [adres 12] te Gulpen. Ik werd moe en ging naar binnen om een dutje te doen in een stoel in de keuken. Ik werd plotseling ergens wakker van en zag in de keuken een mij vreemde jongen en een vrouw naast mijn stoel staan. Ik schrok en vroeg hen wat zij bij mij in de keuken deden en of ze wat aan het zoeken waren. De vrouw vroeg mij vervolgens in het
gebrekkig Nederlands of zij mocht plassen omdat zij 15 kilometer hadden gelopen. Ze
vroeg waar de wc was. Nadat de vrouw van de wc kwam, liep zij langs mij en liep even door naar de gang aan de voorzijde van de woning. Zij kwam terug en trok de deur van de gang achter zich dicht. Ik zag toen dat de vrouw de jongen via de keukendeur aan de achterzijde de woning naar buiten liepen. Ik liep hen nog na en zag dat beiden via het pad het erf afliepen. Op de doorgaande weg, bleek dat een derde persoon bij hen liep. Ik zag dat zij naar
rechts wegliepen. Ik liep weer terug naar de keuken en zag dat een sleutelkastje, waarin zich de sleutel van de keukendeur zich bevond, weg was. Het kastje was in zijn geheel van de achtergevel getrokken. Kennelijk heeft men hieruit de sleutel van de keukendeur genomen en is men zodoende binnen gekomen. Later heeft mijn zoon het kastje ergens in de tuin terug gevonden. De voordeur is normaliter afgesloten maar de deur was nu van het slot af. Vermoedelijk is de derde persoon hierdoor naar buiten gegaan. Later is mijn dochter
boven gaan kijken en zag zij dat in alle drie de slaapkamers, kasten en lades deels
openstonden en dat deze waren doorzocht. Ik kan u van de dader(s) het volgende signalement geven: De vrouw, blanke vrouw, leeftijd 30 tot 40 jaar oud, donker kort haar, ze was
opgemaakt, ze droeg een lange grijze broek, sprak gebrekkig Nederlands;
De jongen, blank, leeftijd 13 tot 14 jaar, droeg een trui met daarop het cijfer
"102", droeg een zwart stro hoedje. De man of vrouw die buiten met hen meeliep had zwarte lange haren en droeg een driekwart lange grijze jas.
In een aanvullende verklaring verklaarde
aangeefster [slachtoffer 12], voor zover van belang, het volgende: [24]
Bij een nader onderzoek in de woning zijn er toch daadwerkelijk goederen
weggenomen. De navolgende goederen die mijn vader in eigendom toebehoren zijn
ontvreemd:
- een gouden dames horloge met een rekbaar gouden bandje en
- een gouden kettinkje met daaraan een gouden kruisje en een gouden hangertje in de vorm van een kindergezichtje met daarop de namen van de kleinkinderen ( [naam 12] , [naam 13] ,
[naam 14] , [naam 15] , [naam 16] en [naam 17] ; deze zijn ontvreemd uit de lade van het nachtkastje in de slaapkamer van mijn vader (beneden links);
- enkele zilveren muntstukken uit een lade van een klerenkast uit een van de daar
gelegen slaapkamers.
Op een verfkrabber die is aangetroffen bij de woning van [slachtoffer 12] op de [adres 12] te Gulpen is een DNA-spoor aangetroffen (met SIN-nummer AAOJ9356NL. [25] Dit DNA-spoor matcht met het DNA van de verdachte ( [gegevens mbt DNA] ). De matchkans is daarbij berekend op kleiner dan één op één miljard. [26]
[slachtoffer 13](geb. 4 juni 1936) verklaarde in haar aangifte, voor zover van belang, het volgende: [27]
Ik ben samen met mijn partner woonachtig op de [adres 13] te Simpelveld. Op zaterdag 8 oktober 2022, omstreeks 15.30 uur, hebben mijn partner en ik de woning verlaten. Bij het verlaten van de woning zagen wij een donkerkleurige auto voor de woning geparkeerd staan. Wij zagen dat er een kenteken op deze auto zat. Wij zagen dat dit kenteken een witte achtergrond had en donker letters. Omstreeks 16:23 uur werd ik door mijn dochter gebeld en deze zei dat zij gebeld was geworden door de alarmcentrale, omdat het alarm van de woning was afgegaan. Mijn dochter was ter plaatse bij de woning en had geconstateerd dat er was ingebroken. Hierop zijn mijn partner en ik direct naar huis toe gekomen en zagen
inderdaad dat de dader(s) door de wintertuin naar binnen zijn gekomen en dat de
achterdeur verbroken is met de snoeischaar. Ik zag namelijk dat de snoeischaar op de
grond voor de achterdeur lag. Tevens stonden diverse lades en kastdeuren open in de
wintertuin.
Op de handgrepen van de snoeischaar van [slachtoffer 13] waarmee de achterdeur is verbroken, is een DNA-spoor aangetroffen (met [nummer DNA 1] ) [28] . Dit DNA-spoor matcht met het DNA van de verdachte ( [gegevens mbt DNA] ). De matchkans is daarbij berekend op kleiner dan één op één miljard. [29]
[benadeelde partij 5]( [geboortedatum 12] ) verklaarde in haar aangifte, voor zover van belang, het volgende: [30]
Op 28 juli 2023 omstreeks 11:00 uur zat ik in de keuken van mijn woning gelegen op de [adres 14] te Schinnen. Ik zag dat er een vrouw binnen kwam en zag dat ze naar mij toekwam. Ik hoorde dat ze zie: “je kent me toch? Van vroeger.” Ik
probeerde de vrouw via de keuken naar de gang te krijgen om haar naar buiten te
leiden. Toen we op de gang waren hoorde ik op de bovenverdieping iets. Ik hoorde dat
er boven iets op de grond viel, dat klonk als een van mijn potjes met oude munten
erin die op mijn slaapkamer staan. Ik zei tegen de vrouw dat ik naar boven wilde om te kijken wat daar aan de hand was. Ik liep richting de trap en zag dat de vrouw mij volgde. Ik zei tegen de vrouw dat ze beneden moest blijven en mij niet moest volgen. Eenmaal boven liep ik rechtdoor, richting mijn slaapkamer. Ik zag dat mijn nachtkastje open stond, in dat kastje bewaarde ik kostbare spullen. Ik zag verder niemand in de slaapkamer en liep richting het toilet dat gelegen is direct aan de slaapkamer. Ik zag dat er een man bij het toilet stond met zijn gezicht richting de lampknop gedraaid. Ik hoorde dat hij zei: "Ik moet hier iets maken." Ik zei: "Niets ervan, mijn huis uit." Ik zag dat de man op mij af liep. Ik voelde dat de man mij vasthield aan mijn schouders. Ik voelde dat hij mij langzaam vooruit duwde, zodat ik niet meer in het deurgat stond. Ik zag dat de man vervolgens weg liep in een versnelde looppas. Ik zag dat hij naar beneden liep en samen met de vrouw naar buiten ging via de achterdeur. Ik liep ze achterna en zag dat ze via de poort mijn erf verlieten.
Ik zag dat ze buiten in een lichtblauwe auto stapte. Ik had binnen al pen en papier
gepakt om het kenteken te noteren. Ik zag dat het kenteken begon met [deel van kenteken] , verder kon
ik het niet zien.
Ik beschrijf de vrouw als volgt:
- Zwarte haren;
- Getinte huidskleur.
Ik beschrijf de man als volgt:
- +/- 1.70cm groot;
- getinte huidskleur.
In een aanvullende verklaring verklaarde
aangeefster [benadeelde partij 5], voor zover van belang, het volgende: [31]
U vraagt mij naar een signalement van de man. Ik kan u vertellen dat deze man drie weken geleden ook al in onze woning was zonder toestemming. Ik weet honderd procent zeker dat het dezelfde man was. Hij had in de woonkamer met mijn man gepraat toen ik kwam aanlopen. Ik heb hem toen direct naar buiten gestuurd. Mijn man vertelde mij daarna dat de man gebrekkig Nederlands had gesproken.
Ik weet van zijn vorige bezoek dat de man:
- tattoos had op zijn onder- en bovenarm. Onbekend aan welke kant;
- wegreed in een witte auto met een wit kenteken. Onbekend met welke kleur letters.
Toen de man gisteren weer in onze woning was droeg hij:
- een donkere pet;
- een kort donker jasje.
Meer kan ik mij niet herinneren, ook niet of de man dialect of Nederlands sprak en met welk accent. U vraagt mij naar een signalement van de vrouw. Daarvan weet ik nog het volgende:
- zwart haar;
- ik schat haar 1,60 m lang. Mijn kleindochter is namelijk 1,63 m en ik denk dat de vrouw net iets kleiner was;
- erg smal postuur;
- getint;
- erg opgemaakt;
- onbekend of ze dialect of Nederlands sprak en met welk accent.
Van het voertuig waarin zij vertrokken weet ik dat het een felblauwe auto was. Een stukje van het kenteken schreef ik op en gaf ik reeds door aan uw collega’s. De man heeft boven mijn sieraden weggenomen. Deze lagen op mijn slaapkamer, in het nachtkastje naast het bed. Tevens heeft hij munten meegenomen van het kastje aan de muur op het toilet. Ik noem u nu de sieraden dan wel goederen die zijn ontvreemd:
  • een gouden tientje (munt) uit 1880 met een sierrand en met een lange gouden ketting eraan;
  • een hanger met een paarse steen;
  • een gouden ring met een ronde steen, kleur paars;
  • een gouden ring met een blauwe vierkante steen;
  • een zilveren armband van 2 centimeter breed;
  • een gouden armband van zeker 2 centimeter breed;
  • een gouden broche met een zwarte steen in het midden;
  • gouden oorbellen behorend bij de broche met zwarte steen;
  • een goeden armband met bloedkralen (rode stenen);
  • een bloedkraal voor aan een ketting;
  • een gouden zakhorloge met een ketting eraan, voorzien van de gravering “J.C.";
  • eren potje met een stuk of 20 zilveren munten. Het gaat om guldens en rijksdaalders, maar voornamelijk rijksdaalders;
  • onze gouden trouwringen met de volgende graveringen: “ [gravering in trouwring 1] ” en “ [gravering in trouwring 2] ”.
In haar aangifte verklaart [benadeelde partij 5] dat de man haar in de woning bij de schouders heeft vastgepakt en geduwd. Het T-shirt dat [benadeelde partij 5] droeg is bemonsterd bij de schouders en hierop is een DNA-spoor aangetroffen (met [nummer DNA 2] ). [32] Dit DNA-spoor matcht met het DNA van de verdachte ( [gegevens mbt DNA] ). [33] Het Eurofins heeft een uitspraak gedaan over de bewijswaarde van dit DNA-spoor en concludeert dat het extreem veel waarschijnlijker is wanneer het DNA-spoor DNA bevat van de verdachte en twee onbekende personen, dan dat de bemonstering van het spoor van drie onbekende personen is. [34]
Getuige [naam 18]verklaarde, voor zover van belang, het volgende: [35]
Ik hoorde vandaag, omstreeks 10:50 uur de overbuurvrouw van huisnummer 69 schreeuwen. Ik hoorde haar schreeuwen tegen haar man; “bel de politie”. Ik liep naar een kamer
aan de voorzijde van mijn woning. Deze kamer ligt aan de straatkant van mijn woning.
[adres 27] te Schinnen. Ik opende daar een raam en klopte vervolgens de mat uit. Ik zag
2 onbekende personen in een auto stappen. Ik zag dat deze auto opvallend geparkeerd
stond langs de zijgevel bij de woning van de overburen op 69. Ik weet niet precies
hoe laat dit was maar dit was omstreeks 11:10 uur of 11:15 uur. Ik zag dat de man linksvoor instapte aan de bestuurderskant. Ik zag dat de vrouw rechtsachter instapte. Ik zag dat de auto wegreed in de richting van Nagelbeek. Ik zag dat deze auto blauw van kleur was. Ik zag dat het een kleine auto was. Ik zag dat volgens mij het kenteken was [kenteken 2] , maar dat weet ik niet zeker meer. Wat ik wel zeker weet is de beginletter "S" en daaropvolgend de 84. Ik zag dat de man in het zwart gekleed was. Ik zag dat de man een petje droeg. Ik zag dat deze man een getint uiterlijk had. Ik zag dat deze vrouw half lang haar had en dat zij haar haren vast had. Ik zag dat zij donkerbruin haar had.
Verbalisanten [naam 19] en [naam 20]relateren, voor zover van belang, het volgende: [36]
Op vrijdag 28 juli 2023, om 11:23 uur, ontvingen wij het verzoek van een medewerker
van het operationele centrum in Maastricht om met spoed te rijden naar de [adres 14] te
Schinnen. Om 11.31 uur, waren wij ter plaatse op voornoemde adres. Wij
zagen dat de bewoonster in de deuropening stond. Later meldde de overbuurvrouw van de
[adres 27] te Schinnen zich. Wij hoorden dat zij zei dat het voertuig weg was gereden
in de richting van Heerlen, dat het een kleine auto betrof die opvallende blauw was
en dat het kenteken zou beginnen met [deel van kenteken] . Ik, [naam 19] , ben in de vluchtrichting gelopen voor eventuele camerabeelden. Ik zag dat ter hoogte van de Hegge 66 te Schinnen een cameradeurbel was bevestigd bij de voordeur die mogelijk zicht had op de straat. Ik vroeg de bewoner of ik de beelden mocht bekijken waarmee hij instemde. Ik heb foto's gemaakt van tijdstippen en de auto's waarop kleine blauwe auto's in de tijd van het incident door het beeld rijden.
Wij, [naam 19] en [naam 20] , zagen daarna in het scherm staan dat er een voertuig
mogelijk voor het door ons gevraagd kenteken in aanmerking komt. Wij zagen dat die
Toyota op 5 juni 2023 in Roermond is vastgelegd omdat deze hinderlijk voor een oprit
van een woning zou staan. Hieronder de gegevens van het voertuig:
Toyota Aygo X, kleur blauw, Nederland, kenteken [kenteken 3] , chassisnummer
[chassisnummer] van [gegevens eigenaar auto] .
Door
verbalisant [naam 21]is bij [gegevens eigenaar auto] de gegevens opgevraagd van de huurder van het voertuig met kenteken [kenteken 3] op 28 juli 2023. Uit die gegevens blijkt dat het voertuig die dag werd verhuurd aan [gegevens huurder auto] . [37]
Van het voertuig met kenteken [kenteken 3] zijn bij autoverhuurbedrijf ook de trackingegevens opgevraagd. Hieruit blijkt dat het voertuig zich op 28 juli 2023 om 11:07:38 uur
bevond in de Steenbergsweg te Schinnen, nabij de bocht waar deze weg zich kruist met Hegge. Dit is pal naast het pand [adres 14] te Schinnen. Uit de trackinggegevens blijkt dat de auto hier stil gestaan heeft tot 11:16:42 uur. [38]
Uit onderzoek is gebleken dat de naam [aliasgegevens] als alias werd gebruikt door iemand die zich [naam 22] noemt. [39]
Aan de getuige [naam getuige 3] , werkzaam bij [gegevens eigenaar auto] werd een foto getoond van [naam 22] . De getuige verklaarde hierover als volgt:
“Ik denk dat dit een foto is van de klant die bij ons een auto heeft gehuurd. 95% zeker dat dat hem is”. [40]
[slachtoffer 15]( [geboortedatum 13] ) verklaarde in haar aangifte, voor zover van belang, het volgende: [41]
Op 15 juni 2023 omstreeks 15:00 uur was ik in mijn woning aan de [adres 15] in Beek. Ik hoorde dat de bel ging. Ik zag niemand en hoorde wat achterom. Ik zag een man door de achterdeur binnenkomen. Ik zag dat de man mijn keuken inliep. De man groette mij en gaf me twee zoenen op de wang. Ik hoorde dat de man zei dat hij de zoon van een zieke Italiaanse vrouw was die op de [adres 29] in Beek woont. Ik hoorde dat de man zei dat hij mij moest komen vertellen dat zijn moeder ziek was. Ik vertrouwde het want de man
gedroeg zich vriendelijk en licht bedroefd. Ik hoorde dat de man vroeg of hij naar het toilet mocht. Na een aantal minuten zag ik dat de man terugkwam.
De man omschrijf ik als volgt:
- circa 35 jaar oud;
- circa 175 of 180 cm lang;
- stevig postuur;
- licht getinte huidskleur;
- haar in een knot gedragen.
Op de genoemde dag, datum en omstreeks de genoemde tijd ging ik naar boven naar mijn
slaapkamer. Ik zag dat de lades van het kastje, waar ik mijn sieraden bewaar, open
stonden. Ik zag gedurende de ochtend dat deze lades dicht waren. Ik keek in de lades
en in de verpakkingen van de sieraden en zag dat deze waren weggenomen. Op de genoemde dag, datum en omstreeks de genoemde tijd zag ik in de keuken op de
keukentafel een blauwkleurig vape rookapparaat liggen. Deze vape is niet van mij en
deze moet van de man zijn die mijn sieraden heeft weggenomen.
Op de vape (elektrische sigaret) is een DNA-spoor aangetroffen (met [DNA nummer 1] ). Dit DNA-spoor matcht met het DNA van de verdachte ( [gegevens mbt DNA] ). De matchkans is daarbij berekend op kleiner dan één op één miljard. [42]
[slachtoffer 14]( [geboortedatum 14] ) verklaarde in haar aangifte, voor zover van belang, het volgende: [43]
Ik doe aangifte van poging tot diefstal in onze woning gelegen aan de [adres 16] te Leveroy. Vandaag, 8 juli 2023, was ik met mijn man in de woning in de woonkamer. Op een bepaald moment had ik het gevoel dat de hordeur open stond. In de berging zag ik
inderdaad de hordeur openstaan. Ik besloot hem dicht te doen, en liep toen weer terug
richting de woonkamer. Toen ik net door de keuken liep en vervolgens aan mijn
linkerkant de slaapkamer had, zag ik iets van een mutsje of petje bewegen in de
slaapkamer. Ik zag dat het om een mannelijk persoon ging die in het meubel in onze
slaapkamer aan het graaien was. Wij hebben de man nooit toestemming gegeven om zomaar ons huis binnen te sluipen. Ik kan de man als volgt omschrijven:
- getinte man;
- 45 jaar oud;
- mutsje of petje op;
- zwart shirt;
- knotje als haardracht.
Ik pakte een stok, die ik om het hoekje in de woonkamer had staan, en jaagde de man
de woning uit door te roepen: “Eruit!”. Toen we door de keuken richting de berging liepen, zag ik dat de meneer linksaf door de achterdeur naar buiten ging. Ik hoorde de man toen nog zeggen: "Ik woon hierachter". Dit herken ik doordat een aantal maanden geleden hier ook een insluiping in de woning heeft plaatsgevonden en die meneer toen hetzelfde zei. Ongeveer 10 minuten vóór het voorval is mijn man met de rollator naar de brievenbus
gelopen. Hij heeft toen uiteindelijk de hordeur dichtgedaan en is aan tafel komen
zitten. We weten dus zeker dat de hordeur dichtzat toen we aan tafel zijn gaan
zitten.
Bij de achterdeur die naar de straat gaat hebben we een Eufy-deurbel met opnemende
camerafunctie hangen. Van het laatste gedeelte, waarbij ik de man naar buiten heb
gejaagd, zijn beelden opgeslagen. Hierop is de man, die ons huis binnen is geslopen,
te zien.
[slachtoffer 14]verklaarde in een andere aangifte, voor zover van belang, het volgende: [44]
Op dinsdag 21 maart 2023, omstreeks 17.10 uur, werd er bij onze woning aangebeld.
Toen ik de voordeur open deed zag ik dat er een man voor de deur stond. Ik zag dat de
man licht getint was. Ik schat dat de man ongeveer tussen de 40 en de 50 jaar oud
was. Ik schat dat de man ongeveer 1.60 of 1.65 meter lang was. Ik zag dat hij donker
haar achterover in een staartje had en dat hij een bril droeg. Ik zag dat hij een viezige trainingsbroek aan had. Ik weet niet meer of hij een jas of iets anders aan had. Ik hoorde dat de man zei dat hij met opa kwam praten. Ik vond dit erg brutaal en vroeg hem wie hij was en wat hij kwam doen. Ik hoorde dat hij zei dat hij van verderop uit de straat was en dat ik dat toch wel kon zien. Ik zag dat hij vervolgens direct langs mij heen naar binnen stapte. Ik riep nog dat hij moest stoppen en vroeg wie hij was. Ik zag dat de man gewoon doorliep de woning in. Ik zag dat de man door de woonkamer, de keuken en de berging naar de achterdeur liep. In de tuin zat mijn man. Ik hoorde dat de man tegen mijn man zei: "Wij hebben samen nog gewerkt, altijd veel werk in de tuin". Wij kennen de man echter helemaal niet. Ik zei vervolgens tegen de man dat hij via de buitenpoort naar buiten moest en weg moest gaan. Ik hoorde dat de man zei, ik moet via binnen want daar staat mijn fiets. De man was te snel en ik zag dat hij via dezelfde weg weer terug naar de voordeur ging.
Ik had eerder op de dag een feestje gehad en bij thuiskomst mijn ringen en het
armbandje op een bureau in de woonkamer gelegd. Nadat voornoemde was voorgevallen heb
ik de politie gebeld, die zijn ook ter plaatse geweest. Op dat moment wist ik echter nog niet dat er iets weggenomen was. Vandaag, op woensdag 22 maart 2023, kwam ik er pas achter dat de ringen en het armbandje zijn weggenomen.
Verbalisant [naam 23]relateert, voor zover van belang, het volgende: [45]
[naam 22] , geboren op [geboortedatum 15] ;
Op 19 juli 2023 werd er door [naam 24] , operationeel expert van het basisteam Weert, een video gedeeld waarin herkenning werd gevraagd van deze persoon. Deze was namelijk betrokken bij een insluiping op 8 juli 2023 in het Basisteam Weert. Het slachtoffer betrof een oudere mevrouw. Nadat ik deze video had gezien, herkende ik deze persoon als zijn de verdachte [verdachte] . Ik heb zelf de verdachte nooit in levenden lijve gezien, maar herkende hem middels de bijgevoegde foto’s afkomstig uit het dossier van de Belgische autoriteiten. Ik herkende hem aan:
  • Zijn gelaat,
  • Zijn tatoeage op zijn rechterarm, in de video deels te zien,
  • Zijn handicap aan zijn linkerhand
Tevens kwam de modus operandi overeen en betrof het slachtoffer ook een oudere vrouw.
Verbalisant [naam 25]relateert, voor zover van belang, het volgende: [46]
Op woensdag 22 maart 2023 ontving ik, verbalisant, een terugbelverzoek van betrokkene. Zij gaf aan dat zij foto's in bezit had van de mogelijke verdachte van de insluiping aan de [adres 16] op dinsdag 21 maart 2023. Op zaterdag 25 maart ontving ik deze foto's. Ik zag dat de persoon op de foto's gelijkenissen toonde met het door het slachtoffer opgegeven signalement. Ik zag dat de persoon op de foto's donker haar in een staart droeg. Ik zag dat de persoon licht getint was. Ik zag dat de persoon een bril droeg.
[slachtoffer 16]( [geboortedatum 16] )verklaarde in haar aangifte, voor zover van belang, het volgende: [47]
Op 23 maart 2023 omstreeks 14:15 uur zat ik in de woonkamer toen ik in de keuken iets hoorde rommelen. Toen ik in de woonkamer uitliep en de hal in kwam stond er in
een keer een man voor mij. Deze man zag mij en zei "Dag oma", waarop ik zei "Wie ben
jij? Ik ken jou niet!" Hij liep naar de keuken en wees daar in de richting van de achterburen. Hij zei "Woont daar dan mevrouw Vos of Vossen?", waarop ik zei "Nee die wonen daar niet daar wonen andere mensen!". Nadat hij dit vroeg liep hij via de achterdeur in de keuken naar buiten en was verdwenen. Ik ben terug gaan zitten in de woonkamer en na een minuut of 10 kreeg ik toch argwaan. Ik ben in de hal gaan kijken en zag dat alle tussendeuren openstonden. Ik liep naar de badkamer en zag dat de kast op de badkamer openstond. In deze kast stonden 2 kistjes met sieraden. Eén van deze kistjes was verdwenen. Het kistje was
van hout, bruin van kleur, uitgewerkt met bloemmotief en kwam uit
Papoea-Nieuw-Guinea. De inhoud van dit kistje bestond uit goedkopere sieraden. Ik kan alleen niet precies zeggen wat hier in zat. Vervolgens ben ik naar de slaapkamer gelopen waar ik een wit sieradendoosje had liggen. Ik zag dat dit doosje ook verdwenen was. In dit kistje zaten twee gouden kettingen en een gouden trouwring. Eén gouden ketting was een
schakelketting met een medaillon waarin een foto van mijn dochter zat.
Signalement man:
- licht getint
- 175 cm lang
- blauwe jas met andere kleur aan onderzijde jas
- Nederlands zonder accent
In totaal mis ik de volgende goederen:
- 2 gouden kettingen
- 1 trouwring goud
- 3 a 4 zilveren kettingen
- 15 euro cash
- houten kistje wat emotionele waarde had
Verbalisant [naam 26]relateert, voor zover van belang, het volgende: [48]
Ik bekeek de camerabeelden afkomstig van de [adres 30] in Stramproy. Het eerste bestand, genaamd 'oprit garage' duurde 16 seconden. Het duurde van 14.23.10 tot 14.23.26 uur. Ik zag dat de camera gericht was op de oprit van perceelnummer 18. Deze oprit is gelegen aan de [adres 30] . Op het beeld is het trottoir aan de andere kant van de weg te zien en ook de zijde met de voordeur van de woning gelegen aan de [adres 32] . Ik zag dat de tijdstempel 14.23.15 aangaf en dat er aan de overkant van het trottoir een man in beeld kwam uit de richting van de woning gelegen aan perceelnummer 19.
Ik kan de man als volgt omschrijven:
- getinte huidskleur;
- zwart, kort haar;
- blauw jas, de onderste helft van de jas lichter van kleur dan de bovenste helft;
- zwarte trainingsbroek, met een wit driehoekje en witte strepen aan de zijkant. Ik
vermoed van het merk Adidas.
- zwart met witte schoenen, witte zool.
Het tweede bestand, genaamd 'voordeur' duurde 12 seconden. Het duurde van 14.23.25
tot 14.23.37 uur. Ik zag dat de camera gericht was op voordeur van het perceel gelegen aan de [adres 30] . Ik zag dat de camera ook gericht was op de kruising [adres 30] - Gouverneur Houbenlaan. Ik zag dat de tijdstempel 14.23.35 aangaf dat dat er aan de overkant van de straat, op de [adres 30] een man kwam in beeld kwam en dat deze een versnelde pas had. Ik zag dat het om dezelfde man ging als in het eerste bestand.
[benadeelde partij 3]( [geboortedatum 17] ) verklaart in haar aangifte, voor zover van belang, het volgende: [49]
Op 9 januari 2024, om 17.32 uur, zat ik in mijn keuken de krant te lezen. Op enig moment zag ik twee personen in mijn keuken staan. Deze twee personen waren via mijn achterdeur, welke in de keuken uitkomt, binnengekomen. Voorgenoemde achterdeur was niet afgesloten. Deze twee personen herkende ik niet, het waren vreemden voor mij. Ik zag dat het een man en vrouw betrof.
De man kan ik als volgt omschrijven:
- Man;
- Getint;
- Zwart haar in een knot;
- Blauwkleurige jas;
- Witkleurige broek;
- Lichtkleurige schoenen.
De vrouw kan ik als volgt omschrijven;
- Vrouw;
- Zwart sluik haar;
- Zwartkleurige broek;
- Witkleurige teddystof jas;
- Veel make-up;
- Roodkleurige lippenstift;
- Zwartkleurig tasje.
Nadat ik deze twee personen in mijn keuken zag staan hoorde ik de man zeggen: "waar
is het meisje?". Hierop zei ik niets. Direct hierop vroeg de man: "Mag ik naar het
toilet?". Ik dacht dat ik dit niet kon weigeren dus ik zei: "Ja". D vrouw vroeg: "Mag ik koffie?". Hierop zei ik: "Nee, ik maak geen koffie voor vreemden". Ik liep naar de hal omdat ik het toiletbezoek lang vond duren. In de hal zag ik dat mijn toiletdeur niet op slot was, ik zag geen roodgekleurd vakje op het deurslot. Ik vond dit vreemd. Ik draaide mijzelf om richting de woonkamer en zag daarna ineens de man welke naar het 'toilet' was in de hal staan. De man liep naar de keuken en trok alle keukenlades open, de man doorzocht mijn keuken. Ik vroeg aan de man: "Wat zoekt u eigenlijk, u bent hier vreemd, wegwezen en snel". Hierop vertrokken de twee personen. Op de beelden van de ringcamera deurbel zagen mijn kleinkinderen dat deze twee personen om 17.40 uur mijn woning, gelegen aan de [adres 34] te Susteren, hebben verlaten. De ring camerabeelden zal een van mijn kleinkinderen u doen toekomen, deze kunt u voegen bij mijn aangifte.
De twee personen zijn langs mijn woning, over mijn oprit naar mijn tuinpoort gelopen,
deze tuinpoort is ongeveer 150 centimeter hoog en was niet op slot. Men heeft deze
tuinpoort geopend om door mijn tuin richting mijn achterdeur, welke uitkomt in de
keuken, te lopen. De twee personen hebben vervolgens mijn achterdeur, welke niet
afgesloten was, geopend en men is zo mijn woning binnengekomen en in mijn keuken binnengestapt.
Toen de twee personen mijn woning hadden verlaten ben ik naar de bovenverdieping
gegaan omdat ik het gevoel had dat de man niet naar het toilet was geweest in de hal
maar naar mijn bovenverdieping was geweest. Ik zag op mijn slaapkamer dat mijn
sieradenkist open stond. Tevens zag ik dat de lades van mijn nachtkastje aan de
linkerzijde van mijn bed openstonden. Het leek erop alsof de man mijn slaapkamer had
doorzocht.
Getuige [naam 27]verklaarde, voor zover van belang, het volgende: [50]
Op 9 januari 2024 kreeg ik een telefoontje van mijn broer dat hij een melding op de ringcamera van onze oma had gehad dat er rare gasten op haar oprit liepen. Ik ben direct op de app van de ringcamera van mijn oma op mijn gsm gaan bekijken. Ik zag dat er een voor mij onbekende man en vrouw bij mijn oma naar binnen waren gelopen door de achterdeur. Ik zag dat deze personen acht(8) minuten later weer naar buiten waren gelopen. Ik heb direct mijn oma gebeld en gevraagd of er mensen bij haar binnen waren geweest. Ik hoorde dat mijn oma zei: "ja er kwamen gewoon een man en een vrouw achterom binnenlopen zonder te kloppen". Zij hadden aan mijn oma gevraagd of het meisje thuis was. Mijn oma zei dat de man gevraagd had of hij even naar het toilet mocht, de vrouw bleef bij mijn oma staan en zou nog om koffie gevraagd hebben aan mijn oma, dit zou oma haar niet gegeven hebben. Oma zei dat ze het lang vond duren en vervolgens is mijn oma gaan kijken en liep de hal in. De man was toen plotseling weer in de kamer en vervolgens zijn de personen weggegaan. Zij zag toen dat de laden van de keuken openstonden en later toen zij boven ging kijken zag zij dat de laden van de nachtkastjes op haar slaapkamer ook openstonden en ook haar beautycase stond opengeklapt.
Ik kan die man en vrouw die op de camera beelden zag en bij mijn oma naar binnen
zijn gegaan als volgt omschrijven:
Man:
- normaal postuurdonker haarkleur in een knotje;
- Zuid-Amerikaans uiterlijk;
- droeg een blauwe jas;
- later bij de Plus zag ik dat die man in zijn rechterwenkbrauw een piercing had.
Vrouw:
- tenger postuur;
- donker haarkleur;
- zwarte nek-hangtas om;
- droeg een witte body en hieronder mouwen met een pantermotief.
Ik ben toen in eerste instantie met mijn vader gaan rondrijden in Susteren of wij
deze personen nog zagen. Vervolgens kwamen er meer familieleden en ben ik met mijn
twee broers in één auto gaan zoeken en mijn vader met zijn broer in de andere auto gaan zoeken. Na enige tijd wilden wij allen terug naar oma gaan om te bespreken wat we nu zouden gaan doen. Mijn broers en ik maakte toen nog één rondje langs De Plus in Susteren. Wij zagen toen dat de man en vrouw die bij mijn oma binnen waren gegaan de supermarkt De Plus binnenliepen, dit was rond 19.00 uur. Ik had net mijn vader aan de lijn en hem dit gezegd. Mijn vader en oom zijn ook onze richting opgekomen. Mijn oom heeft de politie gebeld. Politie is toen gekomen en heeft de beide personen aangehouden. Ik kan met 100% zekerheid zeggen dat die twee personen die de politie heeft aangehouden de personen zijn die bij mijn oma binnen zijn geweest.
In de woning van [benadeelde partij 3] is een beautycase doorzocht en bemonsterd op DNA-sporen (met [DNA nummer 2] ). [51] Dit DNA-spoor matcht met het DNA van de verdachte ( [gegevens mbt DNA] ). Het TMFI heeft een uitspraak gedaan over de bewijswaarde van dit DNA-spoor en concludeert dat het extreem veel waarschijnlijker is wanneer het DNA-spoor DNA bevat van de verdachte en twee onbekende, niet verwante, personen, dan dat de bemonstering van het spoor van drie onbekende, niet verwante, personen is. [52]
Verbalisanten [naam 28] en [naam 29]relateren, voor zover van belang, het volgende: [53]
Op 9 januari 2024 kregen wij omstreeks 19:00 uur de melding dat er op de [adres 18] te Susteren een overval was geweest en dat de kleinzonen van het slachtoffer de verdachten hadden gezien in de Plus te Susteren. Omstreeks 19:10 uur kwamen wij ter plaatse bij de Plus supermarkt. Wij hoorden dat deze mannen zeiden dat zij de zoon en kleinzonen waren van het slachtoffer waar was ingebroken. Tevens hoorden wij dat de verdachten, zijnde een man en vrouw, op dit moment in de supermarkt aanwezig waren. Vervolgens liepen wij, [naam 29] en [naam 28] , de supermarkt in. Wij zagen dat inmiddels collega's [naam 30] en [naam 31] ook reeds ter plaatse waren en de supermarkt mee
in liepen. Wij liepen richting de achterzijde van de supermarkt, waar we de beiden verdachten zagen staan. Wij zagen dat het signalement van de verdachten voor 100% overeen kwamen met de personen die wij eerder hadden gezien op de camerabeelden. Ik zag dat ik werd vergezeld door collega [naam 30] . Vervolgens liepen mijn collega [naam 30] , de verdachte en ik de winkel uit in de richting van het dienstvoertuig. Het werd mij, [naam 29] , duidelijk, dat de verdachte de Nederlandse taal niet machtig was. Vervolgens vroeg ik aan collega [naam 30] , of zei een tolk wilde bellen. Ik vroeg in de Nederlandse taal welke taal hij machtig was. Ik hoorde dat hij zei: "Italiano". Hierop werd de Italiaanse tolk in kennis gesteld. Wij vroegen of de tolk de verdachte kon mededelen dat hij was aangehouden en de cautie wilde mededelen. Vervolgens hebben wij, [naam 29] en [naam 28] , de verdachte overgebracht naar het cellencomplex te Roermond. Eenmaal op bureau, controleerden wij de identiteit van de mannelijke verdachte. Ik, [naam 29] , kreeg een document in handen met op de voorzijde "CARTA D'IDENTITA met nr: [documentnummer] . De naam betrof: [gegevens identiteitsbewijs] . Nadat wij deze gegevens controleerde in het politiesysteem kwamen hier geen hits op. Vervolgens telefonisch contact gelegd met een collega van AVIM. De mannelijke verdachte werd vervolgens onderworpen aan een onderzoek van de
BVID zuil, daar kwam uit dat de identiteit welke de mannelijke verdachte had opgegeven mogelijk niet klopte. Het systeem gaf aan dat de mannelijke verdachte de volgende persoon betrof: [naam verdachte 1] , [geboortegegevens verdachte 2] .
Uit onderzoek is gebleken dat de Italiaanse identiteitskaart met nummer [documentnummer] op naam van [aliasgegevens] een vals exemplaar is.
Verbalisant [naam 32]relateert, voor zover van belang, hierover als volgt: [54]
Onderzocht document: nationale identiteitskaart, nummer [documentnummer] , D’Uva.
(…)
Naar aanleiding van vorenstaande kon dezerzijds worden vastgesteld dat het voornoemde document van Italië, voorzien van het nummer [documentnummer] , een vals exemplaar betrof.
Verbalisanten [naam 33] en [naam 34]relateren, voor zover van belang, dat op 10 augustus 2021 een voertuig van het merk/type Mercedes Benz A160 met de kleur grijs is aangetroffen zonder kentekenplaten. [55] Dit voertuig is in beslag genomen met goednummer 1091864. [56]
Uit nader onderzoek blijkt dat bij dit voertuig een Belgisch kenteken hoort, zijnde [kenteken 1] . [57] In het voertuig werd in de kofferbak een drinkflesje aangetroffen van het merk Evian waarvan de drinkopening is bemonsterd op DNA-sporen met SIN-nummer AAHB8977NL. [58] Dit DNA-spoor matcht met DNA van de verdachte ( [gegevens mbt DNA] ). De matchkans is daarbij berekend van kleiner dan één op één miljard. [59]
Verbalisant [naam 41]relateert het volgende: [60]
In de periode tussen 21 juli 2021 en 17 augustus 2021 vonden er in de eenheid Limburg meerdere insluipingen plaats. Uit aangiftes en getuigenverklaringen bleek dat deze veelal gepleegd waren door een man, vrouw en jongen, of een samenstelling daarvan. Uit enige verklaringen bleek ook dat de personen zich verplaatsten in een grijze Mercedes A-klasse voorzien van het Belgische kenteken [kenteken 1] . Van het kenteken [kenteken 1] werden de ANPR-gegevens opgevraagd over de periode van 28 juli 2021 tot en met 23 augustus 2021.
Onderstaand de verstrekte ANPR-gegevens per dag, waarbij tevens de bijzonderheden zijn
vermeld:
(…)
Woensdag 4 augustus 2021
ANPR-gegevens:
09:37 528013 A76 Re 0.4 Stein GO
11:04 1104 10 Bosscherweg (Maastricht) ri Maastricht
18:29 1112 10 Brusselseweg (Maastricht) ri België
18:48 528013 A76 Re 0.4 Stein GO
19:00 1820 A76 Li 0.4 Stein GO
Op deze dag waren er wederom 2 insluiping en 1 verdachte situatie in het Heuvelland te weten:
- omstreeks 14:10 uur verdachte situatie [straatnaam] in Mheer;
- tussen 17:00 uur en 17:45 uur poging insluiping [adres 2] in Eckelrade;
(…)
Uit de ANPR-gegevens blijkt dat de voornoemde Mercedes (…) voor de verdachte situatie in Mheer (…) Nederland was ingereden (…).
(…)
Zie onderstaande afbeelding waarop is aangegeven de Stallestraat, [adres 2] (…)
In verband met de publicatie van dit vonnis, is het niet mogelijk om de afbeelding te tonen
Zaterdag 10 augustus 2021
ANPR-gegevens:
17:47 2321 N294 Urmonderbn x Veldwg
Deze dag hadden er 3 insluipingen plaatsgevonden te weten:
- tussen 13.30 uur en 13.45 uur poging insluiping [adres 12] in Gulpen.
- tussen 16.45 uur en 17.00 uur poging insluiping [adres 10] in Spaubeek
- tussen 17.15 uur en 17.30 uur insluiping [adres 11] in Schinnen
Uit de ANPR-gegevens blijkt dat de voornoemde Mercedes, ongeveer 17 minuten na de laatste insluiping, rijdt over de Urmonderbaan ter hoogte van de Veldweg / Burgemeester Lemmensstraat in Geleen. Rij richting is niet te herleiden uit de ANPR-gegevens, maar is richting Berg aan de Maas.
(…)
Aantreffen voornoemde Mercedes op de Schoorweg in Berg aan de Maas op zaterdag 10
augustus 2021.
Uit later onderzoek is gebleken dat de voornoemde Mercedes zonder kentekenplaten is
achtergelaten op de Schoorweg in Berg aan de Maas op zaterdag 10 augustus 2021 omstreeks 18.01 uur.
Verbalisanten [naam 35] en [naam 36]relateren, voor zover van belang, het volgende: [61]
Herkening van [gegevens verdachte] , bij het onderzoeksteam bekend onder de naam [verdachte] .
Insluiping in de woning [adres 16] in Leveroy, 21 maart 2023 (BVH 2023043729)
Insluiping in de woning Doctor [adres 17] in Stramproy, 23 maart 2023
(BVH 2023044890)
Na het veelvuldig bekijken van het vele beeldmateriaal herkennen wij de insluiper van de woningen [adres 16] in Leveroy en Doctor [adres 17] in Stramproy als [gegevens verdachte] [naam verdachte 1] bekend bij het onderzoekteam onder de naam [verdachte]
Op de beelden van de insluiping in de woning [adres 16] herken wij [naam verdachte 1] aan zijn
haardracht, knotje, opgeschoren aan de zijkanten (lange haren strakgetrokken aan de zijkanten) en inhammen op zijn voorhoofd. Opvallende grote oren en de ietwat teruggevallen kin. De manier van lopen, de algehele houding, en de handen in de zakken wat we veel terugzien op alle beschikbare beelden. Op de beelden van de insluiping in de woning Doctor [adres 17] herken wij [naam verdachte 1] aan het algehele beeld van [naam verdachte 1] . Het is onder andere aan de manier van lopen en bewegen. Het loopje waarbij [naam verdachte 1] iets naar
voren buigt en de billen naar achteren steken. Verder zien we dat de haardracht overeenkomt en dan met name het knotje op het achterhoofd. De manier waarop [naam verdachte 1] zijn handen in zijn zakken heeft. Daarnaast hebben wij sterk het vermoeden dat [naam verdachte 1] dezelfde schoenen draagt op de 21ste en 23srte maart van 2023. Op de beelden is te zien dat het gaat om blauwe Adidas sportschoenen draagt, met witte zolen en de witte Adidas strepen aan de zijkant.
Verbalisant [naam 37]relateert, voor zover van belang, het volgende: [62]
Camerabeelden melding [naam 38] behorend bij zaak 9 en 10
Op 9 augustus 2021 vonden er 2 diefstallen uit woning plaats, zijnde een inbraak woning op de [adres 4] te Belfeld, zaak 9, en een insluiping op het adres [adres 5] te Belfeld, zaak 10. Zoals eerder vermeld werd bij zaak 9 DNA aangetroffen van verdachte [naam verdachte 1] . Deze diefstallen uit woning vonden plaats op ongeveer dezelfde tijdstippen en in hetzelfde gebied Op diezelfde dag 9 augustus 2021 ontving het Servicecenter van de politie een spontane melding met daarin het bericht dat er bij de betreffende melder, adres [adres 8] te Belfeld, 2 ouders met een kind een minuut voor zijn deur stonden en zijn woning goed bekeken. Er werd een verband gelegd tussen deze melding en de twee diefstallen uit woningen op dezelfde dag, op ongeveer dezelfde tijdstippen en in hetzelfde gebied. De afstand tussen deze locaties betreft ongeveer 550 tot 600 meter, wat betekent dat het binnen 7 minuten loopafstand van elkaar ligt (Bron: Google Maps). De camerabeelden van de RING deurbel, adres [adres 8] te Belfeld werden veilig gesteld en bekeken. Op deze camerabeelden waren 3 personen te zien, zijnde een, man, een vrouw en een jongen. Bij de afbeelding van de mannelijke dader melding [naam 38] valt op, dat de jas van de dader overeenkomt met de jas van de mannelijke dader bij zaak 5. Het signalement van verdachte [naam verdachte 1] komt verder ook overeen met de man op de camerabeelden.
(…)
Camerabeelden zaak 19
Zaak 19 betreft een insluiping op het adres [adres 16] te Leveroy, gepleegd op 8 juli 2023.
De woning behorend bij zaak 19 was voorzien van camera's en door de camera bij de achterdeur waren beelden opgenomen van de dader: Bij de aanhouding van verdachte [naam verdachte 1] in het Belgisch strafrechtelijke onderzoek werden er foto’s gemaakt van verdachte [naam verdachte 1] . De foto’s van verdachte [naam verdachte 1] hebben sterke overeenkomsten met de dader op de camerabeelden bij zaak 19, zoals het lange zwarte haar aan de achterkant, de grote oren, de neus en een terugvallende kin. Bij zaak 19 werd het lange haar in een staartje gedragen.
(…)
Op 9 augustus 2021 vonden de zaken 8,9, 10, 11, 12 en melding [naam 38] plaats.
De afstand tussen deze plaatsen delict betreft:
  • de afstand zaak 8 Peperstraat met zaak 9 en 10, Prins Frederikstraat is 20,5 km;
  • de afstand tussen zaak 9 en 10, Prins Frederikstraat met de melding afkomstig [naam 38] is 550 meter;
  • de afstand tussen zaak 8, Peperstraat met zaak 12, [adres 7] Sint Joost is 49,1 km;
  • de afstand tussen zaak 9 en 10, Prins Frederikstraat en zaak 12 Caulitenstraat is 32,5 km.
Verbalisant [naam 39]relateert, voor zover van belang, als volgt: [63]
Op 9 augustus 2021 waren er op twee locaties in Belfeld diefstallen uit woningen gepleegd. Op diezelfde dag ontving het Servicecenter van de politie een spontane melding, nummer 4576126, met daarin het bericht dat er bij melder voor de deur twee ouders met een kind een minuut voor de deur stonden en de woning goed bekeken. Uit een analyse van de Districtsrecherche Zuid Limburg, die doende waren met de vele insluipingen, werd een verband gelegd tussen deze melding en de twee diefstallen uit woningen op diezelfde dag, op ongeveer dezelfde tijdstippen in hetzelfde gebied. Daartoe zijn deze camerabeelden van de RING deurbel aan de woning op de [adres 8] te Belfeld veiliggesteld en bij deze beschreven. Ik, verbalisant [naam 39] , zag op de camerabeelden dat er rechtsboven in het beeld de datum- en tijdsaanduiding: 2021 Aug 09 04:37:36 PM stond. Dit kwam overeen met de melding van de meldster. De diefstallen uit woningen in Belfeld waren gepleegd op 9 augustus 2021 tussen omstreeks 17:00 - 17:30 uur op de [adres 5] te Belfeld en omstreeks 17:15 -18:50 uur op de [adres 4] te Belfeld. De afstand tussen deze locaties betreft ongeveer 550 tot 600 meter, wat betekend dat het binnen 7 minuten loopafstand ligt volgens Google Maps.
Ter terechtzitting van 27 mei 2025 verklaarde de verdachte, voor zover van belang – zakelijk weergegeven –, het volgende:
Ik ben [gegevens verdachte] [naam verdachte 1] . Het klopt dat ik op 4 augustus 2021 bij de [adres 2] was. Ik was daar en weet dat ik iets gedaan heb. U, voorzitter, houdt mij voor dat mijn DNA is aangetroffen op het slaapkamerraam van de [adres 4] te Belfeld. Het kan dat ik daar was. Ik ontken niet dat ik daar was. U houdt mij voor dat mijn DNA is aangetroffen op de [adres 12] te Gulpen. Het kan dat ik daar ben geweest. U, voorzitter, vraagt of ik de Mercedes Benz met het Belgisch kenteken [kenteken 1] ken. Ik ken dat voertuig. U houdt mij voor dat mijn DNA is aangetroffen op een drinkflesje in die auto. Het kan dat er van mij spullen zijn achtergebleven in die auto. Ik reed vaak in die auto. U, oudste rechter, vraagt mij of ik ooit een woning ben ingegaan zonder dat ik toestemming had van de bewoners. Ik heb dat wel eens gedaan. [naam medeverdachte 2] en haar kleinzoon [kleinzoon van medeverdachte] waren daar wel eens bij. Ik was dan de chauffeur. U vraagt mij of ik de persoon op pagina 352 van het dossier ken. Die ken ik. Dat is de kleinzoon van [naam medeverdachte 2] . U, voorzitter, vraagt mij of ik ooit gebruik heb gemaakt van een paarse Peugeot. U verwijst naar feit 18 van de tenlastelegging. Ik heb die auto inderdaad gebruikt. U, jongste rechter, vraagt of ik dezelfde tattoo heb als op de foto van pagina 698 van het dossier. Die heb ik. U vraagt of ik de persoon ben op pagina 634 van het dossier. Dat ben ik. U, voorzitter, vraagt mij of ik in de woning ben geweest op de [adres 18] te Susteren op 9 januari 2024. Het kan dat ik daar naar binnen ben gegaan. U vraagt mij waarom ik een valse identiteitskaart had. Ik heb dat gedaan omdat mijn rijbewijs en paspoort waren ingehouden. U, officier van justitie, vraagt mij dat ik meermaals aangeef dat ik iets gedaan heb en dat ik daar spijt van heb, maar wilt weten waar ik spijt van heb. Ik heb het wel gedaan, maar ik weet niet meer precies wat.

Voetnoten

1.Pagina 396 tot en met 399.
2.Pagina 401 tot en met 404.
3.Pagina 408 tot en met 410.
4.Pagina 422 en 423.
5.Pagina 450 tot en met 460.
6.Pagina 163 en 164.
7.Pagina 786.
8.Pagina 783.
9.Pagina 168.
10.Pagina 175 tot en met 177.
11.Pagina 465 en 466.
12.Pagina 467.
13.Pagina 438 tot en met 440.
14.Pagina 469 tot en met 471.
15.Pagina 481 en 482
16.Pagina 485 en 486.
17.Pagina 489 tot en met 491.
18.Pagina 508.
19.Pagina 511 en 512.
20.Pagina 513 tot en met 515.
21.Pagina 517 tot en met 520.
22.Pagina 521 en 522
23.Pagina 529 tot en met 531.
24.Pagina 532.
25.Pagina 180.
26.Pagina 783 en 788.
27.Pagina 535 en 539.
28.Pagina 193.
29.Pagina 783 en 788.
30.Pagina 541 tot en met 543.
31.Pagina 544 en 545.
32.Pagina 211 tot en met 215.
33.Pagina 784 en 789.
34.Pagina 263 tot en met 265 en pagina 275 tot en met 277.
35.Pagina 551 en 552.
36.Pagina 553 en 554
37.Pagina 574 en 575.
38.Pagina 586 tot en met 589.
39.Pagina 118 en 119.
40.Pagina 587 en 585.
41.Pagina 598 en 599.
42.Pagina 281 en 282 en pagina 784 en 789.
43.Pagina 619 tot en met 622.
44.Pagina 627 tot en met 629.
45.Pagina 623 tot en met 626.
46.Pagina 632 en 634.
47.Pagina 639 tot en met 642.
48.Pagina 643 tot en met 649.
49.Pagina 649 tot en met 652.
50.Pagina 653 tot en met 655.
51.Het afzonderlijk proces-verbaal forensisch onderzoek woning met proces-verbaalnummer PL2300-2024004644-20 d.d. 15 januari 2024.
52.Het Forensisch DNA-onderzoek met zaaknummer TMFI2024.04365 van [naam 40] , verbonden aan het TMFI, d.d. 29 januari 2024 en het proces-verbaal identificatie n.a.v. DNA Sporen met proces-verbaalnummer PL2300-2024004644-20 van 30 januari 2024.
53.Pagina 63 tot en met 65.
54.Pagina 106 tot en met 108.
55.Pagina 318 en 319.
56.Pagina 322 en 323.
57.Pagina 325 en 326.
58.Pagina 791 en 797.
59.Pagina 783 en 788.
60.Pagina 341 tot en met 347.
61.Pagina 305 tot en met 307.
62.Pagina 8 tot en met 60.
63.Pagina 302 tot en met 304.