Uitspraak
1.De verdere procedure
- de mondelinge behandeling van 14 mei 2025, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt.
Rechtbank Limburg
In deze zaak heeft de kantonrechter op 25 juni 2025 uitspraak gedaan in een geschil tussen Woningstichting Servatius en een huurder. De huurder had een huurachterstand van € 2.372,88 en had de huurbetalingen opgeschort vanwege vermeende gebreken aan de woning. De kantonrechter oordeelde dat de huurder niet voldoende had aangetoond dat er sprake was van gebreken die de huurprijs zouden rechtvaardigen. De rechter stelde vast dat de huurder ernstig tekortgeschoten was in zijn betalingsverplichtingen, wat leidde tot de ontbinding van de huurovereenkomst en de ontruiming van de woning. De kantonrechter wees de vorderingen van de huurder in reconventie af, evenals zijn verzoek om een descente. De huurder werd veroordeeld tot betaling van de huurachterstand, de lopende huur en de proceskosten. De uitspraak benadrukt de verplichtingen van huurders en de voorwaarden waaronder een huurovereenkomst kan worden ontbonden.