3.3Het oordeel van de rechtbank
Partiële vrijspraakoverweging
Ten aanzien van feit 1 overweegt de rechtbank dat op basis van het dossier niet wettig en overtuigend kan worden bewezen dat er sprake is geweest van de gekwalificeerde delictsvorm dwang. Voor de strafverzwarende omstandigheid dwang dient er sprake te zijn geweest van een zodanige pressie die door de dader op het slachtoffer is uitgeoefend dat het slachtoffer door die dwang niet of in verminderde mate de mogelijkheid heeft gehad een vrije keuze te maken.
Dat [slachtoffer] zich mogelijk gedwongen voelde tot het ondergaan van de seksuele handelingen omdat zij geen andere slaapplek had, brengt niet tegelijk mee dat de verdachte [slachtoffer] in juridische zin heeft gedwongen. [slachtoffer] heeft verklaard dat ze op een gegeven moment heeft gezegd dat ze geen zin had, maar dat ze niet tegen de verdachte heeft gezegd dat ze niet wilde. Ook heeft de verdachte in het begin geaccepteerd dat [slachtoffer] geen seks wilde. De rechtbank heeft niet de overtuiging bekomen dat de verdachte de intentie heeft gehad om seksuele handelingen af te dwingen. De rechtbank acht derhalve dwang in de zin van artikel 246 lid 2 van het Wetboek van Strafrecht (hierna: Sr.) niet wettig en overtuigend bewezen.
De rechtbank acht wel wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte in de periode van 8 september 2024 tot en met 10 september 2024 de toen 16-jarige [slachtoffer] meermalen heeft verkracht en haar in deze periode opzettelijk heeft onttrokken aan het wettig gezag. De rechtbank zal gelet op de onderlinge samenhang de tenlastegelegde feiten onder 1 en onder 2 samen bespreken.
Bewijsmiddelenoverzicht
Het proces verbaal van bevindingen van 11 september 2024, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Op dinsdag 10 september 2024 waren wij, verbalisanten, doende met de vermissingszaak van [slachtoffer] . Wij werden geïnformeerd over de melding van een bewoonster van de [adres 2] te Heerlen. De meldster zou een jong meisje op haar Ring deurbel hebben gezien die bij de buurman op huisnummer [huisnummer] naar binnen was gegaan. Het meisje leek op de vermiste [slachtoffer] en is op zondag 8 september 2024 de woning binnengegaan. Op enig moment zien wij een man vanuit de woning aan de [adres 1] te Heerlen naar buiten komen. Wij zagen dat hij aan het einde van de straat een aldaar gelegen kapperszaak inliep waarop wij de man aanspraken. Hij deelde ons mede dat hij was genaamd [verdachte] . Wij vroegen aan [verdachte] of hij enig idee had waarom wij hem controleerde. Hierop antwoorde hij dat hij dacht dat dit te maken had met het vermiste meisje. Wij vroegen hem om welk vermist meisje hij het had. Hij antwoorde hierop met: “Ja, [slachtoffer] noemt ze zich”. Wij vroegen waar [slachtoffer] nu was, waarop [verdachte] antwoorde: “Die is bij mij thuis”. In de woonkamer aangekomen zag ik, [naam] , dat er een openstaande deur was, wat de wc bleek te zijn. Ik zag dat er op de wc een meisje zat die ik direct herkende als het vermiste meisje [slachtoffer] .
Het proces-verbaal van bevindingen informatief gesprek zeden van 11 september 2024, voor zover van belang:
De jongen waar ze in de woning is aangetroffen, vroeg op het station aan [slachtoffer] om vloeitjes. [slachtoffer] gaf bij hem aan dat ze een slaapplek zocht. Ze vroeg aan deze jongen of ze bij hem mocht slapen. Dit was prima. [verdachte] vroeg aan [slachtoffer] of zij seks met hem wilde hebben. [slachtoffer] gaf aan dat ze geen zin had, maar ze kreeg het gevoel dat dat ze seks met hem moest hebben, omdat ze dacht dat ze anders op straat gezet zou worden. [slachtoffer] heeft meerdere keren seks met [verdachte] gehad. Seksuele handelingen die tussen [verdachte] en [slachtoffer] hebben plaatsgevonden zijn:
pijpen
aftrekken
beffen
vingeren
piemel in de vagina.
Met [verdachte] heeft ze seks gehad vanaf zondag 23.00 uur tot dinsdag 15.30 uur, zeker
meer dan 5 keer geeft ze aan. Bij [verdachte] heeft ze aangegeven dat ze geen zin had in seks. Hij heeft ook voor haar gezorgd en onderdak gegeven. Ze geeft aan dat als ze het niet zou doen ze bang was dat ze weer op straat stond. Ze dacht op een gegeven moment "als je zo blijft aandringen, ja dan doen we het wel". Ze wilde niet naar huis omdat ze zich thuis niet veilig voelde en omdat haar moeder en stiefvader niet alles weten.
Het proces-verbaal van bevindingen van 17 september 2025, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Zondag ben ik dus meegegaan met [verdachte] . Ik vroeg aan [verdachte] of ik niet met hem mee kon. Dat vroeg ik omdat ik in paniek was. Hij zei dat dat wel kon. Onderweg heb ik hem uitgelegd wat er aan de hand was en dat ik werd gezocht. Ik vertelde dat ik was weggelopen en dat ik geen spullen bij mij had. Met hem heb ik wel seksueel contact gehad. Maar hij heeft ook goed voor mij gezorgd. Het is niet dat ik dat seksuele contact wilde, maar meer het gevoel had dat hij me anders weg zou sturen. De dagen dat ik bij hem was, hebben we alle dagen seksueel contact gehad. Dag en nacht. Ik heb op een gegeven moment gezegd dat ik geen zin had. Maar ik heb niet gezegd dat ik niet wilde.
Het proces-verbaal van aanvullend verhoor aangever van 1 oktober 2024, voor zover inhoudende:
V: Vertel me eens alles over de seks die hij met jou gehad heeft?
A: Hij ging mij zoenen.
V: Hij zoent jou?
A: Toen deed hij mijn kleren uit en zijn kleren uit. We waren toen op de bank. Toen
ging hij met zijn mond op mijn geslachtsdeel en ging hij mij likken. Hij likt me op
mijn geslachtsdeel.
V: En dan?
A: Dan komt hij met zijn gezicht naar mijn gezicht en hij vraagt of ik dat wel wil,
wat hij aan het doen is. Ik schudde nee.
V: Heeft hij dat gezien?
A: Ja
v: Hoe weet je dat?
A: Omdat hij naar mij keek.
V: En toen?
A: Hij trekt zich er niet heel veel van aan. Hij deed toen zijn piemel in mijn vagina.
V: Doet hij nog iets met zijn piemel in je vagina?
A: Nee, gewoon seks hebben. Gewoon heen en weer gaan.
V: Hoe gaat het dan nog verder?
A: Hij is klaar gekomen.
V: En toen?
A: Uiteindelijk was het heel laat. Toen zijn we naar boven gegaan. Toen was ik op bed
gaan liggen om te gaan slapen. Hij is achter me gaan liggen. We gingen knuffelen en
toen zijn we gaan slapen.
V: Wat vond je van het knuffelen?
A: Ik vond het raar.
V: Want?
A: Hij is oud en ik ken hem niet.
V: En toen?
A: Eigenlijk weer hetzelfde als de dag ervoor. Richting de avond heeft hij eten gemaakt maar heb ik niks gegeten. Toen wilde hij weer seks hebben. Dat heeft hij gevraagd. Ik heb gezegd dat ik dat niet wou en dat ik weg ging. Dat heeft hij in het begin geaccepteerd dat ik niet wou. Toen hebben we nog een jointje of twee gerookt. Hij heeft toen een laatje open gedaan en daar haalde hij olie, handboeien, vibrators en een zweep uit.
V: En toen?
A: Toen deed hij gelijk mijn kleren uit. Hij deed de olie over mijn buik en bovenbenen heen.
V: Je zei over de olie?
A: Dat deed hij over mijn bovenbeen en buik heen. Daarna deed hij dat ook over mijn
vagina heen. Daarna deed hij dat masseren met zijn handen.
V: Wat vond je ervan dat hij dat deed?
A: Dat vond ik niet een fijn gevoel, omdat ik het niet wilde en dat heb ik hem ook gezegd.
V: Waar met zijn hand deed hij dat op je vagina?
A: Aan de buitenkant.
V: Is het dan aan de bovenkant, buitenkant, onderkant?
A: Allemaal, alle kanten.
V: En toen?
A: Uiteindelijk is hij met zijn piemel in mijn vagina gegaan.
V: Toen?
A: Hij is klaar gekomen.
V: En toen?
A: Toen zijn we naar boven gegaan en heeft hij de handboeien en de zweep meegenomen.
V: En toen?
A: Is hij nogmaals met zijn piemel in mijn vagina gegaan.
V: Hoe was jij toen?
A: Ik had wel een beetje tranen in de ogen omdat ik pijn had in mijn vagina. Hij is toen nog 5 minuten door gegaan. Daarna zag hij dat ik pijn had en is hij gestopt. Daarna zijn we gaan slapen.
V: En toen?
A: Toen werd ik wakker in de ochtend en hij was toen mijn vagina aan het likken. Zo
werd ik wakker. Toen heb ik zijn hoofd weg geduwd met mijn handen. Toen is hij onder
de deken vandaan gekomen en kwam zijn hoofd bij mijn hoofd en toen gaf hij me een kus
op mijn voorhoofd. Toen is hij daarna weer met zijn piemel in mijn vagina gegaan.
V: En toen?
A: Het heeft maar even geduurd. Hij is niet klaar gekomen. Zijn we gestopt en zijn we naar beneden gegaan.
V: En toen?
A: Zijn we naar beneden gegaan en hij is naar de winkel gegaan. Toen kwam hij terug en zei hij dat hij een berichtje van zijn buurvrouw had gekregen met mijn vermissingsmelding. Hij was bang dat de politie mij zou vinden. Hij heeft toen mijn eigen kleren boven verstopt. Als de politie zou komen moest ik via de achteren naar buiten zodat hij kon zeggen dat hij me niet meer had gezien sinds die dag op het station.
V: Wat vond je van het plan?
A: Ik heb geluisterd en mijn schoenen aan gedaan. We hebben op de bank gezeten tot