ECLI:NL:RBLIM:2025:6442
Rechtbank Limburg
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vordering tot betaling van bestelde producten bij webshop en de rechtsgeldigheid van cessie
In deze zaak heeft Alektum Capital II AG, gevestigd in Zug, Zwitserland, een vordering ingesteld tegen een gedaagde partij die in Nederland woont. De vordering betreft de betaling van € 52,92 voor bestelde producten bij een webshop, waarbij de gedaagde had gekozen voor de optie om achteraf te betalen via Klarna Bank AB. Alektum stelt dat de vordering door Klarna aan haar is overgedragen middels een akte van cessie. De gedaagde heeft de vordering betwist en aangevoerd dat onduidelijk is wie de rechtmatige eigenaar van de vordering is. De kantonrechter heeft in deze zaak de bevoegdheid van de Nederlandse rechter vastgesteld op basis van het Verdrag van Lugano 2007, aangezien de gedaagde als consument in Nederland woont. De rechter heeft ook bepaald dat het Nederlands recht van toepassing is op de vordering, omdat de gedaagde in Nederland woont.
De kantonrechter heeft vervolgens de gestelde cessie van de vordering door Alektum aan de gedaagde beoordeeld. De rechter oordeelt dat Alektum niet heeft aangetoond dat zij de rechtmatige eigenaar van de vordering is, omdat zij geen rechtsgeldige akte van cessie heeft overgelegd. Hierdoor is de vordering van Alektum afgewezen, zowel wat betreft de hoofdsom als de wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten. De kantonrechter heeft Alektum als de in het ongelijk gestelde partij veroordeeld tot betaling van de proceskosten aan de zijde van de gedaagde, die in persoon procedeerde, maar omdat de gedaagde niet is verschenen bij de mondelinge behandeling, zijn de proceskosten begroot op nihil.