ECLI:NL:RBLIM:2025:7329

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
23 juli 2025
Publicatiedatum
25 juli 2025
Zaaknummer
11509316 \ CV EXPL 25-569
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbinding huurovereenkomst en ontruiming wegens huurachterstand

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Limburg op 23 juli 2025 uitspraak gedaan in een geschil tussen de stichting Woonpunt en een gedaagde partij, die in persoon procedeerde. De zaak betreft een huurachterstand die door de gedaagde niet is weersproken, waardoor de vordering van Woonpunt ten aanzien van de huurachterstand als vaststaand wordt beschouwd. De kantonrechter oordeelt dat deze huurachterstand een tekortkoming vormt die de onmiddellijke ontbinding van de huurovereenkomst rechtvaardigt, evenals de veroordeling van de gedaagde tot ontruiming van het gehuurde. Woonpunt vordert daarnaast een gebruiksvergoeding voor de periode vanaf 1 januari 2025 tot het moment van ontruiming, welke vordering eveneens wordt toegewezen. De kantonrechter heeft ook de wettelijke rente over het toegewezen bedrag toegewezen, evenals de buitengerechtelijke incassokosten, die echter zijn afgewezen op basis van de oneerlijkheid van bepaalde bedingen in de algemene voorwaarden van Woonpunt. De totale te betalen som door de gedaagde bedraagt € 1.639,09, vermeerderd met rente en proceskosten. De gedaagde is veroordeeld om binnen twee weken na betekening van het vonnis het gehuurde te ontruimen en de sleutels aan Woonpunt te overhandigen. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

RECHTBANKLIMBURG
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Maastricht
Zaaknummer: 11509316 \ CV EXPL 25-569
Vonnis van 23 juli 2025
in de zaak van
de stichting
STICHTING WOONPUNT,
gevestigd te Maastricht,
eisende partij,
hierna te noemen: Woonpunt,
gemachtigde: Flanderijn,
tegen
[gedaagde],
wonende [adres] ,
[woonplaats] ,
gedaagde partij,
hierna te noemen: [gedaagde] ,
procederend in persoon.

1.De verdere procedure

1.1.
Het verdere verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 30 april 2025
- de akte van Woonpunt
- de aantekening van de griffier op de rol van 25 juni 2025 dat [gedaagde] geen antwoordakte heeft genomen.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De verdere beoordeling

Huurachterstand
2.1.
[gedaagde] heeft, na verkregen uitstel niet meer geantwoord. De vordering ten aanzien van de huurachterstand staat daarom als niet weersproken tussen partijen vast en behoort als onvoldoende betwist te worden toegewezen.
Ontbinding en ontruiming
2.2.
De huurachterstand vormt een tekortkoming die de onmiddellijke ontbinding van de huurovereenkomst en de veroordeling van [gedaagde] tot ontruiming van het gehuurde rechtvaardigen. Die vorderingen zullen dan ook worden toegewezen.
Gebruiksvergoeding
2.3.
Woonpunt vordert de veroordeling van [gedaagde] tot betaling van de huurbedragen waarop zij recht had bij nakoming van de overeenkomst voor iedere ingegane maand vanaf 1 januari 2025 tot het tijdstip van ontruiming. De kantonrechter zal deze vordering toewijzen.
Rente
2.4.
Ook de vordering ten aanzien van de wettelijke rente ligt als niet weersproken voor toewijzing gereed.
Buitengerechtelijke incassokosten
2.5.
Bij tussenvonnis van 30 april 2025 (hierna: het tussenvonnis) heeft de kantonrechter Woonpunt in de gelegenheid gesteld zich uit te laten over de (on)eerlijkheid van bepaalde bedingen uit de toepasselijke algemene bepalingen van Woonpunt. Dit heeft zij gedaan bij akte van 28 mei 2025 (hierna: de akte). [gedaagde] heeft niet gereageerd.
2.6.
In de akte stelt Woonpunt dat zij het niet eens is met de kwalificatie van de bedingen zoals verwoord in het tussenvonnis. Zij zal echter geen argumenten aandragen. Zij refereert zich aan het oordeel van de kantonrechter.
2.7.
Nu de kantonrechter geen aanleiding ziet voor een ander oordeel over de oneerlijkheid van het beding dan in het tussenvonnis, vernietigt zij de artikelen 14.1. en 14.2. van de algemene voorwaarden voor zover die zien op incassokosten. Als gevolg daarvan worden de gevorderde buitengerechtelijke incassokosten afgewezen.
Conclusie
2.8.
Uit het voorgaande volgt dat in totaal het volgende bedrag wordt toegewezen:
- hoofdsom
2.739,09
+
- betalingen
1.100,00
-/-
Totaal
1.639,09
Proceskosten
2.9.
[gedaagde] is in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten (inclusief nakosten) betalen. De proceskosten van Woonpunt worden begroot op:
- kosten van de dagvaarding
137,38
- griffierecht
385,00
- salaris gemachtigde
204,00
(1 punt × € 204,00)
- nakosten
102,00
(plus de kosten van betekening zoals vermeld in de beslissing)
Totaal
828,38

3.De beslissing

De kantonrechter
3.1.
ontbindt de bestaande huurovereenkomst met betrekking tot het gehuurde, staande en gelegen te [woonplaats] , [adres] ,
3.2.
veroordeelt [gedaagde] , om binnen twee weken na betekening van dit vonnis het gehuurde met personen en zaken te ontruimen en met afgifte van de sleutels ter vrije beschikking van Woonpunt te stellen,
3.3.
veroordeelt [gedaagde] om aan Woonpunt te betalen een bedrag van € 1.639,09, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over het toegewezen bedrag, met ingang van 30 december 2024, tot de dag van volledige betaling,
3.4.
veroordeelt [gedaagde] om aan Woonpunt, te betalen een vergoeding gelijk aan de huurbedragen waarop Woonpunt recht had bij nakoming van de overeenkomst voor elke ingegane maand met ingang van 1 januari 2025 tot en met de maand waarin [gedaagde] het gehuurde heeft ontruimd, deze vergoeding bij gebreke van betaling voor de eerste van de maand waarop het betrekking heeft telkens te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf die eerste dag van de maand tot de dag van volledige betaling,
3.5.
veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten van € 828,38, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met de kosten van betekening als [gedaagde] niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend,
3.6.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad,
3.7.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. E.V.L. Heuts en in het openbaar uitgesproken op 23 juli 2025.
type: JEC