Uitspraak
1.[eiser sub 1] ,
2.
[eiser sub 2],
1.De procedure
- de conclusie van antwoord
- de brief waarin is meegedeeld dat een mondelinge behandeling is bepaald
Rechtbank Limburg
In deze zaak vorderen de eisers, [eisers], ontbinding van de huurovereenkomst met de gedaagde, [gedaagde], en ontruiming van het gehuurde. De eisers hebben de gedaagde op 8 februari 2024 aangemaand om zijn huurbetalingen te voldoen, maar de gedaagde heeft (een deel van) de huur niet betaald. De huurachterstand bedraagt op het moment van dagvaarden zeven maanden, en is inmiddels opgelopen tot negen maanden. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de huurovereenkomst is gesloten met een consument en dat de relevante bedingen in de algemene voorwaarden niet oneerlijk zijn. De kantonrechter heeft de vordering tot ontbinding van de huurovereenkomst toegewezen, omdat de huurachterstand ernstig genoeg is om de overeenkomst te beëindigen. De gedaagde is veroordeeld tot ontruiming van het gehuurde binnen veertien dagen na betekening van het vonnis en moet de achterstallige huur, wettelijke rente en buitengerechtelijke kosten betalen. De proceskosten zijn eveneens voor rekening van de gedaagde. Het vonnis is uitgesproken op 3 september 2025.