ECLI:NL:RBLIM:2025:7939

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
6 augustus 2025
Publicatiedatum
13 augustus 2025
Zaaknummer
11520786 \ CV EXPL 25-648
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbinding huurovereenkomst en ontruiming woonruimte door huurdersgedrag

In deze zaak heeft de Rechtbank Limburg op 6 augustus 2025 uitspraak gedaan in een geschil tussen Woningstichting Heemwonen en een onderbewindgestelde huurder, vertegenwoordigd door een bewindvoerder. De procedure volgde op een reeks van klachten over overlast en verwaarlozing van de huurwoning door de huurder. Heemwonen had eerder al gedragsaanwijzingen opgelegd en meerdere kansen geboden aan de huurder om zijn gedrag te verbeteren, maar zonder resultaat. De huurder had de woning inmiddels ontruimd, waardoor de kantonrechter oordeelde dat Heemwonen geen belang meer had bij de gevorderde ontruiming. De kantonrechter heeft de huurovereenkomst ontbonden en de proceskosten gecompenseerd, waarbij iedere partij haar eigen kosten draagt. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Maastricht
Zaaknummer: 11520786 \ CV EXPL 25-648
Vonnis van 6 augustus 2025
in de zaak van
WONINGSTICHTING HEEMWONEN,
statutair gevestigd en kantoorhoudend te Kerkrade,
eisende partij,
hierna te noemen: Heemwonen,
gemachtigde: mr. P.L.T. Roks,
tegen
[gedaagde] H.O.D.N. [handelsnaam], in de hoedanigheid van bewindvoerder over de goederen die toebehoren of zullen toebehoren aan
[naam onderbewindgestelde],
gevestigd op een geheim adres in de gemeente [woonplaats] ,
gedaagde partij,
hierna te noemen: [gedaagde] resp. [naam onderbewindgestelde] ,
gemachtigde: mr. G.G.J. Geerlings.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding met producties 1 tot en met 21
- de conclusie van antwoord met producties 1 en 2
- de conclusie van repliek
- de conclusie van dupliek.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Bij beschikking van 23 januari 2015 heeft de kantonrechter van de rechtbank Limburg de goederen die (zullen) toebehoren aan [naam onderbewindgestelde] onder bewind gesteld met benoeming van [gedaagde] tot bewindvoerder (productie 20 dagvaarding).
2.2.
Heemwonen verhuurde met ingang van 17 augustus 2015 zelfstandige woonruimten aan [naam onderbewindgestelde] . Tot 13 juni 2013 is sprake geweest van twee schriftelijke huurovereenkomsten tussen partijen en zijn partijen gedragsaanwijzingen overeengekomen (productie 4 dagvaarding: huurovereenkomst met betrekking tot de woonruimte aan de [adres 1] te [plaats 1] en productie 10 dagvaarding: huurovereenkomst met betrekking tot de woonruimte aan de [adres 2] te [plaats 2] ). In voormelde periode is sprake geweest van (geluids)overlast, vlooienoverlast, schimmel, vernielingen, vervuiling en verwaarlozing van de woningen door [naam onderbewindgestelde] .
2.3.
[naam onderbewindgestelde] heeft sedert 13 juni 2023 van Heemwonen de woonruimte met aanhorigheden aan de [adres 3] te [plaats 3] huur gekregen. Het gehuurde betreft een appartement en is gelegen in een wooncomplex van vier woonblokken met in totaal twaalf woningen. Op deze overeenkomst zijn de ‘Algemene Huurvoorwaarden huurovereenkomst zelfstandige woonruimte’ van toepassing (productie 1 dagvaarding).
2.4.
Tevens hebben partijen op 13 juni 2023 in aanvulling op de huurovereenkomst nadere afspraken gemaakt, die in een gedragsaanwijzing, aanhangsel behorende bij huurcontract zijn vastgelegd. Daarin staat voor zover relevant (productie 2 dagvaarding):
“(…) Het niet naleven van genoemde regels en/of afspraken kan leiden tot ontbinding van de huurovereenkomst. (…)
Huurder onderhoudt de woning en overige gehuurde zoals het een goed huurder betaamd.
Huurder houdt rekening met geluidsoverlast richting de buren vanuit de woning.
(…)
8. Huurder stelt zich meewerkend en begeleidbaar op ten aanzien van hulpverlening indien HEEMwonen dit nodig acht. Er is op dit moment sprake van hulpverlening vanuit SchoonGMS.
9. Huurder veroorzaakt geen enkele vorm van overlast in of rondom het gehuurde
10. (…)”
2.5.
Sinds 19 september 2023 ontvangt Heemwonen van omwonenden klachten over geluidsoverlast (bonken, slaan en schreeuwen) veroorzaakt door [naam onderbewindgestelde] .
2.6.
Op 27 mei 2024 heeft Heemwonen een huisbezoek afgelegd. Tijdens dit huisbezoek werd onder meer geconstateerd dat het gehuurde (net als in de vorige woningen) ernstig vervuild en vernield was, alsmede dat er sprake was van schimmelvorming.
2.7.
Op 16 september 2024 heeft er een gesprek plaatsgevonden, waarbij Heemwonen aan [naam onderbewindgestelde] een laatste kans huurovereenkomst in combinatie met een begeleidingsovereenkomst heeft voorgesteld. Op 20 september 2024 heeft de begeleider van [naam onderbewindgestelde] laten weten dat [naam onderbewindgestelde] de huurovereenkomst niet opzegt en geen laatste kans huurovereenkomst met Heemwonen zal sluiten.
2.8.
Vervolgens heeft Heemwonen onderhavige procedure gestart.
2.9.
Daarna heeft Heemwonen de bewindvoerder van [naam onderbewindgestelde] in kort geding gedagvaard. Bij vonnis van 14 maart 2025 heeft de kortgeding rechter van deze rechtbank [gedaagde] veroordeeld tot ontruiming van het gehuurde (productie 1 conclusie van antwoord). Het vonnis is op 25 maart 2025 aan [gedaagde] betekend met aanzegging dat, indien niet binnen de in het vonnis gestelde termijn is ontruimd, de ontruiming op 9 april 2025 zal plaatsvinden (productie 2 conclusie van antwoord).

3.Het geschil

3.1.
Heemwonen vordert bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, ontbinding van de huurovereenkomst en veroordeling van [gedaagde] tot ontruiming van het gehuurde alsmede betaling van de proceskosten en nakosten.
3.2.
Heemwonen legt aan haar vordering ten grondslag dat [naam onderbewindgestelde] tekortgeschoten is in de nakoming van zijn verplichtingen uit de huurovereenkomst en zich niet als goed huurder gedragen heeft. Daartoe voert Heemwonen aan dat [naam onderbewindgestelde] het gehuurde verwaarloost en vernielt en tevens (geluids)overlast aan omwonenden veroorzaakt. Ondanks dat Heemwonen [naam onderbewindgestelde] meerdere malen heeft aangesproken op zijn overlastveroorzakende gedrag, er gedragsaanwijzingen zijn opgelegd en hem meerdere kansen op diverse adressen zijn aangeboden treedt er geen verbetering op en blijft de overlast voortduren. Volgens Heemwonen is sprake van een onhoudbare situatie en kan zij niet meer instaan voor het rustige en ongestoorde woongenot van haar andere huurders en omwonenden.
3.3.
[gedaagde] voert verweer.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
Tussen partijen staat vast dat [naam onderbewindgestelde] de woning inmiddels heeft ontruimd en verlaten. Gelet hierop is de kantonrechter - anders dan partijen - van oordeel dat Heemwonen geen belang meer heeft bij de gevorderde ontruiming van het gehuurde zodat dit deel van de vordering zal worden afgewezen. Het vorenstaande brengt met zich dat partijen geen belang meer hebben bij voortzetting van de huurovereenkomst, zodat de gevorderde ontbinding van de huurovereenkomst zal worden toegewezen.
4.2.
In hetgeen partijen over en weer hebben gesteld, ziet de kantonrechter aanleiding om de proceskosten te compenseren, in die zin dat iedere partij haar eigen kosten draagt.

5.De beslissing

De kantonrechter
5.1.
ontbindt de huurovereenkomst tussen partijen,
5.2.
compenseert de proceskosten, aldus dat iedere partij haar eigen kosten draagt,
5.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad,
5.4.
wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.P.J. Quaedackers en in het openbaar uitgesproken op 6 augustus 2025.
CJ