ECLI:NL:RBLIM:2025:8523

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
11 juni 2025
Publicatiedatum
29 augustus 2025
Zaaknummer
C/03/330354 / HA ZA 24-221
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot verkoop van een woning in het kader van de afwikkeling van een nalatenschap

In deze civiele zaak heeft de rechtbank Limburg op 11 juni 2025 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres, die als executeur optreedt in de nalatenschap van haar moeder, en gedaagde, de weduwe van haar overleden broer. Eiseres vorderde de verkoop van een woning waarin gedaagde woont, omdat zij meent dat dit noodzakelijk is om de schulden van de nalatenschap te voldoen. Gedaagde woont voor 1/5e deel in de woning, terwijl het overige 4/5e deel deel uitmaakt van de nalatenschap van de moeder van eiseres. De rechtbank heeft eiseres niet ontvankelijk verklaard in haar vorderingen, omdat er geen schulden meer zijn in de nalatenschap, waardoor haar taak als executeur is geëindigd. De rechtbank oordeelde dat, zelfs als eiseres nog steeds executeur zou zijn, de vorderingen afgewezen moesten worden, omdat de verkoop van de woning alleen is toegestaan als dat nodig is voor de voldoening van schulden van de nalatenschap, wat in dit geval niet aan de orde was. De rechtbank heeft de proceskosten gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten draagt.

Uitspraak

RECHTBANK Limburg

Civiel recht
Zittingsplaats Maastricht
Zaaknummer: C/03/330354 / HA ZA 24-221
Vonnis bij vervroeging van 11 juni 2025
in de zaak van
[eiseres],
handelend in haar hoedanigheid van executeur in de nalatenschap van
mevrouw [erflaatster] ,
wonende te [woonplaats 1] ,
eisende partij,
hierna te noemen: [eiseres] ,
advocaat: mr. S. de Block te Maastricht,
tegen
[gedaagde],
wonende te [woonplaats 2] ,
gedaagde partij,
hierna te noemen: [gedaagde] ,
advocaat: mr. J.M.P. Schobbers-Deinum te Venlo.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding met de producties 1 tot en met 10,
- de conclusie van antwoord met de producties 1 tot en met 8,
- de brief waarin een mondelinge behandeling is bepaald,
- de spreekaantekeningen van [eiseres] ,
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling van 13 februari 2025.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Op [overlijdensdatum 1] 2023 is mevrouw [erflaatster] overleden (hierna te noemen: erflaatster). Zij was gehuwd met de heer [erflater 1] , die op [overlijdensdatum 2] 1980 is overleden (hierna te noemen: erflater). Uit hun huwelijk zijn twee kinderen geboren, te weten [eiseres] en wijlen de heer [erflater 2] (hierna te noemen: [erflater 2] ). [gedaagde] is de weduwe van [erflater 2] .
2.2.
Erflater heeft bij testament van 11 juni 1949 [1] over zijn nalatenschap beschikt. De erfgenamen van erflater zijn erflaatster, [eiseres] en [erflater 2] .
2.3.
[erflater 2] is ná erflater, maar vóór erflaatster, overleden op [overlijdensdatum 3] 1991. Uit zijn huwelijk met [gedaagde] is geboren hun dochter mevrouw [naam dochter erflater 2] (hierna te noemen: “ [naam dochter erflater 2] ”). Bij testament van 9 januari 1990 [2] heeft [erflater 2] over zijn nalatenschap beschikt.
2.4.
Erflaatster heeft voor het laatst over haar nalatenschap beschikt bij testament van
9 december 2020 [3] . Bij testament heeft zij [eiseres] en [naam dochter erflater 2] tot haar enige erfgenamen benoemd, ieder voor gelijke delen.
2.5.
Erflaatster heeft [eiseres] bij testament tot executeur benoemd. Zij heeft deze benoeming aanvaard. In het testament van erflaatster is over de taak van executeur het volgende opgenomen:
(…)
EXECUTEUR
(…)
2. De executeur heeft tot taak de goederen van de nalatenschap te beheren
en de schulden van de nalatenschap te voldoen die tijdens zijn beheer uit
die goederen moeten worden voldaan, zoals het afgeven van legaten, het
nakomen of uitvoeren van overeenkomsten en de voldoening van de kosten
van mijn uitvaart, van eventuele taxatie- en boedelkosten en van de
successierechten die ten laste komen van erfgenamen of legatarissen. In
verband met de betaling van de schulden is de executeur bevoegd de door
hem beheerde goederen van mijn nalatenschap te gelde te maken.
De executeur behoeft over de keuze en de te gelde making niet in overleg
te treden met de erfgenamen en hun toestemming daarvoor is ook niet
vereist.
(…)
9. De taak en het beheer van de executeur eindigen:
a. wanneer hij zijn werkzaamheden heeft voltooid;(…)
(…)
2.6.
In verband met de afwikkeling van de nalatenschap van erflaatster is in
oktober 2023 het appartement in Knokke (België) verkocht. Uit de verkoopopbrengst zijn voorschotten op de erfenis uitgekeerd aan [eiseres] en [naam dochter erflater 2] . Ook [gedaagde] heeft een bedrag uit de verkoopopbrengst ontvangen als rechtsopvolgster van
[erflater 2] , die na het overlijden van erflater als erfgenaam mede gerechtigd was tot het eigendomsaandeel van erflater in het appartement in Knokke.
2.7.
Tot de nalatenschap van erflaatster behoort tevens een 4/5e eigendomsaandeel in de woning aan de [adres 1] te [woonplaats 2] (hierna te noemen: “de woning in [woonplaats 2] ”). [gedaagde] is voor 1/5e deel eigenaar van de woning in [woonplaats 2] en zij woont er al jaren.

3.Het geschil

3.1.
[eiseres] vordert – na vermindering van eis – dat de rechtbank bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
I. [eiseres] vervangende toestemming zal verlenen om namens [gedaagde] over te gaan tot verkoop van de woning staande en gelegen te [woonplaats 2] aan de [adres 1] , middels tussenkomst van makelaarskantoor [naam makelaar] te [woonplaats 2] aan de [adres 2] , althans door een nader door de rechtbank te benoemen makelaar, voor een vraagprijs van € 315.000,00, met een bodemprijs van € 300.000,00, dan wel een nader in overleg met de makelaar overeen te komen bodemprijs, alles kosten koper, door het geven van een verkoopopdracht en het sluiten van een verkoopovereenkomst ten kantore van een door [eiseres] te kiezen notaris,
II. [eiseres] vervangende toestemming zal verlenen namens [gedaagde] voor de levering van de woning, waarmee de uitspraak ex artikel 3:300 lid 2 BW in de plaats treedt van de gehele akte,
III. [gedaagde] zal veroordelen om binnen 7 dagen na betekening van dit vonnis haar onvoorwaardelijke medewerking te verlenen tot verkoop en levering van de woning zoals omschreven in randnummer 3.6. van de dagvaarding aan de verkoop van de woning staande en gelegen te [woonplaats 2] aan de [adres 1] , op straffe van een dwangsom van € 750,00 per dag of dagdeel dat [gedaagde] in gebreke blijft aan het vonnis te voldoen, tot een maximum van € 60.000,00,
IV. [gedaagde] zal veroordelen in de kosten van deze procedure, te voldoende binnen veertien dagen na dagtekening van dit vonnis, en, indien voldoening binnen die termijn uitblijft, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf veertien dagen na dagtekening van dit vonnis.
3.2.
[gedaagde] voert verweer.
3.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
[eiseres] stelt dat zij deze procedure begonnen is, omdat zij de nalatenschap van haar moeder definitief wil afwikkelen. Om daartoe over te kunnen gaan, is het volgens haar nodig dat de woning in [woonplaats 2] , die voor 1/5e deel eigendom is van [gedaagde] en voor 4/5e deel behoort tot de nalatenschap van erflaatster [4] , wordt verkocht. [gedaagde] wil daaraan niet meewerken. [eiseres] is van mening dat van de nalatenschap niet verwacht mag worden dat de onverdeeldheid blijft voortduren.
4.2.
[gedaagde] voert als verweer aan dat [eiseres] niet kan worden ontvangen in haar vorderingen. [eiseres] heeft de vorderingen als executeur heeft ingediend, terwijl haar taak als executeur is geëindigd, omdat de nalatenschap van erflaatster geen schulden meer heeft. Als de rechtbank zou oordelen dat [eiseres] toch nog executeur is, is zij alleen bevoegd tot verkoop van de woning in [woonplaats 2] als dat nodig is voor de voldoening van schulden van de nalatenschap. Daarvan is geen sprake en daarom moeten haar vorderingen in ieder geval worden afgewezen, aldus [gedaagde] .
4.3.
De rechtbank is van oordeel dat het verweer van [gedaagde] dat [eiseres] niet-ontvankelijk is in haar vorderingen slaagt. De rechtbank overweegt hiertoe als volgt.
4.4.
[eiseres] is erfgenaam [5] van erflaatster en de executeur van haar nalatenschap [6] . [eiseres] heeft de vorderingen niet als erfgenaam van erflaatster, tevens deelgenoot in de woning in [woonplaats 2] ingesteld, maar uitsluitend als executeur.
4.5.
Tot de taak van de executeur behoort het om schulden van de nalatenschap te voldoen. In het testament van erflaatster is bepaald dat de executeur enkel in verband met de betaling van schulden bevoegd is de door haar beheerde goederen van de nalatenschap te gelde te maken [7] . De taak van de executeur eindigt als de werkzaamheden zijn voltooid [8] . Partijen verschillen van mening of de taak van [eiseres] als executeur is geëindigd. Centraal staat daarin de vraag of er nog schulden van de nalatenschap bestaan.
4.6.
[eiseres] stelt dat zij nog steeds executeur is, omdat de nalatenschap schulden heeft. Ook meent zij dat verkoop van de woning in [woonplaats 2] nodig is om die schulden te kunnen betalen. Ter onderbouwing van haar stelling heeft zij tijdens de mondelinge behandeling een overzicht verstrekt dat gehecht is aan het proces-verbaal. In dit overzicht staan als schulden vermeld: kosten belastingadviseur erflaatster, kosten notaris, kosten makelaar Knokke, BsGW, belasting West-Vlaanderen, kosten banktransacties en een lening van [eiseres] in privé aan erflaatster. Zij betoogt dat de in het overzicht benoemde kosten en belastingen zijn opgekomen nadat de verkoopopbrengst van het appartement in Knokke al verdeeld was onder [eiseres] , [naam dochter erflater 2] en [gedaagde] [9] . Zij stelt verder dat die kosten en belastingen door haar in privé met eigen geld zijn voorgeschoten en dat de nalatenschap op dit moment geen externe schuldeisers heeft.
4.7.
De rechtbank is van oordeel dat alle nog opkomende kosten en belastingen, zoals hiervoor genoemd, te verwachten waren. Een deel daarvan hing samen met de verkoop van het appartement in Knokke. Ondanks dat deze schulden nog verwacht konden worden, is er voor gekozen om na de verkoop van het appartement te Knokke tot partiële verdeling over te gaan en is de verkoopopbrengst gebruikt om substantiële bedragen uit te keren. De uitgekeerde bedragen overtreffen ruimschoots de omvang van de gestelde kosten en belastingen die voor rekening van de nalatenschap komen. Als niet tot partiële verdeling was overgegaan, had de verkoopopbrengst van het appartement in Knokke aangewend kunnen worden voor de voldoening van die schulden. De taak van [eiseres] als executeur zou dan zijn geëindigd. Tegen die achtergrond is de rechtbank van oordeel dat de taak van [eiseres] als executeur in wezen geëindigd is. Dat betekent dat zij geen vorderingen als executeur meer kan instellen.
4.8.
Als aangenomen zou moeten worden dat [eiseres] toch nog steeds executeur is, geldt dat de vorderingen moeten worden afgewezen. De executeur mag de woning in [woonplaats 2] alleen verkopen als dat nodig is voor de voldoening van schulden van de nalatenschap. Die situatie doet zich niet voor. De voorschotten die in het kader van de partiële verdeling zijn uitgekeerd, zijn ruimschoots voldoende om de gestelde schulden te kunnen betalen.
4.9.
Gelet op de familierelatie tussen partijen zullen de proceskosten tussen hen worden gecompenseerd, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.

5.De beslissing

De rechtbank
5.1.
verklaart [eiseres] niet-ontvankelijk in haar vorderingen,
5.2.
compenseert de kosten van de procedure tussen partijen, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.
Dit vonnis is gewezen door mr. I.M. Etman en in het openbaar uitgesproken op
11 juni 2025.
DS

Voetnoten

1.productie 1 [gedaagde]
2.productie 3 [gedaagde]
3.productie 1 [eiseres]
4.Zie rov. 2.7
5.Zie rov. 2.4
6.Zie rov. 2.5
7.Zie rov. 2.5
8.Zie rov. 2.5
9.Zie rov. 2.6