In deze civiele zaak vordert eiser, een bedrijf dat zich bezighoudt met het plaatsen van siergrindvloeren, betaling van een restantfactuur van € 4.500,00 van gedaagde, die een klusbedrijf heeft ingeschakeld voor het leggen van een grindvloer. De werkzaamheden zijn uitgevoerd in juni 2024, maar gedaagde heeft de betaling geweigerd, omdat hij stelt dat de geleverde vloer niet aan de verwachtingen voldoet. Gedaagde heeft verschillende gebreken aangevoerd, waaronder kleurafwijkingen en slechte afwerking, maar de kantonrechter heeft vastgesteld dat deze claims niet voldoende zijn onderbouwd. De kantonrechter oordeelt dat eiser de werkzaamheden naar behoren heeft uitgevoerd en dat gedaagde gehouden is de factuur te betalen. Daarnaast zijn buitengerechtelijke incassokosten van € 575,00 toegewezen, evenals de proceskosten. Het vonnis is uitgesproken op 3 september 2025.