3.3Het oordeel van de rechtbank
Inleiding
In de periode van augustus tot en met november 2023 hebben in Limburg gewelddadige berovingen plaatsgevonden jegens de slachtoffers [slachtoffer 1] , [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] . Hierbij werd met de slachtoffers via datingapp [naam app] onder valse voorwendselen een afspraak gemaakt om elkaar in de woning van het slachtoffer of op een afgelegen plek te ontmoeten. Daar zijn de slachtoffers vervolgens door de verdachten urenlang van hun vrijheid beroofd, waarbij de slachtoffers onder meer zijn vast getapet en er fors verbaal en fysiek geweld tegen hen is gebruikt. Tevens hebben de verdachten gedurende de vrijheidsberoving geld van de (spaar)rekeningen van de slachtoffers overgemaakt naar cryptorekeningen en andere goederen van de slachtoffers weggenomen. Met het weggenomen geld zijn vervolgens cryptomunten gekocht of geprobeerd te kopen.
Via -onder meer- vergelijking van historische zendmastgegevens ten tijde van de drie feiten in Limburg, komt de politie uit bij de verdachte en zijn mededaders.
Bij het begaan van deze feiten traden de verdachte en zijn mededaders in wisselende samenstellingen op. De rechtbank acht van belang op te merken dat wel duidelijk is geworden welke verdachte bij welk feit een rol heeft gespeeld, doch dat de precieze rolverdeling ten aanzien van de verrichte tenlastegelegde handelingen, dus wie wat precies heeft gedaan, onduidelijk is gebleven. Deze omstandigheid staat echter aan een bewezenverklaring van medeplegen niet in de weg. De door de verdachte gepleegde handelingen, zoals hieronder uiteen wordt gezet, zijn zonder meer van een voldoende gewicht om van medeplegen te kunnen spreken.
Tot slot zijn tijdens de aanhouding van de verdachte op verdenking van bovengenoemde feiten verdovende middelen aangetroffen in de woning waarin hij woonachtig is.
Bewijsmiddelen
De rechtbank past ten aanzien van de tenlastegelegde feiten de volgende bewijsmiddelen toe die de voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden bevatten zoals hieronder zakelijk weergegeven.
Feit 1 en 2
In het
proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 1] (met als bijlage een overzicht van de gestolen cryptomunten) van 8 augustus 2023staat, zakelijk weergegeven, het volgende gerelateerd:
Ik wil vandaag aangifte doen tegen twee daders, die ik niet ken. Ik woon alleen op mijn adres in Venlo . Ik heb een account op [naam app] . Dinsdag 1 augustus 2023, rond 00.30 uur was ik ook aan het chatten, ik kwam uit bij een profiel zonder foto. Er stond [naam 3] bij en 22 jaar. In de chatberichten zijn afspraken gemaakt, [naam 3] gaf aan 20 tot 30 minuten nodig te hebben om bij mij te komen. Ik had hem uitgenodigd. In de chatberichten heb ik mijn adres meegestuurd, met een kaart met locatie gegevens. We hadden de afspraak om 00:50 uur gemaakt. Het was inmiddels 01:50 uur en hij was er nog steeds niet. Toen heb ik [naam 3] geblokkeerd. Vrij snel, ongeveer vijf minuten later ging de bel van de intercom. Ik liet de man binnen in mijn woning. We liepen gelijk door naar de slaapkamer. Hij deed zijn jas uit en gooide een rol duct tape op het bed. Ik deed mijn broek al uit zodat we gelijk konden beginnen. Ik was op dat moment naakt. Hij liep mijn woning uit en hij zei tegen mij dat hij voor mij een verrassing had. Ik bevond me op dat moment in de slaapkamer. Heel snel, een paar seconden erna, kwam hij terug en er was een tweede persoon bij. Die tweede man kwam binnenstormen met een betonschaar in zijn hand. Ik stond nog steeds naakt bij de deur van mijn slaapkamer. Ze zeiden dat ik op bed moest liggen, maar ik weet niet meer wie dat zei. In eerste instantie ging ik op bed liggen. Ik liep achteruit, omdat ze op mij af kwamen. Ze waren nu allebei op mijn slaapkamer. Ik wilde de betonschaar van die man afpakken. Ik had deze vast en hij hield deze ook vast. Ik zat op een gegeven moment op de grond bij het bed en de deur van de slaapkamer. Hoe dat kwam, weet ik niet meer. Zoals gezegd, ik was nog steeds naakt. Ik werd op mijn hoofd geslagen met de betonschaar op de voorzijde van mijn hoofd. Met de platte kant van de punt van de betonschaar werd ik geslagen. De tweede persoon deed dat, eerst met de betonschaar op mijn rechteroor en toen met de betonschaar tegen mijn voorhoofd. Ook sloeg hij met de betonschaar op mijn rechterbovenarm. Dat deed heel erg pijn. Ik bloedde meteen aan mijn voorhoofd. Dat zag ik en ik voelde ook bloed stromen. Ze hebben mij drie keer geslagen, op mijn rechteroor, op mijn voorhoofd en mijn rechterbovenarm.
Ik moest op bed gaan liggen. Dat werd door die twee mannen gezegd. Ik ging op bed liggen op mijn rug. Een van die twee, zei dat ik me op mijn buik moest draaien met het gezicht op het kussen. Ik lag dus met de buik op het bed en ze zeiden dat ik mijn armen op mijn rug moest doen. Dat heb ik ook gedaan en toen hebben ze mijn armen vastgebonden met de duct tape die de eerste persoon al mee had genomen. Ik voelde dat mijn polsen werden getapet met die duct tape. Ook voelde ik, dat mijn enkels aan elkaar werden getapet met de duct tape. Ze wilden mijn telefoon hebben. Ik moest zeggen waar mijn telefoon was. Vrij snel erna kwam die [naam 3] met mijn mobiele telefoon in zijn handen op de slaapkamer. Ze zeiden dat ze mijn portemonnee wilden hebben. Die had ik in de berging bovenin gelegd, voordat ze binnen waren. Ik nam aan dat ze de portemonnee gevonden hadden. Ik zag niet dat ze die hadden, maar die lag later niet meer op de plek waar ik hem had neergelegd. Ze zeiden dat ze de pinpas wilden hebben. Mijn pinpas zat niet in de portemonnee, maar die had ik bij mijn telefoon liggen in het keukenkastje. Als ze goed hadden gekeken, toen ze de telefoon hadden gevonden, hadden ze de pinpas kunnen zien liggen. Ik vertelde hen de code van de telefoon. Tevens moest ik de pincode van mijn pinpas geven. Van de creditcard hebben ze aangenomen dat het dezelfde code was. Ik heb ze beide codes gegeven. Toen ging dader 1 naar de Rabobank met mijn pinpas om te pinnen. Ik wist dit omdat ik ze hoorde praten en ze zeiden dat ze met mijn pinpas wilden gaan pinnen. Dader 2 bleef al die tijd bij mij op de slaapkamer, ik zat nog steeds vastgetapet. Ik weet de volgorde niet meer maar ik weet wel dat dader 1 nogmaals is weggegaan. Dader 2 bleef bij mij. Dader 2 is een tijd in een andere kamer gaan zitten, wat er precies gebeurde weet ik niet maar ik hoorde dat hij een paar telefoontjes pleegde. Ik heb afschriften opgevraagd bij de bank en nu weet ik dat er grote bedragen zijn afgeschreven. Ik heb getapet op het bed gelegen van 02:00 uur tot 10:15 uur. Ik ben één keer naar de wc geweest tussendoor.
In die tijd dat ze bij mij waren hebben ze geprobeerd geld van mijn rekening te halen. Kennelijk was deze rekening geblokkeerd, toen hebben ze mij gedwongen om
telefonisch contact op te nemen met de bank. Dit was omstreeks 05:45 uur of 06.45 uur. Ik heb gebeld met mijn eigen telefoon. Ik moest zeggen van hun dat ik geld wilde overmaken in verband met crypto opportunity. Ik handel zelf in crypto, dus ik wist wat ze hiermee bedoelden. Er moest geld overgemaakt worden naar een cryptobeurs om cryptomunten te kopen met als doel om deze tegen een betere koers te verkopen. Ik heb een [naam cryptobeurs] app op mijn telefoon, dit heeft te maken met crypto's. Ik heb inmiddels afschriften gekregen van mijn Rabobank, toen zag ik dat geld was overgeboekt naar een buitenlandse rekening van Payward Ltd. Ik heb toen gegoogeld op Payward en toen zag ik dat dat [naam cryptobeurs] genoemd werd als handelsnaam van Payward en voor mij was het duidelijk dat het te maken heeft met crypto's. De medewerkster van de Rabobank, die ik aan de lijn had, gaf tijdens het telefoongesprek aan dat ze de rekening niet kon deblokkeren. Ik kon vanaf 09:00 uur terugbellen om mijn rekening te deblokkeren. De daders wilden zekerheid en zijn daarom tot 09:00 uur bij mij gebleven. Toen werd ik om 09:00 uur weer door ze gedwongen om te bellen met de Rabobank met het verzoek om zo snel mogelijk mijn rekening te deblokkeren. Zodoende was de rekening weer "geopend" en kon er geld van mijn rekening worden overgeboekt. Op een gegeven moment hebben de twee daders mijn woning verlaten. Het was inmiddels 10.15 uur.
Ze hebben, voordat ze de woning verlieten, de duct tape van mijn enkels doorgesneden met een mes. Toen ik belde met de Rabobank voor de eerste keer, hield dader 1 de betonschaar vast. Net voordat ik belde had de tweede dader een mes in zijn hand en hield deze vlak voor mijn keel. Hij maakte met het mes een slagbeweging in de richting van mijn keel. Het mes was lang en dun. Ik schat zo'n 30 cm lang. Het heft was zwart. Het mes kwam niet uit mijn woning. Dit mes hadden ze al bij zich. Het mes heeft mijn keel niet geraakt. De duct tape van mijn polsen had ik al los kunnen maken.
Ik kan u vertellen dat ik bankier bij de Rabobank. Ik heb gezien dat er geld is overgeboekt van de spaarrekening, die gekoppeld is aan de lopende rekening en dat er geld is overgeboekt van de lopende rekening naar een andere buitenlandse rekening. Er is in totaal 42.500,- euro van mijn rekening overgeboekt. Ik had op mijn telefoon een account aangemaakt bij [naam cryptobeurs] . Hier had ik een cryptowall aangemaakt en hierop stonden cryptomunten van mij. Ik denk dat de daders in mijn wallet hebben gezeten en dat ze de crypto’s hebben gestolen. De daders hebben mijn mobiele telefoon meegenomen. De telefoon is van het merk Samsung Galaxy, type A51. Ook hebben de daders twee oude mobiele telefoons meegenomen, die in de berging lagen. Ook hebben ze een telefoon meegenomen uit de slaapkamer van een dockingstation. Daarnaast hebben de daders mijn pinpas en een creditcardpas van de Rabobank meegenomen. Ook hebben ze mijn ID-kaart en mijn portemonnee meegenomen. Ook hebben ze een leesboek, doosjes paracetamol en ibuprofen en vier huissleutels meegenomen.
In het
proces-verbaal van het verhoor van de verdachte van 16 januari 2024staat het volgende gerelateerd:
V = vraag van verbalisanten
A = antwoord van verdachte
A: Dat was in augustus ergens. Dat was in Venlo .
A: Ik was daarbij. Ik heb daarmee te maken. Ik wilde hem geen pijn doen, maar ik merkte dat het uit de hand ging lopen. De enige manier om dat tegen te houden, was om even de overhand te hebben. Ik zei dat als hij mee zou werken, dat wij weer snel weg zouden zijn. Toen begon hij helemaal te flippen. Hij wilde slaan. Toen heb ik hem geduwd. Toen belanden we in een gevecht. We gingen toen stoeien, vechten. Er werden klappen uitgedeeld. Toen werd meneer rustig. We hebben hem op bed gelegd en vastgemaakt. Dat deden we, zodat hij niet kon ontsnappen of enig geluid kon maken, of iets in die richting. Ik ging toen zoeken naar spullen. Ik trof zijn telefoon aan. Ik heb zijn telefoon gepakt en heb gevraagd of hij wilde inloggen op zijn bankapp. Dat heeft hij gedaan. We stonden daar in zijn huis en gingen opzoek naar opties. We dachten aan geld pinnen of overmaken. Toen kwam ik op het idee: “crypto". Toen heb ik het geld, via zijn rekening, op een cryptorekening gezet.
A: Toen kwam ik erachter dat het moeilijker was dan gedacht. Dus bleven we wat langer in de woning. Meneer moest zijn bank bellen, omdat zijn bank was bevroren.
V: Hoe gaat dat bij die flat?
A: We hadden een schaar bij ons. Een grote schaar, waar je planten mee knipt.
V: Wie had die knipschaar in de handen?
A: Ik, en ik heb die man ook bedreigd. Door een beweging naar boven te maken met de schaar. Maar daarna was het vooral op de vuist.
V: Heb jij het slachtoffer geslagen?
A: Ja. En geraakt.
V: Hoe ging dat vastbinden?
A: Met tape om de benen en armen.
A: We hebben dat beiden gedaan. De één de voeten, de ander de armen.
V: Welke spullen heb je gevonden en waar?
A: De telefoon.
V: Nog meer gevonden?
A: Ja, de portemonnee en zijn pasjes. Die had ik uiteindelijk nodig om die crypto over te maken enz.
V: Welke pasjes?
A: Zijn identificatiebewijs. Ook nog andere pasjes.
V: Wat voor handelingen doe je op die bank app en wie deed die?
A: Ik deed dat. Ik zorgde ervoor dat het geld van de spaarrekening op de lopende rekening kwam. En van daaruit boekte ik het over naar de cryptowallet
V: Wat voor een bedrag was dat?
A: Dat was een bedrag van circa 40.000,- euro.
V: Hij verklaarde dat hij met een mes bedreigd is, dat hij moest bellen naar de bank.
A: Ik hield de telefoon vast. Ik had in mijn andere hand het mes. Meneer kon het mes wel zien.
A: Ik weet wel dat we hem bedreigd hebben.
V: Op welk tijdstip was dat delict? Toen jullie op het idee kwamen en contact zochten?
A: Maar voordat we bij die meneer thuis waren, een half uur eerder zochten we contact. Dat was rond 23:00 uur of 00:00 uur.
V: Hoe lang heeft dat geduurd?
A: Het was vroeg in de ochtend. 09:00 uur ofzo.
In het
proces-verbaal van bevindingen van 17 december 2023staat het volgende gerelateerd, zakelijk weergegeven:
Op 16 december 2023 heb ik, verbalisant [verbalisant 1] , met aangever [slachtoffer 1] gesproken in zijn woning. De aangever deelde mede dat hij een overzicht had gemaakt van de schade die hij geleden had. Hij stelde mij dit overzicht ter beschikking aan mij.
Specificatie van cryptovaluta/geld gestolen van cryptobeurs [naam cryptobeurs]
0,01357757 Bitcoin
€ 356,51
0,8442 Ethereum
€ 1.401,38
544,7872 Nano
€ 343,12
464,1787 Euro
€ 464,18
Totaal
€ 2.565,19
Feit 3 en 4
In het
proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 2] (met als bijlage de bankafschriften en e-mails van [naam bedrijf 1] ) van 17 oktober 2023staat het volgende gerelateerd, zakelijk weergegeven:
Ik stuurde een berichtje op maandag 16 oktober 2023 rond half 12 's nachts naar een jongen voor een afspraak te maken die avond. Hij heeft in de chat geen naam gegeven. De naam was gewoon het cijfer 20, dit is meestal de leeftijd. Daar heb ik toen ongeveer een uur mee gechat en we zijn toen tot de conclusie gekomen om af te spreken. Het betrof een parkeerplaats aan de [adres 1] (de rechtbank begrijpt: in Venlo), op de parkeerplaats bij het sportveld. Ik kwam iets later aan op de afgesproken locatie. Dit was rond 01.30/2.00 uur. Ik heb mijn auto op de parkeerplek geparkeerd langs die van de persoon met wie ik had afgesproken. Toen hebben wij afgesproken dat ik bij hem in zou stappen aan de bijrijderskant. Het viel mij meteen op dat deze persoon niet leek op de profielfoto en dat had ik hem ook gezegd. Vrij snel daarna kwamen er vier of vijf jongens uit de bosjes gerend. Op dat moment wilde ik opstaan en wegrennen. Ik stond naast de auto en toen kon ik twee jongens wegduwen, maar toen kwamen er nog twee jongens aan en die duwden mij terug in de auto. Vervolgens hebben zij mijn mond als eerste dichtgeplakt met duct tape. Daarna plakten ze mijn ogen dicht met duct tape. Ze hielden mijn onderarmen in bedwang om het tapen mogelijk te maken. Ze stonden allemaal aan de zijkant van de auto aan de bijrijderskant. Ze hebben mij ook op mijn neus en oog geslagen en nog andere plekken, maar die kan ik mij niet meer herinneren. De pijn viel mee, het leek wel alsof ze niet zo heel hard konden slaan. Ze zeiden ook tegen mij dat als je gewoon meewerkt we jou geen pijn doen, dan mag je ook zo weer naar huis. Toen vroegen ze waar mijn telefoon was en of ik die bij had. Ze vroegen om mijn telefoon en de inloggegevens van mijn telefoon en van mijn bankieren app. Ik heb ze toen maar de autosleutels gegeven, zodat ze mijn telefoon konden pakken die daar lag. Daarna kwamen ze weer vragen voor de toegangscode en de bankieren inlogcode. Ik heb dat nog proberen te weigeren, maar toen begonnen ze met dreigen met als je niet meewerkt dan nemen wij jou mee naar een loods en verkrachten wij jou of maken wij jou dood. Ze zeiden niet letterlijk verkrachten, maar dat idee kreeg ik wel. Vervolgens heb ik ze mijn inloggegevens gegeven. Ik had nog geprobeerd om die code zelf in te toetsen zodat ze die niet zouden zien, maar daar trapten ze niet in. Toen ze toegang hadden tot die telefoon namen ze mij mee naar de achterkant van mijn auto. Daar hebben ze mij op de grond gelegd, op mijn rug. Toen bonden ze eerst mijn benen vast en daarna mijn armen. Vervolgens openden ze de kofferbak. Ik kon de gasveren horen. Toen hebben ze mij met drie of vier man in de kofferbak gelegd. Ze pakten mij vast bij mijn knieholtes en bij mijn romp. Ze hadden mij goed vast en legden mij netjes in de kofferbak. Vervolgens hebben ze ook het afdekdoek van de hoedenplank meerdere malen dicht en opengemaakt. Ik hoorde dat ze de centrale vergrendeling van de auto op slot deden. Ik heb denk ik 3 uur in de kofferbak gezeten. Ik weet dit, omdat het hele gebeuren rond half 2/2 uur begon en ik pas om half 5 weg kon. Ik zag deze tijd op de klok van mijn auto en om 5 uur was ik bij mijn ex en dat is ongeveer een half uur rijden. Het hele gebeuren speelde zich af op de afgesproken locatie.
Vervolgens heb ik de Rabobank gebeld. Ze hebben mijn rekening meteen geblokkeerd en vertelden mij dat eerst al mijn spaargeld, circa 2.600,- euro, overgeboekt is op mijn lopende rekening, en dat er vervolgens rond de 3.500,- euro was overgeboekt en vervolgens nog een afschrijving van 2.700,- euro heeft plaatsgevonden. Ze zeiden dat het geld is overgeboekt naar een cryptobank. Nadat wij de bank hadden gebeld, omstreeks 05.30 uur, logde ik op de computer in bij mijn email. Ik zag toen mails van [naam bedrijf 1] .
Onderstaande spullen zijn van mij gestolen:
- Mijn geldig Nederlands ID-Bewijs (pasje)
- Mijn rijbewijs
- Kentekenbewijs van mijn auto met kenteken: [kenteken]
- Mijn bril
- Huissleutel
- Mijn bankpas van de Rabobank, pasnummer 2004
- 3.500,- euro en 2.700,- euro, totaal 6.200,- euro afgeschreven van mijn rekening.
In het
proces-verbaal van het verhoor van de verdachte van 16 januari 2024staat het volgende gerelateerd:
V = vraag van verbalisanten
A = antwoord van verdachte
V: Bij welke voetbalclub was dat?
A: Bij VVV‘03 in Venlo.
A: Deze keer was het een car-date. Een afspraak in een auto. Iemand werd gecontacteerd via [naam app] . Er werd een afspraak gemaakt. Wij hebben gewacht achter de bosjes, totdat het slachtoffer bij de andere jongen in de auto stapte. Toen was hij daar en is hij ook op dezelfde manier als de vorige keer aangesproken. Er werd gezegd: “Werk mee, dan komt alles goed.” Hij is toen gepakt. Ik ging kijken in de auto van hem of daar zijn telefoon lag. Ik vond zijn telefoon en ik ben met een andere jongen verderop gegaan. We hadden eerst naar de inloggegevens van zijn bank app gevraagd. Die heeft hij ook gegeven. Toen ben ik verderop gegaan. We zijn gaan rijden naar een andere locatie. Het was 5 of 10 minuutjes rijden. Daar ging ik het regelen met die crypto. Daar heb ik circa 3.000,- euro overgemaakt, via [naam bedrijf 2] of [naam bedrijf 1] . Het ging vrij snel. We waren ongeveer een half uurtje later terug.
V: Wat gebeurt er, als het slachtoffer in de auto gaat zitten?
A: We kwamen achter de bosjes vandaan. Ik ben meteen naar de auto van het slachtoffer gelopen. Die was open. Ik kon hem zo openmaken. De anderen liepen naar de man toe. Ik kon het niet goed zien, maar volgens mij begon de man te trappen, vanuit zijn zithouding. Hij werd in toom gehouden en geklemd. Hij werd op de grond gelegd.
A: Ik heb zelf daar alleen zijn telefoon en pasjes gepakt. De pasjes waren zijn ID-kaart en bankpas.
Feit 5 en 6
In het
proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 3] van 1 november 2023staat het volgende gerelateerd, zakelijk weergegeven:
Omschrijving aangifte:
Plaats delict: [adres 2] Maasbree, binnen de gemeente Peel en Maas.
V = vraag van verbalisanten
A = antwoord van aangever
A: Ik was heel erg bang. Ik dacht dat ze me dood gingen maken. Dat heb ik ook tegen ze gezegd. Ze hadden mij namelijk bedreigd dat ze me dood zouden schieten.
V: Kun je ons vertellen hoe het eerste contact is gegaan, wij begrepen via [naam app] ?
A: [naam app] is een mobiele app.
A: Gisteravond, dinsdag 31 oktober, rond 20:00 uur is het eerste contact geweest. Hij zei dat hij uit Maasbree kwam en in deze gesprekken vertelde hij dat hij richting Maasbree reed. Ik zei of het ook mogelijk was om bij mij thuis in [woonplaats] af te spreken. Hij zei tegen mij dat als de vibe goed zou zijn we dan wel een keer bij mij thuis in [woonplaats] konden afspreken, maar hij vond het nu fijn om buiten af te spreken. Hij zei nog tegen mij dat de locatie in de buurt bij de McDonalds was. Ik ben naar die locatie gereden. Het heet [adres 2] (de rechtbank begrijpt: in Maasbree). Ik ben een stukje doorgereden en daar zag ik een auto staan. Ik liep in de richting van zijn auto, bij de bijrijderskant. Ik maakte zelf de deur open en ik wilde instappen. We konden elkaar niet echt begroeten, want toen ik in aan het instappen was, zag ik dat er drie of vier mannen bij mij stonden. Ik wilde heel snel wegrennen. Ik zag uit mijn ooghoek op dat moment dat de bestuurder ook uitstapte. Ik heb de jas uitgegooid toen ik wegrende. Ik voelde dat ik ergens aan mijn jas werd vastgepakt. Ik hoorde iemand roepen “haal hem onderuit!”. Op dat moment word ik onderuit gehaald en val ik voorover in het aspergeveld, in het zand. De mannen stonden om mij heen. Ik loop een stukje verder het aspergeveld in en ik hoorde dat één persoon achter mij aanliep. Ik kwam op dat moment erachter dat ik hier niet tegenop kon. Ze pakten mij op, ik weet niet precies hoe ze mij vastpakten. Iemand zei toen van: “oh laten we hem in de kofferbak doen”. We zijn toen met zijn allen naar mijn auto gelopen. Ineens kwamen ze met tape. Volgens mij was dit zilveren duct tape. We stonden toen bij de auto. Ik moest aan de bijrijderskant van mijn eigen auto op mijn knieën. Iemand zei tegen mij dat ik moest knielen. Mijn handen werden op dat moment achter mijn rug om vastgetapet. Daarna voelde en zag ik dat ze tape over mijn ogen en mijn mond deden. Ze vroegen toen constant aan mij of ik nog wat kon zien. Op een gegeven moment werd ik op mijn buik geduwd op de grond. Toen ik daar lag werd ik meerdere malen geschopt tegen mijn rechterbovenbil en mijn rechter boven schouder.
Toen begonnen ze met vragen stellen zoals of ik een portemonnee bij me had en wat de inlogcode was van mijn telefoon. Ik heb bewust foute gegevens gegeven aan deze personen. Dat ging een paar keer fout en toen kreeg ik klappen. Dit is de hele avond zo gegaan, elke keer als ik een fout antwoord gaf, kreeg ik klappen. Ik had in de achterzijde van mijn telefoon onder andere mijn bankpasje zitten, mijn Sligro pasje en mijn identiteitsbewijs. Ik weet niet hoe ze mijn autosleutel hadden gevonden, maar deze had ik in mijn jaszak zitten. Ook vroegen ze naar mijn code van mijn Rabobank app. Ik wist deze niet goed uit mijn hoofd te zeggen, deze code heb ik onbewust fout gegeven. Ik kreeg toen ook weer klappen. Uiteindelijk is de juiste code door mij gegeven aan hun.
Ze hebben mij daarna in mijn auto gezet, aan de bijrijderskant.
Op een gegeven moment vroegen ze aan mij of ik nog meer spullen bij me had. Ze vonden toen ook mijn iWatch in mijn zak. Ik heb dit horloge daarna niet meer gevoeld of gezien.
Toen hoorde ik dat ze in mijn auto aan het kijken waren. Ik zag dat ze mijn blauwe boodschappentas hadden gevonden. Deze is uiteindelijk los over mijn hoofd gezet. Ik had het vermoeden dat ze mij alleen hadden gelaten. Ik wilde uitstappen en op dat moment hoorde ik twee personen op mij af komen rennen. Toen waren ze boos. Ik kreeg weer klappen tegen mijn hoofd. Voor mijn gevoel kwam er toen een andere jongen, die had ik nog niet gezien. Die kwam zich ermee bemoeien en hij sloeg mij tegen mijn oog aan. Ze haalden toen nieuwe tape tevoorschijn. Ze hebben mijn tas vastgetapet over mijn hoofd. Ze deden de tape vastmaken over de tas net ter hoogte van mijn neus. En uiteindelijk ook erg strak en heel veel tape weer over mijn polsen heen en mijn enkels. Dit was een ander persoon dan de eerste die mij had vastgetapet.
V: Hoelang denk je dat je daar hebt gestaan?
A: Ik heb geen idee. Ik zag pas later in de Poolse auto van de man dat het 04:56 uur was. Daar schrok ik van.
V: Hebben ze nog meer gedreigd?
A: Ja, dat ze me zouden neersteken of neerschieten als ik niet mee zou werken.
A: Ze zeiden uiteindelijk dat ze gingen. Ze hebben alles losgesneden. Ze zeiden dat ik een half uur moest wachten. Ik ben naar de McDonalds gerend. Ik heb naar meerdere personen auto’s gezwaaid. Uiteindelijk kwam er een zwarte, luxe auto met Pools kenteken voorbij gereden. Hij heeft me toen naar mijn ouders gebracht.
In het
proces-verbaal van bevindingen van 1 november 2023staat het volgende gerelateerd, zakelijk weergegeven:
Op woensdag 1 november 2023, omstreeks 05.30 uur, kwamen wij verbalisanten,
[verbalisant 2] en [verbalisant 3] , ter plaatse op het adres van de ouders van het slachtoffer. Ik, verbalisant [verbalisant 2] , sprak met het slachtoffer [slachtoffer 3] . Ik hoorde dat hij het
volgende tegen mij zei:
- Ik moest mijn telefoon, sleutels (huissleutel en autosleutel), Apple Watch e.d. allemaal afgeven;
- Ze hebben in totaal 24.500 euro van mijn rekening gehaald.
In het
proces-verbaal van het verhoor van aangever [slachtoffer 3] van 2 november 2023staat het volgende gerelateerd:
V = vraag van verbalisanten
A = antwoord van aangever
A: Ze hebben ook één keer mijn nek dichtgeknepen.
V: Hoe hebben ze jouw nek dichtgeknepen?
A: Ze hebben mij geprobeerd te wurgen, dit zeiden ze ook. Ik hoorde dat iemand zei ‘wurg hem’.
V: Hoe lang hebben ze jou gewurgd.
A: Ik denk ongeveer 10 seconden.
In het
proces-verbaal van het verhoor van de verdachte van 16 januari 2024staat het volgende gerelateerd:
V = vraag van verbalisanten
A = antwoord van verdachte
A: Het was ook weer in de avond. Het was in Sevenum-Maasbree. We hebben iemand benaderd via [naam app] . Dit keer had ik dat gedaan. We hebben de locatie gegeven en daar gewacht. Weer een car-date. Wij stonden achter bepaalde kratten of dozen. Het slachtoffer kwam aan. Het slachtoffer stapte uit en stapte bij die andere jongen in de auto. Dan weer precies hetzelfde, wij lopen naar het slachtoffer toe. Het eerste wat hij deed, was wegrennen. Ik ben niet zo snel, de andere jongens wel. Zij zijn achter hem aangerend. Ik ben in zijn auto gaan zoeken. Toen kwam ik erachter dat hij zijn telefoon, volgens mij, bij zich had. Toen kwam hij terug bij zijn auto. Hij zag dat hij geen kant op kon. Toen weer hetzelfde. Terug bij de auto. Hij was niet zo toegetakeld. Hij was wel gevallen. Volgens mij had iemand hem gevloerd. Daar in de velden. Toen gaf hij ook zijn telefoon en code. Hij was weer in de auto gezet. Toen heb ik gekeken of er wat in zijn auto lag. Iets van pasjes, of telefoon, of dingen die ik nodig had om hetzelfde te doen. Ik bedoel om geld over te maken naar een crypto-wallet. Ik vroeg naar de code van de bank. Die heeft hij gegeven. Toen ben ik weer weggegaan met een andere jongen. Deze keer iets verder van de plaats delict om daar in rust te proberen of het zou lukken. Deze keer ging het om 25.000,- euro.
A: Volgens mij gaf hij eerst de foute code. Daarna gaf hij wel de echte code. Daarna heb ik zijn ID-kaart gepakt. Toen moest ik wel nog de verificatie hebben. Hij moest met zijn gezicht in de camera kijken. Dat is face-ID. Toen kon ik gaan.
V: Om die code te krijgen, wat hebben jullie daarover moeten doen?
A: Dat was volgens mij niet slaan, maar meer bedreigen. Als je dit niet doet, dan doen wij dat. We hebben heel veel domme dingen geroepen. Op dat moment wil je gewoon dat het lukt. Je probeert diegene bang te maken.
A: Ik heb alleen geld kunnen overschrijven, van de bankrekening van het slachtoffer, naar de tussenrekening.
V: Wat was de buit die jullie gemaakt hebben?
A: Ook weer die telefoon en die pasjes.
Feit 7
Aangezien de verdachte het feit bij de politie duidelijk en ondubbelzinnig heeft bekend en door of namens hem geen vrijspraak is bepleit, volstaat de rechtbank, met toepassing van artikel 359, derde lid, laatste volzin van het Wetboek van Strafvordering, met een opsomming van de bewijsmiddelen, te weten:
- het proces-verbaal van het verhoor van de verdachte van 23 april 2024;
- de kennisgeving van inbeslagneming van de verdovende middelen van 6 december 2023;
- het proces-verbaal van het onderzoek naar de inbeslaggenomen verdovende middelen van 4 april 2024;
- de NFiDENT-rapporten van 4 april 2024.
Overweging ten aanzien van feit 1 tot en met 6
Uit de bewijsmiddelen komt naar voren dat de tenlastegelegde feiten wettig en overtuigend bewezen kunnen worden verklaard, ook ten aanzien van de diefstal van de € 2.700,- en € 24.500,- respectievelijk ten laste gelegd onder feit 4 en 6. De verdachte en zijn mededaders hebben het geld immers afgeschreven van de rekening van de slachtoffers en overgemaakt naar een andere rekening. Daarmee hebben de verdachte en zijn mededaders naar het oordeel van de rechtbank de goederen in hun bezit gebracht, omdat zij zich een zodanige feitelijke heerschappij over het geld hebben verschaft dat sprake is van een voltooide diefstal. Dat enkel door een beveiliging de geldbedragen niet direct op de rekening van de verdachte of zijn mededaders terecht zijn gekomen, doet daar niet aan af. Het geld is op het moment van de afschrijving al aan de heerschappij van de slachtoffers onttrokken.
Voorts overweegt de rechtbank als volgt. De verdachte heeft erkend aanwezig te zijn geweest op de verschillende momenten dat de strafbare feiten werden gepleegd. Daarnaast heeft de verdachte erkend dat de verschillende verweten geweldshandelingen hebben plaatsgevonden, echter zegt hij ten aanzien van de feiten 3, 4, 5 en 6 dat deze voornamelijk zijn uitgevoerd door de medeverdachten. Uit het dossier blijkt dat de verdachte degene is geweest die kennis had van de werking van cryptorekeningen en dat de verdachte ook degene is geweest die verschillende overschrijvingen heeft uitgevoerd. De verdachten hebben enkel over zichzelf willen verklaren, waardoor de precieze rolverdeling ten aanzien van de verrichte tenlastegelegde handelingen onduidelijk is gebleven. De door de verdachte gepleegde handelingen zijn evenwel van voldoende gewicht, zodat van een nauwe en bewuste samenwerking tussen de verdachte en medeverdachte(n) kan worden gesproken. Met de officier van justitie en de verdediging is de rechtbank daarom van oordeel dat de rol van de verdachte aangemerkt kan worden als medepleger van de feiten.
De rechtbank is van oordeel dat met betrekking tot de feiten 1 en 2, 3 en 4 en 5 en 6 telkens sprake is van eendaadse samenloop in de zin van artikel 55 van het Wetboek van Strafrecht (hierna: Sr). De verweten feitelijke gedragingen tenlastegelegd bij de diefstal met geweld en wederrechtelijke vrijheidsberoving zijn gelijkluidend, gepleegd in dezelfde plaats en op dezelfde tijd, zodat daarvan (telkens) in feite één verwijt kan worden gemaakt.