ECLI:NL:RBLIM:2025:7336

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
23 juli 2025
Publicatiedatum
25 juli 2025
Zaaknummer
11662082 \ CV EXPL 25-1937
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbinding huurovereenkomst en ontruiming van woonruimte wegens huurachterstand

In deze zaak heeft de kantonrechter op 23 juli 2025 uitspraak gedaan in een geschil tussen Stichting Vincio Wonen en een gedaagde huurder. De gedaagde huurt een woning van Vincio Wonen en heeft een huurachterstand van meer dan drie maanden opgebouwd. Vincio Wonen heeft de kantonrechter verzocht om de huurovereenkomst te ontbinden en de gedaagde te veroordelen tot ontruiming van de woning. Tijdens de mondelinge behandeling op 9 juli 2025 hebben partijen een regeling getroffen met betrekking tot de huurachterstand, maar Vincio Wonen heeft desondanks de ontbinding en ontruiming van de huurovereenkomst gevorderd. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de huurachterstand van meer dan drie maanden een voldoende gewichtige tekortkoming vormt om de huurovereenkomst te ontbinden. De belangen van de minderjarige kinderen van de gedaagde zijn ook in overweging genomen, maar de kantonrechter oordeelt dat er geen acute noodsituatie is die de ontruiming zou kunnen blokkeren. De kantonrechter heeft de ontbinding van de huurovereenkomst toegewezen en de gedaagde veroordeeld om de woning binnen veertien dagen te ontruimen. Tevens is bepaald dat de gedaagde de huur van € 706,92 per maand moet blijven betalen tot aan de ontruiming, mits zij de gemaakte afspraken nakomt. De gedaagde is in het ongelijk gesteld en moet de proceskosten betalen, met uitzondering van de kosten die al in de minnelijke regeling zijn meegenomen.

Uitspraak

RECHTBANKLIMBURG
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Maastricht
Zaaknummer: 11662082 \ CV EXPL 25-1937
Vonnis van 23 juli 2025
in de zaak van
STICHTING VINCIO WONEN,
te Hoensbroek,
eisende partij,
hierna te noemen: Vincio Wonen,
gemachtigde: Agin Otten Gerechtsdeurwaarders,
tegen
[gedaagde],
te [woonplaats] ,
gedaagde partij,
hierna te noemen: [gedaagde] ,
procederend in persoon.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding
- de conclusie van antwoord
- de brief waarin is meegedeeld dat een mondelinge behandeling is bepaald
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling van 9 juli 2025, met de daarin vastgelegde regeling tussen partijen.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.Waar gaat de zaak (nog) over? (De feiten en het geschil)

2.1.
[gedaagde] huurt van Vincio Wonen een woning aan de [adres] te [plaats] . Zij woont hier met haar kinderen van 15 en 18 jaar. De huurprijs bedraagt € 706,92 per maand.
2.2.
[gedaagde] heeft een huurachterstand laten ontstaan van meer dan drie maanden. Vincio Wonen is tot dagvaarden overgegaan en heeft de achterstallige huur, de toekomstige huur/gebruikersvergoeding en buitengerechtelijke kosten en proceskosten gevorderd. Ook wil Vincio Wonen dat de kantonrechter de huurovereenkomst ontbindt en [gedaagde] veroordeelt om de woning te ontruimen.
2.3.
Op de mondelinge behandeling hebben partijen een regeling bereikt waarin zij de huurachterstand tot en met juli 2025 hebben vastgesteld en een betalingsregeling hebben getroffen voor deze achterstand en de buitengerechtelijke kosten en de proceskosten. Hierover hoeft dus geen beslissing meer te worden genomen (vermindering van eis).
2.4.
Wel wil Vincio Wonen dat de kantonrechter de huurovereenkomst ontbindt en [gedaagde] veroordeelt om de woning te ontruimen, en dat [gedaagde] wordt veroordeeld om het bedrag aan huur als gebruikersvergoeding te blijven betalen totdat zij de woning heeft ontruimd.
2.5.
Vincio Wonen heeft toegezegd dat zij de ontruiming niet ten uitvoer zal leggen zolang [gedaagde] de minnelijke regeling correct nakomt, de lopende huur/gebruiksvergoeding tijdig betaalt én binnen een maand een aanvraag doet bij de rechtbank om onder bewind gesteld te worden.

3.Wat vindt de kantonrechter? (De beoordeling)

3.1.
De huurachterstand bedraagt meer dan drie maanden. In de wet staat dat iedere tekortkoming in de nakoming van een overeenkomst de wederpartij het recht geeft de overeenkomst te ontbinden. Die tekortkoming moet wel van voldoende gewicht zijn. Een huurachterstand van drie maanden of meer wordt in de regel van voldoende gewicht gevonden.
3.2.
[gedaagde] heeft nog één minderjarig kind dat bij haar in de woning verblijft. Ingevolge het bepaalde in artikel 3 van het Verdrag inzake de rechten van het kind (IVRK), vormen de belangen van het kind de eerste overweging bij alle maatregelen betreffende kinderen, ongeacht of deze worden genomen door openbare of particuliere instellingen voor maatschappelijk welzijn of door rechterlijke instanties, bestuurlijke autoriteiten of wetgevende lichamen.
Aangenomen moet worden dat een ontruiming van de woning (ook) voor het minderjarige kind van [gedaagde] nadelige gevolgen meebrengt. Bij de beoordeling van een op zichzelf gerechtvaardigde vordering tot ontruiming zullen de belangen van de daarbij betrokken kinderen onder ogen gezien dienen te worden. Dit gaat evenwel niet zover dat de betrokkenheid van kinderen automatisch leidt tot een blokkade voor de toewijzing van een dergelijke vordering. Het is voor alles de taak van [gedaagde] om de nodige maatregelen te nemen ter voorkoming van al te nadelige gevolgen. Zowel de verantwoordelijkheid voor de tekortkoming die tot de ontruiming leidt (of kan leiden) als de verantwoordelijkheid voor het welzijn van haar kinderen ligt bij haar. Om die reden dient niet te snel te worden aangenomen dat de betrokkenheid van kinderen aan toewijzing van de vordering tot ontruiming in de weg staat. Dit zal in bepaalde omstandigheden wel het geval kunnen zijn als de ontruiming
tot een acute noodsituatievoor een kind zou leiden.
3.3.
Gelet op de omstandigheden in dit geval is de kantonrechter van oordeel dat niet is gebleken dat sprake zal zijn van een
acutenoodsituatie voor het minderjarige kind van [gedaagde] bij ontruiming van het gehuurde. Op de mondelinge behandeling is in ieder geval zijdens Vincio Wonen toegezegd dat zij niet tot ontruiming zal overgaan, als [gedaagde] de minnelijke regeling nakomt, de lopende huurverplichtingen zal voldoen en ervoor zorgt dat zij onder bewind wordt gesteld. [gedaagde] weet ook al geruime tijd dat haar huurachterstand kan leiden tot een verplichting tot ontruiming. Van [gedaagde] mag worden verwacht dat ze zich tot het uiterste zal inspannen om alternatieve woonruimte te hebben gevonden als Vincio Wonen (als [gedaagde] om wat voor reden ook de minnelijke regeling niet kan nakomen) toch besluit dit vonnis te executeren. Gelet op de tijd die zij daarvoor tot nu toe heeft gehad én nog heeft, kan niet worden volgehouden dat de situatie die ontstaat bij de aanzegging van een eventuele ontruiming is aan te merken als een
acutenoodtoestand.
3.4.
De gevorderde ontbinding en ontruiming zullen dan ook worden toegewezen. De ontruimingstermijn wordt wel op veertien dagen gesteld, zoals gebruikelijk is, en niet op drie dagen, zoals is gevorderd.
3.5.
Omdat partijen dit hebben afgesproken, zal de kantonrechter ook opnemen dat [gedaagde] de lopende huur van (op dit moment) € 706,92 per maand zal moeten blijven betalen en dat [gedaagde] de ontruiming niet ten uitvoer zal leggen zolang [gedaagde] de door partijen gemaakte afspraken nakomt.
3.6.
[gedaagde] is in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten (inclusief nakosten) betalen. De proceskosten die tot 9 juli 2025 door Vincio Wonen zijn gemaakt, zijn al meegenomen in de minnelijke regeling. Dat betekent dat [gedaagde] in dit vonnis alleen nog in de nakosten zal worden veroordeeld, voor het geval Vincio Wonen dit vonnis zal moeten betekenen als [gedaagde] daar niet vrijwillig aan voldoet.

4.De beslissing

De kantonrechter
4.1.
ontbindt de huurovereenkomst tussen partijen met betrekking tot de woning aan de [adres] te [plaats] , en veroordeelt [gedaagde] om de woning binnen veertien dagen na betekening van dit vonnis met alle personen en zaken die zich van de kant van [gedaagde] in en om het gehuurde bevinden, te verlaten en te ontruimen en ontruimd te houden en onder afgifte van de sleutels ter vrije en algehele beschikking van Vincio Wonen te stellen,
4.2.
veroordeelt [gedaagde] om aan Vincio Wonen tegen behoorlijk bewijs van kwijting te betalen een bedrag van € 706,92 per maand of gedeelte van een maand vanaf 1 augustus 2025 waarover nog huur/gebruiksvergoeding moet worden betaald tot aan het tijdstip van de ontruiming,
4.3.
verstaat dat Vincio Wonen de ontruiming niet ten uitvoer zal leggen zolang [gedaagde] de minnelijke regeling correct nakomt, de lopende huur/gebruiksvergoeding tijdig en volledig betaalt en binnen een maand na 9 juli 2025 een aanvraag bij de rechtbank heeft gedaan om onder bewind gesteld te worden,
4.4.
veroordeelt [gedaagde] in de nakosten van € 135,00, te vermeerderen met de kosten van betekening als [gedaagde] niet vrijwillig aan de in dit vonnis genoemde veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend,
4.5.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.P.A. Bisscheroux en in het openbaar uitgesproken op 23 juli 2025.