3.3Het oordeel van de rechtbank
Bewijsmiddelen
Verbalisanten [naam 4] , [naam 5] , [naam 6] , [naam 7] en [naam 8]relateren, voor zover hier van belang, het volgende:
Op 16 september 2023 omstreeks 17:35 uur kregen wij de opdracht om te gaan naar de [adres 2] . Hier zou een drugslab zijn. Ik, [naam 6] , stelde een onderzoek in de kelder van genoemd appartementencomplex. Ik zag in de algemene kelderruimte verschillende deuren op een kiertje staan, onder andere een kelderdeur met hierop " [cijfer] " open, op een kier, staan. Ik zag toen ik de deur verder opende een grote weegschaal staan. Ik zag hier een zak met wit poeder staan. Ik zag verder meerdere witte bakken met een mij onbekende inhoud. Ik zag op de bodem van deze kelder een witte poederachtige substantie liggen. Verder rook ik een penetrante chemische geur. Ik vermoedde dat hier synthetische drugs lagen. Deze geur herkende ik, [naam 4] , later als zijnde de mij ambtshalve bekende geur van synthetische verdovende middelen.
In de kelderbox van de [adres 2] zijn meerdere goederen in beslag genomen en bemonsterd.Deze goederen zijn door het Nederlands Forensisch Instituut onderzocht en daaruit blijkt dat deze goederen amfetamine(sulfaat) bevatten.
Verbalisanten [naam 9] en [naam 10]relateren, voor zover hier van belang, het volgende:
Op zaterdag 16 september 2023 hebben wij op verzoek een partij goederen en chemicaliën passend bij de precipitatie van (synthetische) drugs onderzocht op locatie [adres 3] . In totaal werd er netto
45 kilogramvochtig vermoedelijk versneden amfetamine sulfaat aangetroffen en netto
97 kilogramdroog vermoedelijk versneden amfetamine sulfaat aangetroffen. Daarnaast werd er
2,5 litervermoedelijk amfetamine-olie aangetroffen.
Getuige [naam 11]verklaarde, voor zover hier van belang, het volgende:
M: We willen u als getuige horen ter zake het voorval van hetgeen gisteren had
plaatsgevonden op de [adres 2] .
V: Is u dat duidelijk?
A: Ja.
(…)
M: U had aangegeven een verleden in de verdovende middelen te hebben en daarom de
kenmerkende geur van amfetamine te herkennen.
V: Klopt dat?
A: Ikzelf niet, ik ken wel mensen om mij heen die verdovende middelen gebruiken,
vandaar dat ik de geur herkende.
V: Hoe kun je die geur omschrijven?
A: Een hele penetrante geur. Ammoniak achtig.
V: Waar in het appartementen complex rook je die geur het sterkst?
A: In de kelder.
(…)
V: Is u al eerder verdachte zaken opgevallen op voornoemde adres?
A: Eigenlijk niet.
(…)
V: Dus ook geen vreemde lucht eerder waargenomen?
A: Nee, gisteren (
de rechtbank begrijpt:16 september 2023) was echt de eerste keer en dat was ook gelijk heel penetrant. Toen ik gisteren rond 12 uur de hond uitliet kwam ik nog een voorbijganger tegen en ook deze voorbijganger vroeg nog aan me wat dat voor geur was.
De verdachte verklaarde– zakelijk weergegeven – ter terechtzitting van 10 september 2025 als volgt:
[naam 2] (
de rechtbank begrijpt: medeverdachte [naam 2] ) vroeg of hij de kelderbox behorende bij de woning [adres 2] kon gebruiken om daar iets op te slaan. Ik heb van mijn neef (
de rechtbank begrijpt: medeverdachte [naam 1] ) de sleutel gekregen en die heb ik aan [naam 2] gegeven. Ik had een schuld bij hem openstaan en daarom deed ik dat. Ik heb een aantal keren aan [naam 2] gevraagd wat hij ging doen in die kelder, maar ik kreeg geen antwoord. Ik had wel een idee dat het niet klopte, want ik vroeg er vaker naar. Op de dag zelf, en dan bedoel ik 16 september 2023, had ik het idee dat het niet goed was wat in de kelder gebeurde. De dag ervoor was er nog niks in die kelder overigens.
De
medeverdachte [naam 2]heeft op 19 maart 2024 – zakelijk weergegeven - verklaard:
[verdachte] en ik zijn een keer gaan gokken. [verdachte] heeft toen 250 euro van mij geleend. Ik heb hem (
naar de rechtbank begrijpt:[verdachte] ) toen gevraagd of hij een garagebox of iets wist. Hij heeft toen bij zijn neef de sleutel geregeld. Die heeft hij aan mij overhandigd. (...) Toen heb ik dat busje daar uitgeladen in de kelder. Toen ben ik gaan beginnen te drogen (
naar de rechtbank begrijpt:amfetamine te drogen). De sleutel van het busje heb ik ontvangen dezelfde dag dat ik ben aangehouden. Ik heb de spullen in de kelderbox neergezet. Ik heb daarbij hulp gehad maar niet van iemand die daar later aanwezig was.
Vrijspraakoverwegingen
Vrijspraak vervaardigen van amfetamine en amfetamineolie
Primair is aan de verdachte tenlastegelegd dat hij de aangetroffen amfetamine en amfetamineolie op of omstreeks 16 september 2023 (al dan niet tezamen en in verenging met anderen) heeft vervaardigd dan wel aanwezig heeft gehad.
Uit de bevindingen van het LFO leidt de rechtbank af dat in het aangetroffen drugslab amfetamine werd gewogen en dat men kennelijk doende was met het drogen van natte amfetaminepasta. Deze handelingen kunnen naar het oordeel van de rechtbank niet worden vervat onder het tenlastegelegde vervaardigen van amfetamine als bedoeld in artikel 2 onder D van de Opiumwet, doch onder het (niet tenlastegelegde) bewerken en verwerken daarvan, reden waarom de rechtbank komt tot een vrijspraak van het (impliciet) primair tenlastegelegde vervaardigen van amfetamine en amfetamineolie.
Vrijspraak medeplegen opzettelijk aanwezig hebben van amfetamine en amfetamineolie
De vraag die de rechtbank vervolgens dient te beantwoorden, is, of de verdachte (al dan niet samen met anderen) op 16 september 2023 de aangetroffen amfetamine en amfetamineolie opzettelijk aanwezig heeft gehad, zoals impliciet subsidiair tenlastegelegd. Had de verdachte wetenschap van de zich in de kelderbox bevindende amfetamine en amfetamineolie en bevonden deze zich in zijn machtssfeer?
De kwalificatie medeplegen is slechts dan gerechtvaardigd als de bijdrage aan het delict van de verdachte van voldoende gewicht is. Voor de bewezenverklaring van medeplegen is niet vereist dat het gewicht van de bijdrage van de verdachte gelijkwaardig is aan dat van zijn mededader(s). Bij de beoordeling van de vraag of de bijdrage van de verdachte aan het delict van voldoende gewicht is, kan rekening worden gehouden met onder meer de intensiteit van de samenwerking, de onderlinge taakverdeling, de rol in de voorbereiding, de uitvoering of de afhandeling van het delict en het belang van de rol van de verdachte, diens aanwezigheid op belangrijke momenten en het zich niet terugtrekken op een daartoe geëigend tijdstip.
Uit de bewijsmiddelen leidt de rechtbank met betrekking tot de betrokkenheid van de verdachte bij het tenlastegelegde af dat hij de sleutel van de kelderbox heeft verstrekt aan medeverdachte [naam 2] . Uit de verklaringen van de verdachte en van medeverdachte [naam 2] leidt de rechtbank af dat de verdachte zich weliswaar afvroeg waar de medeverdachte [naam 2] de kelderbox voor nodig had en daarbij ook de nodige vraagtekens had, echter dat de verdachte pas vlak voor de politie-inval daadwerkelijk wetenschap heeft gekregen van het zich in die kelderbox bevindende drugslab. Immers zowel de verdachte als medeverdachte [naam 2] hebben verklaard dat [naam 2] op 16 september 2023, vlak voor de politie-inval aan de verdachte om hulp had gevraagd bij het verplaatsen van een zich in die kelderbox bevindende pers. De pers was namelijk voor [naam 2] te zwaar om alleen te tillen. De verdachte is toen in de kelderbox geweest en zag wat zich in de kelderbox bevond. Naar het oordeel van de rechtbank zijn voornoemde feiten en omstandigheden onvoldoende voor een bewezenverklaring van het medeplegen van het aanwezig hebben van de in de kelderbox aangetroffen amfetamine en amfetamineolie. Niet is gebleken van een rol voor de verdachte bij het geheel die maakt dat zijn bijdrage van voldoende gewicht is om van een voor medeplegen vereiste nauwe en bewuste samenwerking bij het opzettelijk aanwezig hebben van amfetamine te spreken. Het enkele feit dat de verdachte op dat moment heeft geholpen met het verplaatsen van die pers, maakt dat niet anders.
De verdachte zal daarom worden vrijgesproken van het medeplegen van opzettelijk aanwezig hebben en daarmee dus volledig van het primair tenlastegelegde.
Bewijsoverwegingen
Subsidiair is aan de verdachte tenlastegelegd dat hij medeplichtig is geweest aan het opzettelijk aanwezig hebben van de amfetamine(olie). Voor een bewezenverklaring van medeplichtigheid aan een misdrijf is vereist dat niet alleen wordt bewezen dat het opzet van de verdachte was gericht op de behulpzaamheid zelf maar ook dat zijn opzet, al dan niet in voorwaardelijke vorm, was gericht op het door de dader(s) gepleegde misdrijf (het gronddelict).
De verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat hij de sleutel die toegang gaf tot de kelder, heeft gekregen van medeverdachte [naam 1] en deze heeft gegeven aan medeverdachte [naam 2] . De verdachte zou een schuld hebben bij medeverdachte [naam 2] en door het verstrekken van de sleutel van de kelderbox zou die schuld vereffend worden. De verdachte heeft verklaard dat hij op meerdere momenten vooraf, maar ook nog ten tijde van het verstrekken van de sleutel aan [naam 2] heeft gevraagd waarvoor hij de kelderbox nodig had. Op die vragen heeft de verdachte van medeverdachte [naam 2] echter geen duidelijk antwoord gekregen. Ter terechtzitting heeft de verdachte hierover verklaard dat hij daardoor “
wel een idee had dat het niet klopte”. De rechtbank is op basis van het voorgaande van oordeel dat de verdachte, door het verstrekken van de sleutel terwijl hij een idee had dat het niet klopte, de vereiste wetenschap had die nodig is voor een bewezenverklaring, en wel in voorwaardelijke zin. De verdachte heeft – onder de omstandigheden dat hij het vermoeden had dat het niet klopte en ook meerdere keren navraag heeft gedaan bij medeverdachte [naam 2] , maar desondanks de sleutel aan medeverdachte [naam 2] heeft gegeven en zich niet heeft weerhouden dat te doen c.q. heeft gedistantieerd – bewust de aanmerkelijke kans aanvaard dat zich in de kelderbox waarvan hij de sleutel heeft versterkt, een drugslab aanwezig was. Door het verstrekken van de sleutel heeft hij bewust gelegenheid verschaft. De rechtbank stelt dan ook vast dat de verdachte het voor de medeplichtigheid vereiste dubbel opzet op zowel het (grond)delict als de behulpzaamheid had en aldus medeplichtig is geweest, zodat het subsidiair tenlastegelegde bewezen kan worden verklaard.
PleegperiodeDe rechtbank acht de periode voorafgaand aan 16 september 2023 niet bewezen. De medeverdachte [naam 2] heeft immers verklaard dat hij pas op 16 september 2023 spullen heeft vervoerd naar de kelderbox en die dag is begonnen met werkzaamheden in de kelderbox. Dit vindt steun in de getuigenverklaring van [naam 11] die heeft verklaard dat zij pas op 16 september 2023 voor de eerste keer een penetrante geur in de kelder heeft geroken. Van het tegendeel, of anderzijds een langere periode waarin het lab in gebruik was, is niet gebleken.