Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.Onderzoek van de zaak
2.De tenlastelegging
3.De beoordeling van het bewijs
camerabeeldenvan de steekpartij op 1 maart 2025 ter hoogte van café “De Vrienden” bekeken en het volgende gerelateerd: [3] Op de beelden van café De Vrienden was te zien dat de verdachte, omstreeks 02:36 uur zich op het terras, in de buurt van de tap, bevond. Hij hield zich tussen de menigte op en leek zich, vanaf een afstand, op iemand of iets te focussen. Hij haalde ondertussen een glinsterend voorwerp, gelijkend op een mes, uit zijn tas. Op een gegeven moment verscheen het slachtoffer links in beeld en was te zien hoe de verdachte zich vanuit de menigte richting het slachtoffer bewoog en hij op het moment dat het slachtoffer langs twee vrouwen liep, schuin achter hem ging staan en toen met zijn rechterarm richting de rechterzijde van het slachtoffer toestak. Dit gebeurde met een flinke uithaal met zijn rechterarm richting het slachtoffer.
[slachtoffer]aangifte gedaan van poging tot moord/doodslag.
eerste hulpin het Zuyderland ziekenhuis werden bij [slachtoffer] de volgende letsels vastgesteld: [6]
Forensisch Medisch Onderzoekplaatsgevonden. Hieruit kwam het volgende naar voren: [7]
steekverwondingen opgelopen in de buik en in de oksel.
.
proces-verbaal vooronderzoek labblijkt dat verbalisanten [naam 4] en [naam 5] zagen dat het lemmet van het mes een lengte van ongeveer 13,5 centimeter had. [8]
4.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde
5.De strafbaarheid van de verdachte
6.De straf
7.De benadeelde partij en de schadevergoedingsmaatregel
8.Het beslag
9.De wettelijke voorschriften
10.De beslissing
- verklaart het tenlastegelegde bewezen zoals hierboven onder
- spreekt de verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
- verklaart dat het bewezenverklaarde het strafbare feit oplevert zoals hierboven onder
- verklaart de verdachte strafbaar;
- veroordeelt de verdachte tot een
- beveelt dat de tijd die door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van deze gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
- wijst de vordering van de benadeelde partij
- verklaart de benadeelde partij voor het overige in zijn vordering niet-ontvankelijk;
- veroordeelt de verdachte in de kosten door de benadeelde partij in het kader van deze procedure gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, begroot tot heden op nihil;
- legt aan de verdachte de verplichting op tot betaling aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer, [slachtoffer] , van € 7.959,58, te vermeerderen met de wettelijke rente te berekenen over de periode vanaf 1 maart 2025 tot aan de dag van de volledige voldoening;
- bepaalt dat, indien volledig verhaal niet mogelijk blijkt, gijzeling kan worden toegepast voor de duur van maximaal 159 dagen. De toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;
- bepaalt dat, indien de verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat daarmee de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien de verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat in zoverre komt te vervallen;
van het leven te beroven, die [slachtoffer] meermalen, althans eenmaal heeft gestoken met een mes, althans een scherp en/of puntig voorwerp, in de buik en/of de oksel en/of de arm, in ieder geval het lichaam, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;