3.3.1, de vader van de verdachte, deed op 18 juni 2024 aangifte en verklaarde onder meer als volgt:
O: U heeft aangegeven dat u drie weken geleden door [verdachte] geslagen en geschopt bent.
V: Wat dacht u toen, toen hij u schopte en sloeg?
A: Ik dacht, daar moet je je wat betrachten. Dat doe je toch niet, dat hij naar zijn vader slaat.
V: Hoe vaak gebeurt het dat [verdachte] u schopt en slaat?
A: Dat is een paar keer gebeurd.
V: Hoe lang speelt het al dat [verdachte] uw slaat en schopt?
A: Dat is van de laatste tijd.
(…)
V: Als hij u schopte en sloeg, wat voelde u dan?
A: Pijn.
O: Opmerking verbalisanten: [slachtoffer] , tilt zijn broekspijp omhoog waardoor zijn
rechterknie te zien is. Op zijn knie zijn schaafwonden te zien.
V: U dus geslagen/geschopt tegen uw knie?
A: Ja, hij vloog mij aan.
[slachtoffer] verklaarde op 16 januari 2025 bij de rechter-commissaris onder meer als volgt:
U zei dat u wel eens woorden met [verdachte] kon hebben en dat het er dan niet zo aardig aan
toe ging. Is het ook wel eens fysiek geworden?
In een boze bui heeft hij mij wel eens geduwd.
Het was dus wel eens zo dat hij een boze bui had en dat hij u dan duwde?
Ja, wel eens geduwd of een klap om de oren gegeven. Hij heeft ook wel eens geschopt.
3.3.2[naam 4] , broer van de verdachte, verklaarde op 16 januari 2025 bij de rechter-commissaris onder meer als volgt:
Ik begreep van [naam 5] (rechtbank: de zus van de verdachte en deze getuige) dat uw vader ook wel eens moeilijk liep. Heeft u dit moeilijk lopen zelf wel eens gezien?
Ja. Ik heb wel eens gezien dat mijn vader stijf liep en dat hij pijn had aan zijn been of heup.
Ik heb wel eens vaker aan pap gevraagd wat hij aan zijn been had. Pap vertelde mij dan wel regelmatig dat er weer een aanvaring met [verdachte] was geweest.
3.3.3Verbalisant [naam 6] relateerde op 13 juni 2024 onder meer als volgt:
Ik ben werkzaam als wijkagent voor het gebied Sittard. Binnen het gebied behoort ook het adres [adres 2] te Guttecoven. Op dit adres staan in de BRP-administratie
ingeschreven:
Vader: [slachtoffer] , geboren op [geboortedatum 2] 1939 te [geboorteplaats 2] (85)
[...]
Zoon: [verdachte] , geboren op [geboortedatum 1] 1979 te [geboorteplaats 1] (44)
[...]
Mijn laatste bezoek aan het gezin was op 11 april 2024, de dag nadat ik bericht ontving van de mishandeling van [slachtoffer] door [verdachte] . Ik ging naar de woning van [slachtoffer] . Ik vroeg [slachtoffer] wat er gebeurd was. Ik hoorde [slachtoffer] zeggen dat er weer ruzie was geweest tussen beide ouders en [verdachte] . Ik hoorde [slachtoffer] zeggen dat hij geslagen en geschopt was en dat hij pijn had. Ik hoorde [slachtoffer] zeggen tegen mij dat ik maar tegen niemand moest zeggen wat [verdachte] gedaan had. Ik hoorde [slachtoffer] zeggen dat hij dan nog meer problemen zou krijgen en het nog meer uit de hand zou lopen.
3.3.4Verbalisant [naam 7] relateerde op 7 juni 2024 – zakelijk weergegeven – onder meer als volgt:
[verdachte] en ouders zijn woonachtig op de [adres 2] te Guttecoven.
Ik zocht via het politie informatiesysteem op het adres naar eerdere meldingen/mutaties die betrekking hebben op familie [naam 8] en ouderenmishandeling.
2020074242
Tijdstip kennisname: 14 mei 2020
Feit gepleegd op: 12-05-2020
Wijkagent werd gebeld door [naam 9] welke zijn zorgen uitte over dat zijn broer, [verdachte] , naar aanleiding van een relatiebreuk weer bij hun ouders was ingetrokken. (…)
In de mutatie staat onder andere vermeld dat [verdachte] zijn vader (80+) afgelopen zondag op de grond had gegooid.
2023038049
Tijdstip kennisname: 11 maart 2023
Patrouille werd door de meldkamer gestuurd naar [adres 2] Guttecoven wegens
huiselijk geweld. Vader verklaarde aan de politie dat hij was aangevallen door zijn zoon [verdachte] . [verdachte] zou vader geslagen hebben. Volgens vader was hij in de ochtend op zijn hoofd geslagen door [verdachte] en een dag eerder in de ochtend door [verdachte] tegen zijn been gestampt.
20223053884
Opmaak datum: 9 april 2023
Vader doet melding bij de politie van een conflict met zijn zoon [verdachte] in de woning. [verdachte] zou getrapt hebben naar vader. Politie hoorde ter plaatse het verhaal aan. Volgens vader werd hij door [verdachte] getrapt tegen zijn bovenbeen. Door [verdachte] werd aangegeven dat hij vader wel geduwd had.
2024057077
Opmaak datum: 10 april 2024
Door [naam 10] werd melding gemaakt dat hij van zijn andere broer had gehoord dat [verdachte] hun vader weer had geslagen. Door de wijkagent werd een bezoek gebracht aan [adres 2] te Guttecoven. Wijkagent vroeg aan vader of hij mishandeld was. Vader zou gezegd hebben dat [verdachte] hem pijn had gedaan. Op het laatst zou vader een opmerking naar wijkagent gemaakt hebben dat hij niks mocht zeggen als [verdachte] erbij zou zijn, omdat hij niet nog meer klappen wilde krijgen.
Overwegingen
De verdediging acht de verklaring van [slachtoffer] niet betrouwbaar en onvoldoende ondersteund door andere bewijsmiddelen. De rechtbank overweegt als volgt.
[slachtoffer] heeft in juni 2024 aangifte gedaan van mishandeling door de verdachte. Bij de rechter-commissaris in januari 2025 bagatelliseert aangever weliswaar de gevolgen van de gebeurtenissen (‘dat stelde niets voor’ en ‘daar ga ik niet dood door’), maar bevestigt hij zijn aangifte, dat hij door de verdachte werd geduwd, geslagen en geschopt. In zoverre heeft hij dus consistent verklaard over de mishandelingen door de verdachte. Tijdens dit verhoor verklaart aangever dat hij zijn zoon ontzettend mist en dat hij hem graag weer thuis wil hebben. De rechtbank overweegt dat het afzwakken van de gebeurtenissen bij de rechter-commissaris door het gemis kan zijn ingegeven. Dat aangever niet tot in detail kan vertellen wat er op welke datum is gebeurd, is gelet op zijn leeftijd ten tijde van de verhoren (85 jaar) niet onbegrijpelijk. In de processen-verbaal van verhoor worden geen opmerkingen gemaakt over geestelijke en/of lichamelijke beperkingen die van invloed waren op het deugdelijk kunnen verhoren van aangever. De rechtbank heeft geen reden te twijfelen aan zijn verklaringen en acht deze dan ook betrouwbaar en bruikbaar voor het bewijs. Daarbij vinden de verklaringen voldoende steun in voormelde overige bewijsmiddelen. De rechtbank komt dan ook tot het oordeel dat wettig en overtuigend kan worden bewezen dat de verdachte zijn vader [slachtoffer] heeft mishandeld door hem te slaan, te schoppen en te duwen.
De verdachte is in mei 2020 bij zijn ouders ingetrokken. Er zijn diverse getuigenissen afgelegd en vele zorgmeldingen gedaan bij de politie en diverse andere instanties over het gezin [naam 8] . Zo zouden de gezinsleden onderling een vijandelijke band hebben, zou de verdachte verbaal en fysiek agressief zijn naar zijn ouders, zou hij hen financieel uitbuiten voor onder andere sigaretten en waren er zorgen over de gezondheid van vader en moeder. De verdachte heeft ter terechtzitting bevestigd dat hij ongeveer 15.000,- euro van de bankrekening van zijn ouders heeft weggenomen dan wel heeft ontvangen en dit vervolgens online heeft vergokt.
Voor de rechtbank staat op basis van het dossier vast dat er in de periode van mei 2020 tot en met juni 2024 sprake was van een ongezonde gezinsdynamiek en dat de verdachte ernstig (financieel) misbruik heeft gemaakt van zijn bejaarde ouders en dat zij absoluut niet tegen hem opgewassen waren.
In de tenlastelegging is het de verdachte gemaakte strafrechtelijke verwijt nader omschreven. De kern daarvan is dat de verdachte geld van zijn ouders heeft gepakt of voor zichzelf heeft gehouden, waardoor zij niet meer konden voorzien in hun levensonderhoud en als gevolg daarvan lichaamsgewicht verloren. De verdachte zou ook niet voor het levensonderhoud van zijn ouders hebben gezorgd. Door het gewichtsverlies zou de gezondheid van de ouders zijn benadeeld.
Mishandeling [slachtoffer]
Het dossier bevat verschillende verklaringen en meldingen, maar enkel het medisch dossier van [slachtoffer] (pg. 209) bevat concrete en objectieve gegevens omtrent zijn algemene gezondheid en gewicht. [slachtoffer] woog in 2020 (vanaf juli): 55 kg, in 2021: 49-53 kg, in 2022: 49-53 kg, in 2023: 47,5-50 kg en in 2024 (tot juni): 44-49,7 kg. Dit betreffen de jaren dat de verdachte bij zijn ouders inwoonde (de ten laste gelegde periode). In de jaren daarvoor woog [slachtoffer] in 2019: 55,5 kg, in 2018: 49 kg, in 2017: 49,3 kg, in 2016: 47,8-50,2 kg en in 2011: 50-50,2 kg en in 2009 48,6 kg (met schoenen). Blijkens een mutatie op 22 augustus 2011 belde de echtgenote van [slachtoffer] naar de huisarts met de mededeling dat hij het laatste jaar was afgevallen van iets meer dan 60 kg naar 50 kg.
Uit de medische gegevens leidt de rechtbank af dat er in de periode 2020-2024 geen sprake was van een onverwachte en aanmerkelijke gewichtsafname. Er waren wel zorgen over de gewichtsschommelingen, maar die waren er ook al in 2011. Ook fluctueerde het gewicht van [slachtoffer] in de jaren dat de verdachte thuis woonde niet aanzienlijk anders dan in de jaren daarvoor en werd in beide periodes bijvoeding voorgeschreven. Bovendien hebben [slachtoffer] zelf en ook anderen verklaard dat hij altijd mager is geweest. Ook de huisarts merkt in augustus 2011 op dat het een ‘magere man’ is (gewicht 50 kg). Daarbij was [slachtoffer] in de jaren 2011-2024 in de leeftijd van 72-85 jaar. Het is algemeen bekend dat mensen op oudere leeftijd minder kunnen gaan eten en daardoor afvallen. De gewichtsschommelingen in 2020-2024 waren in die zin niet onverklaarbaar of zorgelijker dan in de jaren daarvoor. Daarnaast blijkt uit de medische gegevens ook niet of, en in welke mate, gewichtsverlies of -schommelingen in de periode van 2020-2024 van invloed zijn geweest op de algemene gezondheid van [slachtoffer] . Ook blijkt daar niet uit of deze invloed anders was dan in de periode daarvoor.
De rechtbank is van oordeel dat uit het dossier niet kan worden afgeleid dat er sprake is geweest van zodanig gewichtsverlies dat daardoor de gezondheid van [slachtoffer] is benadeeld.
Dit betekent dat de rechtbank niet toekomt aan de vervolgvragen: of die benadeling van de gezondheid het gevolg was van het handelen of nalaten door de verdachte en of dat deze opzettelijk gebeurde. De rechtbank is dan ook van oordeel dat de mishandeling door benadeling van de gezondheid niet wettig en overtuigend kan worden bewezenverklaard en zal de verdachte daarom hiervan vrijspreken.
Het dossier bevat verschillende verklaringen en meldingen waarin in algemene zin de gezondheid en het gewicht van [naam 1] wordt beschreven. Uit het medische dossier blijkt niet dat sprake is van zorgelijk gewichtsverlies of een andere benadeling van de gezondheid van [naam 1] , zodat de rechtbank op dezelfde gronden als hiervoor ten aanzien van [slachtoffer] is overwogen tot het oordeel komt dat er onvoldoende wettig bewijsmateriaal voorhanden is om te komen tot een bewezenverklaring van de mishandeling van [naam 1] , zodat de verdachte ook daarvan dient te worden vrijgesproken.