Uitspraak
1.[gedaagde sub 1] ,
2.
[gedaagde sub 2],
3.
[gedaagde sub 3],
1.De procedure
- de conclusie van antwoord
- de brief waarin is meegedeeld dat een mondelinge behandeling is bepaald
- de mondelinge behandeling van 4 juni 2025, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt.
2.De feiten
1 februari 2023 in hetzelfde pand vervolgens zijn eigen garagebedrijf te starten.
€ 20.000,00 van de koopsom.
(€ 16.030,00) van [gedaagde] worden gevorderd.
3.Het geschil
4.De beoordeling
€ 20.000,00 betaald. Vanaf 1 februari 2023 heeft [gedaagde] het pand verlaten en begon [eiser] zijn eigen bedrijf. Ook toen had hij alle gelegenheid om de apparatuur te testen. Hij stelt zelf ook dat hij dat heeft gedaan: hij sloot de apparatuur aan en kwam er toen achter dat de gekochte apparatuur “niet deugdelijk functioneerde en gebreken vertoonde”. Kennelijk was het simpelweg aansluiten van de apparatuur voldoende om tot die constatering te komen, wat de vraag oproept waarom hij dat in november 2022 niet heeft gedaan. Daarnaast heeft [eiser] aangevoerd dat in augustus 2023 de hefbrug het begaf.