In deze zaak heeft de kantonrechter te Maastricht op 2 juli 2025 uitspraak gedaan in een geschil tussen Stichting Woonpunt en H3 Bewindvoeringen en Inkomensbeheer B.V. over de ontbinding van een huurovereenkomst en ontruiming van een woning. Woonpunt, de eisende partij, vorderde ontbinding van de huurovereenkomst, ontruiming van de woning, betaling van huurachterstand en buitengerechtelijke kosten. H3, de gedaagde partij, heeft geen verweer gevoerd, maar de onderbewindgestelde heeft wel verweer gevoerd en aangegeven in de woning te willen blijven wonen.
De procedure begon met een dagvaarding op 4 maart 2025, waarbij H3 sinds juni 2024 geen huur meer had betaald. De huurachterstand was opgelopen tot € 5.496,38, met bijkomende buitengerechtelijke kosten. Ondanks een mondelinge behandeling op 2 juni 2025, waarbij geprobeerd werd een minnelijke regeling te bereiken, is H3 niet verschenen. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de huurachterstand meer dan drie maanden bedraagt, wat voldoende gewicht heeft om de huurovereenkomst te ontbinden.
De kantonrechter heeft de vordering van Woonpunt toegewezen, inclusief de betaling van de huurachterstand, buitengerechtelijke kosten en proceskosten. H3 is veroordeeld om de woning binnen veertien dagen te ontruimen en de proceskosten te betalen. Dit vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.