ECLI:NL:RBLIM:2025:9288

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
21 augustus 2025
Publicatiedatum
26 september 2025
Zaaknummer
10646753 \ CV EXPL 23-3398
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Burengeschil over nakoming van een vaststellingsovereenkomst en de uitvoering van boetes

In deze zaak, die zich afspeelt in Maastricht, betreft het een burengeschil tussen twee partijen, aangeduid als eiseres in conventie en gedaagde in conventie. De eiseres heeft in haar tuin afgravingen verricht voor de realisatie van een leefkuil, wat aanleiding heeft gegeven tot een vaststellingsovereenkomst die op 15 september 2022 is gesloten. In deze overeenkomst zijn verplichtingen opgenomen met betrekking tot het ongedaan maken van de afgravingen en het betalen van boetes bij niet-nakoming. De eiseres stelt dat zij aan haar verplichtingen heeft voldaan, terwijl de gedaagde meent dat dit niet het geval is en heeft boetes geëxecuteerd ter hoogte van het overeengekomen maximum van € 5.000,00.

De procedure is gestart met een dagvaarding op 18 juli 2023, gevolgd door verschillende conclusies van antwoord, repliek en dupliek. De kantonrechter heeft in deze tussenvonnis een deskundigenbericht bevolen om te beoordelen of de eiseres daadwerkelijk heeft voldaan aan de verplichtingen uit de vaststellingsovereenkomst. De kantonrechter heeft partijen in de gelegenheid gesteld om zich uit te laten over de aan de deskundige te stellen vragen en de kosten van de deskundige. De zaak is naar de rol verwezen voor verdere behandeling, waarbij de kantonrechter heeft aangegeven dat de beslissing over de kosten van de deskundige in het eindvonnis zal worden genomen.

Uitspraak

RECHTBANKLIMBURG
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Maastricht
Zaaknummer: 10646753 \ CV EXPL 23-3398
Vonnis van 21 augustus 2024
in de zaak van
[eiseres in conventie, verweerster in reconventie],
wonende te [woonplaats] ,
eisende partij in conventie,
verwerende partij in reconventie,
hierna te noemen: [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] ,
gemachtigde: mr. M.A. Ploemen,
tegen
[gedaagde in conventie, eiseres in reconventie],
wonende te [woonplaats] ,
gedaagde partij in conventie,
eisende partij in reconventie,
hierna te noemen: [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] ,
gemachtigde: mr. S.X.J. Zuidema.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding van 18 juli 2023 met producties 1 en 2
- de conclusie van antwoord in conventie tevens eis in reconventie met productie 1
- de conclusie van repliek in conventie tevens antwoord in reconventie met productie 2 (de kantonrechter leest productie 3 nu productie 2 reeds bij dagvaarding is overgelegd)
- de conclusie van dupliek in conventie tevens repliek in reconventie met productie 2
- de brief van 21 maart 2024 inhoudende dat het recht van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] om te concluderen voor dupliek in reconventie is vervallen
- de brief van 8 mei 2024 waarin de kantonrechter, gezien de schorsing mr. R.G.P. Voragen (voormalig gemachtigde van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] ), [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] alsnog in de gelegenheid stelt om de conclusie van dupliek in reconventie te nemen
- het e-mailbericht van 17 mei 2024 van mr. Zuidema voornoemd waarin bezwaar wordt gemaakt tegen de bovengenoemde beslissing van de kantonrechter om [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] alsnog in de gelegenheid te stellen om de conclusie van dupliek in reconventie te nemen
- de brieven van 28 mei 2024 en 29 mei 2024 waarin de kantonrechter bepaalt dat de eerdere herziening, zoals aan partijen gecommuniceerd bij brief van 8 mei 2024, onjuist is en dat het recht om de conclusie van dupliek in reconventie te nemen aan de zijde van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] inderdaad is vervallen en dat de zaak voor vonnis komt te staan
- het e-mailbericht van 30 mei 2024 van mr. M.A. Ploemen waarin zij zich stelt als gemachtigde van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] .

2.De feiten

2.1.
[eiseres in conventie, verweerster in reconventie] en [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] zijn buren van elkaar.
2.2.
[eiseres in conventie, verweerster in reconventie] heeft in haar tuin afgravingen gedaan, naast de garage van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] , ten behoeve van de realisering van een leefkuil.
2.3.
[eiseres in conventie, verweerster in reconventie] en [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] hebben op 15 september 2022 bij het gerechtshof
’s-Hertogenbosch een vaststellingsovereenkomst gesloten. In deze vaststellingsovereenkomst is onder andere het volgende opgenomen:

(…) [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] zal uiterlijk binnen acht weken na vandaag de ten behoeve van de realisering van de leefkuil gedane afgravingen door [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] naast de garage van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] blijvend ongedaan maken op zodanige wijze als Palte in haar rapport stelt (zie punt 9.5, laatste zin). [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] zal onder overlegging van foto 15 van het rapport van [naam deskundige 1] bij Palte (dhr. [naam deskundige 2] ) navraag doen over de hoogte die dan moet worden aangebracht. Deze zal nooit hoger zijn dan de door [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] gedane afgravingen. Van deze mailwisseling zal [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] een kopie ontvangen.(…)
Indien [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] niet tijdig aan bovengenoemde verplichting tot aanpassing van haar tuin voldoet, verbeurt zij een dwangsom van € 250,00 (tweehonderdvijftig euro) per dag of een gedeelte daarvan, met een maximum van
€ 5.000,00 (vijfduizend euro) aan te verbeuren dwangsommen. Geen dwangsom zal verschuldigd zijn als er aan de kant van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] sprake is van overmacht. (…)
2.4.
In punt 9.5 van het rapport van Palte is het volgende opgenomen:

Inmiddels is de grondaanvulling aan de belendende zijde iets (ca. 100mm) hoger dan tijdens de ontgraving, echter ligt het maaiveld nog steeds lager dan in de oorspronkelijke situatie.
Het advies luidt om het maaiveld aan de belendende zijde weer te herstellen zoals de oorspronkelijke situatie was, minimaal over een breedte van ca. 800 mm gemeten vanaf de buitenzijde van de fundering (de erfgrens).
2.5.
[eiseres in conventie, verweerster in reconventie] heeft naar aanleiding van deze vaststellingsovereenkomst werkzaamheden in haar tuin verricht.
2.6.
[gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] is overgegaan tot het executeren van boetes (de vaststellingsovereenkomst en in de processtukken wordt ten onrechte gesproken van dwangsommen) ter hoogte van het overeengekomen maximumbedrag van € 5.000,00.

3.Het geschil

in conventie
3.1.
[eiseres in conventie, verweerster in reconventie] vordert – samengevat – voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] te veroordelen om aan [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] te betalen een bedrag van € 5.000,00, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de datum dagvaarding en de proceskosten.
3.2.
[gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] voert verweer. [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] concludeert om bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] niet-ontvankelijk te verklaren, dan wel de vorderingen van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] af te wijzen.
in reconventie
3.3.
[gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] vordert – samengevat – voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
I. [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] te veroordelen om ervoor zorg te dragen dat binnen 14 dagen na betekening van het vonnis alsnog conform het rapport van Palte is opgehoogd, op straffe van een dwangsom van thans € 500,00 per dag of gedeelte van een dag dat [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] daarmee in gebreke blijft, met een maximum van € 10.000,00, althans een zodanige maatregel die de kantonrechter zal vermenen te behoren;
II. indien na ommekomst van de termijnen onder I gesteld en na verbeurte van de dwangsommen opnieuw sprake blijkt te zijn van niet-nakoming van de vaststellingsovereenkomst voor wat betreft het juist ophogen, [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] te machtigen een aannemer opdracht te geven alsnog conform het rapport van Palte op te hogen, waarbij deze werkzaamheden voor rekening komen van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] , althans een door de kantonrechter te bepalen gevolgtrekking van de niet-nakoming zijdens [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] , althans een zodanige maatregel als de kantonrechter vermeent te behoren;
III. [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] te veroordelen om volledige medewerking te verlenen aan het onder II gevorderde door die aannemer op eerste verzoek toegang te geven tot de tuin van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] om deze zodoende in de gelegenheid te stellen de ophogingswerkzaamheden te verrichten, op straffe van een dwangsom van € 250,00 per dag of gedeelte van een dag dat [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] daarmee in gebreke blijft, althans een zodanige maatregel dat de kantonrechter vermeent te behoren;
IV. [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] te veroordelen in de kosten van de procedure, alsmede de nakosten, vermeerderd met de wettelijke rente over deze (na)kosten vanaf 14 dagen na dagtekening van het vonnis.
3.4.
[eiseres in conventie, verweerster in reconventie] voert verweer. [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] concludeert tot afwijzing van de vorderingen van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] .
in conventie en in reconventie
3.5.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

4.De beoordeling

in conventie
4.1.
[eiseres in conventie, verweerster in reconventie] legt aan haar vordering ten grondslag dat de door haar betaalde boetes (zoals gezegd spreken partijen ten onrechte van dwangsommen) aan [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] onverschuldigd betaald zijn. Daarvoor heeft het uitgangspunt te gelden dat op degene die een vordering uit onverschuldigde betaling tegen een ander instelt, de stelplicht en de bewijslast rusten van feiten en omstandigheden waaruit blijkt dat diegene heeft betaald zonder dat daarvoor een rechtsgrond aanwezig is. Derhalve rust op [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] de bewijslast.
4.2.
Partijen staan lijnrecht tegenover elkaar voor wat betreft de vraag of [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] aan de verplichtingen uit de vaststellingsovereenkomst heeft voldaan. [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] stelt de verplichtingen uit de vaststellingsovereenkomst te zijn nagekomen aangezien zij de tuin heeft opgehoogd en de ophoging nu hoger is dan de oorspronkelijke situatie. [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] stelt dat [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] de verplichtingen uit de vaststellingsovereenkomst niet is nagekomen nu zij niet heeft opgehoogd conform het rapport van Palte (punt 9.5, laatste zin).
4.3.
Partijen hanteren ieder een andere wijze van uitleg van de vaststellingsovereenkomst. De kantonrechter zal aan de hand van het Haviltex-criterium vaststellen welke rechten en verplichtingen partijen overeengekomen zijn. Volgens deze maatstaf kan de vraag hoe in een schriftelijke overeenkomst de verhouding van partijen is geregeld, niet worden beantwoord op grond van alleen maar een taalkundige uitleg van de bepalingen van die overeenkomst. Voor de beantwoording van die vraag komt het aan op de zin die partijen in de gegeven omstandigheden over en weer redelijkerwijs aan deze bepalingen mochten toekennen en op hetgeen zij te dien aanzien redelijkerwijs van elkaar mochten verwachten.
4.4.
Aan de hand van deze maatstaf oordeelt de kantonrechter dat uitgangspunt is dat [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] moest ophogen conform het rapport van Palte (punt 9.5, laatste zin). [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] diende bij Palte (de heer [naam deskundige 2] ) navraag te doen over de hoogte die dan moest worden aangebracht. Naar het oordeel van de kantonrechter moest [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] zich informeren over de vraag
hoe hoogde ophoging diende te zijn en niet
hoeopgehoogd diende te worden. De gemachtigde van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] heeft bij e-mailbericht van 20 september 2022 bij de heer [naam deskundige 2] navraag gedaan over die hoogte. De heer [naam deskundige 2] heeft op diezelfde dag per e-mail gereageerd en een tekening bijgevoegd met de doorsnede over de gerealiseerde funderingsstrook langs de erfgrens, inclusief enige maatvoering. [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] heeft een afschrift ontvangen van deze correspondentie. De kantonrechter oordeelt op grond van het voorgaande dat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] op haar beurt heeft voldaan aan haar verplichting uit de vaststellingsovereenkomst.
4.5.
De kantonrechter kan de knoop ten aanzien van de vraag of [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] daadwerkelijk heeft opgehoogd conform het rapport van Palte aan de hand van de voorhanden zijnde stukken niet doorhakken. In het door partijen over en weer gestelde ziet de kantonrechter aanleiding daartoe de hulp van een deskundige in te roepen, reden waarom een deskundigenbericht zal worden bevolen. De kantonrechter acht de benoeming van één deskundige voldoende.
4.6.
Partijen worden nu eerst in de gelegenheid gesteld zich bij akte uit te laten over de aan de deskundige te stellen vragen, de te benoemen persoon en de volgens partijen maximaal acceptabele hoogte van het voorschot.
4.7.
De kantonrechter ziet geen aanleiding om af te wijken van het uitgangspunt in de wet dat het voorschot op de kosten van de deskundige door de eisende partij moet worden betaald. Dit voorschot moet daarom door [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] worden betaald.
4.8.
In het eindvonnis zal de kantonrechter beslissen wie van partijen uiteindelijk de kosten van de deskundige moet betalen.
4.9.
De kantonrechter gaat ervan uit dat partijen in onderling overleg overeenstemming bereiken over de persoon die als deskundige gaat optreden. Voor zover partijen daarover geen overeenstemming kunnen bereiken en om die reden iedere partij een deskundige voorstelt, moeten partijen gemotiveerd aangeven waarom zij de voorkeur geven aan de door henzelf voorgestelde deskundige en waarom de door de wederpartij voorgestelde deskundige niet voor benoeming in aanmerking mag komen. Daarbij valt te denken aan zwaarwegende redenen als gebrek aan deskundigheid of gerechtvaardigde twijfels met betrekking tot de onpartijdigheid van de deskundige. Die zwaarwegende redenen moeten worden onderbouwd. De kantonrechter zal dan, na weging van de onderbouwing vóór en tegen de benoeming van een potentiële deskundige, een door partijen aangedragen deskundige of een eigen deskundige benoemen.
4.10.
De kantonrechter zal de zaak naar de rol verwijzen, zodat partijen zich over het voorgaande bij akte kunnen uitlaten. Partijen moeten de concept-akte uiterlijk een week vóór de roldatum naar elkaar toesturen, zodat zij in hun definitieve akte op de akte van de wederpartij kunnen reageren.
in conventie en in reconventie
4.11.
De kantonrechter houdt in afwachting van de te nemen aktes iedere verdere beslissing aan.

5.De beslissing

De kantonrechter
in conventie
5.1.
stelt partijen in de gelegenheid zich bij akte uit te laten over de persoon van de te benoemen deskundige, de daarmee gepaard gaande vooraf voor te schieten maximaal acceptabele kosten en de aan de deskundige te stellen vragen,
5.2.
verwijst de zaak daartoe naar de rol van
woensdag 18 september 2024,
in conventie en in reconventie
5.3.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.P.J. Quaedackers en in het openbaar uitgesproken op 21 augustus 2024.
SH