3.3Het oordeel van de rechtbank
Inleiding
In de periode van augustus tot en met november 2023 hebben in Limburg meerdere gewelddadige berovingen plaatsgevonden, waaronder jegens de slachtoffers [slachtoffer 4] en [slachtoffer 5] . Hierbij werd met deze slachtoffers via datingapp [naam app] onder valse voorwendselen een afspraak gemaakt om elkaar op een afgelegen plek te ontmoeten. Daar zijn de slachtoffers vervolgens door de verdachten urenlang van hun vrijheid beroofd, waarbij de slachtoffers onder meer zijn vast getapet en er fors verbaal en fysiek geweld tegen hen is gebruikt. Tevens hebben de verdachten gedurende de vrijheidsberoving geld van de (spaar)rekeningen van de slachtoffers overgemaakt naar cryptorekeningen en andere goederen van de slachtoffers weggenomen. Met het weggenomen geld zijn vervolgens cryptomunten gekocht of geprobeerd te kopen.
Bij het begaan van de feiten traden de verdachte en zijn mededaders in wisselende samenstellingen op. De rechtbank acht van belang op te merken dat wel duidelijk is geworden welke verdachte bij welk feit een rol heeft gespeeld, doch dat de precieze rolverdeling ten aanzien van de verrichte tenlastegelegde handelingen, dus wie wat precies heeft gedaan, onduidelijk is gebleven. Deze omstandigheid staat echter aan een bewezenverklaring van medeplegen niet in de weg. De door de verdachte gepleegde handelingen, zoals hieronder uiteen wordt gezet, zijn zonder meer van een voldoende gewicht om van medeplegen te kunnen spreken.
Tot slot zijn tijdens de aanhouding van de verdachte op verdenking van bovengenoemde feiten goederen, die toebehoren aan [naam 3] en van hem zijn gestolen, aangetroffen in de woning waarin de verdachte woonachtig is.
Bewijsmiddelen
De rechtbank past ten aanzien van de tenlastegelegde feiten de volgende bewijsmiddelen toe die de voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden bevatten zoals hieronder zakelijk weergegeven.
Feit 1 en 2
In het
proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 4] (met als bijlage de bankafschriften en e-mails van [cryptobank] ) van 17 oktober 2023staat het volgende gerelateerd, zakelijk weergegeven:
Ik stuurde een berichtje op maandag 16 oktober 2023 rond half 12 's nachts naar een jongen voor een afspraak te maken die avond. Hij heeft in de chat geen naam gegeven. De naam was gewoon het cijfer 20, dit is meestal de leeftijd. Daar heb ik toen ongeveer een uur mee gechat en we zijn toen tot de conclusie gekomen om af te spreken. Het betrof een parkeerplaats aan de [adres 2] (de rechtbank begrijpt: in Venlo), op de parkeerplaats bij het sportveld. Ik kwam iets later aan op de afgesproken locatie. Dit was rond 1.30/2.00 uur. Ik heb mijn auto op de parkeerplek geparkeerd langs die van de persoon met wie ik had afgesproken. Toen hebben wij afgesproken dat ik bij hem in zou stappen aan de bijrijderskant. Het viel mij meteen op dat deze persoon niet leek op de profielfoto en dat had ik hem ook gezegd. Vrij snel daarna kwamen er vier of vijf jongens uit de bosjes gerend. Op dat moment wilde ik opstaan en wegrennen. Ik stond naast de auto en toen kon ik twee jongens wegduwen, maar toen kwamen er nog twee jongens aan en die duwden mij terug in de auto. Vervolgens hebben zij mijn mond als eerste dichtgeplakt met duct tape. Daarna plakten ze mijn ogen dicht met duct tape. Ze hielden mijn onderarmen in bedwang om het tapen mogelijk te maken. Ze stonden allemaal aan de zijkant van de auto aan de bijrijderskant. Ze hebben mij ook op mijn neus en oog geslagen en nog andere plekken, maar die kan ik mij niet meer herinneren. De pijn viel mee, het leek wel alsof ze niet zo heel hard konden slaan. Ze zeiden ook tegen mij dat als je gewoon meewerkt we jou geen pijn doen, dan mag je ook zo weer naar huis. Toen vroegen ze waar mijn telefoon was en of ik die bij had. Ze vroegen om mijn telefoon en de inloggegevens van mijn telefoon en van mijn bankieren app. Ik heb ze toen maar de autosleutels gegeven, zodat ze mijn telefoon konden pakken die daar lag. Daarna kwamen ze weer vragen voor de toegangscode en de bankieren inlogcode. Ik heb dat nog proberen te weigeren, maar toen begonnen ze met dreigen met als je niet meewerkt dan nemen wij jou mee naar een loods en verkrachten wij jou of maken wij jou dood. Ze zeiden niet letterlijk verkrachten, maar dat idee kreeg ik wel. Vervolgens heb ik ze mijn inloggegevens gegeven. Ik had nog geprobeerd om die code zelf in te toetsen zodat ze die niet zouden zien, maar daar trapten ze niet in. Toen ze toegang hadden tot die telefoon namen ze mij mee naar de achterkant van mijn auto. Daar hebben ze mij op de grond gelegd, op mijn rug. Toen bonden ze eerst mijn benen vast en daarna mijn armen. Vervolgens openden ze de kofferbak. Ik kon de gasveren horen. Toen hebben ze mij met drie of vier man in de kofferbak gelegd. Ze pakten mij vast bij mijn knieholtes en bij mijn romp. Ze hadden mij goed vast en legden mij netjes in de kofferbak. Vervolgens hebben ze ook het afdekdoek van de hoedenplank meerdere malen dicht en opengemaakt. Ik hoorde dat ze de centrale vergrendeling van de auto op slot deden. Ik heb denk ik 3 uur in de kofferbak gezeten. Ik weet dit, omdat het hele gebeuren rond half 2/2 uur begon en ik pas om half 5 weg kon. Ik zag deze tijd op de klok van mijn auto en om 5 uur was ik bij mijn ex en dat is ongeveer een half uur rijden. Het hele gebeuren speelde zich af op de afgesproken locatie.
Vervolgens heb ik [slachtoffer 2] gebeld. Ze hebben mijn rekening meteen geblokkeerd en vertelden mij dat eerst al mijn spaargeld, circa 2.600,- euro, overgeboekt is op mijn lopende rekening, en dat er vervolgens rond de 3.500,- euro was overgeboekt en vervolgens nog een afschrijving van 2.700,- euro heeft plaatsgevonden. Ze zeiden dat het geld is overgeboekt naar een cryptobank. Nadat wij de bank hadden gebeld, omstreeks 05.30 uur, logde ik op de computer in bij mijn email. Ik zag toen mails van [cryptobank] .
Onderstaande spullen zijn van mij gestolen:
- Mijn geldig Nederlands ID-Bewijs (pasje)
- Mijn rijbewijs
- Kentekenbewijs van mijn auto met kenteken: [kenteken]
- Mijn bril
- Huissleutel
- Mijn bankpas van [slachtoffer 2] , pasnummer [nummer]
- 3.500,- euro en 2.700,- euro, totaal 6.200,- euro afgeschreven van mijn rekening.
In het
proces-verbaal van het verhoor van de verdachte van 7 februari 2024staat het volgende gerelateerd:
V = vraag van verbalisanten
A = antwoord van verdachte
A: Ik weet dat dit in oktober 2023 was. We waren op dat moment in Venlo. Op dat moment was ik met de medeverdachten. Ik was stoned. Ik stapte in. Ik wist op dat moment niet wat er ging gebeuren. Toen we zijn weggereden, is tegen mij gezegd: “We gaan iemand bestelen”. We zijn naar [adres 3] gegaan. Daar kwam het slachtoffer dus ook. Wij zaten in de bosjes en toen zijn we gekomen. Het slachtoffer ging instappen bij een van de medeverdachten. Wij zijn erop afgerend. Hij (slachtoffer) heeft mij weggeduwd. Daarna zat hij in de kofferbak. Ik moest daar blijven met een medeverdachte. Twee anderen zijn weggereden. Mijn taak was om te kijken of alles goed ging. Ik moest daar blijven. Af en toe maakte ik de kofferbak open en keek of alles goed ging. Ik maakte dus steeds de kofferbak open, om te kijken of alles goed ging met het slachtoffer. Daarna werd ik gebeld. Er werd gezegd: “Kom wij gaan weg. Het is gelukt.” Toen heb ik hem uit de kofferbak gehaald. Daarna ben ik weggerend.
V: Wat is er precies door die andere gezegd?
A: Dat we iemand zijn rekening zouden openen en dat we het geld zouden overmaken. Het ging over crypto.
V: Wat is er met het slachtoffer gebeurd? Toen ze hem gepakt hadden?
A: Getapet en in de kofferbak gezet.
V: Waar is hij getapet?
A: Aan zijn voeten, zijn handen, zijn mond en zijn ogen.
V: Toen je gebeld werd, wie belde toen?
A: Door een van de medeverdachten.
V: Er werd gezegd, dat het gelukt was. Wat was gelukt?
A: Dat er geld was overgemaakt.
A: 3.500,- euro. Dat werd toen door de telefoon tegen mij gezegd. Eerst zeiden ze 6.000,- euro en nog wat. En daarna zeiden ze 2.800,- euro is bevroren. Uiteindelijk was 3.500,- euro gelukt.
V: Hoeveel tijd zat daar tussen?
A: Ik was volgens mij om ongeveer 05:00 uur thuis. En het was om ongeveer 00:30 uur begonnen.
De
verklaring van de verdachte, afgelegd ter terechtzitting van 10 september 2025- zakelijk weergegeven – inhoudende:
Ik heb samen met anderen geweld tegen [slachtoffer 4] gebruikt. Ik heb [slachtoffer 4] getrapt en geduwd. Hij viel toen op de grond. Ik ben bij [slachtoffer 4] gebleven, buiten de auto, toen hij in de kofferbak lag.
Feit 3 en 4
In het
proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 5] van 1 november 2023staat het volgende gerelateerd:
Omschrijving aangifte:
Plaats delict: [adres 4] , binnen de gemeente Peel en Maas.
V = vraag van verbalisanten
A = antwoord van aangever
A: Ik was heel erg bang. Ik dacht dat ze me dood gingen maken. Dat heb ik ook tegen ze gezegd. Ze hadden mij namelijk bedreigd dat ze me dood zouden schieten.
V: Kun je ons vertellen hoe het eerste contact is gegaan, wij begrepen via [naam app] ?
A: [naam app] is een mobiele app.
A: Gisteravond, dinsdag 31 oktober, rond 20:00 uur is het eerste contact geweest. Hij zei dat hij uit Maasbree kwam en in deze gesprekken vertelde hij dat hij richting Maasbree reed. Ik zei of het ook mogelijk was om bij mij thuis in [plaats 1] af te spreken. Hij zei tegen mij dat als de vibe goed zou zijn we dan wel een keer bij mij thuis in [plaats 1] konden afspreken, maar hij vond het nu fijn om buiten af te spreken. Hij zei nog tegen mij dat de locatie in de buurt bij de McDonalds was. Ik ben naar die locatie gereden. Het heet Struiken (de rechtbank begrijpt: in Maasbree). Ik ben een stukje doorgereden en daar zag ik een auto staan. Ik liep in de richting van zijn auto, bij de bijrijderskant. Ik maakte zelf de deur open en ik wilde instappen. We konden elkaar niet echt begroeten, want toen ik in aan het instappen was, zag ik dat er drie of vier mannen bij mij stonden. Ik wilde heel snel wegrennen. Ik zag uit mijn ooghoek op dat moment dat de bestuurder ook uitstapte. Ik heb de jas uitgegooid toen ik wegrende. Ik voelde dat ik ergens aan mijn jas werd vastgepakt. Ik hoorde iemand roepen “haal hem onderuit!”. Op dat moment word ik onderuit gehaald en val ik voorover in het aspergeveld, in het zand. De mannen stonden om mij heen. Ik loop een stukje verder het aspergeveld in en ik hoorde dat één persoon achter mij aanliep. Ik kwam op dat moment erachter dat ik hier niet tegenop kon. Ze pakten mij op, ik weet niet precies hoe ze mij vastpakten. Iemand zei toen van: “oh laten we hem in de kofferbak doen”. We zijn toen met zijn allen naar mijn auto gelopen. Ineens kwamen ze met tape. Volgens mij was dit zilveren duct tape. We stonden toen bij de auto. Ik moest aan de bijrijderskant van mijn eigen auto op mijn knieën. Iemand zei tegen mij dat ik moest knielen. Mijn handen werden op dat moment achter mijn rug om vastgetapet. Daarna voelde en zag ik dat ze tape over mijn ogen en mijn mond deden. Ze vroegen toen constant aan mij of ik nog wat kon zien. Op een gegeven moment werd ik op mijn buik geduwd op de grond. Toen ik daar lag werd ik meerdere malen geschopt tegen mijn rechterbovenbil en mijn rechter boven schouder.
Toen begonnen ze met vragen stellen zoals of ik een portemonnee bij me had en wat de inlogcode was van mijn telefoon. Ik heb bewust foute gegevens gegeven aan deze personen. Dat ging een paar keer fout en toen kreeg ik klappen. Dit is de hele avond zo gegaan, elke keer als ik een fout antwoord gaf, kreeg ik klappen. Ik had in de achterzijde van mijn telefoon onder andere mijn bankpasje zitten, mijn Sligro pasje en mijn identiteitsbewijs. Ik weet niet hoe ze mijn autosleutel hadden gevonden, maar deze had ik in mijn jaszak zitten. Ook vroegen ze naar mijn code van mijn Rabobank app. Ik wist deze niet goed uit mijn hoofd te zeggen, deze code heb ik onbewust fout gegeven. Ik kreeg toen ook weer klappen. Uiteindelijk is de juiste code door mij gegeven aan hun.
Ze hebben mij daarna in mijn auto gezet, aan de bijrijderskant.
Op een gegeven moment vroegen ze aan mij of ik nog meer spullen bij me had. Ze vonden toen ook mijn iWatch in mijn zak. Ik heb dit horloge daarna niet meer gevoeld of gezien.
Toen hoorde ik dat ze in mijn auto aan het kijken waren. Ik zag dat ze mijn blauwe boodschappentas hadden gevonden. Deze is uiteindelijk los over mijn hoofd gezet. Ik had het vermoeden dat ze mij alleen hadden gelaten. Ik wilde uitstappen en op dat moment hoorde ik twee personen op mij af komen rennen. Toen waren ze boos. Ik kreeg weer klappen tegen mijn hoofd. Voor mijn gevoel kwam er toen een andere jongen, die had ik nog niet gezien. Die kwam zich ermee bemoeien en hij sloeg mij tegen mijn oog aan. Ze haalden toen nieuwe tape tevoorschijn. Ze hebben mijn tas vastgetapet over mijn hoofd. Ze deden de tape vastmaken over de tas net ter hoogte van mijn neus. En uiteindelijk ook erg strak en heel veel tape weer over mijn polsen heen en mijn enkels. Dit was een ander persoon dan de eerste die mij had vastgetapet.
V: Hoelang denk je dat je daar hebt gestaan?
A: Ik heb geen idee. Ik zag pas later in de Poolse auto van de man dat het 04:56 uur was. Daar schrok ik van.
V: Hebben ze nog meer gedreigd?
A: Ja, dat ze me zouden neersteken of neerschieten als ik niet mee zou werken.
A: Ze zeiden uiteindelijk dat ze gingen. Ze hebben
alles losgesneden. Ze zeiden dat ik een half uur moest wachten. Ik ben naar de McDonalds gerend. Ik heb naar meerdere personen auto’s gezwaaid. Uiteindelijk kwam er een zwarte, luxe auto met Pools kenteken voorbij gereden. Hij heeft me toen naar mijn ouders gebracht.
In het
proces-verbaal van bevindingen van 1 november 2023staat het volgende gerelateerd:
Op woensdag 1 november 2023, omstreeks 5.30 uur, kwamen wij verbalisanten,
[naam 4] en [naam 5] , ter plaatse op het adres van de ouders van het slachtoffer. Ik, verbalisant [naam 4] , sprak met het slachtoffer [slachtoffer 5] . Ik hoorde dat hij het
volgende tegen mij zei:
- Ik moest mijn telefoon, sleutels (huissleutel en autosleutel), Apple Watch e.d. allemaal afgeven;
- Ze hebben in totaal 24.500 euro van mijn rekening gehaald.
In het
proces-verbaal van het verhoor van aangever [slachtoffer 5] van 2 november 2023staat het volgende gerelateerd:
V = vraag van verbalisanten
A = antwoord van aangever
A: Ze hebben ook één keer mijn nek dichtgeknepen.
V: Hoe hebben ze jouw nek dichtgeknepen?
A: : Ze hebben mij geprobeerd te wurgen, dit zeiden ze ook. Ik hoorde dat iemand zei ‘wurg hem’.
V: Hoe lang hebben ze jou gewurgd?
A: Ik denk ongeveer 10 seconden.
In het
proces-verbaal van het verhoor van de verdachte van 10 januari 2024staat het volgende gerelateerd:
V = vraag van verbalisanten
A = antwoord van verdachte
A: Ik was de chauffeur, de bestuurder. Ik was weer aan het chillen met mijn medeverdachten. Iemand kwam toen op het idee en toen hadden we ergens in [plaats 1] afgesproken. We gingen daar naartoe en ik ben uitgestapt. Eén medeverdachte ging weer in de auto zitten. Het slachtoffer is gekomen en wilde gaan instappen. We renden erop af. Ik rende mee. Het slachtoffer rende weg. De anderen gingen erachter aan. Ik ook. Hij is onderuit gehaald. Ik ben snel in mijn auto gestapt.. Ik heb mijn auto klaargezet, zodat we meteen konden wegrijden. Toen hadden ze hem al gepakt, ook getapet en in zijn eigen auto gezet. Ik zei, ik ga even weg. Eén medeverdachte ging mee. We zijn weggegaan naar een tankstation. Daarna zijn we teruggereden. De medeverdachte, die bij mij in de auto zat, had op dat moment de telefoon van het slachtoffer al. Hij moest terug, om de codes te halen. Ik bracht hem. Ik bleef in de auto zitten. Dat was ongeveer 20 meter verderop. Die andere twee medeverdachten stonden daar nog. De medeverdachte die bij mij in de auto zat heeft de codes gehaald. Hij is daarna weer ingestapt in mijn auto. We zijn weggereden. We zijn ergens anders gaan parkeren. Dat was niet heel ver weg. Het was wel in [plaats 1] . Het was op een andere plek. Daar zijn wij blijven wachten. Toen ging hij, de medeverdachte die bij mij was, geld overmaken. Daarna was er een probleem. Het geld kon niet overgemaakt worden. Na 24 uur kon het geld pas overgemaakt worden. Ik zei dat ik daar niet op ging wachten. Ik wilde geen 24 uur blijven wachten. De rest wilde dat ook niet. Ik heb toen gebeld naar de anderen. Ik heb gezegd: “wie mee wil, kan nu meegaan, die kan nu instappen”. Iedereen wilde ook weggaan. Ik ben de medeverdachten toen gaan ophalen. En toen zijn we weggereden, naar huis.
A: Het was in [plaats 1] , bij de McDonalds in de buurt.
V: Wat was de buit die jullie gemaakt hebben?
A: Niks. Volgens mij is alweer alleen die telefoon buitgemaakt. Dat is wat ik weet. En met dat geld... we moesten 24 uur wachten. Ik wilde dat niet en de medeverdachten ook niet. Toen zijn we weggegaan.
De
verklaring van de verdachte, afgelegd ter terechtzitting van 10 september 2025- zakelijk weergegeven – inhoudende:
Ik heb samen met anderen geweld tegen [slachtoffer 5] gebruikt. Ik rende achter [slachtoffer 5] aan. Ik was het snelste. Ik heb hem getackeld en toen lag hij op de grond. Ik heb hem daarna vastgepakt.
Feit 5
Aangezien de verdachte het feit bij de politie duidelijk en ondubbelzinnig heeft bekend en door of namens hem geen vrijspraak is bepleit, volstaat de rechtbank, met toepassing van artikel 359, derde lid, laatste volzin van het Wetboek van Strafvordering, met een opsomming van de bewijsmiddelen, te weten:
- het proces-verbaal van het verhoor van de verdachte van 7 februari 2024;
- het proces-verbaal van aangifte van [naam 6] (namens [naam 3] ) van 22 november 2019;
- het proces-verbaal van de doorzoeking in de woning van de verdachte van 6 december 2023.
Overweging ten aanzien van feit 1 tot en met 4
Uit de bewijsmiddelen komt naar voren dat de tenlastegelegde feiten wettig en overtuigend bewezen kunnen worden verklaard.
Daarbij overweegt de rechtbank als volgt. De verdachte heeft erkend aanwezig te zijn geweest op de verschillende momenten dat de strafbare feiten werden gepleegd. Daarnaast heeft de verdachte erkend dat de verschillende verweten geweldshandelingen hebben plaatsgevonden, waarbij ook door hem handelingen zijn uitgevoerd. De verdachten hebben enkel over zichzelf willen verklaren, waardoor de precieze rolverdeling ten aanzien van de verrichte tenlastegelegde handelingen onduidelijk is gebleven. De door de verdachte gepleegde handelingen zijn evenwel van voldoende gewicht, zodat van een nauwe en bewuste samenwerking tussen de verdachte en medeverdachte(n) kan worden gesproken. Met de officier van justitie en de verdediging is de rechtbank daarom van oordeel dat de rol van de verdachte aangemerkt kan worden als medepleger van de feiten.
De rechtbank is van oordeel dat met betrekking tot de feiten 1 en 2 en 3 en 4 telkens sprake is van eendaadse samenloop in de zin van artikel 55 van het Wetboek van Strafrecht (hierna: Sr). De verweten feitelijke gedragingen tenlastegelegd bij de diefstal met geweld en wederrechtelijke vrijheidsberoving zijn gelijkluidend, gepleegd in dezelfde plaats en op dezelfde tijd, zodat daarvan (telkens) in feite één verwijt kan worden gemaakt.