ECLI:NL:RBLIM:2025:9566
Rechtbank Limburg
- Beschikking
- W.Th.M. Raab
- Rechtspraak.nl
Gegrondverklaring van de ontkenning van het vaderschap met behoud van geslachtsnaam
In deze zaak heeft de Rechtbank Limburg op 3 oktober 2025 uitspraak gedaan over de ontkenning van het vaderschap van een man ten aanzien van zijn meerderjarige zoon, hierna te noemen [belanghebbende]. De man, die in 1995 getrouwd was met de moeder van [belanghebbende], verzocht de rechtbank om zijn vaderschap te ontkennen, omdat hij vermoedelijk niet de biologische vader is. Dit vermoeden werd bevestigd door een DNA-test, uitgevoerd door het DNA Diagnostics Center, waaruit bleek dat de man niet de biologische vader is. De rechtbank heeft vastgesteld dat de man niet heeft ingestemd met een daad die de verwekking van [belanghebbende] tot gevolg heeft gehad en dat er geen beletselen zijn voor de ontkenning van het vaderschap. De rechtbank heeft het verzoek van de man gegrond verklaard, maar heeft besloten dat het rechtsgevolg van de ontkenning van het vaderschap, namelijk de geslachtsnaamwijziging, niet van toepassing is. [belanghebbende] heeft de wens geuit om zijn huidige geslachtsnaam, [geslachtsnaam 1], te behouden, wat de rechtbank heeft gerespecteerd. De rechtbank oordeelde dat strikte toepassing van artikel 1:5 BW in dit geval in strijd zou zijn met het recht van [belanghebbende] op bescherming van zijn identiteit en privéleven, zoals beschermd door artikel 8 EVRM. De rechtbank heeft bepaald dat [belanghebbende] de geslachtsnaam [geslachtsnaam 1] behoudt, en dat de griffier een afschrift van de beschikking zal zenden aan de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente Sittard-Geleen, na een termijn van drie maanden, tenzij er hoger beroep wordt ingesteld.