Uitspraak
RECHTBANK Limburg
1.De procedure
- de door [gedaagde] overgelegde producties 1 tot en met 11,
- de mondelinge behandeling van 2 september 2025,
- de spreekaantekeningen van BML,
- de pleitaantekeningen van [gedaagde] ,
- de aanhouding ten behoeve van het treffen van een schikking tot 16 september 2025,
2.De feiten
- voor recht verklaard dat de kansspelovereenkomst, die is gesloten tussen [gedaagde] en BML, nietig is,
- BML veroordeeld om de van [gedaagde] ontvangen bedragen, met aftrek van de aan [gedaagde] uitbetaalde bedragen, zijnde een bedrag van € 147.759,85, te betalen aan [gedaagde] , deze bedragen te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de datum van storting door [gedaagde] .
3.Het geschil
- (primair) niet-ontvankelijkheid van BML in de vorderingen,
- (subsidiair) afwijzing van de vorderingen van BML,
- (meer subsidiair) afwijzing van de vorderingen 1 en 2 en toewijzing van vordering 3, althans toewijzing van vordering 2 op een wijze die zekerheid geeft voor het volledige bedrag (hoofdsom, wettelijke rente, proceskosten),