Uitspraak
1.De procedure
- de conclusie van antwoord
- de brief waarin is meegedeeld dat een mondelinge behandeling is bepaald
Rechtbank Limburg
In deze zaak vordert Alektum Capital IV AG, gevestigd in Zug, Zwitserland, betaling van € 114,36 van de gedaagde, die in persoon procedeert. De vordering is gebaseerd op een vermeende consumentenkoop via de webwinkel Wish, waarbij de gedaagde een bruidsarmband zou hebben besteld. Alektum stelt dat zij de vordering heeft verkregen door cessie van Klarna, die op haar beurt de vordering van Wish heeft overgenomen. De gedaagde ontkent echter ooit een bestelling te hebben geplaatst en concludeert tot niet-ontvankelijkheid van Alektum. De kantonrechter heeft de procedure beoordeeld en vastgesteld dat de bewijslast voor het bestaan van de overeenkomst bij Alektum ligt. De kantonrechter komt tot de conclusie dat niet kan worden vastgesteld dat er een overeenkomst tot stand is gekomen tussen de gedaagde en Wish. Hierdoor heeft Alektum geen vordering op de gedaagde en worden de vorderingen afgewezen. De kantonrechter wijst ook de proceskosten toe aan de gedaagde, aangezien Alektum in het ongelijk is gesteld. De uitspraak is gedaan op 30 juli 2025.