ECLI:NL:RBLIM:2025:6857

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
8 juli 2025
Publicatiedatum
14 juli 2025
Zaaknummer
ROE 24/3445
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing aanvraag Hoog Persoonlijk Kilometerbudget (HPKB) door de rechtbank Limburg

Op 8 juli 2025 heeft de Rechtbank Limburg uitspraak gedaan in de zaak van eiseres tegen de afwijzing van haar aanvraag voor een Hoog Persoonlijk Kilometerbudget (HPKB). De aanvraag was door verweerder, HoogPKB, afgewezen op 11 maart 2024, en na bezwaar bleef deze afwijzing in stand. De rechtbank heeft het beroep van eiseres behandeld, waarbij eiseres, haar ouders en de gemachtigde van HoogPKB aanwezig waren. Na de zitting heeft de rechtbank onmiddellijk uitspraak gedaan.

De rechtbank heeft beoordeeld of verweerder de aanvraag voor het HPKB terecht heeft afgewezen. Eiseres heeft een scootmobiel en een rolstoel, maar de scootmobiel is te lang om mee te nemen in de trein. De rechtbank oordeelt dat eiseres met haar rolstoel en een begeleider wel in staat is om met de trein te reizen. De medische gegevens die zijn overgelegd, ondersteunen niet de stelling dat eiseres niet met de trein kan reizen. De arts heeft geconcludeerd dat eiseres met begeleiding en hulpmiddelen kan reizen, en de rechtbank heeft deze conclusie gevolgd.

Eiseres heeft ook aangevoerd dat zij niet in staat is om gebruik te maken van het toilet in de trein en dat zij last heeft van prikkelverwerkingsproblematiek. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat er voldoende voorzieningen zijn op treinstations en dat de arts heeft aangegeven dat eiseres met de juiste maatregelen kan reizen. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor nader onderzoek naar de prikkelverwerkingsproblematiek, omdat eiseres geen aanvullende medische informatie heeft overgelegd. Uiteindelijk heeft de rechtbank het beroep ongegrond verklaard, wat betekent dat eiseres geen gelijk heeft gekregen en geen griffierecht of proceskostenvergoeding ontvangt.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG
Zittingsplaats Roermond
Bestuursrecht
zaaknummer: ROE 24/3445
proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de enkelvoudige kamer van 8 juli 2025 in de zaak tussen

[eiseres] , uit [woonplaats] , eiseres

en

HoogPKB, verweerder

(gemachtigde: J. Ramnath).

Inleiding

1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiseres tegen de afwijzing van de aanvraag van eiseres voor een Hoog Persoonlijk Kilometerbudget (HPKB).
1.1.
Verweerder heeft deze aanvraag met het besluit van 11 maart 2024 afgewezen. Met het bestreden besluit van 8 mei 2024 op het bezwaar van eiseres is verweerder bij de afwijzing van de aanvraag gebleven.
1.2.
De rechtbank heeft het beroep van eiseres tegen het bestreden besluit van verweerder van 8 mei 2024 op 8 juli 2025 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: eiseres, haar ouders en de gemachtigde van HoogPKB.
1.3.
Na afloop van zitting heeft de rechtbank onmiddellijk uitspraak gedaan.

Beoordeling door de rechtbank

2. De rechtbank beoordeelt of verweerder het HPKB mocht afwijzen, omdat eiseres in staat wordt geacht met de trein te kunnen reizen. Zij doet dat aan de hand van de beroepsgronden van eiseres.
3. Het beroep is ongegrond
.Hierna legt de rechtbank uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft.
4. Verweerder beoordeelt aanvragen voor toekenning van een HPKB op grond van het Indicatieprotocol Hoog Persoonlijk Kilometer Budget (hierna: het protocol). Dat heeft een beperkte strekking. In het kader van het vervoerssysteem Valys bestaat alleen dan aanspraak op een HPKB, als de betrokkene ondanks alle beschikbare hulpmiddelen en alle vormen van begeleiding die het Valyssysteem biedt (zoals NS-assistentieverlening) in het geheel niet per trein kan reizen. Daaronder valt ook een door eiseres zelf in te schakelen begeleiding. Volgens het Protocol is het de verantwoordelijkheid van de aanvrager zelf om een begeleider te vinden. Volgens vaste jurisprudentie van de Centrale Raad van Beroep (CRvB) gaan de in het protocol neergelegde toetsingscriteria de grenzen van een redelijke beleidsbepaling niet te buiten [1] . De voorwaarden zijn:
de aanvrager beschikt over een Wmo-vervoersvoorziening (Valyspas), en
de aanvrager moet gebruik maken van een rolstoel of scootmobiel waarvan de mens- machinecombinatie zodanig is dat deze de grenzen van mogelijkheid tot hulpverlening door de NS overschrijden, en/of
de aanvrager is door persoonsgebonden medische beperkingen van chronische aard vanuit strikt medische optiek niet in staat met de trein te reizen.
Verweerder moet dus beoordelen of aan die voorwaarden is voldaan rekening houdend met de inzet van hulpmiddelen en een begeleider.
5. De rechtbank overweegt dat aan de eerste voorwaarde is voldaan: eiseres heeft een scootmobiel, een rolstoel en een Valyspas.
6. De scootmobiel is inclusief de rollatorbak 186 cm lang en daarmee niet toegestaan in de trein (te lang). De rechtbank volgt verweerder niet in zijn standpunt dat niet is gebleken dat de rollatorbak medisch noodzakelijk is en dat deze van de scootmobiel af kan. Uit de door eiseres in beroep overgelegde stukken blijkt dat de rollatorbak is toegekend op grond van de Wmo 2015, omdat eiseres die nodig heeft in verband met haar beperkingen. Eiseres heeft ter zitting ook toegelicht dat de rollatorbak er door de leverancier van de scootmobiel is opgezet en er niet zomaar vanaf kan. Eiseres kan dat in elk geval niet zelf. Daarmee maakt de rollatorbak onderdeel uit van de scootmobiel. Dat betekent echter niet dat aan de tweede voorwaarde is voldaan, omdat eiseres ook met haar (handbewogen) rolstoel en een begeleider (die de rollator meeneemt) met de trein kan reizen.
7. De vraag resteert (voorwaarde 3) of eiseres uit strikt medisch oogpunt niet met de trein kan reizen. Eiseres is er naar het oordeel van de rechtbank niet in geslaagd dat aannemelijk te maken. De arts heeft de medische gegevens beoordeeld en eiseres gesproken en komt tot de conclusie dat eiseres met een hulpmiddel en begeleiding met de trein kan reizen. De aandoeningen en beperkingen van eiseres worden door verweerder niet betwist. Alle verstrekte medische informatie is beoordeeld. Uit de door eiseres aangeleverde medische informatie, van onder andere de revalidatiearts, blijkt dat eiseres niet zelfstandig kan reizen per trein. Uit de informatie van de revalidatiearts of de overige medische informatie blijkt volgens de arts niet dat eiseres niet onder begeleiding kan reizen per trein. De rechtbank volgt eiseres niet in haar standpunt dat het onderzoek van de arts onzorgvuldig is geweest, omdat dit op afstand heeft plaatsgevonden en de arts eiseres niet zelf heeft onderzocht. Als de arts zich een duidelijk beeld kan vormen van de beperkingen van eiseres op basis van het medisch dossier (en het gesprek met eiseres), dan mag hij dat eigen onderzoek achterwege laten. De rechtbank ziet geen reden het onderzoek onzorgvuldig te achten en de rechtbank kan de conclusie van de arts volgen.
8. Eiseres voert aan dat zij niet in staat is om gebruik te maken van het toilet in de trein. Ten aanzien van het niet gebruik kunnen maken van het toilet in de trein heeft verweerder naar het oordeel van de rechtbank mogen tegenwerpen dat op de diverse treinstations voldoende invalidentoiletten beschikbaar zijn en dat een taxibus ook geen toilet aan boord heeft.
9. Eiseres heeft ook aangevoerd dat ze last heeft van prikkelverwerkingsproblematiek, waardoor ze niet met de trein kan reizen. De arts heeft aangegeven dat eiseres kan plaatsnemen in de stiltecoupé, dat ze buiten de spits kan reizen en dat ze gebruik kan maken van een koptelefoon om teveel prikkels te vermijden. De rechtbank volgt eiseres in haar standpunt dat ze niet kan plaatsnemen in een stilte coupé vanwege haar beperkingen. Eiseres loopt zelfs met de rollator zeer moeizaam. Met rollator acht de rechtbank het niet mogelijk de stiltecoupé te bereiken. Wel kan eiseres buiten de spits reizen of gebruikmaken van een koptelefoon om te veel prikkels te vermijden. De rechtbank heeft zich afgevraagd of nader onderzoek nodig is ter beantwoording van de vraag of die maatregelen voldoende zijn om problemen ten gevolge van prikkelverwerking te voorkomen in de trein. Nu eiseres op de zitting heeft aangegeven dat er daarover geen nadere medische informatie beschikbaar is, acht de rechtbank nader onderzoek niet nodig.

Conclusie en gevolgen

10. De rechtbank concludeert dat verweerder het HPKB mocht afwijzen, omdat er geen medische gegevens zijn overgelegd waaruit volgt dat eiseres vanuit strikt medische optiek niet met de trein kan reizen.
11. Het beroep is ongegrond. Dat betekent dat eiseres geen gelijk krijgt. Eiseres krijgt daarom het griffierecht niet terug. Zij krijgt ook geen vergoeding van haar proceskosten.
12. Partijen zijn gewezen op de mogelijkheid om tegen de mondelinge uitspraak in hoger beroep te gaan op de hieronder omschreven wijze.

Beslissing

De rechtbank verklaart beroep ongegrond.
Deze uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 8 juli 2025 door mr. M.M.L. Goofers, rechter, in aanwezigheid van mr. S.K.M. Bohnen, griffier.
griffier
rechter
Een afschrift van dit proces-verbaal is verzonden aan partijen op: 15 juli 2025.

Informatie over hoger beroep

Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Centrale Raad van Beroep waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met deze uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop dit proces-verbaal is verzonden.
Digitaal hoger beroep instellen kan via “Formulieren en inloggen” op www.rechtspraak.nl. Hoger beroep instellen kan eventueel ook nog steeds door verzending van een brief aan de Centrale Raad van Beroep, Postbus 16002, 3500 DA Utrecht.
Kan de indiener de behandeling van het hoger beroep niet afwachten, omdat de zaak spoed heeft, dan kan de indiener de voorzieningenrechter van de Centrale Raad van Beroep vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen.

Voetnoten

1.Zie onder andere de uitspraak van 13 juni 2012, ECLI:NL:CRVB:2012:BW8656.