Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.De procedure
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
- salaris gemachtigde € 204,00 (1 punt x € 204,00)
- nakosten € 102,00 (plus de kosten van betekening zoals
Rechtbank Limburg
In deze zaak heeft de Vereniging van Eigenaren (VvE) een verstekvonnis verkregen tegen [gedaagde, eiser in verzet] wegens een betalingsachterstand op de VvE-bijdragen. [gedaagde, eiser in verzet] is eigenaar van een appartementsrecht en is van rechtswege lid van de VvE. De VvE heeft op 26 juni 2023 besloten om de maandelijkse bijdragen te verhogen, maar [gedaagde, eiser in verzet] heeft deze verhoging betwist en is blijven betalen volgens het oude tarief. Dit leidde tot een betalingsachterstand van € 1.570,94. Na betekening van het verstekvonnis op 3 februari 2025, heeft [gedaagde, eiser in verzet] op 9 april 2025 verzet aangetekend, waarbij hij stelde dat hij niet tijdig op de hoogte was gesteld van het verstekvonnis. De kantonrechter heeft geoordeeld dat het verzet tijdig is ingesteld, omdat [gedaagde, eiser in verzet] pas op 13 maart 2025 kennisnam van het vonnis. De rechter heeft vervolgens de inhoudelijke beoordeling van de zaak uitgevoerd. De VvE heeft de rechtsgeldigheid van de verhoging van de VvE-bijdragen aangetoond en [gedaagde, eiser in verzet] is veroordeeld tot betaling van de achterstallige en toekomstige VvE-bijdragen, inclusief wettelijke rente. De kantonrechter heeft het verstekvonnis bekrachtigd en [gedaagde, eiser in verzet] in de proceskosten veroordeeld.