Uitspraak
1.De procedure
- de conclusie van antwoord
- de conclusie van repliek.
2.Het geschil
1 november 2019 in Dortmund, Duitsland woonde. Hij stelt dat hij VGZ herhaaldelijk heeft geïnformeerd over zijn verzekering in het buitenland, maar dat VGZ dit heeft genegeerd en hem heeft gedwongen een Nederlandse zorgverzekering af te sluiten. [gedaagde] klaagt ook over inconsistenties in de premiebedragen die VGZ thans vordert en stelt dat die serieuze twijfels oproepen over de juistheid van de vordering.
3.De beoordeling
het jaar 2022.”
nietvolledig en naar waarheid heeft aangevoerd, een onjuiste grondslag van haar vordering heeft vermeld en ook niet is ingegaan op het haar bekende verweer van [gedaagde] . De premie die zij vorderde zag immers niet (geheel) op het jaar 2023, maar deels op 2022. Ook is de verzekeringsovereenkomst van 2023 kennelijk met terugwerkende kracht beëindigd en heeft VGZ terugbetalingen gedaan die zij eigenlijk had kunnen verrekenen. Dat betekent dat de grondslag van dit deel van haar vordering onverschuldigde betaling is, en niet – zoals in de dagvaarding staat – nakoming van de verzekeringsovereenkomst. Dit alles had VGZ in de dagvaarding moeten vermelden. Door dat niet te doen, heeft zij het [gedaagde] onmogelijk gemaakt om deugdelijk verweer tegen de vordering te voeren en de kantonrechter om deze te beoordelen. Dat is nog steeds het geval, want VGZ stelt nog steeds onvoldoende en er blijft veel onduidelijk: Wanneer is de verzekering met terugwerkende kracht beëindigd? Wat was de reden daarvan? Heeft dat te maken met het verweer van [gedaagde] dat hij in het buitenland al verzekerd was? Wanneer zijn de bedragen terugbetaald en waar is het bewijs daarvan?