3.3.2Het bewijs
De rechtbank verwijst voor de schatting van het wederrechtelijk verkregen voordeel redengevende feiten en omstandigheden naar de bewijsmiddelen zoals opgenomen in het vonnis van deze rechtbank van 7 oktober 2025 in de onderliggende strafzaak. In de ontnemingszaak verbindt de rechtbank op grond van dezelfde overwegingen dezelfde gevolgtrekkingen aan die bewijsmiddelen als in de strafzaak, te weten dat [Naam verdachte] op 1 augustus 2023 en 17 oktober 2023 met zijn mededader(s) gewelddadige berovingen heeft gepleegd jegens [Slachtofffer] en [Slachtofffer] . Hierbij werd met de slachtoffers via een datingapp genaamd [Datingapp] onder valse voorwendselen afgesproken om in de eigen woning van het slachtoffer of op een afgelegen plek, elkaar te ontmoeten. Daar zijn zij vervolgens door [Naam verdachte] en zijn mededader(s) urenlang van hun vrijheid beroofd. Ook hebben zij geld en andere goederen weggenomen. Met het weggenomen geld zijn vervolgens cryptomunten gekocht of geprobeerd te kopen.
[Naam verdachte] en zijn mededader(s) hebben tijdens de diefstal toegang verkregen tot de mobiele telefoons van de slachtoffers [Slachtofffer] en [Slachtofffer] , waarna zij, via de online bankieren applicatie, geldbedragen van de rekeningen van de slachtoffers hebben overgemaakt naar [Crypto 1] en [Crypto 2] , zijnde platforms voor de handel in cryptocurrency.
In aanvulling op de in het vonnis genoemde bewijsmiddelen, heeft de rechtbank bij het schatten van het wederrechtelijk verkregen voordeel voorts de hierna te noemen bewijsmiddelen gebruikt.
[Slachtofffer]
In de periode van 1 augustus tot en met 15 oktober 2023 hebben de onderstaande inkomende en uitgaande cryptovaluta transacties plaatsgevonden in de wallet voorzien van adres
[Walletadres], zie onderstaande tabel. Gebleken is dat het adres [Walletadres] in gebruik was bij [Naam verdachte] .De inkomende transacties zijn afkomstig van het adres [Walletadres] , welke toebehoort aan [Crypto 1] .
[afbeelding van inkomende en uitgaande cryptovaluta transacties]
[Naam verdachte] heeft op het adres [Walletadres] op 1 augustus 2023 een bedrag van 25,41742441 Ethereum ontvangen. Dat is omgerekendeen bedrag van € 43.147,-.
[Slachtofffer]
Uit het onderzoek naar de veiliggestelde data van de inbeslaggenomen Apple iPhone 11, die tijdens de doorzoeking in de woning van [Naam verdachte] werd aangetroffen, werden 42 e-mailberichten met betaalopdrachten en betalingsbevestigingen van overboekingen van cryptovaluta aangetroffen. De e-mailberichten waren afkomstig van het e-mailadres [Emailadres] ) en waren naar het e-mailadres [Emailadres] op naam van [Naam verdachte] verzonden.
Uit de inhoud van deze e-mailberichten blijkt onder andere dat er meerdere overschrijvingen van het walletadres van [Naam verdachte] ( [Walletadres] ) naar walletadres [Walletadres] hebben plaatsgevonden. In totaal gaat het om 3,3084 Ethereum.
3.3.3De schatting en toerekening van het wederrechtelijk verkregen voordeel
De rechtbank zal het bedrag, waarop het wederrechtelijk verkregen voordeel wordt geschat, vaststellen op
€ 11.556,53. Hiertoe overweegt zij het volgende.
[Slachtofffer]
[Naam verdachte] heeft op het walletadres [Walletadres] op 1 augustus 2023 een bedrag van 25,41742441 Ethereum ontvangen. Dat is omgerekend een bedrag van € 43.147,-.
De rechtbank zal hieronder enkel benoemen hetgeen [Naam verdachte] hieraan over heeft gehouden.
De uitgaande transacties, nummer 7 tot en met 18, zijn naar verschillende adressen
overgemaakt. Er zijn een aantal transacties, in totaal 0,184802 ETH, overgeschreven naar ontvangstadres [Walletadres] van de [Walletadres] . Dat is omgerekend een bedrag van € 279,80 (nummer 8 en 12 tot en met 15).
[Webwinkel] is een webwinkel waar klanten met cryptovaluta diverse giftcards kunnen kopen. Omdat de cryptowallet aan [Naam verdachte] toebehoort en hij niet heeft verklaard dat anderen ook toegang hadden tot die wallet, gaat de rechtbank ervan uit dat [Naam verdachte] 0,184802 ETH zelf heeft overgeschreven naar [Webwinkel] , en hij de giftcards heeft gekocht.
Daarnaast zijn een aantal transacties, van in totaal 0,7861 Ethereum, overgeschreven naar ontvangstadres [Walletadres] . Dat is omgerekend een bedrag van € 1.161,28 (nummer 16 tot en met 18 van die hiervoor weergegeven tabel). Het adres [Walletadres] betreft een ontvangstadres van de [Walletadres] . Uit de analyse van de transactiegegevens van bankrekeningnummer [Bankrekeningnummer] op naam van [Naam verdachte] , hebben er onder andere op 11 en 16 oktober 2023, uitbetalingen van [Walletadres] plaatsgevonden. Dit betreft een gezamenlijk bedrag van € 292,73 (€ 12,13 + € 280,60 = € 292,73).
Ook hebben er drie cryptovalutatransacties plaatsgevonden naar drie verschillende adressen, nummer 9 tot en met 11 van die hiervoor weergegeven tabel, die niet te herleiden zijn naar een Exchange of een identificerende gebruiker. Deze drie transacties omvatten in totaal 24,17375199 Ethereum. Dat is omgerekend een bedrag van € 40.476,80. [Naam verdachte] heeft verklaard dat hij na de gepleegde diefstal van [Slachtofffer] cryptovaluta naar contant geld heeft omgewisseld in Tilburg. De verklaring, dat hij in Tilburg is geweest, wordt ondersteund door de mast- en locatiegegevens van de telefoon die [Naam verdachte] in het bezit had. De rechtbank gaat er daarom vanuit dat [Naam verdachte] 24,17375199 Ethereum heeft omgezet naar contant geld.
[Naam verdachte] heeft over die omzetting verklaard dat de handelaar, degene die de cryptovaluta heeft omgezet naar contant geld, een bepaald percentage van de cryptovaluta heeft gekregen voor zijn verdiensten. [Naam verdachte] zou er uiteindelijk € 20.000,- à € 25.000,- aan over hebben gehouden en dit bedrag heeft hij gedeeld met [Medeverdachte 1] ; ieder de helft.
Uitgaande van de verklaring van [Naam verdachte] zou de handelaar een bedrag van € 15.476,80 hebben gekregen voor zijn verdiensten (€ 40.476,80 - € 25.000,- = €15.476,80). De handelaar heeft daarmee volgens de verklaring van [Naam verdachte] 38,24% van het totaalbedrag als percentage ontvangen voor zijn verdiensten (15.476,80 x 100 / 40.476,80 = 38,24%).
De rechtbank acht deze verklaring niet hoogst onaannemelijk, mede omdat binnen het criminele circuit geen officiële tarieven gelden en handelaren, gezien de afhankelijkheidspositie van [Naam verdachte] , in de praktijk hogere percentages kunnen bedingen. De rechtbank neemt in dat oordeel ook mee dat [Naam verdachte] en [Medeverdachte 1] van meet af aan en los van elkaar hebben verklaard € 10.000,- aan de diefstal over te hebben gehouden. De rechtbank volgt [Naam verdachte] daarom in zijn verklaring dat hij na de omwisseling er € 20.000,- à € 25.000,- aan over heeft gehouden.
Het verkregen bedrag kan echter niet concreet worden vastgesteld, omdat [Naam verdachte] ook niet meer exact weet te vertellen hoeveel hij eraan over heeft gehouden na de omzetting, namelijk € 20.000,- à € 25.000,-. De rechtbank zal daarom het door [Naam verdachte] verkregen bedrag schatten op € 10.000,-.
De rechtbank ziet geen reden om af te wijken hiervan, ook niet nu [Medeverdachte 2] heeft verklaard op enig moment € 5.000,- te hebben gekregen van [Naam verdachte] . Deze verklaring is immers niet onderbouwd of voldoende aannemelijk gebleken.
Conclusie
Het wederrechtelijk verkregen voordeel uit de baten van de diefstal van [Slachtofffer] bestaat uit het volgende.
Aankopen [Webwinkel]
€ 279,80
Uitbetalingen op bankrekeningnummer op naam van [Naam verdachte]
€ 292,73
Omwisseling cryptovaluta naar contant geld
€ 10.000,-
Het wederrechtelijk verkregen voordeel uit de baten van de diefstal van [Slachtofffer] zal de rechtbank daarom vaststellen op € 10.572,53.
[Slachtofffer]
Zoals hierboven onder 3.3.2 is weergegeven is uit de inhoud van de bewijsmiddelen gebleken dat in totaal 3,3084 Ethereum is overgeschreven naar de wallet die aan [Walletadres] toebehoort.
Vanuit [Walletadres] hebben diverse uitbetalingen op het bankrekeningnummer op naam van [Medeverdachte 1] plaatsgevonden. Hieronder zijn die betreffende uitbetalingen opgenomen.
[afbeelding van uitbetalingen op het bankrekeningnummer van [Naam verdachte] ]
Het wederrechtelijk verkregen voordeel uit de baten van de diefstal van [Slachtofffer] zal de rechtbank daarom vaststellen op € 984,-.