Uitspraak
1.De procedure
2.De feiten
“Yes zat erbij!
3.Het verzoek, het verweer en het voorwaardelijk tegenverzoek
4.De beoordeling
5.De beslissing
CJ
Rechtbank Limburg
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Limburg op 3 juli 2025 uitspraak gedaan in een verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst tussen [verzoekster] en [verweerder]. [verzoekster] verzocht om ontbinding van de arbeidsovereenkomst met [verweerder] wegens ernstig verwijtbaar handelen, omdat [verweerder] vertrouwelijke bedrijfsinformatie zou hebben gedeeld met haar voormalige werkgever, [bestuurder 2]. De kantonrechter heeft vastgesteld dat [verweerder] en haar toenmalige collega [naam 2] misstanden bij [bestuurder 2] hebben gemeld aan [bestuurder 1] van [verzoekster]. Dit gebeurde met instemming van [bestuurder 1], die [verweerder] zelfs vroeg om klantgegevens te wissen. De rechter oordeelde dat de verwijten van [verzoekster] niet konden standhouden, omdat alles met medeweten van [bestuurder 1] is gebeurd. De kantonrechter concludeerde dat er geen redelijke grond was voor ontbinding van de arbeidsovereenkomst en wees het verzoek van [verzoekster] af. Tevens werd [verzoekster] veroordeeld in de proceskosten van [verweerder].