3.1.[verzoeker, verweerder in het tegenverzoek] verzoekt - kort weergegeven - :
Bij voorlopige voorziening [verweerder, verzoeker in het tegenverzoek] voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad te veroordelen tot:
betaling van het salaris van € 2.536,00 bruto per maand vanaf 8 mei 2023 totdat de dienstbetrekking rechtsgeldig is beëindigd;
verstrekking van de salarisspecificaties vanaf 8 mei 2023, onder verbeurte van een dwangsom van € 250,00 per dag dat [verweerder, verzoeker in het tegenverzoek] hier na vijf dagen na het wijzen van de beschikking niet aan voldoet, met een maximum van € 10.000,00;
betaling van de wettelijke verhoging van 50% over het aan [verzoeker, verweerder in het tegenverzoek] toekomende salaris;
e re-integratie, althans na betermelding tot toelating tot de werkvloer, onder verbeurte van een dwangsom van € 500,00 per dag dat [verweerder, verzoeker in het tegenverzoek] in gebreke blijft, met een maximum van € 10.000,00;
aanmelding van [verzoeker, verweerder in het tegenverzoek] binnen twee dagen na betekening van de beschikking bij het pensioenfonds Horeca en Catering onder verbeurte van een dwangsom van € 500,00 per dag dat [verweerder, verzoeker in het tegenverzoek] in gebreke blijft;
betaling van de buitengerechtelijke incassokosten conform de staffel buitengerechtelijke incassokosten WIK;
betaling van de wettelijke rente over de hiervoor genoemde kosten vanaf het opeisbaar worden van die bedragen;
In hoofdzaak - na intrekking van een aantal verzoeken op de mondelinge behandeling - voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
te bepalen dat de ontslagaanzegging op 10 maart 2025 tegen 8 maart 2025 nietig is onder veroordeling van [verweerder, verzoeker in het tegenverzoek] , om binnen twee dagen na beschikking, tot re-integratie van [verzoeker, verweerder in het tegenverzoek] , althans bij betermelding of -verklaring tot toelating tot de werkvloer ten einde de gebruikelijke werkzaamheden te verrichten, op straffe van een dwangsom van € 500,00 per dag of gedeelte van een dag dat [verweerder, verzoeker in het tegenverzoek] hiermee in gebreke blijft, te vermeerderen met de wettelijke rente over die bedragen vanaf het opeisbaar worden van die bedragen tot de dag van algehele voldoening;
tot doorbetaling van het salaris van € 2.536,00 bruto per maand vanaf 8 maart 2025 tot de dag dat de dienstbetrekking rechtsgeldig is beëindigd, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het opeisbaar worden van die bedragen tot de dag van algehele voldoening alsook te vermeerderen met de wettelijke verhoging van 50%;
(na hernummering in verband met intrekking twee verzoeken)
3. [verweerder, verzoeker in het tegenverzoek] te veroordelen [verzoeker, verweerder in het tegenverzoek] , binnen twee dagen na de beschikking, aan te melden bij het pensioenfonds Horeca en catering onder verbeurte van een dwangsom van € 500,00 per dag dat [verweerder, verzoeker in het tegenverzoek] hiermee in gebreke blijft;
4. betaling van de buitengerechtelijke incassokosten conform de staffel WIK;
5. betaling van de wettelijke rente over de hierboven genoemde kosten vanaf het opeisbaar worden van die bedragen tot de dag van algehele voldoening;
6. veroordeling van [verweerder, verzoeker in het tegenverzoek] in de proceskosten, vermeerderd met de wettelijke rente;