ECLI:NL:RBLIM:2025:7330

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
23 juli 2025
Publicatiedatum
25 juli 2025
Zaaknummer
11526008 \ CV EXPL 25-713
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bekrachtiging van een verstekvonnis in huurrechtelijke zaak met betrekking tot ontruiming en huurachterstand

In deze zaak, behandeld door de Kantonrechter van de Rechtbank Limburg, is op 23 juli 2025 een vonnis gewezen in een huurrechtelijke kwestie tussen Woningstichting Servatius en de bewindvoerder van een gedaagde partij. De zaak betreft een eerder verstekvonnis van 20 november 2024, waarin de toenmalige bewindvoerder werd veroordeeld tot betaling van huurachterstand en ontruiming van de gehuurde woning. De bewindvoerder kwam in verzet tegen dit vonnis, waarna de huidige bewindvoerder werd benoemd. Tijdens een mondelinge behandeling werd afgesproken dat het verstekvonnis kan worden bekrachtigd, mits de huidige bewindvoerder aan zijn betalingsverplichtingen voldoet. De kantonrechter heeft het verstekvonnis bekrachtigd en de bewindvoerder veroordeeld in de kosten van de verzetprocedure. Tevens is bepaald dat de ontruiming niet ten uitvoer zal worden gelegd zolang de bewindvoerder aan zijn betalingsverplichtingen voldoet. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad.

Uitspraak

RECHTBANKLIMBURG
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Maastricht
Zaaknummer: 11526008 \ CV EXPL 25-713
Vonnis van 23 juli 2025
in de zaak van
WONINGSTICHTING SERVATIUS,
te Maastricht,
oorspronkelijk eisende partij, thans gedaagde partij in het verzet
gemachtigde: Jannsen & Janssen c.s. Gerechtsdeurwaarders
tegen
[bewindvoerder] , maten van [naam maatschap 1] , als opvolgend bewindvoerder van [naam maatschap 2] in de hoedanigheid van bewindvoerders van [gedaagde] ,
te [plaats] ,
oorspronkelijk gedaagde partij, thans eisende partij in het verzet,
hierna te noemen: de bewindvoerder,
gemachtigde: mr. S. Ikiz,

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit het navolgende:
  • het door de kantonrechter op 20 november 2024 tussen Servatius als eisende partij en de bewindvoerder als gedaagde partij bij verstek gewezen vonnis onder zaaknummer 11385029 CV EXPL 24-5552
  • de verzetdagvaarding van 9 januari 2025
  • de brief van de rechtbank waarbij een mondelinge behandeling is bepaald
  • de akte van schorsing en hervatting van het geding van de bewindvoerder
  • het proces-verbaal van mondelinge behandeling van 8 juli 2025.
1.2.
Vervolgens is vonnis bepaald.

2.Waar gaat de zaak over?

2.1.
In voornoemd verstekvonnis is de toenmalige bewindvoerder van [gedaagde] veroordeeld tot betaling van de huurachterstand en de buitengerechtelijke kosten, de huurovereenkomst tussen [gedaagde] en Servatius ontbonden en de toenmalige bewindvoerder veroordeeld om het gehuurde te ontruimen. Ook is de toenmalige bewindvoerder veroordeeld tot het blijven betalen van de huur als gebruiksvergoeding en om de proceskosten van Servatius te betalen.
2.2.
De toenmalige bewindvoerder is tijdig in verzet gekomen tegen dit vonnis. Daarna is de toenmalige bewindvoerder bij beschikking van 27 maart 2025 door de rechtbank ontslagen en is de huidige bewindvoerder als opvolgend bewindvoerder benoemd. Deze opvolgend bewindvoerder heeft de procedure als eiser in het verzet voortgezet.
2.3.
Er heeft een mondelinge behandeling plaatsgevonden waar de stand van zaken is besproken. Partijen hebben op deze mondelinge behandeling afgesproken dat het verstekvonnis kan worden bekrachtigd. Servatius heeft toegezegd dat zij dit vonnis niet zal tenuitvoerleggen als de huidige bewindvoerder de lopende huurtermijnen/
gebruikersvergoeding steeds tijdig en volledig voldoet en € 50,00 aflost op de huidige achterstand.
2.4.
De kantonrechter zal dienovereenkomstig beslissen.

3.De beslissing

De kantonrechter
3.1.
bekrachtigt het door de kantonrechter op 20 november 2024 onder zaaknummer 11385029 CV EXPL 24-5552 gewezen verstekvonnis,
3.2.
veroordeelt de bewindvoerder in de kosten van de verzetprocedure, aan de zijde van Servatius tot op heden begroot op € 339,00, voor gemachtigdensalaris,
3.3.
verstaat dat Servatius de in het verstekvonnis toegewezen ontruiming niet ten uitvoer zal leggen zolang de bewindvoerder de lopende huur/gebruiksvergoeding betaalt en € 50,00 per maand aflost op de huidige achterstand.
3.4.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.P.A. Bisscheroux en in het openbaar uitgesproken op 23 juli 2025.