ECLI:NL:RBLIM:2025:7308

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
23 juli 2025
Publicatiedatum
24 juli 2025
Zaaknummer
03.312816.23 en 03.720005.19 (tul)
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor seksuele uitbuiting en mensenhandel met gevangenisstraf en schadevergoeding

Op 23 juli 2025 heeft de Rechtbank Limburg in Roermond uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van mensenhandel en seksuele uitbuiting van twee vrouwen, [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2]. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte in de periode van 11 november 2023 tot en met 24 november 2023 [slachtoffer 1] en in de periode van 1 augustus 2023 tot en met 31 oktober 2023 [slachtoffer 2] heeft uitgebuit. De verdachte heeft beide slachtoffers gedwongen tot prostitutie, waarbij hij hen onder druk zette en hen financieel benadeelde door hun verdiensten in te nemen. De rechtbank oordeelde dat de verklaringen van de slachtoffers betrouwbaar waren en dat er voldoende bewijs was voor de beschuldigingen. De verdachte werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van 6 jaar, zonder TBS-maatregel, maar met een gedragsbeïnvloedende maatregel. Daarnaast werd de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 2] tot schadevergoeding van €30.000,00 toegewezen, bestaande uit gederfde inkomsten en immateriële schade. De rechtbank legde ook de tenuitvoerlegging op van een eerder voorwaardelijk opgelegde gevangenisstraf van 12 maanden.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Zittingsplaats Roermond
Strafrecht
Parketnummers : 03.312816.23 & 03.720005.19 (tul)
Tegenspraak
Vonnis van de meervoudige kamer d.d. 23 juli 2025
in de strafzaak tegen
[verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1988,
thans gedetineerd in P.I. Sittard.
De verdachte wordt bijgestaan door mr. R.D. Maessen, advocaat kantoorhoudende te Maastricht.

1.Onderzoek van de zaak

De zaak is inhoudelijk behandeld op de zitting van 9 juli 2025. De verdachte en zijn raadsman zijn verschenen. De officier van justitie en de verdediging hebben hun standpunten kenbaar gemaakt.
[slachtoffer 2] heeft zich als benadeelde partij gevoegd in het strafproces. Namens de benadeelde partij is op zitting gehoord mr. R. Odink, advocaat kantoorhoudende te Heerlen. De benadeelde partij [slachtoffer 2] is niet op zitting verschenen. De rechtbank heeft haar vordering tot schadevergoeding behandeld.

2.De tenlastelegging

De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht. De verdenking komt er, feitelijk weergegeven, op neer dat de verdachte samen met een of meer anderen:
Feit 1:in de periode van 11 november 2023 tot en met 24 november 2023 [slachtoffer 1] seksueel heeft uitgebuit (mensenhandel);
Feit 2:in de periode van 1 augustus 2023 tot en met 31 oktober 2023 [slachtoffer 2] seksueel heeft uitgebuit (mensenhandel).

3.De beoordeling van het bewijs

3.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht beide aan de verdachte tenlastegelegde feiten wettig en overtuigend bewezen.
3.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft bepleit dat de verdachte integraal moet worden vrijgesproken. De verdachte ontkent dat er sprake is geweest van enige vorm van dwang en uitbuiting. De verklaringen van [slachtoffer 2] en [slachtoffer 1] zijn inconsistent en innerlijke tegenstrijdig. Dat maakt dat ze onbetrouwbaar zijn en niet voor het bewijs kunnen worden gebruikt. Zonder de verklaringen van [slachtoffer 2] en [slachtoffer 1] bevat het dossier onvoldoende wettig en overtuigend bewijs om het tenlastegelegde bewezen te verklaren.
De raadsman heeft het voorwaardelijk verzoek gedaan tot het horen van de getuige [getuige 1] bij de rechter-commissaris, in het geval de rechtbank haar verklaring voor het bewijs gebruikt. De raadsman stelt daarbij dat de verdachte de verklaring van [getuige 1] betwist. Daarnaast heeft [getuige 1] tijdens haar verhoor bij de politie verklaard dat ook getuige [getuige 2] heeft gezien dat aangeefster [slachtoffer 2] haar behoefte in de wasbak moest doen, terwijl [getuige 2] bij de rechter-commissaris desgevraagd heeft verklaard dit niet te hebben waargenomen.
3.3
Het oordeel van de rechtbank [1]
3.3.1
De bewijsmiddelen
Op vrijdag 15 november 2023 werd er een melding gemaakt bij de politie omtrent de vermissing van een persoon genaamd [slachtoffer 1] . De melding werd gedaan door één van de begeleiders van zorginstelling [naam zorginstelling] (in Heerlen) waar [slachtoffer 1] verbleef. [slachtoffer 1] zou op 15 november 2023 in een verwarde en onrustige toestand zijn vertrokken. [2]
Het proces-verbaal van verhoor van
getuige [getuige 3]vermeldt – onder meer – het volgende: [3]
Ik ben werkzaam bij het Leger des Heils, bij de afdeling Levenskracht. Ik ben de persoonlijk begeleider van [slachtoffer 1] . […]
[slachtoffer 1] is vermist sinds woensdag 15 november 2023. Ik was de dag daarop, op donderdag 16 november 2023 bij [naam zorginstelling] voor een afspraak met [slachtoffer 1] . Dat was om 09:30 uur die dag. [slachtoffer 1] was echter niet aanwezig. […]
Normaal gesproken, als ik met [slachtoffer 1] een afspraak had, dan zorgde ze dat ze aanwezig was, of ze liet me weten waar ze was. […] [slachtoffer 1] liet het ook weten als ze echt niet kon. Dan maakten we een nieuwe afspraak. Er was altijd contact. Nu niet, dus dat bevreemdde me wel. […]
Op donderdag 16 november 2023 omstreeks 9.35 uur heb ik [slachtoffer 1] voor de eerste keer gebeld. Er werd niet gereageerd. Ik heb nog een paar keer gebeld, maar zonder reactie. Op donderdag 16 november 2023, te 09:38 uur, kreeg ik via Whatsapp een bericht van [slachtoffer 1] . In het eerste bericht dat [slachtoffer 1] stuurde, stond: "Kan echt niet opnemen" en vervolgens "krijg problemen".
Ik reageerde, nog steeds om 09:38 uur: "Ik sta bij [naam zorginstelling] ".
[slachtoffer 1] schreef hierop, om 09:38 uur: "Ik ben gisteren weggegaan".
Om 09:39 uur schreef [slachtoffer 1] : "Mag nu niet meer weg hier".
En: "Meld me maar vermist kan adres niet geven".
Ik berichtte terug dat we een afspraak hadden en dat ik haar graag wilde zien. Ze
stuurde om 10:02 uur terug: " [getuige 3] ik kom nu niet weg". […]
Vorige week maandag 13 november 2023, was ik in gesprek met [slachtoffer 1] . Dat was in [naam zorginstelling] , om 09:30 uur. [slachtoffer 1] vertelde me toen dat ze dat weekend bij ene [verdachte] op de [straatnaam 1] in Heerlen was geweest. Dat ze in zijn woning had gezeten en dat ze niet naar buiten mocht. Ze zou ook seks met hem gehad hebben. Ze zou ook klanten ontvangen hebben, die hij voor haar geregeld had. Ze zou voor deze klanten geen geld gekregen hebben; [verdachte] zou dat geld in zijn zak hebben gestoken.[…]
De situatie waarin [slachtoffer 1] zich bevindt, is zeer onveilig, zo schat ik in als haar begeleidster en als professional. [slachtoffer 1] neemt haar medicatie niet, ze gebruikt hoogstwaarschijnlijk drugs. Er is geen contact tussen mij en haar, dat is buiten het normale.
In een proces-verbaal van bevindingenis vermeld dat de politie op vrijdag 24 november 2023 [verdachte] aanhoudt in de Burger King in Kerkrade. Ook [slachtoffer 1] wordt daar op de achterbank van de auto aangetroffen. [4]
Verbalisant [verbalisant 1]relateert – onder meer – het volgende: [5]
Ik bevond mij op 24 november 2023 omstreeks 21.10 uur op de Roda JC Ring te Kerkrade. Mijn collega's hadden daar aanhoudingen verricht en aan mij werd gevraagd om het slachtoffer genaamd, [slachtoffer 1] naar het politiebureau te brengen. […]
Tijdens de autorit en op het politiebureau, in afwachting van haar hulpverleenster en collega’s van de politie, vertelde [slachtoffer 1] desgevraagd het navolgende aan mij:
- [verdachte] heeft mij laatst opgehaald bij [naam zorginstelling] . […]
- [verdachte] liet mij niet meer gaan;
- Ik kon nooit weg gaan want hij was 24/7 bij mij;
- Hij werd steeds agressief als ik zei dat ik wilde gaan.
- Hij werd agressief met woorden en zei dingen zoals: 'Als je gaat, dan ga ik je vermoorden'.
- [verdachte] heeft mij vaker gezegd om niets tegen de politie te zeggen en niet te praten want dan zou hij mij afschieten;
- [verdachte] controleerde mij de hele dag;
- De afgelopen week regelde [verdachte] meerdere seksafspraken voor mij via zijn telefoon en deze weigerde ik niet omdat hij anders boos zou worden en dat wilde ik niet omdat ik bang ben voor hem;
- Het geld dat betaald werd, hield [verdachte] bij zich en hij zei steeds dat dit voor ons was. Maar ik heb nog geen euro gezien.
- Ik durfde zijn woning niet uit te vluchten. Hij zei zaken zoals: 'Je weet niet met wie je te maken hebt', 'ik ben code Willem', 'Als jij weg gaat bij mij dan sla ik je in elkaar'. 'Dat heb ik al meerdere keren met vrouwen gedaan, ze in elkaar geslagen toen ze bij mij weg gingen'.
In het onderzoeksdossier vermeldt de politie dat ‘code Willem’ oud politievakjargon is voor een persoon die in de politiesystemen staat als gekend voor bezit en gebruik van een vuurwapen. [6]
Het proces-verbaal van bevindingen ‘gesprek met [slachtoffer 1] ’ vermeldt – onder meer - het volgende: [7]
Op vrijdag 24 november 2023 omstreeks 22.25 uur hebben wij verbalisanten een gesprek gevoerd met [slachtoffer 1] . Tijdens het gesprek hoorden wij [slachtoffer 1] zeggen dat [verdachte] haar bankpas en 300 euro van haar in bezit had. Deze avond zou [slachtoffer 1] twee seksklanten hebben gehad waarbij ze in totaal 300 euro zou hebben verdiend. Het proces-verbaal van verhoor van
[slachtoffer 1]bij de
rechter-commissarisvermeldt – onder meer – het volgende: [8]
[verdachte] wilde dat ik voor hem ging werken als prostituée. Dat heb ik ook gedaan. Maar hij heeft al het geld dat ik verdiende zelf opgestreken; het geld dus dat ik verdiende als prostituée. Ik heb niets van het geld gezien.
Ik ben twee weken bij hem in huis geweest tot het moment dat ik door de politie ben weggehaald. Ik stond als vermist opgegeven. Mijn begeleidster van [naam zorginstelling] had ik stiekem berichtjes gestuurd dat ze me moest komen halen, dat ik niet weg kon bij die man. In die tijd heb ik voor [verdachte] moeten werken. Ik ontving geen klanten bij hem thuis, hij bracht mij altijd naar de klant toe...[…]
[verdachte] heeft mij in de tijd dat ik bij hem in de woning was, wel vaak bedreigd. Hij zei dat, als ik weg zou gaan, hij mij zou vermoorden. Daarom durfde ik niet te vertrekken.
Verbalisanten [verbalisant 2] en [verbalisant 3]relateren – onder meer – het volgende: [9]
Het emailadres [emailadres] werd door [slachtoffer 1] gebruikt ten behoeve van prostitutie werkzaamheden onder andere via de website www.sexjobs.nl.
Ik zag na vergelijking van de Device Notifications van de evidence file van de mobiele telefoon van de verdachte [verdachte] met de emailberichten van de evidence file van de mobiele telefoon van het slachtoffer [slachtoffer 1] dat enkele seconden, nadat er een emailbericht binnen gekomen was op [ [emailadres] ] er een bericht/melding met betrekking tot dit betreffende emailbericht binnen kwam in de Device Notifications van de mobiele telefoon van de verdachte [verdachte] .
Verbalisant [verbalisant 4]relateert – onder meer – het volgende: [10]
Op vrijdag 24 november 2023, omstreeks 21:30 uur, werd tijdens de insluitingsfouillering van verdachte [verdachte] € 295,00 aangetroffen. Deze biljetten zaten in de portemonnee van verdachte [verdachte] .
Verbalisant [verbalisant 5]relateert – onder meer – het volgende: [11]
Op zaterdag 25 november heb ik in het cellencomplex te Heerlen de fouilleringzak van [verdachte] bekeken. In zijn portemonnee trof ik onder andere een bankpas aan van de Openbank. Dit betrof een debit kaart op naam van [slachtoffer 1] .
Verbalisant [verbalisant 6]relateert – onder meer – het volgende: [12]
[slachtoffer 1] kan als een zeer kwetsbaar persoon worden aangemerkt om de volgende redenen:
- Zij heeft een psychiatrisch verleden en werd tussen 2016 en heden meermaals gedurende langere of kortere tijd middels een IBS-maatregel opgenomen in psychiatrische inrichtingen.
- Zij is verslaafd aan harddrugs.
- Zij gebruikt medicatie, onder andere tegen angstaanvallen en schizofrenie, al dan niet in combinatie met harddrugs.
- Zij werd in de afgelopen jaren tientallen malen door de politie in verwarde toestand op straat aangetroffen.
- Zij heeft geen eigen zorgkader.
- Zij heeft geen eigen woning.
- Zij verblijft momenteel in de crisisopvang van [naam zorginstelling] .
In een proces-verbaal van bevindingen beschrijft de politie dat op maandag 27 november 2023 [getuige 3] telefonisch contact opneemt. De verbalisant hoort dat zij die ochtend bij [slachtoffer 1] was geweest en dat [slachtoffer 1] had verteld dat er nog twee vrouwen waren die voor [verdachte] werkten. Eén heet [slachtoffer 2] . Zij zou op het [adres 1] in Heerlen hebben gewoond en met de woning van [verdachte] aan het [adres 2] hebben geruild. Via de politiesystemen komt de politie op de naam van [slachtoffer 2] . [13]
Verbalisant [verbalisant 7] relateert – onder meer – het volgende: [14]
Op dinsdag 28 november 2023 heb ik contact opgenomen met de ouders van [ [slachtoffer 2] ] [slachtoffer 2] . De vader van [slachtoffer 2] , [naam vader] , nam de telefoon op. Ik hoorde dat hij tegen mij, spontaan en zonder ernaar te vragen, zei dat [slachtoffer 2] ongeveer 2 weken geleden thuis was gekomen met blauwe plekken, een kapot T-shirt en een kapotte telefoon.
Het proces-verbaal van verhoor
getuige [slachtoffer 2]vermeldt – onder meer – het volgende: [15]
A: Ik ken [verdachte] al vanaf kleins af aan. […] 19 maart (2023) ben ik mijn partner verloren. Dat was thuis op het [straatnaam 2] . Ik was van mijn padje af, mijn werk ging ook niet meer goed. Toen ging ik op een datingsite en toen kwam ik [verdachte] tegen. […]
2 a 3 maanden zijn we dag en nacht bij elkaar geweest […]. Van de ene op de andere dag ben ik weggegaan omdat hij fysiek geweld gebruikte. Hij duwde me weg met 2 handen in mijn gezicht, dit is 4 a 5 keer gebeurd die dag. Hij trok me ook aan mijn haren, heeft mijn bril kapot gemaakt. Ik heb die dag een moment afgewacht dat ik kon gaan.
Vrijdag 3 november ben ik bij hem weggegaan.
Ik heb me geprostitueerd, ongeveer 4 weken lang.[…]
V: Hoe ging dat met het geld?
A: Daar heb ik bijna niets van gezien. Dat ging op aan boodschappen en drugs. De eerste paar dagen hebben we het gedeeld omdat we toch altijd bij elkaar waren. Daarna nam hij het geld in beheer, ik heb er schulden aan overgehouden. […] Op een gegeven moment wilde ik wel weg, maar dat ging dan niet. Dan dreigde hij weer.
V: Hoe ging dat met het prostitueren? Via advertenties?
A: Ja, [verdachte] plaatste advertenties, hij hield ook de contacten met de klanten. […]
V: waar vonden de afspraken plaats?
A: Bij de klanten thuis, hij bracht me met de auto. […] De laatste dagen begon hij me in mijn gezicht te spugen, dat vond ik heel vervelend. […]
V: je werd met de auto gebracht. En dan?
A: Hij bleef buiten, hij ging mee naar binnen. Het geld gaf ik aan hem als ik in de auto terugkwam. Meestal cash, maar soms ook via de bank. Dat moest ik dan wel direct gaan pinnen. Hij had mijn bankpas al. Die had hij gewoon gepakt. Ik vond dat niet zo fijn. Je zit in een web, nu besef ik dat dat echt niet oké was. […]
V: Wat waren de prijzen die je afgesproken had en wat moest je daarvoor doen?
A: 150 euro voor een uur. Maar die bepaalde ik niet, dat werd bepaald door [verdachte] . […]
V: [verdachte] maakte de afspraak, maakte hij er een probleem van als je dan toch met minder geld naar buiten kwam?
A: Ja, hij haalde dan voorbeelden aan wat er met die andere meid gebeurde, [naam] ofzo. Hij maakte dan een gebaar met zijn elleboog alsof hij haar een stomp gaf. Dat was dan wat gebeurde als ze instapte met te weinig geld. Ik moest er dus voor zorgen dat ik altijd met genoeg geld naar buiten kwam, anders zou dat mij ook overkomen, daar dreigde hij mee. […]
V: Hoeveel geld heb je totaal verdiend?
A: Ik had soms 1000 euro per dag. Ook wel eens 800, maar nooit minder. Ik hoefde niet iedere dag te werken. Maar als ik opstond, moest ik me wel direct omkleden en klaar zijn.
V: Had je wel eens een vrije dag?
A: Ja, dat hing af van hem. Als hij niet lekker was of iets wilde gaan drinken, hoefde ik niet te werken. Maar hij bepaalde dat. […]Ik denk dat ik wel zeker iets van 20.000 heb verdiend, dat is een schatting. Van dat geld heb ik vrij weinig gezien.
O: Je vader heeft tijdens het telefoongesprek aangegeven dat je 2 weken geleden thuiskwam met blauwe plekken, kapotte kleren en een kapotte telefoon.
V: Wat kun je ons daar over vertellen?
A: Dat is gebeurd op de dag dat ik ben weggegaan. […]
A: Op een gegeven moment had hij me zo geïsoleerd, ik kon nergens anders meer naartoe.
Het proces-verbaal van aangifte van
[slachtoffer 2]vermeldt – onder meer – het volgende: [16]
A: Toen ik in contact kwam met [verdachte] merkte ik wel dat de normale gang van zaken dagelijks drugsgebruik was. […] Toen we aan de slag gingen met de mensenhandel, werd het gebruik al snel dagelijks. Het gebeurde altijd op zijn initiatief. Hij bepaalde hoeveel en wanneer ik het mocht gebruiken. Hij legde het ook klaar en hij bestelde het.
A: Waarom ben je dagelijks gaan gebruiken?
Om het aan te kunnen, want als ik opstond, was ik brak omdat ik laat thuis was en dan moest ik om 10 om 9 uur al weer op en moest me weer aankleden om meteen op pad te gaan om klanten te helpen.
V: Hoeveel gebruikte jij en wat ?
A: Cocaïne. […] Als we een keer thuis bleven, dan werden het meteen drie dagen, want dan was hij zo van de kaart dat we drie dagen niet werkten, dan waren ook vaak de mishandelingen. […] Dat was heel raar dan was hij echt psychopathisch en werd hij een beest.
Je vertelde dat hij niet vaak fysiek was?
A: Dat is wel twee keer gebeurd. […] Het was bijvoorbeeld, dat ik niet op mocht staan van de bank, hij zei dan :"Loop maar weg vertrek maar". Maar hij zat wel naast me met een dreigend gebaar van dat hij me zou slaan. Ik mocht zelfs niet naar het toilet. Soms mocht ik dan in de afwasbak in de keuken mijn behoefte doen. Dit gebeurde regelmatig. […] Hij had me echt in zijn macht.
Ik was blij dat er regelmatig twee mensen kwamen die hem ook rustig konden houden. Dat waren [getuige 2] en [getuige 1] .
Hij had me echt in zijn macht. Ik mocht zelfs niet roken, of hij sloeg het uit mijn handen of gooide de sigaretten over me heen of door de kamer heen. Als ik ze dan op wilde rapen, kwam hij weer dreigend naar mij toe. […]
Ook dreigde hij een sigarettenpeuk op mijn voorhoofd uit te duwen, dat vond hij blijkbaar ook heel interessant. […]
Voor hem was het een spel. Als ik het vroeg, kreeg ik het niet de coke. En als hij het aanbood en ik weigerde dan gooide hij de zakjes coke over mij heen.
V: Bepaalde hij nog meer?
A: Met wie ik sprak en met wie ik telefonisch contact had. Eigenlijk had ik geen
telefonisch contact meer met iemand. […] Ik weet niet hoeveel nieuwe brillen ik heb moeten kopen, omdat hij die kapot brak. Ik kan namelijk niet lezen zonder bril. […]
V: Over welke tijd hebben we het dan?
Ik denk augustus, september. De week na 15 juli (2023) ben ik in contact gekomen met hem en begin november (2023) ben ik bij hem weggegaan.
V: Vertel even hoe je terugkwam van een klant
Hij deed het klanten beheer. Hij zei van te voren wat het bedrag moest zijn en hij zei dat die klant het geld moest over maken. Hij vond dat maar niks omdat het te traceren was achteraf. Dan was ik bij de klant en liet ik [verdachte] een duimpje per WhatsApp waarmee ik aangaf dat het geld was overgemaakt. Als hij dat duimpje had dan ging hij al pinnen. Ik was daar niet bij.
Hij had al heel snel mijn bankpas in beheer. Soms kreeg ik cash geld en dan moest ik dat meteen in de auto geven, daar mocht ik ook niet te lang mee wachten.
Even over [getuige 2] , jij zei straks dat [getuige 2] ook door [verdachte] gemanipuleerd werd, vertel
eens?
A: […] Als [verdachte] onder de drugs zat en hij belde, dan kwam [getuige 2] al uit voorzorg of het wel goed ging met mij en [getuige 2] bleef dan zitten om me te beschermen. […]
[getuige 1] was de laatste dagen bijna dagelijks bij ons omdat het ook heel slecht ging met mij en zij mij niet alleen durfde te laten met hem. Door haar ben ik ook weg kunnen komen.
Ik wil nog vertellen, dat hij bepaalde welke kleding ik droeg als ik naar de klant ging.
Het proces-verbaal van verhoor van
[slachtoffer 2]bij de rechter-commissaris vermeldt – onder meer – het volgende: [17]
U bent op een gegeven moment in de prostitutie gaan werken. Had u dit vóór [verdachte] ook al eens gedaan?
Nee nooit.
Hoe kwam u dan op dit idee?
Ik werkte gewoon in de zorg, ik was verzorgende IG in een verzorgingstehuis voor oudere mensen. [verdachte] begon over het werken in de prostitutie te vertellen. Hij zei dat het chique was en dat je er veel geld mee kon verdienen. Hij vertelde hoe het was en dat hij dit al eerder had gedaan. Dit was het eerste gesprek erover. Hij kon er uren over vertellen.
Wat dacht u toen?
Ik wilde alles doen om hem te redden. Dat is ook de reden dat ik er mee ben begonnen; ik kon hem daar een plezier mee doen. Ik dacht: “misschien moet ik dat dan maar doen”. Hij had mij al zo geclaimd en gemanipuleerd. Ik wist niet waar ik aan begon. […]
U dacht dus “laten we dat maar doen”. Hoe ging het met de eerste klant?
Dat weet ik niet meer. Ik weet dat ik vervolgens weer moest werken, maar dat [verdachte] zei: “Vanavond gaan we weer.” Ik zei dat ik moest werken, maar hij zei dat ik me maar moest ziekmelden. Dat heb ik toen gedaan. […]
Wat als u toch tegen [verdachte] zou hebben gezegd: “ik heb dit een keer geprobeerd, ik doe het niet meer”?
Dat weet ik niet. Ik ging ook nergens alleen meer heen. Ik was bang voor [verdachte] , bang dat hij mij in elkaar zou slaan.
Waarom was u daar bang voor?
Ik was bang dat hij mij dood zou maken. Ik was er bang voor, omdat hij die andere vrouw ook heeft doorgelaten in die eerdere zaak en dat vertelde hij ook. Hij liet me ook lezen op internet wat hij met die vrouw had gedaan.
Was hij fysiek wel eens gewelddadig naar u toe?
Ja, hij spuugde in mijn gezicht. Hij maakte mijn telefoon kapot. Hij trok aan mijn haren, hij duwde mij, sprong met zijn hele gewicht bovenop me. Hij sloeg sigaretten en drinken uit mijn handen. Ik mocht op een gegeven moment ook niet maar naar het toilet. Ik moest dat op de wasbak doen, omdat hij bang was dat ik er anders vandoor zou gaan. Als hij ging douchen, moest ik mee en ook als hij naar het toilet ging. Er was een constante dreiging. Ik werd constant in de gaten gehouden door [verdachte] .
Wie maakte de afspraken voor het prostitutiewerk?
[verdachte] . Dit ging via een advertentie op internet. Hij had die advertentie gemaakt. Ik heb die advertentie wel eens gezien bij hem op mijn oude telefoon. Hij had die oude telefoon in zijn bezit. Ik mocht die ook niet aanraken.
Bij een advertentie moet je aangeven wat een klant kan verwachten. Had [verdachte] hierover overleg met u?
Nee. Hij had ook erin gezet dat ik het zonder condoom deed voor extra geld. Ik was het daar niet mee eens. Bij de klant kwam ik er achter dat hij dit had afgesproken.
En de prijs?
Dat regelde hij ook. […]
Als iemand reageerde op de advertentie, wie typte de berichten dan?
Hij. Ik heb zelf nooit contact gehad met een klant.[…]
Naar wie ging het geld?
Naar hem. We zeiden eerst dat we het zouden delen, maar na twee dagen zei hij dat hij het geld zou bewaren. Hij zei: “We delen toch alles.” Ik heb er nooit wat van gezien.
Het proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 1] vermeldt – onder meer – het volgende: [18]
V: Vertel eens wat [verdachte] voor een persoon is?
A: […] Als hij aan de drugs en aan de alcohol zit dan is het een jongen waar je voor moet oppassen. […] Hij kan dan heel agressief zijn. […]
V: Wat kun je vertellen over de verhouding tussen [slachtoffer 2] en [verdachte] ?
A: in het begin, toen ze elkaar net kenden, was het wel redelijk goed. Maar naderhand werd het agressief. En ja, prostitutie.
V: Die agressiviteit, heb jij dat ooit gezien?
A: Ik zal je vertellen, de hele maand oktober (2023), heb ik van ’s ochtends vroeg tot ‘s avonds laat daar gezeten, elke dag. Om [slachtoffer 2] te beschermen. Ik heb gezien dat hij agressief tegen haar deed. Hij heeft haar aan de haren getrokken, hij heeft haar gekeeld. Ze mocht niet naar de wc. Ze mocht helemaal niks, trok haar kleding kapot, dat heb ik gezien.
V: Je zei ze mocht niet naar de wc?
A: Ze mocht wel plassen, maar dan wel in de wasbak. Waar ik bij was.
V: En prostitutie zei je, wat kun je daar over vertellen?
A: Ja, ze werd gewoon gedwongen, door [verdachte] he. Want op een gegeven moment had ze daar geen zin meer in. [verdachte] had zoiets van: Ja het is geld, ik heb niks met jou te maken, je gaat gewoon. […]
V: Je zegt: [slachtoffer 2] had er geen zin meer in, ze werd gedwongen tot prostitutie, hoe merkte jij die dwang?
A: Pushen en als zij nee zij, dan werd hij agressief. Grote bek geven, proberen haar te slaan. Ik ben er een paar keer tussen gesprongen. Dat ging de hele maand oktober 2023 zo door.
V: Wat kun je vertellen over dat [slachtoffer 2] werd uitgebuit in de prostitutie?
A: Nou het geld dat zij binnenhaalde zeg maar, bij de klanten, moest ze meteen afgeven, ze kreeg er niets van. Alles harkte hij binnen.
V: Hoe weet jij dat?
A: Omdat ik daar vaak bij zat. […] Als [slachtoffer 2] dan zei : “En ik dan, krijg ik mijn deel niet?” Nee, jij krijgt niks. Dit heb ik meer dan 10 keer meegemaakt. […]
V: Wat kun je vertellen over dat [slachtoffer 2] weinig of geen vrijheid had?
[slachtoffer 2] had angst voor [verdachte] . Iedere keer als ze op wou staan of iets wilde doen liep hij achter haar aan, omdat hij bang was dat ze deur uit zou gaan en hem zou verlinken. Op 11 november 2023 ben ik op vakantie gegaan. Een week of twee daarvoor belde [slachtoffer 2] mij of ik kon komen. Zij zei kom alsjeblief hierheen, want het loopt uit de hand. Ik ben er naartoe gegaan. Ik heb toen aan [slachtoffer 2] gevraagd of ze met mij wilde gaan om me te helpen met poetsen, om haar weg te krijgen bij [verdachte] . [slachtoffer 2] en ik hadden bedacht dat [slachtoffer 2] toen zou kunnen ontsnappen van [verdachte] . Maar van [verdachte] mocht [slachtoffer 2] niet mee.
Ze is 2 keer met mij weggeweest, maar ze moest hem wel elke 5 minuten bellen, of hij belde haar elke 5 minuten op. De laatste keer toen ik haar heb helpen ontsnappen, toen belde [verdachte] of ik bij de Primera sigaretten voor hem wilde halen. [slachtoffer 2] is toen met mij meegelopen.
Het proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 2] vermeldt – onder meer – het volgende: [19]
Ik ken [slachtoffer 2] sinds eind van de zomer 2023. Ze zat ineens bij [verdachte] op de bank. Zo heb ik haar leren kennen. Ze waren dag en nacht samen. Ik bleef ook vaker daar totdat [verdachte] gekalmeerd was en wat rustiger was en dan ging ik weer naar huis toe.
[verdachte] wilde drinken en feesten. Hij was wel eens boos en schoot uit het niets uit zijn slof.
V: [slachtoffer 2] verklaarde: "Als [verdachte] onder de drugs zag en hij belde, dat kwam [getuige 2] al uit voorzorg of het wel goed ging met mij en [getuige 2] bleef dan zitten om me te beschermen. Hij sprak dan ook op [verdachte] in”. Wat kun je daar over vertellen?
A: Als [verdachte] belde ik heb ruzie dan ging ik daar heen want je weet maar nooit. Ik bleef dan zitten totdat het gekalmeerd was. […]
[slachtoffer 1] was de nieuwe vriendin van [verdachte] . Die heeft hij uit [naam zorginstelling] gehaald, zei hij.
De verdachte heeft ter terechtzitting van 9 juli 2025 – onder meer – het volgende verklaard:
Ik heb [slachtoffer 1] op [naam zorginstelling] opgehaald, naar klanten toegebracht en vervolgens weer bij [naam zorginstelling] afgezet. Na een tijdje is [slachtoffer 1] bij mij gebleven, ze heeft toen bij mij gewoond. […] Ik heb seks gehad met [slachtoffer 1] . […]
Ik heb een relatie gehad met [slachtoffer 2] . Ik heb [slachtoffer 2] één keer aan haar haren getrokken en ik heb haar geduwd. […] Dat de berichten van [ [emailadres] ] op mijn telefoon binnenkwamen heeft [slachtoffer 2] voor mij geregeld. Het kan zijn dat de bril van [slachtoffer 2] kapot is gegaan. […] Ik heb [slachtoffer 2] wel in haar gezicht geduwd. […]
Als iemand op de advertentie van [slachtoffer 2] of [slachtoffer 1] reageerde, regelde ik de afspraak en de bedragen. Ik wachtte dan buiten tot de afspraak klaar was. Ik regelde de ‘theorie’, zij de ‘praktijk’. In de tussentijd dat ik buiten wachtte, ging ik geld pinnen van de klanten, als dat was overgemaakt. […]
De € 295,00 die ik in bezit had toen ik aangehouden werd, kwam van een klant van die avond van [slachtoffer 1] . Ik had dat gepind.
3.3.2
De bewijsoverweging
Betrouwbaarheid verklaringen
De rechtbank acht de verklaringen van [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] betrouwbaar. Beide slachtoffers hebben ten overstaan van de politie en de rechter-commissaris meerdere verklaringen afgelegd, waarin zij uitvoerig en gedetailleerd hebben verklaard. Hun verklaringen zijn in grote lijnen en op essentiële onderdelen consistent. Daar waar binnen en tussen hun verklaringen inconsistenties zijn, betreft het ondergeschikte punten. Bovendien vinden de verklaringen – al dan niet gedeeltelijk – steun in de verklaring van [getuige 3] , [getuige 1] , [getuige 2] en de vader van [slachtoffer 2] en in telefoongegevens. De inconsistenties doen dan ook geen afbreuk aan de betrouwbaarheid van de verklaringen. Het is immers begrijpelijk dat iemand bij meerdere langdurige verhoren niet op ieder punt dezelfde exact dezelfde bewoordingen bezigt. Ook het gegeven dat slachtoffer [slachtoffer 2] het ‘gehele verhaal’ pas na verloop van tijd aan de politie heeft verteld, doet niet af aan de betrouwbaarheid van haar verklaring. Het is voorstelbaar dat slachtoffers van mensenhandel gebukt gaan onder een gevoel van schaamte, waardoor zij niet meteen volledig openheid van zaken geven. Het verweer van de verdediging – dat de verklaringen van [slachtoffer 2] en [slachtoffer 1] niet gebruikt mogen worden voor het bewijs – wordt daarmee verworpen.
Afwijzing voorwaardelijk verzoek horen getuige [getuige 1]
De raadsman heeft verzocht de getuige [getuige 1] te horen als getuige indien de rechtbank haar verklaring voor het bewijs gebruikt. Omdat dat het geval is, zal de rechtbank op dit verzoek beslissen. Op geen enkel moment in de procedure heeft de raadsman om het horen van deze getuige gevraagd, terwijl haar verklaring al zeer geruime tijd aanwezig is. De inhoudelijke behandeling van de zaak heeft zelfs langer op zich laten wachten omdat [getuige 2] , [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] op verzoek van de verdediging door de rechter-commissaris zijn gehoord. Pas tijdens de inhoudelijke behandeling doet de raadsman het verzoek om ook [getuige 1] te horen omdat de verdachte de inhoud van haar verklaring betwist - zijn proceshouding is ontkennend - en omdat [getuige 2] bij de rechter-commissaris (reeds in september 2024) de verklaring van [getuige 1] niet heeft bevestigd dat
ook [getuige 2]heeft gezien dat [slachtoffer 2] niet naar de wc mocht en haar behoefte in de wasbak moest doen. Verder overweegt de rechtbank dat de bewezenverklaring niet in overwegende mate steunt op de tegenover de politie afgelegde verklaring van getuige [getuige 1] . Onder deze omstandigheden wijst de rechtbank het verzoek af.
Juridisch kader mensenhandel
De vraag die de rechtbank moet beantwoorden, is of de verdachte zich, al dan niet in vereniging, schuldig heeft gemaakt aan mensenhandel van [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] zoals ten laste gelegd. Het verwijt van mensenhandel is in de tenlastelegging opgesplitst in specifieke verwijten die in het Wetboek van Strafrecht (hierna: Sr) worden beschreven in artikel 273f, eerste lid, onder 1⁰, 4⁰, 6⁰ en 9⁰. Onder 1⁰ gaat het om het werven, vervoeren en huisvesten van mensen met het oogmerk van uitbuiting. Het verwijt onder 4⁰ ziet op het zich beschikbaar laten stellen van mensen voor het verrichten van (in dit geval) seksuele handelingen met derden tegen betaling. Het verwijt onder 6⁰ ziet op het opzettelijk voordeel trekken uit de uitbuiting van een ander en onder 9⁰ gaat het over het zich laten bevoordelen uit de financiële opbrengst van die seksuele handelingen met derden. Voor een bewezenverklaring van mensenhandel zoals strafbaar is gesteld onder 1⁰, 4⁰ en 9⁰ moet bovendien vast komen te staan dat door de verdachte of zijn mededader(s) gebruik is gemaakt van een in artikel 273f, lid 1, eerste lid, onder 1⁰ Sr genoemd dwangmiddel.
Verder is voor een bewezenverklaring vereist dat sprake is van (het oogmerk van) uitbuiting. In het geval van prostitutiewerkzaamheden zal er – gelet op de aard van het werk en de forse inbreuk op de lichamelijke integriteit van het slachtoffer – in het geval van gebruik van enig dwangmiddel en enig financieel gewin bij de verdachte al snel sprake zijn van uitbuiting. Wanneer gebruik is gemaakt van enig dwangmiddel, is instemming van het slachtoffer met de beoogde of bestaande uitbuiting niet relevant.
De rechtbank stelt vast dat het volgende niet ter discussie staat. De verdachte heeft een seksuele relatie gehad gedurende een periode van drie maanden met het [slachtoffer 2] . In deze periode is [slachtoffer 2] als prostituee werkzaam geweest, iets wat zij daarvoor nog nooit had gedaan. De verdachte vervoerde [slachtoffer 2] naar haar prostitutieafspraken en pinde het geld als dat giraal werd overgemaakt. De verdachte heeft eveneens een seksuele relatie gehad gedurende een periode van twee weken met [slachtoffer 1] . In deze periode is [slachtoffer 1] eveneens als prostituee werkzaam geweest. [slachtoffer 1] verbleef in deze periode bij de verdachte thuis. De verdachte vervoerde [slachtoffer 1] naar haar prostitutieafspraken en pinde het geld als dat giraal werd overgemaakt.
Mensenhandel van [slachtoffer 2]
Kort nadat [slachtoffer 2] en de verdachte een relatie kregen, begon de verdachte haar te vertellen over werken in de prostitutie, waar [slachtoffer 2] tot dan toe totaal onbekend mee was. De verdachte ‘kon er uren over vertellen’. [slachtoffer 2] is hierop vervolgens in eerste instantie vrijwillig als prostituee gaan werken.
Al snel was er voor [slachtoffer 2] echter geen keuzemogelijkheid meer om dit werk te doen. Afspraken mocht zij immers niet weigeren van verdachte. De verdachte had verder het contact met de klanten en regelde ook alles rondom de werkzaamheden. Hij bepaalde bijvoorbeeld de plek, tijd en prijs van de afspraak en hij bepaalde eveneens welke kleding [slachtoffer 2] tijdens een afspraak moest dragen. De verdachte heeft haar niet tot nauwelijks meer alleen gelaten in deze periode. Zij stond continu onder zijn toezicht.
Gedurende de periode werd de verdachte steeds agressiever en overheersender. Kenmerkend voor deze sfeer is de verklaring van [slachtoffer 2] dat zij haar behoefte in de wasbak moest doen, hetgeen door [getuige 1] als toeschouwer hiervan bevestigd wordt. [slachtoffer 2] heeft verder meerdere malen verklaard dat zij bang was om tegen de verdachte in te gaan, uit angst voor eventuele repercussies. Zo heeft de verdachte bijvoorbeeld aan [slachtoffer 2] verteld wat hij met eerdere slachtoffers van hem heeft gedaan en heeft hij bovendien fysiek geweld tegen haar gebruikt. Dit geweld vindt tevens bevestiging in de verklaring van getuige [getuige 1] en de vader van [slachtoffer 2] .
Verder raakte [slachtoffer 2] door het aanbod van drugs steeds verder afhankelijk van de verdachte en belandde in een neerwaartse spiraal.
De verdachte inde ook relatief snel, vrijwel direct na een afspraak, het geld van de prostitutiewerkzaamheden van [slachtoffer 2] . Hij had de pinpas van [slachtoffer 2] in zijn bezit om girale betalingen direct te kunnen pinnen; contant geld moest [slachtoffer 2] eveneens direct afstaan. [slachtoffer 2] heeft (nagenoeg) niets van de inkomsten van haar werkzaamheden ontvangen.
Gelet op hetgeen hiervoor is overwogen acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte door dwang, (dreiging met) geweld en een andere feitelijkheid [slachtoffer 2] heeft geworven met het oogmerk van uitbuiting (artikel 273f lid 1 sub 1 Sr). De verdachte heeft haar door middel van de hiervoor genoemde dwangmiddelen gedwongen en/of bewogen om prostitutiewerkzaamheden te verrichten en hem te bevoordelen uit de opbrengsten hiervan (artikel 273f lid 1 sub 4 en sub 9). Omdat [slachtoffer 2] haar verdiensten grotendeels heeft afgestaan en de verdachte met dat geld zijn drugsgebruik en levensstijl financierde, heeft hij ook opzettelijk voordeel getrokken uit de uitbuiting van [slachtoffer 2] (artikel 273f lid 1 sub 6 Sr).
Mensenhandel van [slachtoffer 1]
De verdachte heeft [slachtoffer 1] die verbleef in [naam zorginstelling] , een opvangplek voor kwetsbare personen, in huis genomen.
Ook voor haar bepaalde de verdachte, net als bij [slachtoffer 2] , alles omtrent de logistiek achter en uitvoering van de prostitutieafspraken. De rechtbank verwijst hiervoor naar het gegeven dat indien klanten contact opnamen met het profiel van [slachtoffer 1] op een sekswebsite, de telefoon van de verdachte daar direct een melding van ontving. De verdachte ging eveneens mee naar de afspraken en daarna inde de verdachte het geld dat met de afspraken werd verdiend. Dit wordt ondersteund door de aangetroffen pinpas van [slachtoffer 1] in de fouillering van verdachte en de verklaring van de verdachte dat het contante geld dat hij tijdens zijn aanhouding op zak had afkomstig was van een prostitutieafspraak van [slachtoffer 1] .
[slachtoffer 1] mocht eveneens geen klanten weigeren. De verdachte heeft [slachtoffer 1] bedreigd met de dood, om te voorkomen dat zij weg zou lopen. Gedurende de periode van twee weken controleerde hij op bovenstaande wijze al met al het gehele leven van [slachtoffer 1] . De rechtbank verwijst hierbij ook naar de verklaring van getuige [getuige 3] , die gedurende deze periode geen contact met [slachtoffer 1] heeft gehad, hetgeen hoogst ongebruikelijk was.
Door [slachtoffer 1] in huis te nemen heeft de verdachte doelbewust ingespeeld op haar kwetsbare positie. Deze kwetsbaarheid blijkt onder andere uit haar duurzame psychische problematiek en een gebrek aan eigen huisvesting. [slachtoffer 1] had daardoor geen andere keuze dan de verdachte te gehoorzamen.
Gelet op hetgeen hiervoor is overwogen acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte door dwang, (dreiging met) geweld en een andere feitelijkheid en door misbruik te maken van een kwetsbare positie [slachtoffer 1] heeft vervoerd en gehuisvest met het oogmerk van uitbuiting (artikel 273f lid 1 sub 1 Sr). De verdachte heeft haar door middel van de hiervoor genoemde dwangmiddelen gedwongen en/of bewogen om prostitutiewerkzaamheden te verrichten en hem te bevoordelen uit de opbrengsten hiervan (artikel 273f lid 1 sub 4 en sub 9). Omdat [slachtoffer 1] haar verdiensten grotendeels heeft afgestaan en de verdachte met dat geld zijn drugsgebruik en levensstijl financierde, heeft hij ook opzettelijk voordeel getrokken uit de uitbuiting van [slachtoffer 2] (artikel 273f lid 1 sub 6 Sr).
De rechtbank zal de verdachte zowel voor feit 1 als feit 2 vrijspreken van het tenlastegelegde medeplegen omdat uit het dossier niet volgt dat hij de strafbare feiten samen met een ander heeft gepleegd.
3.4
De bewezenverklaring
De rechtbank acht bewezen dat de verdachte:
feit 1
in de periode van 11 november 2023 tot en met 24 november 2023 in Nederland, [slachtoffer 1] , door dwang, door dreiging met geweld en door misbruik van een kwetsbare positie,
- heeft vervoerd en gehuisvest met het oogmerk van seksuele uitbuiting van die [slachtoffer 1] (sub 1) en
- heeft gedwongen en/of bewogen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van arbeid of diensten van seksuele aard (sub 4) en
- opzettelijk voordeel heeft getrokken uit de seksuele uitbuiting van [slachtoffer 1] (sub 6) en
- heeft gedwongen verdachte te bevoordelen uit de opbrengst van haar seksuele handelingen met een derde (sub 9) ,
hierin bestaande dat hij, verdachte,
- een seksuele relatie met die [slachtoffer 1] is aangegaan en
- afspraken met klanten heeft gemaakt en klanten heeft geregeld voor die [slachtoffer 1] en
- die [slachtoffer 1] heeft gedwongen, tegen haar wil in, als prostituée te werken en
- die [slachtoffer 1] heeft verplicht geen klanten te weigeren en
- die [slachtoffer 1] naar klanten heeft gebracht en
- die [slachtoffer 1] een aanzienlijk deel van haar verdiensten heeft laten afgeven aan verdachte en
- de pinpas van die [slachtoffer 1] in bezit heeft gehouden en
- die [slachtoffer 1] nooit alleen heeft gelaten en tegen die [slachtoffer 1] heeft gezegd “als je gaat, dan ga ik je vermoorden” en “Je weet niet met wie je te maken hebt, ik ben code Willem” en “als je weggaat bij mij, dan sla ik je in elkaar. Dat heb ik al met meerdere vrouwen gedaan die bij mij weg gingen” en “als je met de politie praat, dan schiet ik je af”;
feit 2
in de periode 1 augustus 2023 tot en met 31 oktober 2023 in Nederland, [slachtoffer 2] , door dwang, geweld of andere feitelijkheden of door dreiging met geweld,
- heeft geworven en vervoerd met het oogmerk van seksuele uitbuiting van die [slachtoffer 2] (sub 1) en
- heeft gedwongen en/of bewogen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van arbeid of diensten van seksuele aard (sub 4) en
- opzettelijk voordeel heeft getrokken uit de seksuele uitbuiting van, [slachtoffer 2] (sub 6) en
- heeft gedwongen dan wel bewogen verdachte te bevoordelen uit de opbrengst van haar seksuele handelingen met een derde (sub 9)
hierin bestaande dat hij, verdachte,
- een (seksuele) relatie met die [slachtoffer 2] is aangegaan en
- verdovende middelen aan die [slachtoffer 2] heeft verstrekt en cocaïne over die [slachtoffer 2] heeft gegooid als die [slachtoffer 2] geen cocaïne wilde gebruiken en die [slachtoffer 2] daardoor afhankelijk van hem heeft gemaakt en
- afspraken met klanten heeft gemaakt en klanten heeft geregeld voor die [slachtoffer 2] en
- die [slachtoffer 2] heeft gedwongen, tegen haar wil in, als prostituée te werken en
- die [slachtoffer 2] heeft verplicht geen klanten te weigeren en
- die [slachtoffer 2] naar klanten heeft gebracht en
- die [slachtoffer 2] gedwongen heeft bepaalde kleding aan te doen als die [slachtoffer 2] naar een klant ging en
- die [slachtoffer 2] een aanzienlijk deel van haar verdiensten heeft laten afgeven aan verdachte en
- de pinpas van die [slachtoffer 2] in bezit heeft gehouden en
- die [slachtoffer 2] heeft verplicht niet haar behoefte te doen op het toilet maar in een wasbak in de keuken en sigaretten uit de mond van die [slachtoffer 2] heeft geslagen en/of gedreigd heeft/hebben een sigaret op het hoofd van die [slachtoffer 2] uit te drukken en die [slachtoffer 2] aan de haren heeft getrokken en de keel van die [slachtoffer 2] heeft dicht geknepen en die [slachtoffer 2] op een andere manier heeft mishandeld en gedreigd heeft die [slachtoffer 2] te mishandelen en de kleding van die [slachtoffer 2] heeft kapot getrokken
- die [slachtoffer 2] nooit alleen heeft gelaten en brillen heeft vernield (waardoor die [slachtoffer 2] niks meer kon lezen).
De rechtbank acht niet bewezen hetgeen meer of anders is ten laste gelegd. De verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, leest de rechtbank deze verbeterd. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.

4.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert de volgende strafbare feiten op:
feit 1 en 2:mensenhandel.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.

5.De strafbaarheid van de verdachte

Forensisch neuropsycholoog [naam psycholoog] en psychiater [naam psychiater] hebben in april 2024 gerapporteerd over de geestvermogens van de verdachte Op respectievelijk 8 en 10 mei 2025 hebben zij hun rapportages geactualiseerd. Zowel de psychiater als de psycholoog stellen de diagnose anti-sociale persoonlijkheidsstoornis met narcistische trekken, een stoornis in het gebruik van cannabis, cocaïne en alcohol en een beperkte neurocognitieve stoornis als gevolg van middelengebruik in de zin van onder andere een gestoord geheugen, vermogen om te plannen en impulsen te controleren. Omdat deze diagnoses een chronisch karakter hebben, concluderen de deskundigen dat deze stoornissen ook ten tijde van de tenlastegelegde menshandel aanwezig waren. Wegens de ontkennende houding van de verdachte is er echter geen zicht gekomen op de totstandkoming van dit strafbare feit. Het is daarom niet mogelijk om na te gaan of en in hoeverre de stoornissen van invloed zijn geweest op het delictgedrag en de deskundigen kunnen om die reden ook geen uitspraak doen over de mate van toerekenen.
De rechtbank komt op basis van de in die rapporten opgenomen bevindingen niet tot de conclusie dat bij de verdachte sprake is van een omstandigheid die zijn strafbaarheid geheel uitsluit. De verdachte is daarom strafbaar.

6.De straf

6.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat aan de verdachte wordt opgelegd een gevangenisstraf voor de duur van 6 jaren. De officier van justitie heeft verder naar voren gebracht dat de verdachte - die eerder is veroordeeld wegens mensenhandel - niets geleerd heeft van een gevangenisstraf en reclasseringstoezicht. Dat leidt tot de conclusie dat hij in een bepaalde mate wordt beperkt in zijn keuzevrijheid waarbij volgens de officier van justitie zijn anti-sociale persoonlijkheidsstoornis wel een rol moet hebben gespeeld. Om die reden acht zij de verdachte verminderd toerekeningsvatbaar. Omdat de verdachte verder nergens aan wil meewerken en er een hoog risico is op herhaling, is naast een gevangenisstraf een TBS-maatregel met verpleging van overheidswege noodzakelijk ter beveiliging van de samenleving.
6.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft bepleit om bij een eventuele veroordeling in ieder geval geen TBS-maatregel op te leggen. Naar de mening van de raadsman bieden de rapportages van de psycholoog en psychiater hiervoor geen onderbouwing
.
6.3
Het oordeel van de rechtbank
Bij de bepaling van de op te leggen straf is gelet op de aard en ernst van hetgeen bewezen is verklaard, op de omstandigheden waaronder het bewezenverklaarde is begaan en op de persoon van de verdachte, zoals een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting naar voren is gekomen.
Ernst van de strafbare feiten
De verdachte heeft twee vrouwen seksueel uitgebuit. Eén van hen betreft een zeer kwetsbare vrouw die hij naar eigen zeggen uit een opvanglocatie heeft ‘gehaald’. Zij is door de hem gehuisvest met het doel inkomsten voor hem te genereren. Het andere slachtoffer – met wie de verdachte een relatie had - heeft hij geworven voor de prostitutie. In het begin deed zij dat om hem een plezier te doen, maar al snel was het niet meer mogelijk om ‘nee’ te zeggen. Gaandeweg werd zij meer en meer door de verdachte gecontroleerd en vernederd. Met zijn manier van handelen heeft de verdachte een grove inbreuk gemaakt op de autonomie en menswaardigheid van beide vrouwen die geen kant meer op konden. Het behoeft geen betoog dat seksuele uitbuiting leidt tot ingrijpende psychische gevolgen voor de slachtoffers daarvan. Gedwongen prostitutie wekt daarom terecht afschuw op.
De strafmaat
Op dergelijke ernstige feiten kan naar het oordeel van de rechtbank slechts worden gereageerd met het opleggen van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van aanzienlijke duur. In strafverzwarende zin neemt de rechtbank mee dat de verdachte, toen hij het bewezenverklaarde beging, nog in een proeftijd liep van een eerdere veroordeling voor seksuele uitbuiting. Hoewel niet geheel vergelijkbaar, komt het feitencomplex op grote lijnen met elkaar overeen. De verdachte was een gewaarschuwd man, maar dit heeft hem er niet van weerhouden opnieuw en op vergelijkbare wijze twee vrouwen seksueel uit te buiten. Verdachte ziet de ernst van zijn handelen niet in en neemt geen verantwoordelijkheid voor zijn daden. In plaats daarvan verschuilt hij zich in een slachtofferrol.
Alles overwegend veroordeelt de rechtbank de verdachte tot een gevangenisstraf van 6 jaren.
Geen TBS-maatregel, wel gedragsbeïnvloedende en vrijheidsbeperkende maatregel
De rechtbank volgt de officier van justitie niet in haar eis om de maatregel TBS met verpleging van overheidswege op te leggen. De psychiater heeft zich onthouden van een advies over behandeling of begeleiding in een strafrechtelijk kader vanwege het ontbreken van een delictscenario, een incomplete risicotaxatie en het gebrek aan zicht op de mate van doorwerking van de stoornissen. De psycholoog kan evenmin advies geven over een behandeling in een strafrechtelijk kader. Wel stelt deze deskundige dat de kans op herhaling van agressief of anderszins grensoverschrijdend delictgedrag hoog wordt ingeschat.
Daarbij merkt de psycholoog tevens op dat er - gezien ook eerdere behandelingen die niet tot verandering hebben geleid – weinig valt te verwachten van in te zetten interventies.
De rechtbank ziet in hetgeen de deskundigen naar voren hebben gebracht te weinig aanknopingspunten om na de jarenlange gevangenisstraf een TBS-maatregel met verpleging van overheidswege op te leggen. Daarbij neemt de rechtbank mede in ogenschouw dat er weinig te verwachten valt van behandeling, wat nu juist de kern van de TBS-maatregel vormt.
De rechtbank ziet in de deskundigenrapportages en in de eerdere veroordeling van de verdachte wel een indicatie dat er gevaar van de verdachte uitgaat en dat er een reële kans op herhaling bestaat. Dat maakt dat de rechtbank het ter bescherming van de maatschappij en ter voorkoming van strafbare feiten noodzakelijk acht om naast de gevangenisstraf een maatregel strekkende tot gedragsbeïnvloeding of vrijheidsbeperking als bedoeld in artikel 38z van het Wetboek van Strafrecht op te leggen. Daarmee wordt de mogelijkheid gecreëerd om de verdachte na afloop van zijn straf onder toezicht te stellen indien dat in verband met dan nog bestaande risico's noodzakelijk is. Aan de wettelijke vereisten voor oplegging van de maatregel is voldaan. De beoordeling van de noodzaak tot tenuitvoerlegging van de maatregel, en indien nodig onder welke voorwaarden, zal in de laatste fase van de aan verdachte opgelegde gevangenisstraf plaatsvinden. Een risicotaxatie van het dan aanwezige recidivegevaar dient in het kader van die beoordeling plaats te vinden.
Tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat de verdachte in aanmerking komt voor deelname aan een penitentiair programma, als bedoeld in artikel 4 Penitentiaire beginselenwet of tot het moment dat de regeling van voorwaardelijke invrijheidsstelling aan de orde is, als bedoeld in artikel 6:2:10 Wetboek van Strafvordering.

7.De benadeelde partij en de schadevergoedingsmaatregel

7.1
De vordering van de benadeelde partij
De benadeelde partij [slachtoffer 2] vordert schadevergoeding tot een bedrag van € 30.000,00, bestaande uit € 20.000,00 gederfde inkomsten en € 10,000,00 immateriële schade. De benadeelde heeft verzocht om vermeerdering van het toe te wijzen bedrag met de wettelijke rente en om oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
7.2
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft geconcludeerd tot toewijzing van de gehele vordering.
7.3
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft primair bepleit dat de benadeelde niet ontvankelijk moet worden verklaard, nu de verdediging vrijspraak heeft bepleit van het tweede tenlastegelegde feit. Subsidiair heeft de verdediging aangevoerd dat de vordering moet worden afgewezen, nu deze niet is onderbouwd. Meer subsidiair heeft de verdediging aangevoerd dat de benadeelde niet-ontvankelijk moet worden verklaard nu de vordering een onevenredige belasting van het strafproces oplevert.
7.4
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank stelt voorop dat de vordering niet van een dusdanig ingewikkelde aard is dat de inhoudelijke behandeling ervan een onevenredige belasting van het strafproces oplevert. Over de inhoud van de vordering overweegt de rechtbank als volgt
De materiële schade
De rechtbank is voldoende gebleken dat de benadeelde partij als gevolg van het onder feit 2 bewezen verklaarde rechtstreeks schade heeft geleden tot het bedrag zoals gevorderd. Hoewel de vordering zeer summier is onderbouwd – er wordt in grote lijnen verwezen naar het dossier – oordeelt de rechtbank dat de aangevoerde gederfde inkomsten van € 20.000,00 aannemelijk zijn. Op basis van de bankafschriften die zich in het dossier bevinden, constateert de rechtbank dat het slachtoffer op sommige dagen enkel door girale betalingen al € 800,00 verdiende, waar de contante betalingen dan nog bij moeten worden opgeteld. Er vanuit gaand dat de benadeelde € 800,00 per dag heeft verdiend, moet de benadeelde 25 dagen hebben gewerkt om € 20.000,00 te verdienen. Verspreid over de bewezenverklaarde periode van 3 maanden acht de rechtbank dit bedrag redelijk en aannemelijk. De vordering komt daardoor wat betreft het materiële gedeelte geheel voor toewijzing in aanmerking.
De immateriële schade
De wet regelt in artikel 6:106 BW de vergoeding van ‘ander nadeel’ dan vermogensschade. Volgens artikel 6:106 aanhef en onder b BW komt vergoeding van ander nadeel in aanmerking bij lichamelijk letsel, aantasting in de eer of goede naam of aantasting van de persoon op andere wijze.
Hoewel de door de benadeelde opgevoerde psychische schade zeer summier is onderbouwd, is de rechtbank van oordeel dat uit het dossier evident naar voren komt dat zij als gevolg van het handelen van de verdachte in haar persoon is aangetast.
Alles overwegend en gelet op de letsellijst Schadefonds Geweldsmisdrijven, is de rechtbank van oordeel dat de hoogte van de gevorderde immateriële schade redelijk en billijk is en daardoor geheel voor toewijzing in aanmerking komt.
De rechtbank zal de schadevergoedingsmaatregel ex artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht opleggen en het toegewezen bedrag vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 31 oktober 2023 tot aan de dag der algehele voldoening.

8.De vordering tenuitvoerlegging

De officier van justitie heeft de tenuitvoerlegging gevorderd van de bij vonnis van de rechtbank Limburg van 13 juli 2020 opgelegde voorwaardelijke gevangenisstraf van 12 maanden.
8.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft ter terechtzitting gepersisteerd bij de vordering.
8.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft bepleit dat de vordering dient te worden afgewezen.
8.3
Het oordeel van de rechtbank
Nu gebleken is dat de verdachte zich voor het einde van de proeftijd aan strafbare feiten heeft schuldig gemaakt, is de rechtbank van oordeel dat de tenuitvoerlegging van genoemde voorwaardelijke straf op zijn plaats is. De rechtbank ziet geen aanleiding tot een andere beslissing, nu de voorwaardelijke straf is opgelegd voor hetzelfde soort feit. Daarom zal de rechtbank de vordering van de officier van justitie toewijzen en de tenuitvoerlegging van de voorwaardelijke straf gelasten.

9.Het beslag

De verbeurdverklaring
De rechtbank stelt vast dat de onder de verdachte inbeslaggenomen iPhone XR een voorwerp betreft met behulp waarvan het bewezenverklaarde feit is begaan, omdat dit de telefoon betreft waarop de verdachte een melding kreeg indien er een e-mailbericht was verstuurd naar het e-mailadres dat werd gebruikt ten behoeve van prostitutiewerkzaamheden. De iPhone is daarmee vatbaar voor verbeurdverklaring.
De onttrekkingen aan het verkeer
De rechtbank acht de onder de verdachte in beslag genomen hennep vatbaar voor onttrekking aan het verkeer. De hennep is van zodanige aard dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet.

10.De wettelijke voorschriften

De beslissing berust op de artikelen 33, 33a, 36b, 36d, 36f, 38z, 57 en 273f van het Wetboek van Strafrecht.

11.De beslissing

De rechtbank:
Bewezenverklaring
  • verklaart het tenlastegelegde bewezen zoals hierboven onder 3.4 is omschreven;
  • spreekt de verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
Strafbaarheid
  • verklaart dat het bewezenverklaarde de strafbare feiten oplevert zoals hierboven onder 4 is omschreven;
  • verklaart de verdachte strafbaar;
Straf
  • veroordeelt de verdachte voor beide feiten tot een gevangenisstraf van 6 jaren;
  • beveelt dat de tijd die door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van deze gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
  • legt op de maatregel tot gedragsbeïnvloeding of vrijheidsbeperking als bedoeld in artikel 38z van het Wetboek van Strafrecht;
Benadeelde partij en schadevergoedingsmaatregel
  • wijst de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij toe en veroordeelt de verdachte tot betaling aan de benadeelde partij, [slachtoffer 2] , van een bedrag van € 30.000,00, bestaande uit € 20.000,00 materiële schade en € 10.000,00 immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 31 oktober 2023 tot aan de dag der algehele voldoening;
  • veroordeelt verdachte tevens in de proceskosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en in de proceskosten die de benadeelde partij ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog moet maken;
  • legt aan de verdachte op de verplichting tot betaling aan de Staat ten behoeve van [slachtoffer 2] , van een bedrag van € 30.000,00, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 31 oktober 2023 tot aan de dag der algehele voldoening en bepaalt dat indien volledig verhaal niet mogelijk blijkt gijzeling kan worden toegepast voor de duur van 185 dagen. De toepassing van deze gijzeling heft de hiervoor opgelegde betalingsverplichting niet op;
  • verdachte is van zijn schadevergoedingsplicht jegens de benadeelde bevrijd voorzover hij heeft voldaan aan een van de hem opgelegde verplichtingen tot vergoeding van deze schade;
De tenuitvoerlegging
- beveelt de tenuitvoerlegging van de straf, voor zover voorwaardelijk opgelegd bij vonnis van de rechtbank te Limburg van 13 juli 2020, gewezen onder parketnummer
03-720005-19, te weten een gevangenisstraf voor de duur van 12 maanden;
Beslag
  • verklaart verbeurd het inbeslaggenomen goed, te weten 1 Apple iPhone XR (goednummer: G1657621);
  • onttrekt aan het verkeer het inbeslaggenomen goed, te weten hennep (goednummer: G1657957).
Dit vonnis is gewezen door mr. L. Feuth, voorzitter, mr. M.J.A.G. van Baal en mr. L.M.W. Peters, rechters, in tegenwoordigheid van mr. D.V. Haring en F.N.D. Bemer, griffiers, en uitgesproken ter openbare zitting van 23 juli 2025.
Buiten staatDe griffiers zijn niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.
BIJLAGE I: De tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd dat
T.a.v. feit 1:
hij in of omstreeks de periode van 11 november 2023 tot en met 24 november 2023 in de gemeente Landgraaf en/of de gemeente Heerlen en/of de gemeente Kerkrade en/of op andere plaatsen, in elk geval in het arrondissement Limburg, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen althans alleen, een ander te weten [slachtoffer 1] ,
(telkens) door dwang, geweld of (een) andere feitelijkhe(i)den) of door dreiging met geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en), door afpersing, fraude, misleiding dan wel door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht, door misbruik van een kwetsbare positie,
- ( telkens) heeft/hebben geworven, vervoerd, overgebracht, gehuisvest of opgenomen met het oogmerk van seksuele uitbuiting van die [slachtoffer 1] (sub 1°) en/of
- ( telkens) heeft/hebben gedwongen en/of bewogen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van arbeid of diensten van seksuele aard dan wel onder die omstandighe(i)d(en) enige handeling(en) heeft ondernomen waarvan verdachte wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat die [slachtoffer 1] zich daardoor beschikbaar zou stellen tot het verrichten van arbeid of diensten van seksuele aard (sub4°) en/of
- ( telkens) opzettelijk voordeel heeft/hebben getrokken uit de seksuele uitbuiting van die ander, te weten, [slachtoffer 1] , (sub 6°) en/of
- ( telkens) heeft/hebben gedwongen dan wel bewogen verdachte en/of een of meer van zijn medeverdachte(n) te bevoordelen uit de opbrengst van haar, [slachtoffer 1] , seksuele handelingen met en/of voor een derde (sub9°),
hierin bestaande dat hij, verdachte, en/of een of meer van zijn medeverdachte(n)
- een (seksuele) relatie met die [slachtoffer 1] is/zijn aangegaan en/of
- verdovende middelen aan die [slachtoffer 1] heeft/hebben verstrekt en [slachtoffer 1] daardoor afhankelijk van hem/hen heeft/hebben gemaakt en/of
- afspraken met klanten heeft/hebben gemaakt en/of klanten heeft/hebben geregeld voor die [slachtoffer 1] en/of
- die [slachtoffer 1] heeft/hebben gedwongen, tegen haar wil in, als prostituée te werken en/of
- die [slachtoffer 1] heeft/hebben verplicht geen klanten te weigeren en/of
- zijn woning ter beschikking heeft/hebben gesteld zodat die [slachtoffer 1] klanten kon ontvangen en/of
- die [slachtoffer 1] naar klanten heeft/hebben gebracht dan wel heeft/hebben laten brengen en/of
- die [slachtoffer 1] al haar verdiensten, althans een aanzienlijk deel daarvan heeft/hebben laten afgeven aan verdachte en/of zijn medeverdachte(n), althans die [slachtoffer 1] geen gedeelte, althans weinig van haar verdiensten heeft/hebben laten behouden en/of
- de pinpas van die [slachtoffer 1] heeft/hebben afgepakt en/of in bezit heeft/hebben gehouden en/of
- die [slachtoffer 1] heeft/hebben opgesloten en/of die [slachtoffer 1] nooit alleen heeft/hebben gelaten en/of die [slachtoffer 1] alleen heeft/hebben toegestaan haar telefoon te mogen gebruiken als hij, verdachte, naast haar zat en/of tegen die [slachtoffer 1] heeft gezegd “als je gaat, dan ga ik je vermoorden” en/of “Je weet niet met wie je te maken hebt, ik ben code Willem” en/of “als je weggaat bij mij, dan sla ik je in elkaar. Dat heb ik al met meerdere vrouwen gedaan die bij mij weg gingen” en/of “als je met de politie praat, dan schiet ik je af”, althans woorden van gelijke strekking” in elk geval één of meer (andere) handelingen heeft/hebben verricht, strekkende tot het brengen en/of houden van die [slachtoffer 1] in een dwang en/of uitbuitingssituatie, in elk geval in een van de verdachte en/of zijn medeverdachte(n) afhankelijke positie;
T.a.v. feit 2:
hij in of omstreeks de periode 01 augustus 2023 tot en met 31 oktober 2023 in de gemeente Heerlen en/of op andere plaatsen, in elk geval in het arrondissement Limburg, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een ander te weten [slachtoffer 2] ,
(telkens) door dwang, geweld of (een) andere feitelijkhe(i)den) of door dreiging met geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en), door afpersing, fraude, misleiding dan wel door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht, door misbruik van een kwetsbare positie,
- ( telkens) heeft/hebben geworven, vervoerd, overgebracht, gehuisvest of opgenomen met het oogmerk van seksuele uitbuiting van die [slachtoffer 2] (sub 1°) en/of
- ( telkens) heeft/hebben gedwongen en/of bewogen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van arbeid of diensten van seksuele aard dan wel onder die omstandighe(i)d(en) enige handeling(en) heeft ondernomen waarvan verdachte wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat die [slachtoffer 2] zich daardoor beschikbaar zou stellen tot het verrichten van arbeid of diensten van seksuele aard (sub4°) en/of
- ( telkens) opzettelijk voordeel heeft/hebben getrokken uit de seksuele uitbuiting van die ander, te weten, [slachtoffer 2] , (sub 6°) en/of
- ( telkens) heeft/hebben gedwongen dan wel bewogen verdachte en/of een of meer van zijn medeverdachte(n) te bevoordelen uit de opbrengst van haar, [slachtoffer 2] , seksuele handelingen met en/of voor een derde (sub9°),
hierin bestaande dat hij, verdachte, en/of een of meer van zijn medeverdachte(n)
- een (seksuele) relatie met die [slachtoffer 2] is/zijn aangegaan en/of
- verdovende middelen aan die [slachtoffer 2] heeft hebben verstrekt en/of cocaïne over die [slachtoffer 2] heeft/hebben gegooid als die [slachtoffer 2] geen cocaïne wilde gebruiken en die [slachtoffer 2] daardoor afhankelijk van hem/hen heeft/hebben gemaakt en/of
- afspraken met klanten heeft/hebben gemaakt en/of klanten heeft/hebben geregeld voor die [slachtoffer 2] en/of
- die [slachtoffer 2] heeft/hebben gedwongen, tegen haar wil in, als prostituée te werken en/of
- die [slachtoffer 2] heeft/hebben verplicht geen klanten te weigeren en/of
- zijn woning ter beschikking heeft/hebben gesteld zodat die [slachtoffer 2] klanten kon ontvangen en/of
- die [slachtoffer 2] naar klanten heeft/hebben gebracht dan wel heeft/hebben laten brengen en/of
- die [slachtoffer 2] gedwongen heeft/hebben bepaalde kleding aan te doen als die [slachtoffer 2] naar een klant ging en/of
- die [slachtoffer 2] al haar verdiensten, althans een aanzienlijk deel daarvan heeft/hebben laten afgeven aan verdachte en/of zijn medeverdachte(n), althans die [slachtoffer 2] geen gedeelte, althans weinig van haar verdiensten heeft/hebben laten behouden en/of
- de pinpas van die [slachtoffer 2] heeft/hebben afgepakt en/of in bezit heeft/hebben gehouden en/of
- die [slachtoffer 2] heeft/hebben verplicht niet haar behoeften te doen op het toilet maar in een wasbak in de keuken en/of sigaretten uit de mond van die [slachtoffer 2] heeft/hebben geslagen en/of gedreigd heeft/hebben een sigaret op het hoofd van die [slachtoffer 2] uit te drukken en/of die [slachtoffer 2] aan de haren heeft/hebben getrokken en/of de keel van die [slachtoffer 2] heeft/hebben dicht geknepen en/of die [slachtoffer 2] op een andere manier heeft/hebben mishandeld en/of gedreigd heeft/hebben die [slachtoffer 2] te mishandelen en/of de kleding van die [slachtoffer 2] heeft/hebben kapot getrokken en/of
- die [slachtoffer 2] heeft/hebben opgesloten en/of die [slachtoffer 2] nooit alleen heeft/hebben gelaten en/of de telefoon van die [slachtoffer 2] heeft/hebben vernield (waardoor zij nergens meer naar toe kon) en/of (een) bril(len) heeft/hebben vernield (waardoor die [slachtoffer 2] niks meer kon lezen), in elk geval één of meer (andere) handelingen heeft/hebben verricht, strekkende tot het brengen en/of houden van die [slachtoffer 2] in een dwang en/of uitbuitingssituatie, in elk geval in een van de verdachte en/of zijn medeverdachte(n) afhankelijke positie;

Voetnoten

1.Waar hierna wordt verwezen naar paginanummers, wordt - tenzij anders vermeld - gedoeld op paginanummers uit het proces-verbaal van de Districtsrecherche Parkstad-Limburg, proces-verbaalnummer PL2300-2023186913, gesloten d.d. 28 februari 2024, doorgenummerd van pagina 1 tot en met pagina 202.
2.Proces-verbaal van bevindingen kwetsbaarheid [slachtoffer 1] van 5 december 2023, pagina 63.
3.Proces-verbaal van verhoor getuige van 20 november 2023, pagina’s 124 tot en met 126.
4.Proces-verbaal van bevindingen van 28 november 2023, pagina 59.
5.Proces-verbaal van bevindingen van 24 november 2023, pagina’s 30 tot en met 32.
6.Proces-verbaal (relaas) van 28 februari 2024, pagina 9.
7.Proces-verbaal van bevindingen van 27 november 2023, pagina 34.
8.Proces-verbaal van de rechter-commissaris in strafzaken bij de rechtbank Limburg van 24 juni 2025.
9.Proces-verbaal van bevindingen van 11 december 2023, pagina’s 86 en 87.
10.Proces-verbaal van bevindingen van 28 november 2023, pagina 54.
11.Proces-verbaal van bevindingen van 30 november 2023, pagina 60.
12.Proces-verbaal van bevindingen van 5 december 2023, pagina 66.
13.Proces-verbaal van bevindingen meerdere prostituees van 27 november 2023, pagina 52
14.Proces-verbaal van bevindingen van 28 november 2023, pagina 55.
15.Proces-verbaal van verhoor getuige van 30 november 2023, pagina’s 129 tot en met 134.
16.Proces-verbaal van aangifte van 23 januari 2024, pagina’s 115 tot en met . Zie voor de correcte datum Proces-verbaal van bevindingen van 6 februari 2024, pagina 119.
17.Proces-verbaal van de rechter-commissaris in strafzaken bij de rechtbank Limburg van 13 maart 2025.
18.Proces-verbaal van verhoor getuige van 21 februari 2024, pagina’s 143 tot en met 146.
19.Proces-verbaal van verhoor getuige van 7 februari 2024, pagina’s 140 en 141.