Uitspraak
1.De verdere procedure
- de akte van Woonpunt
- de aantekening van de griffier op de rol van 25 juni 2025 dat [gedaagde] geen antwoordakte heeft genomen.
Rechtbank Limburg
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Limburg op 23 juli 2025 uitspraak gedaan in een geschil tussen de stichting Woonpunt en een gedaagde partij, die in persoon procedeerde. De zaak betreft een huurachterstand die door de gedaagde niet is weersproken, waardoor de vordering van Woonpunt ten aanzien van de huurachterstand als vaststaand wordt beschouwd. De kantonrechter oordeelt dat deze huurachterstand een tekortkoming vormt die de onmiddellijke ontbinding van de huurovereenkomst rechtvaardigt, evenals de veroordeling van de gedaagde tot ontruiming van het gehuurde. Woonpunt vordert daarnaast een gebruiksvergoeding voor de periode vanaf 1 januari 2025 tot het moment van ontruiming, welke vordering eveneens wordt toegewezen. De kantonrechter heeft ook de wettelijke rente over het toegewezen bedrag toegewezen, evenals de buitengerechtelijke incassokosten, die echter zijn afgewezen op basis van de oneerlijkheid van bepaalde bedingen in de algemene voorwaarden van Woonpunt. De totale te betalen som door de gedaagde bedraagt € 1.639,09, vermeerderd met rente en proceskosten. De gedaagde is veroordeeld om binnen twee weken na betekening van het vonnis het gehuurde te ontruimen en de sleutels aan Woonpunt te overhandigen. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.