ECLI:NL:RBLIM:2025:7138

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
16 juli 2025
Publicatiedatum
22 juli 2025
Zaaknummer
11471664 \ CV EXPL 25-227
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis inzake betalingsverplichting en proceskosten in consumentenkoop

In deze zaak, die diende voor de Rechtbank Limburg, heeft de kantonrechter op 16 juli 2025 een vonnis gewezen in een geschil tussen Billink Financial Solutions B.V. en een consument. Billink vorderde betaling van een gesanctioneerde hoofdsom van € 38,74, rente en buitengerechtelijke incassokosten. De procedure volgde op een tussenvonnis van 21 mei 2025, waarin de kantonrechter had overwogen de betalingsverplichting van de gedaagde met 20% te verminderen. De gedaagde heeft echter niet gereageerd op deze overwegingen.

De kantonrechter heeft ambtshalve de informatieplichten en de algemene voorwaarden van Billink beoordeeld. Het bleek dat de gevorderde wettelijke rente over een te hoog bedrag was berekend, waardoor deze niet toewijsbaar was. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedaagde een consument is en dat de aanmaning die Billink had verstuurd niet voldeed aan de wettelijke eisen, waardoor de gevorderde buitengerechtelijke incassokosten werden afgewezen.

Uiteindelijk heeft de kantonrechter Billink veroordeeld tot betaling van een bedrag van € 16,51 door de gedaagde, vermeerderd met wettelijke rente, en de gedaagde is in de proceskosten van € 308,54 veroordeeld. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard en het meer of anders gevorderde is afgewezen.

Uitspraak

RECHTBANKLIMBURG
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Maastricht
Zaaknummer: 11471664 \ CV EXPL 25-227
Vonnis van 16 juli 2025
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
BILLINK FINANCIAL SOLUTIONS B.V.,
gevestigd te Gouda,
eisende partij,
hierna te noemen: Billink,
gemachtigde: Deurwaarderskantoor Van Lith B.V.,
tegen
[gedaagde],
wonende [adres] ,
[woonplaats] ,
gedaagde partij,
hierna te noemen: [gedaagde] ,
procederend in persoon.

1.De verdere procedure

1.1.
Het verdere verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 21 mei 2025
- de aantekening van de griffier op de rol van 18 juni 2025 dat [gedaagde] geen akte heeft genomen
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De verdere beoordeling

Ambtshalve toetsen: informatieplichten
2.1.
In het tussenvonnis heeft de kantonrechter:
- overwogen voornemens te zijn de betalingsverplichting van [gedaagde] met
20% te verminderen
- [gedaagde] in de gelegenheid gesteld zich over de voorgenomen vernietiging uit
te laten, waarna Billink in de gelegenheid zal worden gesteld een antwoordakte te nemen.
2.2.
De kantonrechter ziet geen aanleiding om terug te komen van hetgeen in het tussenvonnis is overwogen. [gedaagde] heeft niet gereageerd.
2.3.
Op grond van voorgaande overwegingen zal een bedrag van € 38,74 aan gesanctioneerde hoofdsom worden toegewezen.
Ambtshalve toetsing: algemene voorwaarden
2.4.
Billink vordert betaling van rente en buitengerechtelijke incassokosten
.
De kantonrechter moet in beginsel ambtshalve vaststellen of in de algemene voorwaarden afspraken zijn gemaakt over deze gevorderde onderdelen en beoordelen of die afspraken al dan niet eerlijk zijn ten opzichte van de consument. Als de kantonrechter oordeelt dat een contractuele afspraak niet eerlijk is, moet het betreffende beding worden vernietigd en moet de vordering op dat onderdeel worden afgewezen, ook als Billink in de procedure een beroep doet op wettelijke bepalingen in plaats van op die contractuele afspraak. Dit alles volgt uit het Dexia-arrest (HvJ EU 27 januari 2021, ECLI:EU:C:2021:69) en het Gupfinger-arrest (HvJ, EU 8 december 2022, ECLI:EU:2022:971).
2.5.
Op de overeenkomst zijn de Algemene Voorwaarden Compliment.nl en de Consument- en Gebruiksvoorwaarden Achteraf Betalen via Billink van toepassing.
Rente
2.6.
De kantonrechter heeft beoordeeld of in voormelde algemene voorwaarden ten aanzien van rente bedingen zijn opgenomen die zodanig afwijken van de wettelijke regelingen dat de consument daardoor aanzienlijk wordt benadeeld en door de kantonrechter vernietigd moeten worden. Dat is niet het geval.
2.7.
De gevorderde vervallen wettelijke rente vanaf de verzuimdatum tot 29 november 2024 ten bedrage van € 3,82 is niet toewijsbaar aangezien deze over een te hoog bedrag is berekend.
2.8.
De gevorderde wettelijke rente over de toewijsbare hoofdsom zal daarom worden toegewezen, vanaf de dag van verzuim (= 14 dagen na factuur) tot de dag van volledige voldoening.
Buitengerechtelijke incassokosten
2.9.
De kantonrechter heeft beoordeeld of in voormelde algemene voorwaarden ten aanzien van buitengerechtelijke incassokosten bepalingen zijn opgenomen die zodanig afwijken van de wettelijke regelingen dat de consument daardoor aanzienlijk wordt benadeeld en door de kantonrechter vernietigd moeten worden. Dat is niet het geval.
2.10.
De vordering moet worden beoordeeld op grond van artikel 6:96 BW en het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten (hierna: het Besluit). De kantonrechter stelt vast dat [gedaagde] een consument is (een natuurlijk persoon die niet heeft gehandeld in de uitoefening van een beroep of bedrijf). Daarom moet de kantonrechter controleren of is voldaan aan de dan geldende extra eisen voor de verschuldigdheid van buitengerechtelijke incassokosten. Billink heeft aan [gedaagde] een aanmaning verstuurd die niet voldoet aan de eisen van artikel 6:96 lid 6 BW. In de aanmaning is namelijk geen betalingstermijn van veertien dagen gegeven die ingaat op de dag na ontvangst van de aanmaning door [gedaagde] . Dit is wel vereist op grond van artikel 6:96 lid 6 BW. De gevorderde vergoeding zal daarom worden afgewezen.
Conclusie
2.11.
Uit het voorgaande volgt dat in totaal het volgende bedrag wordt toegewezen:
- gesanctioneerde hoofdsom
38,74
+
- betalingen
22,23
-/-
Totaal
16,51
Proceskosten
2.12.
[gedaagde] is in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten (inclusief nakosten) betalen. De proceskosten van Billink worden begroot op:
- kosten van de dagvaarding
113,54
- griffierecht
135,00
- salaris gemachtigde
40,00
(1 punt × € 40,00)
- nakosten
20,00
(plus de kosten van betekening zoals vermeld in de beslissing)
Totaal
308,54

3.De beslissing

De kantonrechter
3.1.
veroordeelt [gedaagde] om aan Billink te betalen een bedrag van € 16,51, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over het toegewezen bedrag, met ingang van de dag van verzuim, tot de dag van volledige betaling,
3.2.
veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten van € 308,54, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met de kosten van betekening als [gedaagde] niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend,
3.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad,
3.4.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. E.V.L. Heuts en in het openbaar uitgesproken op 16 juli 2025.
type: JEC