3.3.1De bewijsmiddelen
Op vrijdag 15 november 2023 werd er een melding gemaakt bij de politie omtrent de vermissing van een persoon genaamd [slachtoffer 1] . De melding werd gedaan door één van de begeleiders van zorginstelling [naam zorginstelling] (in Heerlen) waar [slachtoffer 1] verbleef. [slachtoffer 1] zou op 15 november 2023 in een verwarde en onrustige toestand zijn vertrokken.
Het proces-verbaal van verhoor van
getuige [getuige 3]vermeldt – onder meer – het volgende:
Ik ben werkzaam bij het Leger des Heils, bij de afdeling Levenskracht. Ik ben de persoonlijk begeleider van [slachtoffer 1] . […]
[slachtoffer 1] is vermist sinds woensdag 15 november 2023. Ik was de dag daarop, op donderdag 16 november 2023 bij [naam zorginstelling] voor een afspraak met [slachtoffer 1] . Dat was om 09:30 uur die dag. [slachtoffer 1] was echter niet aanwezig. […]
Normaal gesproken, als ik met [slachtoffer 1] een afspraak had, dan zorgde ze dat ze aanwezig was, of ze liet me weten waar ze was. […] [slachtoffer 1] liet het ook weten als ze echt niet kon. Dan maakten we een nieuwe afspraak. Er was altijd contact. Nu niet, dus dat bevreemdde me wel. […]
Op donderdag 16 november 2023 omstreeks 9.35 uur heb ik [slachtoffer 1] voor de eerste keer gebeld. Er werd niet gereageerd. Ik heb nog een paar keer gebeld, maar zonder reactie. Op donderdag 16 november 2023, te 09:38 uur, kreeg ik via Whatsapp een bericht van [slachtoffer 1] . In het eerste bericht dat [slachtoffer 1] stuurde, stond: "Kan echt niet opnemen" en vervolgens "krijg problemen".
Ik reageerde, nog steeds om 09:38 uur: "Ik sta bij [naam zorginstelling] ".
[slachtoffer 1] schreef hierop, om 09:38 uur: "Ik ben gisteren weggegaan".
Om 09:39 uur schreef [slachtoffer 1] : "Mag nu niet meer weg hier".
En: "Meld me maar vermist kan adres niet geven".
Ik berichtte terug dat we een afspraak hadden en dat ik haar graag wilde zien. Ze
stuurde om 10:02 uur terug: " [getuige 3] ik kom nu niet weg". […]
Vorige week maandag 13 november 2023, was ik in gesprek met [slachtoffer 1] . Dat was in [naam zorginstelling] , om 09:30 uur. [slachtoffer 1] vertelde me toen dat ze dat weekend bij ene [verdachte] op de [straatnaam 1] in Heerlen was geweest. Dat ze in zijn woning had gezeten en dat ze niet naar buiten mocht. Ze zou ook seks met hem gehad hebben. Ze zou ook klanten ontvangen hebben, die hij voor haar geregeld had. Ze zou voor deze klanten geen geld gekregen hebben; [verdachte] zou dat geld in zijn zak hebben gestoken.[…]
De situatie waarin [slachtoffer 1] zich bevindt, is zeer onveilig, zo schat ik in als haar begeleidster en als professional. [slachtoffer 1] neemt haar medicatie niet, ze gebruikt hoogstwaarschijnlijk drugs. Er is geen contact tussen mij en haar, dat is buiten het normale.
In een proces-verbaal van bevindingenis vermeld dat de politie op vrijdag 24 november 2023 [verdachte] aanhoudt in de Burger King in Kerkrade. Ook [slachtoffer 1] wordt daar op de achterbank van de auto aangetroffen.
Verbalisant [verbalisant 1]relateert – onder meer – het volgende:
Ik bevond mij op 24 november 2023 omstreeks 21.10 uur op de Roda JC Ring te Kerkrade. Mijn collega's hadden daar aanhoudingen verricht en aan mij werd gevraagd om het slachtoffer genaamd, [slachtoffer 1] naar het politiebureau te brengen. […]
Tijdens de autorit en op het politiebureau, in afwachting van haar hulpverleenster en collega’s van de politie, vertelde [slachtoffer 1] desgevraagd het navolgende aan mij:
- [verdachte] heeft mij laatst opgehaald bij [naam zorginstelling] . […]
- [verdachte] liet mij niet meer gaan;
- Ik kon nooit weg gaan want hij was 24/7 bij mij;
- Hij werd steeds agressief als ik zei dat ik wilde gaan.
- Hij werd agressief met woorden en zei dingen zoals: 'Als je gaat, dan ga ik je vermoorden'.
- [verdachte] heeft mij vaker gezegd om niets tegen de politie te zeggen en niet te praten want dan zou hij mij afschieten;
- [verdachte] controleerde mij de hele dag;
- De afgelopen week regelde [verdachte] meerdere seksafspraken voor mij via zijn telefoon en deze weigerde ik niet omdat hij anders boos zou worden en dat wilde ik niet omdat ik bang ben voor hem;
- Het geld dat betaald werd, hield [verdachte] bij zich en hij zei steeds dat dit voor ons was. Maar ik heb nog geen euro gezien.
- Ik durfde zijn woning niet uit te vluchten. Hij zei zaken zoals: 'Je weet niet met wie je te maken hebt', 'ik ben code Willem', 'Als jij weg gaat bij mij dan sla ik je in elkaar'. 'Dat heb ik al meerdere keren met vrouwen gedaan, ze in elkaar geslagen toen ze bij mij weg gingen'.
In het onderzoeksdossier vermeldt de politie dat ‘code Willem’ oud politievakjargon is voor een persoon die in de politiesystemen staat als gekend voor bezit en gebruik van een vuurwapen.
Het proces-verbaal van bevindingen ‘gesprek met [slachtoffer 1] ’ vermeldt – onder meer - het volgende:
Op vrijdag 24 november 2023 omstreeks 22.25 uur hebben wij verbalisanten een gesprek gevoerd met [slachtoffer 1] . Tijdens het gesprek hoorden wij [slachtoffer 1] zeggen dat [verdachte] haar bankpas en 300 euro van haar in bezit had. Deze avond zou [slachtoffer 1] twee seksklanten hebben gehad waarbij ze in totaal 300 euro zou hebben verdiend. Het proces-verbaal van verhoor van
[slachtoffer 1]bij de
rechter-commissarisvermeldt – onder meer – het volgende:
[verdachte] wilde dat ik voor hem ging werken als prostituée. Dat heb ik ook gedaan. Maar hij heeft al het geld dat ik verdiende zelf opgestreken; het geld dus dat ik verdiende als prostituée. Ik heb niets van het geld gezien.
Ik ben twee weken bij hem in huis geweest tot het moment dat ik door de politie ben weggehaald. Ik stond als vermist opgegeven. Mijn begeleidster van [naam zorginstelling] had ik stiekem berichtjes gestuurd dat ze me moest komen halen, dat ik niet weg kon bij die man. In die tijd heb ik voor [verdachte] moeten werken. Ik ontving geen klanten bij hem thuis, hij bracht mij altijd naar de klant toe...[…]
[verdachte] heeft mij in de tijd dat ik bij hem in de woning was, wel vaak bedreigd. Hij zei dat, als ik weg zou gaan, hij mij zou vermoorden. Daarom durfde ik niet te vertrekken.
Verbalisanten [verbalisant 2] en [verbalisant 3]relateren – onder meer – het volgende:
Het emailadres [emailadres] werd door [slachtoffer 1] gebruikt ten behoeve van prostitutie werkzaamheden onder andere via de website www.sexjobs.nl.
Ik zag na vergelijking van de Device Notifications van de evidence file van de mobiele telefoon van de verdachte [verdachte] met de emailberichten van de evidence file van de mobiele telefoon van het slachtoffer [slachtoffer 1] dat enkele seconden, nadat er een emailbericht binnen gekomen was op [ [emailadres] ] er een bericht/melding met betrekking tot dit betreffende emailbericht binnen kwam in de Device Notifications van de mobiele telefoon van de verdachte [verdachte] .
Verbalisant [verbalisant 4]relateert – onder meer – het volgende:
Op vrijdag 24 november 2023, omstreeks 21:30 uur, werd tijdens de insluitingsfouillering van verdachte [verdachte] € 295,00 aangetroffen. Deze biljetten zaten in de portemonnee van verdachte [verdachte] .
Verbalisant [verbalisant 5]relateert – onder meer – het volgende:
Op zaterdag 25 november heb ik in het cellencomplex te Heerlen de fouilleringzak van [verdachte] bekeken. In zijn portemonnee trof ik onder andere een bankpas aan van de Openbank. Dit betrof een debit kaart op naam van [slachtoffer 1] .
Verbalisant [verbalisant 6]relateert – onder meer – het volgende:
[slachtoffer 1] kan als een zeer kwetsbaar persoon worden aangemerkt om de volgende redenen:
- Zij heeft een psychiatrisch verleden en werd tussen 2016 en heden meermaals gedurende langere of kortere tijd middels een IBS-maatregel opgenomen in psychiatrische inrichtingen.
- Zij is verslaafd aan harddrugs.
- Zij gebruikt medicatie, onder andere tegen angstaanvallen en schizofrenie, al dan niet in combinatie met harddrugs.
- Zij werd in de afgelopen jaren tientallen malen door de politie in verwarde toestand op straat aangetroffen.
- Zij heeft geen eigen zorgkader.
- Zij heeft geen eigen woning.
- Zij verblijft momenteel in de crisisopvang van [naam zorginstelling] .
In een proces-verbaal van bevindingen beschrijft de politie dat op maandag 27 november 2023 [getuige 3] telefonisch contact opneemt. De verbalisant hoort dat zij die ochtend bij [slachtoffer 1] was geweest en dat [slachtoffer 1] had verteld dat er nog twee vrouwen waren die voor [verdachte] werkten. Eén heet [slachtoffer 2] . Zij zou op het [adres 1] in Heerlen hebben gewoond en met de woning van [verdachte] aan het [adres 2] hebben geruild. Via de politiesystemen komt de politie op de naam van [slachtoffer 2] .
Verbalisant [verbalisant 7] relateert – onder meer – het volgende:
Op dinsdag 28 november 2023 heb ik contact opgenomen met de ouders van [ [slachtoffer 2] ] [slachtoffer 2] . De vader van [slachtoffer 2] , [naam vader] , nam de telefoon op. Ik hoorde dat hij tegen mij, spontaan en zonder ernaar te vragen, zei dat [slachtoffer 2] ongeveer 2 weken geleden thuis was gekomen met blauwe plekken, een kapot T-shirt en een kapotte telefoon.
Het proces-verbaal van verhoor
getuige [slachtoffer 2]vermeldt – onder meer – het volgende:
A: Ik ken [verdachte] al vanaf kleins af aan. […] 19 maart (2023) ben ik mijn partner verloren. Dat was thuis op het [straatnaam 2] . Ik was van mijn padje af, mijn werk ging ook niet meer goed. Toen ging ik op een datingsite en toen kwam ik [verdachte] tegen. […]
2 a 3 maanden zijn we dag en nacht bij elkaar geweest […]. Van de ene op de andere dag ben ik weggegaan omdat hij fysiek geweld gebruikte. Hij duwde me weg met 2 handen in mijn gezicht, dit is 4 a 5 keer gebeurd die dag. Hij trok me ook aan mijn haren, heeft mijn bril kapot gemaakt. Ik heb die dag een moment afgewacht dat ik kon gaan.
Vrijdag 3 november ben ik bij hem weggegaan.
Ik heb me geprostitueerd, ongeveer 4 weken lang.[…]
V: Hoe ging dat met het geld?
A: Daar heb ik bijna niets van gezien. Dat ging op aan boodschappen en drugs. De eerste paar dagen hebben we het gedeeld omdat we toch altijd bij elkaar waren. Daarna nam hij het geld in beheer, ik heb er schulden aan overgehouden. […] Op een gegeven moment wilde ik wel weg, maar dat ging dan niet. Dan dreigde hij weer.
V: Hoe ging dat met het prostitueren? Via advertenties?
A: Ja, [verdachte] plaatste advertenties, hij hield ook de contacten met de klanten. […]
V: waar vonden de afspraken plaats?
A: Bij de klanten thuis, hij bracht me met de auto. […] De laatste dagen begon hij me in mijn gezicht te spugen, dat vond ik heel vervelend. […]
V: je werd met de auto gebracht. En dan?
A: Hij bleef buiten, hij ging mee naar binnen. Het geld gaf ik aan hem als ik in de auto terugkwam. Meestal cash, maar soms ook via de bank. Dat moest ik dan wel direct gaan pinnen. Hij had mijn bankpas al. Die had hij gewoon gepakt. Ik vond dat niet zo fijn. Je zit in een web, nu besef ik dat dat echt niet oké was. […]
V: Wat waren de prijzen die je afgesproken had en wat moest je daarvoor doen?
A: 150 euro voor een uur. Maar die bepaalde ik niet, dat werd bepaald door [verdachte] . […]
V: [verdachte] maakte de afspraak, maakte hij er een probleem van als je dan toch met minder geld naar buiten kwam?
A: Ja, hij haalde dan voorbeelden aan wat er met die andere meid gebeurde, [naam] ofzo. Hij maakte dan een gebaar met zijn elleboog alsof hij haar een stomp gaf. Dat was dan wat gebeurde als ze instapte met te weinig geld. Ik moest er dus voor zorgen dat ik altijd met genoeg geld naar buiten kwam, anders zou dat mij ook overkomen, daar dreigde hij mee. […]
V: Hoeveel geld heb je totaal verdiend?
A: Ik had soms 1000 euro per dag. Ook wel eens 800, maar nooit minder. Ik hoefde niet iedere dag te werken. Maar als ik opstond, moest ik me wel direct omkleden en klaar zijn.
V: Had je wel eens een vrije dag?
A: Ja, dat hing af van hem. Als hij niet lekker was of iets wilde gaan drinken, hoefde ik niet te werken. Maar hij bepaalde dat. […]Ik denk dat ik wel zeker iets van 20.000 heb verdiend, dat is een schatting. Van dat geld heb ik vrij weinig gezien.
O: Je vader heeft tijdens het telefoongesprek aangegeven dat je 2 weken geleden thuiskwam met blauwe plekken, kapotte kleren en een kapotte telefoon.
V: Wat kun je ons daar over vertellen?
A: Dat is gebeurd op de dag dat ik ben weggegaan. […]
A: Op een gegeven moment had hij me zo geïsoleerd, ik kon nergens anders meer naartoe.
Het proces-verbaal van aangifte van
[slachtoffer 2]vermeldt – onder meer – het volgende:
A: Toen ik in contact kwam met [verdachte] merkte ik wel dat de normale gang van zaken dagelijks drugsgebruik was. […] Toen we aan de slag gingen met de mensenhandel, werd het gebruik al snel dagelijks. Het gebeurde altijd op zijn initiatief. Hij bepaalde hoeveel en wanneer ik het mocht gebruiken. Hij legde het ook klaar en hij bestelde het.
A: Waarom ben je dagelijks gaan gebruiken?
Om het aan te kunnen, want als ik opstond, was ik brak omdat ik laat thuis was en dan moest ik om 10 om 9 uur al weer op en moest me weer aankleden om meteen op pad te gaan om klanten te helpen.
V: Hoeveel gebruikte jij en wat ?
A: Cocaïne. […] Als we een keer thuis bleven, dan werden het meteen drie dagen, want dan was hij zo van de kaart dat we drie dagen niet werkten, dan waren ook vaak de mishandelingen. […] Dat was heel raar dan was hij echt psychopathisch en werd hij een beest.
Je vertelde dat hij niet vaak fysiek was?
A: Dat is wel twee keer gebeurd. […] Het was bijvoorbeeld, dat ik niet op mocht staan van de bank, hij zei dan :"Loop maar weg vertrek maar". Maar hij zat wel naast me met een dreigend gebaar van dat hij me zou slaan. Ik mocht zelfs niet naar het toilet. Soms mocht ik dan in de afwasbak in de keuken mijn behoefte doen. Dit gebeurde regelmatig. […] Hij had me echt in zijn macht.
Ik was blij dat er regelmatig twee mensen kwamen die hem ook rustig konden houden. Dat waren [getuige 2] en [getuige 1] .
Hij had me echt in zijn macht. Ik mocht zelfs niet roken, of hij sloeg het uit mijn handen of gooide de sigaretten over me heen of door de kamer heen. Als ik ze dan op wilde rapen, kwam hij weer dreigend naar mij toe. […]
Ook dreigde hij een sigarettenpeuk op mijn voorhoofd uit te duwen, dat vond hij blijkbaar ook heel interessant. […]
Voor hem was het een spel. Als ik het vroeg, kreeg ik het niet de coke. En als hij het aanbood en ik weigerde dan gooide hij de zakjes coke over mij heen.
V: Bepaalde hij nog meer?
A: Met wie ik sprak en met wie ik telefonisch contact had. Eigenlijk had ik geen
telefonisch contact meer met iemand. […] Ik weet niet hoeveel nieuwe brillen ik heb moeten kopen, omdat hij die kapot brak. Ik kan namelijk niet lezen zonder bril. […]
V: Over welke tijd hebben we het dan?
Ik denk augustus, september. De week na 15 juli (2023) ben ik in contact gekomen met hem en begin november (2023) ben ik bij hem weggegaan.
V: Vertel even hoe je terugkwam van een klant
Hij deed het klanten beheer. Hij zei van te voren wat het bedrag moest zijn en hij zei dat die klant het geld moest over maken. Hij vond dat maar niks omdat het te traceren was achteraf. Dan was ik bij de klant en liet ik [verdachte] een duimpje per WhatsApp waarmee ik aangaf dat het geld was overgemaakt. Als hij dat duimpje had dan ging hij al pinnen. Ik was daar niet bij.
Hij had al heel snel mijn bankpas in beheer. Soms kreeg ik cash geld en dan moest ik dat meteen in de auto geven, daar mocht ik ook niet te lang mee wachten.
Even over [getuige 2] , jij zei straks dat [getuige 2] ook door [verdachte] gemanipuleerd werd, vertel
eens?
A: […] Als [verdachte] onder de drugs zat en hij belde, dan kwam [getuige 2] al uit voorzorg of het wel goed ging met mij en [getuige 2] bleef dan zitten om me te beschermen. […]
[getuige 1] was de laatste dagen bijna dagelijks bij ons omdat het ook heel slecht ging met mij en zij mij niet alleen durfde te laten met hem. Door haar ben ik ook weg kunnen komen.
Ik wil nog vertellen, dat hij bepaalde welke kleding ik droeg als ik naar de klant ging.
Het proces-verbaal van verhoor van
[slachtoffer 2]bij de rechter-commissaris vermeldt – onder meer – het volgende:
U bent op een gegeven moment in de prostitutie gaan werken. Had u dit vóór [verdachte] ook al eens gedaan?
Nee nooit.
Hoe kwam u dan op dit idee?
Ik werkte gewoon in de zorg, ik was verzorgende IG in een verzorgingstehuis voor oudere mensen. [verdachte] begon over het werken in de prostitutie te vertellen. Hij zei dat het chique was en dat je er veel geld mee kon verdienen. Hij vertelde hoe het was en dat hij dit al eerder had gedaan. Dit was het eerste gesprek erover. Hij kon er uren over vertellen.
Wat dacht u toen?
Ik wilde alles doen om hem te redden. Dat is ook de reden dat ik er mee ben begonnen; ik kon hem daar een plezier mee doen. Ik dacht: “misschien moet ik dat dan maar doen”. Hij had mij al zo geclaimd en gemanipuleerd. Ik wist niet waar ik aan begon. […]
U dacht dus “laten we dat maar doen”. Hoe ging het met de eerste klant?
Dat weet ik niet meer. Ik weet dat ik vervolgens weer moest werken, maar dat [verdachte] zei: “Vanavond gaan we weer.” Ik zei dat ik moest werken, maar hij zei dat ik me maar moest ziekmelden. Dat heb ik toen gedaan. […]
Wat als u toch tegen [verdachte] zou hebben gezegd: “ik heb dit een keer geprobeerd, ik doe het niet meer”?
Dat weet ik niet. Ik ging ook nergens alleen meer heen. Ik was bang voor [verdachte] , bang dat hij mij in elkaar zou slaan.
Waarom was u daar bang voor?
Ik was bang dat hij mij dood zou maken. Ik was er bang voor, omdat hij die andere vrouw ook heeft doorgelaten in die eerdere zaak en dat vertelde hij ook. Hij liet me ook lezen op internet wat hij met die vrouw had gedaan.
Was hij fysiek wel eens gewelddadig naar u toe?
Ja, hij spuugde in mijn gezicht. Hij maakte mijn telefoon kapot. Hij trok aan mijn haren, hij duwde mij, sprong met zijn hele gewicht bovenop me. Hij sloeg sigaretten en drinken uit mijn handen. Ik mocht op een gegeven moment ook niet maar naar het toilet. Ik moest dat op de wasbak doen, omdat hij bang was dat ik er anders vandoor zou gaan. Als hij ging douchen, moest ik mee en ook als hij naar het toilet ging. Er was een constante dreiging. Ik werd constant in de gaten gehouden door [verdachte] .
Wie maakte de afspraken voor het prostitutiewerk?
[verdachte] . Dit ging via een advertentie op internet. Hij had die advertentie gemaakt. Ik heb die advertentie wel eens gezien bij hem op mijn oude telefoon. Hij had die oude telefoon in zijn bezit. Ik mocht die ook niet aanraken.
Bij een advertentie moet je aangeven wat een klant kan verwachten. Had [verdachte] hierover overleg met u?
Nee. Hij had ook erin gezet dat ik het zonder condoom deed voor extra geld. Ik was het daar niet mee eens. Bij de klant kwam ik er achter dat hij dit had afgesproken.
En de prijs?
Dat regelde hij ook. […]
Als iemand reageerde op de advertentie, wie typte de berichten dan?
Hij. Ik heb zelf nooit contact gehad met een klant.[…]
Naar wie ging het geld?
Naar hem. We zeiden eerst dat we het zouden delen, maar na twee dagen zei hij dat hij het geld zou bewaren. Hij zei: “We delen toch alles.” Ik heb er nooit wat van gezien.
Het proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 1] vermeldt – onder meer – het volgende:
V: Vertel eens wat [verdachte] voor een persoon is?
A: […] Als hij aan de drugs en aan de alcohol zit dan is het een jongen waar je voor moet oppassen. […] Hij kan dan heel agressief zijn. […]
V: Wat kun je vertellen over de verhouding tussen [slachtoffer 2] en [verdachte] ?
A: in het begin, toen ze elkaar net kenden, was het wel redelijk goed. Maar naderhand werd het agressief. En ja, prostitutie.
V: Die agressiviteit, heb jij dat ooit gezien?
A: Ik zal je vertellen, de hele maand oktober (2023), heb ik van ’s ochtends vroeg tot ‘s avonds laat daar gezeten, elke dag. Om [slachtoffer 2] te beschermen. Ik heb gezien dat hij agressief tegen haar deed. Hij heeft haar aan de haren getrokken, hij heeft haar gekeeld. Ze mocht niet naar de wc. Ze mocht helemaal niks, trok haar kleding kapot, dat heb ik gezien.
V: Je zei ze mocht niet naar de wc?
A: Ze mocht wel plassen, maar dan wel in de wasbak. Waar ik bij was.
V: En prostitutie zei je, wat kun je daar over vertellen?
A: Ja, ze werd gewoon gedwongen, door [verdachte] he. Want op een gegeven moment had ze daar geen zin meer in. [verdachte] had zoiets van: Ja het is geld, ik heb niks met jou te maken, je gaat gewoon. […]
V: Je zegt: [slachtoffer 2] had er geen zin meer in, ze werd gedwongen tot prostitutie, hoe merkte jij die dwang?
A: Pushen en als zij nee zij, dan werd hij agressief. Grote bek geven, proberen haar te slaan. Ik ben er een paar keer tussen gesprongen. Dat ging de hele maand oktober 2023 zo door.
V: Wat kun je vertellen over dat [slachtoffer 2] werd uitgebuit in de prostitutie?
A: Nou het geld dat zij binnenhaalde zeg maar, bij de klanten, moest ze meteen afgeven, ze kreeg er niets van. Alles harkte hij binnen.
V: Hoe weet jij dat?
A: Omdat ik daar vaak bij zat. […] Als [slachtoffer 2] dan zei : “En ik dan, krijg ik mijn deel niet?” Nee, jij krijgt niks. Dit heb ik meer dan 10 keer meegemaakt. […]
V: Wat kun je vertellen over dat [slachtoffer 2] weinig of geen vrijheid had?
[slachtoffer 2] had angst voor [verdachte] . Iedere keer als ze op wou staan of iets wilde doen liep hij achter haar aan, omdat hij bang was dat ze deur uit zou gaan en hem zou verlinken. Op 11 november 2023 ben ik op vakantie gegaan. Een week of twee daarvoor belde [slachtoffer 2] mij of ik kon komen. Zij zei kom alsjeblief hierheen, want het loopt uit de hand. Ik ben er naartoe gegaan. Ik heb toen aan [slachtoffer 2] gevraagd of ze met mij wilde gaan om me te helpen met poetsen, om haar weg te krijgen bij [verdachte] . [slachtoffer 2] en ik hadden bedacht dat [slachtoffer 2] toen zou kunnen ontsnappen van [verdachte] . Maar van [verdachte] mocht [slachtoffer 2] niet mee.
Ze is 2 keer met mij weggeweest, maar ze moest hem wel elke 5 minuten bellen, of hij belde haar elke 5 minuten op. De laatste keer toen ik haar heb helpen ontsnappen, toen belde [verdachte] of ik bij de Primera sigaretten voor hem wilde halen. [slachtoffer 2] is toen met mij meegelopen.
Het proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 2] vermeldt – onder meer – het volgende:
Ik ken [slachtoffer 2] sinds eind van de zomer 2023. Ze zat ineens bij [verdachte] op de bank. Zo heb ik haar leren kennen. Ze waren dag en nacht samen. Ik bleef ook vaker daar totdat [verdachte] gekalmeerd was en wat rustiger was en dan ging ik weer naar huis toe.
[verdachte] wilde drinken en feesten. Hij was wel eens boos en schoot uit het niets uit zijn slof.
V: [slachtoffer 2] verklaarde: "Als [verdachte] onder de drugs zag en hij belde, dat kwam [getuige 2] al uit voorzorg of het wel goed ging met mij en [getuige 2] bleef dan zitten om me te beschermen. Hij sprak dan ook op [verdachte] in”. Wat kun je daar over vertellen?
A: Als [verdachte] belde ik heb ruzie dan ging ik daar heen want je weet maar nooit. Ik bleef dan zitten totdat het gekalmeerd was. […]
[slachtoffer 1] was de nieuwe vriendin van [verdachte] . Die heeft hij uit [naam zorginstelling] gehaald, zei hij.
De verdachte heeft ter terechtzitting van 9 juli 2025 – onder meer – het volgende verklaard:
Ik heb [slachtoffer 1] op [naam zorginstelling] opgehaald, naar klanten toegebracht en vervolgens weer bij [naam zorginstelling] afgezet. Na een tijdje is [slachtoffer 1] bij mij gebleven, ze heeft toen bij mij gewoond. […] Ik heb seks gehad met [slachtoffer 1] . […]
Ik heb een relatie gehad met [slachtoffer 2] . Ik heb [slachtoffer 2] één keer aan haar haren getrokken en ik heb haar geduwd. […] Dat de berichten van [ [emailadres] ] op mijn telefoon binnenkwamen heeft [slachtoffer 2] voor mij geregeld. Het kan zijn dat de bril van [slachtoffer 2] kapot is gegaan. […] Ik heb [slachtoffer 2] wel in haar gezicht geduwd. […]
Als iemand op de advertentie van [slachtoffer 2] of [slachtoffer 1] reageerde, regelde ik de afspraak en de bedragen. Ik wachtte dan buiten tot de afspraak klaar was. Ik regelde de ‘theorie’, zij de ‘praktijk’. In de tussentijd dat ik buiten wachtte, ging ik geld pinnen van de klanten, als dat was overgemaakt. […]
De € 295,00 die ik in bezit had toen ik aangehouden werd, kwam van een klant van die avond van [slachtoffer 1] . Ik had dat gepind.
3.3.2De bewijsoverweging
Betrouwbaarheid verklaringen
De rechtbank acht de verklaringen van [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] betrouwbaar. Beide slachtoffers hebben ten overstaan van de politie en de rechter-commissaris meerdere verklaringen afgelegd, waarin zij uitvoerig en gedetailleerd hebben verklaard. Hun verklaringen zijn in grote lijnen en op essentiële onderdelen consistent. Daar waar binnen en tussen hun verklaringen inconsistenties zijn, betreft het ondergeschikte punten. Bovendien vinden de verklaringen – al dan niet gedeeltelijk – steun in de verklaring van [getuige 3] , [getuige 1] , [getuige 2] en de vader van [slachtoffer 2] en in telefoongegevens. De inconsistenties doen dan ook geen afbreuk aan de betrouwbaarheid van de verklaringen. Het is immers begrijpelijk dat iemand bij meerdere langdurige verhoren niet op ieder punt dezelfde exact dezelfde bewoordingen bezigt. Ook het gegeven dat slachtoffer [slachtoffer 2] het ‘gehele verhaal’ pas na verloop van tijd aan de politie heeft verteld, doet niet af aan de betrouwbaarheid van haar verklaring. Het is voorstelbaar dat slachtoffers van mensenhandel gebukt gaan onder een gevoel van schaamte, waardoor zij niet meteen volledig openheid van zaken geven. Het verweer van de verdediging – dat de verklaringen van [slachtoffer 2] en [slachtoffer 1] niet gebruikt mogen worden voor het bewijs – wordt daarmee verworpen.
Afwijzing voorwaardelijk verzoek horen getuige [getuige 1]
De raadsman heeft verzocht de getuige [getuige 1] te horen als getuige indien de rechtbank haar verklaring voor het bewijs gebruikt. Omdat dat het geval is, zal de rechtbank op dit verzoek beslissen. Op geen enkel moment in de procedure heeft de raadsman om het horen van deze getuige gevraagd, terwijl haar verklaring al zeer geruime tijd aanwezig is. De inhoudelijke behandeling van de zaak heeft zelfs langer op zich laten wachten omdat [getuige 2] , [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] op verzoek van de verdediging door de rechter-commissaris zijn gehoord. Pas tijdens de inhoudelijke behandeling doet de raadsman het verzoek om ook [getuige 1] te horen omdat de verdachte de inhoud van haar verklaring betwist - zijn proceshouding is ontkennend - en omdat [getuige 2] bij de rechter-commissaris (reeds in september 2024) de verklaring van [getuige 1] niet heeft bevestigd dat
ook [getuige 2]heeft gezien dat [slachtoffer 2] niet naar de wc mocht en haar behoefte in de wasbak moest doen. Verder overweegt de rechtbank dat de bewezenverklaring niet in overwegende mate steunt op de tegenover de politie afgelegde verklaring van getuige [getuige 1] . Onder deze omstandigheden wijst de rechtbank het verzoek af.
Juridisch kader mensenhandel
De vraag die de rechtbank moet beantwoorden, is of de verdachte zich, al dan niet in vereniging, schuldig heeft gemaakt aan mensenhandel van [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] zoals ten laste gelegd. Het verwijt van mensenhandel is in de tenlastelegging opgesplitst in specifieke verwijten die in het Wetboek van Strafrecht (hierna: Sr) worden beschreven in artikel 273f, eerste lid, onder 1⁰, 4⁰, 6⁰ en 9⁰. Onder 1⁰ gaat het om het werven, vervoeren en huisvesten van mensen met het oogmerk van uitbuiting. Het verwijt onder 4⁰ ziet op het zich beschikbaar laten stellen van mensen voor het verrichten van (in dit geval) seksuele handelingen met derden tegen betaling. Het verwijt onder 6⁰ ziet op het opzettelijk voordeel trekken uit de uitbuiting van een ander en onder 9⁰ gaat het over het zich laten bevoordelen uit de financiële opbrengst van die seksuele handelingen met derden. Voor een bewezenverklaring van mensenhandel zoals strafbaar is gesteld onder 1⁰, 4⁰ en 9⁰ moet bovendien vast komen te staan dat door de verdachte of zijn mededader(s) gebruik is gemaakt van een in artikel 273f, lid 1, eerste lid, onder 1⁰ Sr genoemd dwangmiddel.
Verder is voor een bewezenverklaring vereist dat sprake is van (het oogmerk van) uitbuiting. In het geval van prostitutiewerkzaamheden zal er – gelet op de aard van het werk en de forse inbreuk op de lichamelijke integriteit van het slachtoffer – in het geval van gebruik van enig dwangmiddel en enig financieel gewin bij de verdachte al snel sprake zijn van uitbuiting. Wanneer gebruik is gemaakt van enig dwangmiddel, is instemming van het slachtoffer met de beoogde of bestaande uitbuiting niet relevant.
De rechtbank stelt vast dat het volgende niet ter discussie staat. De verdachte heeft een seksuele relatie gehad gedurende een periode van drie maanden met het [slachtoffer 2] . In deze periode is [slachtoffer 2] als prostituee werkzaam geweest, iets wat zij daarvoor nog nooit had gedaan. De verdachte vervoerde [slachtoffer 2] naar haar prostitutieafspraken en pinde het geld als dat giraal werd overgemaakt. De verdachte heeft eveneens een seksuele relatie gehad gedurende een periode van twee weken met [slachtoffer 1] . In deze periode is [slachtoffer 1] eveneens als prostituee werkzaam geweest. [slachtoffer 1] verbleef in deze periode bij de verdachte thuis. De verdachte vervoerde [slachtoffer 1] naar haar prostitutieafspraken en pinde het geld als dat giraal werd overgemaakt.
Mensenhandel van [slachtoffer 2]
Kort nadat [slachtoffer 2] en de verdachte een relatie kregen, begon de verdachte haar te vertellen over werken in de prostitutie, waar [slachtoffer 2] tot dan toe totaal onbekend mee was. De verdachte ‘kon er uren over vertellen’. [slachtoffer 2] is hierop vervolgens in eerste instantie vrijwillig als prostituee gaan werken.
Al snel was er voor [slachtoffer 2] echter geen keuzemogelijkheid meer om dit werk te doen. Afspraken mocht zij immers niet weigeren van verdachte. De verdachte had verder het contact met de klanten en regelde ook alles rondom de werkzaamheden. Hij bepaalde bijvoorbeeld de plek, tijd en prijs van de afspraak en hij bepaalde eveneens welke kleding [slachtoffer 2] tijdens een afspraak moest dragen. De verdachte heeft haar niet tot nauwelijks meer alleen gelaten in deze periode. Zij stond continu onder zijn toezicht.
Gedurende de periode werd de verdachte steeds agressiever en overheersender. Kenmerkend voor deze sfeer is de verklaring van [slachtoffer 2] dat zij haar behoefte in de wasbak moest doen, hetgeen door [getuige 1] als toeschouwer hiervan bevestigd wordt. [slachtoffer 2] heeft verder meerdere malen verklaard dat zij bang was om tegen de verdachte in te gaan, uit angst voor eventuele repercussies. Zo heeft de verdachte bijvoorbeeld aan [slachtoffer 2] verteld wat hij met eerdere slachtoffers van hem heeft gedaan en heeft hij bovendien fysiek geweld tegen haar gebruikt. Dit geweld vindt tevens bevestiging in de verklaring van getuige [getuige 1] en de vader van [slachtoffer 2] .
Verder raakte [slachtoffer 2] door het aanbod van drugs steeds verder afhankelijk van de verdachte en belandde in een neerwaartse spiraal.
De verdachte inde ook relatief snel, vrijwel direct na een afspraak, het geld van de prostitutiewerkzaamheden van [slachtoffer 2] . Hij had de pinpas van [slachtoffer 2] in zijn bezit om girale betalingen direct te kunnen pinnen; contant geld moest [slachtoffer 2] eveneens direct afstaan. [slachtoffer 2] heeft (nagenoeg) niets van de inkomsten van haar werkzaamheden ontvangen.
Gelet op hetgeen hiervoor is overwogen acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte door dwang, (dreiging met) geweld en een andere feitelijkheid [slachtoffer 2] heeft geworven met het oogmerk van uitbuiting (artikel 273f lid 1 sub 1 Sr). De verdachte heeft haar door middel van de hiervoor genoemde dwangmiddelen gedwongen en/of bewogen om prostitutiewerkzaamheden te verrichten en hem te bevoordelen uit de opbrengsten hiervan (artikel 273f lid 1 sub 4 en sub 9). Omdat [slachtoffer 2] haar verdiensten grotendeels heeft afgestaan en de verdachte met dat geld zijn drugsgebruik en levensstijl financierde, heeft hij ook opzettelijk voordeel getrokken uit de uitbuiting van [slachtoffer 2] (artikel 273f lid 1 sub 6 Sr).
Mensenhandel van [slachtoffer 1]
De verdachte heeft [slachtoffer 1] die verbleef in [naam zorginstelling] , een opvangplek voor kwetsbare personen, in huis genomen.
Ook voor haar bepaalde de verdachte, net als bij [slachtoffer 2] , alles omtrent de logistiek achter en uitvoering van de prostitutieafspraken. De rechtbank verwijst hiervoor naar het gegeven dat indien klanten contact opnamen met het profiel van [slachtoffer 1] op een sekswebsite, de telefoon van de verdachte daar direct een melding van ontving. De verdachte ging eveneens mee naar de afspraken en daarna inde de verdachte het geld dat met de afspraken werd verdiend. Dit wordt ondersteund door de aangetroffen pinpas van [slachtoffer 1] in de fouillering van verdachte en de verklaring van de verdachte dat het contante geld dat hij tijdens zijn aanhouding op zak had afkomstig was van een prostitutieafspraak van [slachtoffer 1] .
[slachtoffer 1] mocht eveneens geen klanten weigeren. De verdachte heeft [slachtoffer 1] bedreigd met de dood, om te voorkomen dat zij weg zou lopen. Gedurende de periode van twee weken controleerde hij op bovenstaande wijze al met al het gehele leven van [slachtoffer 1] . De rechtbank verwijst hierbij ook naar de verklaring van getuige [getuige 3] , die gedurende deze periode geen contact met [slachtoffer 1] heeft gehad, hetgeen hoogst ongebruikelijk was.
Door [slachtoffer 1] in huis te nemen heeft de verdachte doelbewust ingespeeld op haar kwetsbare positie. Deze kwetsbaarheid blijkt onder andere uit haar duurzame psychische problematiek en een gebrek aan eigen huisvesting. [slachtoffer 1] had daardoor geen andere keuze dan de verdachte te gehoorzamen.
Gelet op hetgeen hiervoor is overwogen acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte door dwang, (dreiging met) geweld en een andere feitelijkheid en door misbruik te maken van een kwetsbare positie [slachtoffer 1] heeft vervoerd en gehuisvest met het oogmerk van uitbuiting (artikel 273f lid 1 sub 1 Sr). De verdachte heeft haar door middel van de hiervoor genoemde dwangmiddelen gedwongen en/of bewogen om prostitutiewerkzaamheden te verrichten en hem te bevoordelen uit de opbrengsten hiervan (artikel 273f lid 1 sub 4 en sub 9). Omdat [slachtoffer 1] haar verdiensten grotendeels heeft afgestaan en de verdachte met dat geld zijn drugsgebruik en levensstijl financierde, heeft hij ook opzettelijk voordeel getrokken uit de uitbuiting van [slachtoffer 2] (artikel 273f lid 1 sub 6 Sr).
De rechtbank zal de verdachte zowel voor feit 1 als feit 2 vrijspreken van het tenlastegelegde medeplegen omdat uit het dossier niet volgt dat hij de strafbare feiten samen met een ander heeft gepleegd.