Uitspraak
Uitspraak van de enkelvoudige kamer van 11 juli 2025 in de zaak tussen
[eiser] , uit [woonplaats] , eiser
de directie van de Rijksdienst voor het Wegverkeer, de RDW
Inleiding
Beoordeling door de rechtbank
Aanvraag omwisseling voor Nederlands rijbewijs”, maar die kop heeft hij doorkruist en vervangen met (handgeschreven) “
Aanvraag nieuw rijbewijs”. De RDW heeft deze aanvraag afgewezen [2] omdat het buitenlandse rijbewijs van eiser ongeldig is. In bezwaar is de RDW bij die afwijzing gebleven.
Aanvraag nieuw rijbewijs” en verder op dat formulier aangegeven dat hij een nieuw praktijkexamen heeft afgelegd. De rechtbank maakt uit wat eiser heeft aangevoerd op dat het hem er om gaat dat hij een rijbewijs krijgt en kan autorijden. Of dat nu via omwisseling of een nieuwe aanvraag is, maakt voor eiser niet zoveel uit. De rechtbank is daarom van oordeel dat de RDW de aanvraag heeft kunnen aanmerken als omwisseling, ondanks het doorstrepen van de tekst. De rechtbank overweegt dat het gewenst is dat eiser (vooral gelet op het feit dat hij al meerdere procedures heeft gevoerd) meer duidelijkheid krijgt. Als de rechtbank zou oordelen dat de RDW niet bevoegd is, kan zij die duidelijkheid niet bieden. Hoewel verder niet geheel duidelijk is wat de status van het Tsjechische rijbewijs van eiser is, is wel duidelijk dat eiser een Tsjechisch rijbewijs heeft gehad en er een Tsjechische beperking op het rijbewijs van eiser rust. De rechtbank komt dan ook tot de conclusie dat de RDW in dit geval bevoegd is om de aanvraag van eiser te behandelen.
B) eiser al beschikt over een Tsjechisch rijbewijs.
De voorschriften betreffende het rijbewijs zijn onontbeerlijke elementen van het gemeenschappelijk vervoersbeleid, dragen bij tot de veiligheid van het wegverkeer en vergemakkelijken het vrije verkeer van personen die zich in een andere lidstaat vestigen dan de lidstaat die het rijbewijs heeft afgegeven. Gezien het belang van individuele vervoermiddelen, bevordert het bezit van een door de gastlidstaat naar behoren erkend rijbewijs aldus het vrije verkeer van personen.”
Om aan de eisen inzake de veiligheid van het wegverkeer te voldoen dienen dus minimumvoorwaarden te worden vastgesteld voor de afgifte van het rijbewijs. Er moet een verdere harmonisatie van de normen inzake de door de bestuurders af te leggen rijexamens en inzake de afgifte van rijbewijzen worden uitgevoerd. Daartoe moeten de eisen inzake kennis, rijvaardigheid en rijgedrag die samenhangen met het besturen van motorvoertuigen worden omschreven, moet het rijexamen op deze concepten worden gebaseerd, en moeten de minimumnormen inzake lichamelijke en geestelijke geschiktheid voor het besturen van die voertuigen opnieuw worden omschreven.”
Het is passend dat de lidstaten, om redenen die verband houden met de veiligheid van het wegverkeer, hun nationale bepalingen inzake de intrekking, schorsing, verlenging en nietigverklaring van het rijbewijs, kunnen toepassen op iedere houder van een rijbewijs die zijn gewone verblijfplaats op hun grondgebied heeft verworven.”
Wat het doel van richtlijn 2006/126 betreft, blijkt uit overweging 8 ervan dat zij een minimumharmonisatie tot stand brengt van de voorwaarden waaronder het in artikel 1 van deze richtlijn bedoelde rijbewijs wordt afgegeven. Met deze harmonisatie wordt met name beoogd om noodzakelijke voorafgaande voorwaarden voor de onderlinge erkenning van dat rijbewijs vast te stellen en wordt ook de doelstelling van die richtlijn nagestreefd om bij te dragen tot de veiligheid van het wegverkeer (zie in die zin arrest van 18 januari 2024, Regionalna direktsia Avtomobilna administratsia Pleven, C227/22, EU:C:2024:57, punt 27 en aldaar aangehaalde rechtspraak). Voornoemde overweging 8 vermeldt in dit verband dat, om aan de eisen inzake de veiligheid van het wegverkeer te voldoen, minimumvoorwaarden voor de afgifte van het rijbewijs dienen te worden vastgesteld en dat er een verdere harmonisatie van de normen inzake de door de bestuurders af te leggen rijexamens en de afgifte van rijbewijzen moet worden uitgevoerd.” [6]
Het staat in laatste instantie aan de verwijzende rechter, die bij uitsluiting bevoegd is om de feiten van het hoofdgeding te beoordelen en de nationale wetgeving uit te leggen, om na te gaan of de Bondsrepubliek Duitsland zich in de onderhavige zaak door de toepassing van haar eigen regels in feite niet voor onbepaalde duur tegen de erkenning van het rijbewijs van Aykul verzet. In die context staat het ook aan deze rechter om te verifiëren of de voorwaarden die de Duitse wetgeving aan een persoon in een situatie zoals die van Aykul oplegt om aanspraak op herstel van zijn rijbevoegdheid op het Duitse grondgebied te kunnen maken, het evenredigheidsbeginsel eerbiedigen en met name niet buiten de grenzen treden van hetgeen geschikt en noodzakelijk is voor de verwezenlijking van het door richtlijn 2006/126 nagestreefde doel, namelijk de veiligheid van het wegverkeer te verbeteren.” [7]
Net zoals de tweede rijbewijsrichtlijn bevat de derde rijbewijsrichtlijn de bepaling (in artikel 7, vijfde lid) dat eenieder slechts houder kan zijn van één enkel (EU-)rijbewijs. Verder bepaalt artikel 11, vierde lid, van de derde rijbewijsrichtlijn dat een lidstaat geen rijbewijs afgeeft aan een aanvrager indien zijn rijbewijs in een andere lidstaat is beperkt, geschorst of ingetrokken. Tevens kan een lidstaat weigeren tot afgifte over te gaan indien het rijbewijs van de aanvrager in een andere lidstaat nietig is verklaard.
Indien het over te leggen rijbewijs op het moment van de aanvraag zijn geldigheid heeft verloren doordat in een andere lidstaat van de Europese Unie, een andere staat die partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte of Zwitserland een maatregel met betrekking tot het rijbewijs is opgelegd in verband met ontbrekende geschiktheid, respectievelijk rijvaardigheid, is artikel 42, eerste respectievelijk tweede lid, van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat, als op het tijdstip van de aanvraag dan wel uiterlijk op het tijdstip van uitreiking van dat rijbewijs aan de aanvrager blijkt dat er in een andere lidstaat van de Europese Unie, in een andere staat die partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruime of in Zwitserland door het daartoe bevoegde gezag aan de aanvrager een verbod is opgelegd om gedurende een bepaalde periode een rijbewijs te verkrijgen, geen afgifte plaatsvindt gedurende die termijn.
Indien het rijbewijs wegens vermissing of diefstal niet kan worden overgelegd worden in plaats daarvan de volgende documenten overgelegd:
Conclusie
Beslissing
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt de beslissing op bezwaar;
- draagt de RDW op binnen 6 weken na de dag van verzending van deze uitspraak een nieuw besluit te nemen op het bezwaar met inachtneming van deze uitspraak;
- wijst het verzoek om schadevergoeding af;
- draagt de RDW op het betaalde griffierecht van € 184,- aan eiser te vergoeden;
- veroordeelt de RDW in de proceskosten van eiser tot een bedrag van € 3.108,-.
Informatie over hoger beroep
by the Dutch authorities, possibly after passing a driving test in the Netherlands by the Dutch authorities and without paying the alimony in the Czech Republic?
for a Dutch driving license, the Dutch authorities can exchange the Czech driving license from[eiser]
for a Dutch driving license. Therefore, we would explicitly like to know: