Uitspraak
1.[gedaagde sub 1] ,2. [gedaagde sub 2] ,
1.De procedure
- de conclusie van antwoord,
- de brief waarin is meegedeeld dat een mondelinge behandeling is bepaald,
Rechtbank Limburg
In deze zaak heeft de Stichting Weller Wonen een vordering ingesteld tegen twee gedaagden wegens huurachterstand. De gedaagden huurden een woning van Weller en hebben de huur niet tijdig voldaan, wat heeft geleid tot een huurachterstand van € 1.870,07 tot en met augustus 2024. Weller heeft eerder een kort geding aangespannen, waarin de ontruiming van de woning is toegewezen. De ontruiming vond plaats op 13 november 2024. Weller vordert nu ontbinding van de huurovereenkomst, ontruiming van het gehuurde en betaling van de huurachterstand, vermeerderd met buitengerechtelijke incassokosten en wettelijke rente. De gedaagden betwisten de huurachterstand en stellen dat deze op het moment van de mondelinge behandeling in het kort geding was ingelopen. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de huurachterstand ten tijde van de mondelinge behandeling € 1.602,49 bedroeg. De kantonrechter heeft de huurovereenkomst ontbonden en de gedaagden veroordeeld tot betaling van de huurachterstand en de proceskosten. De vordering tot betaling van buitengerechtelijke incassokosten is afgewezen, omdat Weller niet heeft aangetoond dat de gedaagden de veertiendagenbrief hebben ontvangen. De wettelijke rente is toegewezen vanaf de dag van dagvaarding. De proceskosten zijn begroot op € 1.019,76, die door de gedaagden moeten worden betaald.