In deze zaak heeft de Rechtbank Limburg op 9 oktober 2025 uitspraak gedaan in een kort geding tussen Insta Zuid B.V. en Provincie Limburg c.s. Insta Zuid had zich ingeschreven voor een Europese aanbestedingsprocedure voor het onderhoud van openbare verlichting, maar werd uitgesloten vanwege een ongeldige inschrijving. De provincie stelde dat het Uniform Europees Aanbestedingsdocument (UEA) niet volledig was ingevuld, wat leidde tot de uitsluiting van Insta Zuid. Insta Zuid voerde aan dat het UEA onduidelijk was en dat zij vragen had moeten kunnen stellen, maar de rechtbank oordeelde dat Insta Zuid tijdig een kort geding had aangespannen en dat het UEA duidelijk was. De rechtbank verwierp de stelling van Insta Zuid dat er sprake was van een kennelijke omissie of geringe fout die herstel vereiste. De voorzieningenrechter concludeerde dat de inschrijving van Insta Zuid op essentiële punten onvolledig was en dat de provincie de inschrijving terecht ongeldig had verklaard. De vorderingen van Insta Zuid werden afgewezen en zij werd veroordeeld in de proceskosten.