In deze zaak, behandeld door de Kantonrechter van de Rechtbank Limburg, is op 23 juli 2025 een vonnis gewezen in een huurrechtelijke kwestie tussen Woningstichting Servatius en de bewindvoerder van een gedaagde partij. De zaak betreft een eerder verstekvonnis van 20 november 2024, waarin de toenmalige bewindvoerder werd veroordeeld tot betaling van huurachterstand en ontruiming van de gehuurde woning. De bewindvoerder kwam in verzet tegen dit vonnis, waarna de huidige bewindvoerder werd benoemd. Tijdens een mondelinge behandeling werd afgesproken dat het verstekvonnis kan worden bekrachtigd, mits de huidige bewindvoerder aan zijn betalingsverplichtingen voldoet. De kantonrechter heeft het verstekvonnis bekrachtigd en de bewindvoerder veroordeeld in de kosten van de verzetprocedure. Tevens is bepaald dat de ontruiming niet ten uitvoer zal worden gelegd zolang de bewindvoerder aan zijn betalingsverplichtingen voldoet. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad.