2.2.Op 28 en 29 augustus 2025 hebben partijen verklaard het eens te zijn geworden over het volgende (met “cliënten” wordt hieronder gedoeld op [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2] , “uw cliënte” is Kredirect):
“Onder verwijzing naar ons telefonisch overleg van gisteren bevestig ik u dat cliënten akkoord gaan met een minnelijke regeling ter finale kwijting over en weer betrekking hebbende op alle lopende procedures en geschillen tussen onze cliënten met betrekking tot het gehuurde aan de [adres] te [woonplaats] .
De regeling omvat de volgende bepalingen:
de verzetprocedure met kenmerk 11839807 CV EXPL 25-3271 wordt door uw cliënte ingetrokken, waarbij partijen overeenkomen dat ieder de eigen proceskosten draagt;
cliënten zullen het verstekvonnis van 13 juni 2025 met zaaknummer 11724088 CV EXPL 25-2387 niet (laten) executeren;
cliënten zullen tot en met 1 november 2025 in het gehuurde verblijven, zonder dat zij hiervoor enige huur of gebruiksvergoeding aan uw cliënte verschuldigd zijn;
uw cliënte zal uiterlijk op 1 oktober 2025 een bedrag van € 2.000,- overmaken op de bankrekening van mijn cliënten;
op 1 november 2025 zullen mijn cliënten het gehuurde leeg en ontruimd opleveren aan uw cliënte en alle sleutels die in hun bezit zijn overhandigen aan uw cliënte;
op dezelfde dag na de oplevering zal uw cliënte een tweede bedrag van € 2.000,- aan mijn cliënten voldoen middels een bankoverschrijving of contante betaling, mits het gehuurde leeg en ontruimd aan uw cliënte is opgeleverd;
het totale bedrag van € 4.000,- is, mits de oplevering conform afspraak plaatsvindt, onvoorwaardelijk verschuldigd. Uw cliënte doet afstand van het recht dit bedrag te verrekenen met eventuele vorderingen uit hoofde van de huurovereenkomst, de staat van het gehuurde of op enige andere titel;
partijen zullen de kantonrechter in de procedure met zaaknummer 11562617 CV EXPL 25-1110 gezamenlijk of afzonderlijk verzoeken de inhoud van deze regeling vast te leggen in het vonnis, zodat deze voor beide partijen een executoriale titel oplevert. Ook in deze procedure draagt ieder de eigen proceskosten;
na oplevering van het gehuurde en na betaling van het bedrag van € 4.000,-, hebben partijen vervolgens niets meer van elkaar te vorderen en verlenen zij elkaar over en weer finale kwijting.”