Op 7 oktober 2025 heeft de Rechtbank Limburg in Roermond uitspraak gedaan in een ontnemingszaak tegen [Naam verdachte], die eerder was veroordeeld voor het medeplegen van diefstal met geweld. De rechtbank heeft vastgesteld dat [Naam verdachte] wederrechtelijk verkregen voordeel heeft behaald ter waarde van € 823,65, dat ontnomen moet worden. De zaak is inhoudelijk behandeld op zittingen in september 2025, waarbij zowel de officier van justitie als de verdediging hun standpunten hebben gepresenteerd. De officier van justitie vorderde de vaststelling van het wederrechtelijk verkregen voordeel, terwijl de verdediging stelde dat dit bedrag op nihil moest worden gesteld, gezien de schadevergoeding die aan het slachtoffer was toegewezen. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat het voordeel dat [Naam verdachte] heeft verkregen uit de diefstal, moet worden geschat op € 823,65, en heeft hem de verplichting opgelegd dit bedrag aan de staat te betalen. De rechtbank heeft daarbij verwezen naar de bewijsstukken uit de onderliggende strafzaak, waarin werd vastgesteld dat [Naam verdachte] betrokken was bij een gewelddadige beroving van [Slachtoffer]. De rechtbank heeft de ontnemingsvordering gelijktijdig behandeld met de strafzaak, en de uitspraak is gedaan in tegenwoordigheid van de griffier.