ECLI:NL:RBLIM:2025:9346
Rechtbank Limburg
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Wraking van rechters in strafzaak op verzoek van de verdediging
In deze zaak heeft de rechtbank Limburg, zittingsplaats Maastricht, op 26 september 2025 een beslissing genomen over een verzoek tot wraking van de rechters in een strafzaak. Het verzoek werd ingediend door de advocaat mr. B.G. Janssen namens zijn cliënt, die momenteel verblijft in een penitentiaire inrichting. De wraking was gericht tegen de meervoudige strafkamer bestaande uit de rechters D.J.E. Hamers-Aerts, M.B. Bax en M. El Jerrari. De advocaat stelde dat de schijn van vooringenomenheid was gewekt door de afwijzing van een verzoek om ontlastende uitspraken in telefoongesprekken aan het procesdossier toe te voegen.
De wrakingskamer heeft de procedure en de argumenten van verzoeker beoordeeld. Volgens artikel 512 van het Wetboek van Strafvordering kan een rechter gewraakt worden op basis van feiten of omstandigheden die de onpartijdigheid in gevaar brengen. De wrakingskamer benadrukte dat rechters vermoed worden onpartijdig te zijn, tenzij er uitzonderlijke omstandigheden zijn die dit tegenspreken. In dit geval oordeelde de wrakingskamer dat de beslissing van de rechters om het verzoek tot het veiligstellen van telefoongesprekken af te wijzen een procesbeslissing was, die niet kan leiden tot wraking. De wrakingskamer concludeerde dat er geen aanwijzingen waren voor partijdigheid en verklaarde het verzoek tot wraking ongegrond.
De beslissing werd openbaar uitgesproken door de wrakingskamer, bestaande uit de rechters R.H.J. Otto, G.P.C. Dijkshoorn-Sleebe en M.T.A.C. Russel, bijgestaan door griffier mr. M.J.W.D. Janssen.