ECLI:NL:RBLIM:2025:9925

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
13 oktober 2025
Publicatiedatum
13 oktober 2025
Zaaknummer
03/340193-24; 15/158069-25 (ttz.gev.); 13/081352-23 (tul)
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Gevangenisstraf voor meerdere gekwalificeerde diefstallen en oplichtingen met babbeltrucs

Op 13 oktober 2025 heeft de rechtbank Limburg in Maastricht uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van meerdere gekwalificeerde diefstallen en oplichtingen. De verdachte, geboren in 2003 en momenteel gedetineerd, werd bijgestaan door advocaat mr. M.C. Jonge Vos. De zaak werd inhoudelijk behandeld op 29 september 2025, waarbij de verdachte en zijn raadsman aanwezig waren. De officier van justitie eiste bewezenverklaring van alle ten laste gelegde feiten, terwijl de verdediging vrijspraak bepleitte voor enkele feiten. De rechtbank oordeelde dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan diefstal en oplichting door zich voor te doen als politieagent en ouderen te misleiden om geld en sieraden af te nemen. De rechtbank achtte de verdachte medepleger van de feiten, maar hield rekening met zijn ondergeschikte rol in de criminele organisatie. De verdachte werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van 30 maanden, waarvan 15 maanden voorwaardelijk, met bijzondere voorwaarden. Daarnaast werden schadevergoedingen toegewezen aan verschillende benadeelde partijen, waaronder bedragen voor materiële schade. De rechtbank verklaarde de verdachte hoofdelijk aansprakelijk voor de schade, met uitzondering van enkele vorderingen die niet-ontvankelijk werden verklaard. De uitspraak benadrukt de ernst van de gepleegde feiten en de impact op de slachtoffers, die vaak kwetsbare ouderen waren.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Zittingsplaats Maastricht
Strafrecht
Parketnummers: 03/340193-24; 15/158069-25 (ttz.gev.); 13/081352-23 (tul)
Tegenspraak
Vonnis van de meervoudige strafkamer van 13 oktober 2025
in de strafzaak tegen
[verdachte] ,
geboren op [geboortedatum] 2003 te [geboorteplaats] ,
wonende te [woonplaats] ,
nu gedetineerd in [PI] .
De verdachte wordt bijgestaan door mr. M.C. Jonge Vos, advocaat te Amsterdam.

1.Onderzoek van de zaak

De zaak is inhoudelijk behandeld op de terechtzitting van 29 september 2025. De verdachte en zijn raadsman zijn verschenen. De officier van justitie en de verdediging hebben hun standpunten kenbaar gemaakt.
[benadeelde partij] , [benadeelde partij 2] , [benadeelde partij 3] , [benadeelde partij 4] en [benadeelde partij 5] (dochter van [overleden] ) hebben zich als benadeelde partij gevoegd in het strafproces en vorderingen tot schadevergoeding ingediend. Namens de benadeelde partijen [benadeelde partij] en [benadeelde partij 2] is ter terechtzitting verschenen mevrouw Vaes van Slachtofferhulp Nederland. Ook verschenen zijn [benadeelde partij 5] en [naam 1] (dochter van [benadeelde partij 3] ).

2.De tenlastelegging

De tenlasteleggingen zijn als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat de verdachte op 16, 17, 18, 20, 22 en 25 oktober 2024 al dan niet samen met anderen sieraden en geld van meerdere personen heeft weggenomen dan wel die personen tot afgifte van die goederen heeft bewogen door het aannemen van een valse naam, een valse hoedanigheid en door een samenweefsel van verdichtsels. Bij twee personen is enkel de poging daartoe ten laste gelegd en bij één persoon is ten laste gelegd dat de verdachte met de door diefstal dan wel oplichting buitgemaakte pinpas geld heeft opgenomen en hij zich daarmee schuldig heeft gemaakt aan diefstal van dat opgenomen geld.

3.De beoordeling van het bewijs

3.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gerekwireerd tot bewezenverklaring van alle ten laste gelegde feiten, met dien verstande dat in de zaak 03/340193-24 de onder feit 5 subsidiair ten laste gelegde poging tot oplichting van [naam 2] bewezen kan worden en in de zaak 15/158069-25 de onder feit 1 subsidiair ten laste gelegde poging tot oplichting van [benadeelde partij 4] . Voor het bewijs heeft de officier van justitie onder meer gewezen op de bekennende verklaring van de verdachte afgelegd ter terechtzitting. Specifiek voor het bewijs van de in de zaak 03/340193-24 onder feit 6 primair ten laste gelegde gekwalificeerde diefstal van [benadeelde partij 2] heeft de officier van justitie nog gewezen op het bestaan van een identieke modus operandi en de resultaten van het dactyloscopisch sporenonderzoek waaruit volgt dat een aangetroffen spoor in de woning van [benadeelde partij 2] mogelijk een vingerafdruk betreft die afkomstig is van de verdachte.
3.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft vrijspraak bepleit van feit 6 in de zaak 03/340193-24, omdat het bewijs ontbreekt en er geen sprake is van een specifieke, identieke, modus operandi. Voor het bewijs van de overige ten laste gelegde feiten heeft de raadsman naar voren gebracht dat hij zich kan vinden in het standpunt van de officier van justitie, met dien verstande dat bij de feiten 3 en 4 in de zaak 03/340193-24 sprake is van eendaadse samenloop.
3.3
Het oordeel van de rechtbank
3.3.1
De feiten onder 03/340193-24 [1]
Vrijspraken
Feit 5 primair
Met de officier van justitie en de raadsman is de rechtbank van oordeel dat het onder feit 5 primair ten laste gelegde niet wettig en overtuigend is bewezen, zodat de verdachte daarvan zonder nadere motivering zal worden vrijgesproken.
Feit 6 primair en subsidiair
De rechtbank ziet dat de modus operandi bij de gekwalificeerde diefstal dan wel oplichting van [benadeelde partij 2] op 16 oktober 2024 sterke overeenkomsten heeft met de gekwalificeerde diefstallen en oplichtingen die in de dagen erna hebben plaatsgevonden en zijn bekend door de verdachte. Er is naar het oordeel van de rechtbank echter geen bewijs dat de verdachte ook hier een rol heeft vervuld. Het feit dat er in de woning van [benadeelde partij 2] een spoor is aangetroffen dat
mogelijkafkomstig is van de verdachte is daarvoor onvoldoende. De verdachte heeft dit feit ontkend en het dossier biedt ook voor het overige geen aanwijzingen die de verdachte aan dit feit linken, waardoor de verdachte van zowel het primair als het subsidiair ten laste gelegde feit zal worden vrijgesproken.
Bewijsmiddelen
De rechtbank volstaat ten aanzien van de ten laste gelegde feiten onder 1, 2 primair, 3, 4, 5 subsidiair, 7 primair, 8 primair en 9 met een opgave van de bewijsmiddelen overeenkomstig het bepaalde in artikel 359, derde lid tweede volzin, van het Wetboek van Strafvordering, die hieronder zijn vermeld, nu de verdachte het bewezenverklaarde duidelijk en ondubbelzinnig heeft bekend en de raadsman ten aanzien daarvan geen vrijspraak heeft bepleit.
Feit 1:
- de aangifte van [naam 3] ; [2]
- de bevindingen van de politie ter plaatse; [3]
- de bekennende verklaring van de verdachte afgelegd ter terechtzitting van 29 september 2025;
Feit 2 primair:
- de aangifte van [naam 4] ; [4]
- de bevindingen van het onderzoek aan de telefoon van de verdachte; [5]
- de bekennende verklaring van de verdachte afgelegd ter terechtzitting van 29 september 2025;
Feit 3 en feit 4:
- de aangifte van [benadeelde partij] ; [6]
- de bevindingen van het onderzoek aan de telefoon van de verdachte; [7]
- de bekennende verklaring van de verdachte afgelegd ter terechtzitting van 29 september 2025;
Feit 5 subsidiair:
- de aangifte van [naam 5] namens zijn moeder [naam 6] ; [8]
- de bevindingen van het onderzoek aan de telefoon van de verdachte; [9]
- de bekennende verklaring van de verdachte afgelegd ter terechtzitting van 29 september 2025;
Feit 7 primair:
- de aangifte van [benadeelde partij 3] ; [10]
- de bekennende verklaring van de verdachte afgelegd ter terechtzitting van 29 september 2025;
Feit 8 primair:
- de aangifte van [naam overleden 1] ; [11]
- de bekennende verklaring van de verdachte afgelegd ter terechtzitting van 29 september 2025;
Feit 9:
- de aangifte van [naam 7] ; [12]
- de bekennende verklaring van de verdachte afgelegd ter terechtzitting van 29 september 2025.
Eendaadse samenloop?
De rechtbank oordeelt dat de feiten onder 3 en 4 een samenhangend in dezelfde periode en plaats afspelend feitencomplex opleveren, waardoor de verdachte eigenlijk maar één strafrechtelijk relevant verwijt kan worden gemaakt. De rechtbank is dan ook met de raadsman van oordeel dat er sprake is van eendaadse samenloop van de feiten onder 3 en 4.
3.3.2
De feiten onder 15/158069-25 [13]
Vrijspraak
Met de officier van justitie en de raadsman is de rechtbank van oordeel dat het onder feit 1 primair ten laste gelegde niet wettig en overtuigend is bewezen, zodat de verdachte daarvan zonder nadere motivering zal worden vrijgesproken.
Bewijs
De rechtbank volstaat ten aanzien van de ten laste gelegde feiten onder 1 subsidiair en 2 met een opgave van de bewijsmiddelen overeenkomstig het bepaalde in artikel 359, derde lid tweede volzin, van het Wetboek van Strafvordering, die hieronder zijn vermeld, nu de verdachte het bewezenverklaarde duidelijk en ondubbelzinnig heeft bekend en de raadsman ten aanzien daarvan geen vrijspraak heeft bepleit.
Feit 1 subsidiair en feit 2:
- de aangifte van [benadeelde partij 4] ; [14]
- de bekennende verklaring van de verdachte afgelegd ter terechtzitting van 29 september 2025.
3.4
De bewezenverklaring
De rechtbank acht bewezen dat de verdachte
in de zaak 03/340193-24
feit 1
op 25 oktober 2024 te Maastricht, tezamen en in vereniging met anderen, ter uitvoering van het door verdachte en zijn mededaders voorgenomen misdrijf om met het oogmerk om zich en een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam, een valse hoedanigheid en door een samenweefsel van verdichtsels, [naam 3] te bewegen tot de afgifte van enig goed, te weten de afgifte van geld, immers hebben verdachte en zijn mededaders:
- voornoemde [naam 8] gebeld en zich voorgedaan als een medewerker van de politie in Maastricht,
- voornoemde [naam 8] verteld dat zijn adres op een criminele lijst staat en bij dergelijke adressen wordt ingebroken,
- voornoemde [naam 8] gevraagd of hij waardevolle spullen en cash geld in huis heeft en gezegd dat een agent deze komt ophalen,
- met voornoemde [naam 8] een afspraak gemaakt om voornoemde goederen op te laten halen door agent [naam 12] met [dienstnummer 3] en
- ( vervolgens) zich naar de woning van voornoemde [naam 8] begeven en een (lege) envelop in ontvangst genomen,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
feit 2 primair
op 25 oktober 2024 te Hulsberg, tezamen en in vereniging met anderen,
- 6 armbanden,
- 5 kettingen,
- een parelcollier,
- 5 ringen en
- een hoeveelheid oorbellen,
die aan [naam 4] toebehoorden heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en zijn mededaders die weg te nemen goederen onder hun bereik hebben gebracht door middel van het aannemen van een valse naam, een valse hoedanigheid en door een samenweefsel van verdichtsels, immers hebben verdachte en zijn mededaders:
- voornoemde [naam 9] gebeld en zich voorgedaan als een medewerker van de politie,
- voornoemde [naam 9] verteld dat er bij de achterburen was ingebroken en dat in het voertuig van de daders haar gegevens waren aangetroffen en dat die personen voornemens waren om ook bij haar, die [naam 9] , in te breken,
- voornoemde [naam 9] gevraagd of zij waardevolle spullen in huis heeft en gezegd dat zij deze moet klaarleggen,
- met voornoemde [naam 9] een afspraak gemaakt om voornoemde goederen op te laten halen en/of te laten fotograferen door agent [naam 10] of [naam 11] met [dienstnummer 1] en
- ( vervolgens) zich naar de woning van voornoemde [naam 9] begeven en die sieraden meegenomen;
feit 3
op 25 oktober 2024 te Sint Geertruid, gemeente Eijsden-Margraten, tezamen en in vereniging met anderen, EUR 5.000,-, die aan [benadeelde partij] toebehoorde heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en zijn mededaders dat weg te nemen goed onder hun bereik hebben gebracht door middel van het aannemen van een valse naam, een valse hoedanigheid en door een samenweefsel van verdichtsels, immers hebben verdachte en zijn mededaders:
- voornoemde [benadeelde partij] gebeld en zich voorgedaan als een medewerker van de politie in Maastricht,
- voornoemde [benadeelde partij] verteld dat haar gegevens op een papiertje staan en bij dergelijke adressen wordt ingebroken,
- voornoemde [benadeelde partij] gevraagd of zij geld en sieraden in huis heeft en gezegd dat zij dit moet tellen en klaar leggen,
- met voornoemde [benadeelde partij] een afspraak gemaakt om haar te helpen en/of voornoemde goederen te laten fotograferen door agent [naam 12] met [dienstnummer 2] ,
- ( vervolgens) zich naar de woning van voornoemde [naam 9] begeven en zich gelegitimeerd met de naam [naam 12] en het [codenummer] en
- dat geld meegenomen;
feit 4
op 25 oktober 2024 te Sint Geertruid, gemeente Eijsden-Margraten, tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk om zich en een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam, een valse hoedanigheid en door een samenweefsel van verdichtsels, [benadeelde partij] heeft bewogen tot de afgifte van enig goed, te weten de afgifte van
- 2 armbanden,
- 3 ringen en
- een ketting,
immers hebben verdachte en zijn mededaders:
- voornoemde [benadeelde partij] gebeld en zich voorgedaan als een medewerker van de politie,
- voornoemde [benadeelde partij] verteld dat haar gegevens op een papiertje staan en bij dergelijke adressen wordt ingebroken,
- voornoemde [benadeelde partij] gevraagd of zij geld en sieraden in huis heeft en gezegd dat zij dit moet tellen en/of klaar leggen,
- met voornoemde [benadeelde partij] een afspraak gemaakt om haar te helpen en/of voornoemde goederen te laten fotograferen door agent [naam 13] met [dienstnummer 2] ,
- ( vervolgens) zich naar de woning van voornoemde [naam 9] begeven en zich gelegitimeerd met de naam [naam 13] en het [codenummer] , en die sieraden van die [benadeelde partij] aangenomen;
feit 5 subsidiair
op 25 oktober 2024 te Voerendaal, tezamen en in vereniging met anderen, ter uitvoering van het door verdachte en zijn mededaders voorgenomen misdrijf om met het oogmerk om zich en een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam, een valse hoedanigheid en door een samenweefsel van verdichtsels, [naam 2] te bewegen tot de afgifte van enig goed, te weten de afgifte van geld en/of een (of meer) siera(a)d(en), immers hebben verdachte en zijn mededaders:
- voornoemde [naam 14] gebeld en zich voorgedaan als een medewerker van de politie,
- voornoemde [naam 14] verteld dat er meerdere inbraken waren gepleegd bij ouderen in de buurt,
- voornoemde [naam 14] medegedeeld dat er een agent genaamd [naam 15] met [nummer 1] aan de deur zou komen om geld en sieraden veilig te stellen en
- ( vervolgens) zich naar de woning van voornoemde [naam 14] te begeven en bij die woning aan te bellen,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
feit 7 primair
op 17 oktober 2024 te Maastricht, tezamen en in vereniging met anderen, een sieraad en EUR 3.000,-, die aan [benadeelde partij 3] toebehoorden heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en zijn mededaders zich die weg te nemen goederen onder hun bereik hebben gebracht door middel van het aannemen van een valse naam, een valse hoedanigheid en door een samenweefsel van verdichtsels, immers hebben verdachte en zijn mededaders:
- voornoemde [benadeelde partij 3] gebeld en zich voorgedaan als medewerkers van de politie in Maastricht genaamd [naam 16] en [naam 17] ,
- voornoemde [benadeelde partij 3] verteld dat haar gegevens op een briefje staan en in de buurt wordt ingebroken,
- voornoemde [benadeelde partij 3] medegedeeld dat een agent in burger met [dienstnummer 3] langs komt om alles te controleren voor de verzekering,
- ( vervolgens) zich naar de woning van voornoemde [benadeelde partij 3] begeven en gevraagd naar sieraden en geld,
- het geld en/of de sieraden meegenomen naar de auto om te fotograferen voor de verzekering;
feit 8 primair
op 18 oktober 2024 te Landgraaf, tezamen en in vereniging met anderen,
- een bedeltje,
- een ring,
- 2 paar oorbellen,
- een ketting,
- 2 armbanden,
- een sieradenkistje en
- een geldkistje (met daarin EUR 17.000,-), die aan [naam overleden 1] toebehoorden heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en zijn mededaders die weg te nemen goederen onder hun bereik hebben gebracht door middel van het aannemen van een valse naam, een valse hoedanigheid en door een samenweefsel van verdichtsels, immers hebben verdachte en zijn mededaders:
- voornoemde [naam overleden 2] gebeld en zich voorgedaan als een medewerker van de politie,
- voornoemde [naam overleden 2] verteld dat er veel inbraken waren geweest in haar straat en omliggende straten en dat de dochter van [naam overleden 2] momenteel aangifte deed en zei dat zij, die [naam overleden 2] , veel geld en sieraden in haar bezit had,
- tegen voornoemde [naam overleden 2] gezegd dat zij die sieraden en dat geld naar beneden moest halen en dat er zo meteen een politieagent aan de deur kwam die de [code 1] zou noemen om de sieraden en het geld op te halen,
- ( vervolgens) zich naar de woning van die [naam overleden 2] begeven en de [code 1] genoemd en
- het geld, de sieraden, het sieradenkistje en het geldkistje meegenomen.
feit 9
op 22 oktober 2024 te Westerbroek, gemeente Midden-Groningen, tezamen en in vereniging met anderen,
- twee horloges,
- twee ringen en
- een speld,
die aan [naam 7] toebehoorden heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en zijn mededaders die weg te nemen goederen onder hun bereik hebben gebracht door middel van het aannemen van een valse naam, een valse hoedanigheid en door een samenweefsel van verdichtsels, immers hebben verdachte en zijn mededaders:
- voornoemde [naam 18] gebeld en zich voorgedaan als een medewerker van de politie werkzaam op het politiebureau Hoogezand,
- voornoemde [naam 18] verteld dat haar gegevens op een briefje staan en in de buurt wordt ingebroken,
- voornoemde [naam 18] gevraagd of zij gouden sieraden en een kluis in huis had liggen,
- voornoemde [naam 18] gevraagd of zij haar sieraden wilde klaarleggen voor collega genaamd [naam 15] met [dienstnummer 4] zodat die dit kon fotograferen voor de verzekering,
- ( vervolgens) zich naar de woning van die [naam 18] begeven en
- voornoemde sieraden meegenomen;
in de zaak 15/158069-25
feit 1 subsidiair
op 20 oktober 2024 te Middelie, gemeente Edam-Volendam, tezamen en in vereniging met een (of meer) ander(en), met het oogmerk om zich en een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam, een valse hoedanigheid en door een samenweefsel van verdichtsels, [benadeelde partij 4] heeft bewogen tot de afgifte van enige goederen, te weten een pinpas en een telefoon, immers hebben verdachte en zijn mededader(s):
- voornoemde [naam 19] gebeld en zich voorgedaan als agent,
- voornoemde [naam 19] verteld dat zijn gegevens op een papiertje staan en bij dergelijke adressen wordt ingebroken,
- voornoemde [naam 19] gevraagd of hij waardevolle spullen in huis heeft,
- met voornoemde [naam 19] een afspraak gemaakt om de sloten te controleren en de telefoon en pinpas te scannen,
- ( vervolgens) zich naar de woning van voornoemde [naam 19] begeven en zich gelegitimeerd met de naam [naam 20] met [casenummer] ,
- ( aldaar) de sloten gecontroleerd en
- de telefoon en de pinpas meegenomen;
feit 2
op 20 oktober 2024 te Volendam, gemeente Edam-Volendam een geldbedrag (van in totaal EUR 2000,-), die aan [benadeelde partij 4] toebehoorde heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte dat weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van een valse sleutel, te weten een bankpas op naam van [benadeelde partij 4] (met bijbehorende pincode).
De rechtbank acht niet bewezen hetgeen meer of anders is ten laste gelegd. De verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

4.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert de volgende strafbare feiten op:
in de zaak 03/340193-24
feit 1 en feit 5 subsidiair
medeplegen van poging tot oplichting
feit 2 primair, feit 7 primair, feit 8 primair en feit 9
diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van het aannemen van een valse naam, een valse hoedanigheid en een samenweefsel van verdichtsels
feit 3 en feit 4
de eendaadse samenloop van:
diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van het aannemen van een valse naam, een valse hoedanigheid en een samenweefsel van verdichtsels
en
medeplegen van oplichting
in de zaak 15/158069-25
feit 1 subsidiair
medeplegen van oplichting
feit 2
diefstal, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van een valse sleutel.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.

5.De strafbaarheid van de verdachte

De verdachte is strafbaar, omdat geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die zijn strafbaarheid uitsluiten.

6.De straf

6.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft, op grond van hetgeen zij bewezen heeft geacht, gevorderd aan de verdachte een gevangenisstraf op te leggen voor de duur van 4 jaren met aftrek van het voorarrest, waarvan 1 jaar voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaren waarbij aan het voorwaardelijk strafdeel de door de reclassering geadviseerde bijzondere voorwaarden worden verbonden.
6.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman acht de gevorderde straf te hoog en heeft verzocht rekening te houden met de beperktere rol van de verdachte en het feit dat de verdachte ter terechtzitting verantwoordelijkheid heeft genomen. Om die redenen heeft de raadsman verzocht een deels voorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen waarvan het onvoorwaardelijke deel gelijk is aan het reeds ondergane voorarrest. Een groot voorwaardelijk deel dient als stok achter de deur, zodat de verdachte naar school kan gaan en met de reclassering aan de slag kan gaan om herhaling te voorkomen. Het strafdoel van vergelding is met het reeds ondergane voorarrest al voldoende tot uitdrukking gebracht.
6.3
Het oordeel van de rechtbank
Bij de bepaling van de op te leggen straf is gelet op de aard en ernst van hetgeen bewezen is verklaard, op de omstandigheden waaronder het bewezenverklaarde is begaan en op de persoon van de verdachte, zoals een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting naar voren is gekomen.
De verdachte is in een tijdsbestek van een aantal dagen samen met anderen bezig geweest met het op doortrapte wijze oplichten en stelen van geld en sieraden van meerdere (hoog) bejaarde, kwetsbare, slachtoffers. Bij twee slachtoffers is het gebleven bij een poging daartoe. De handelswijze was telkens soortgelijk: iemand belt de slachtoffers op de vaste telefoonlijn op en doet zich voor als een medewerker van de politie, vertelt de slachtoffers dat hun gegevens en/of adressen staan op een lijstje dat bij inbrekers is aangetroffen, houdt ze aan de praat en deelt de slachtoffers mede dat een politieagent in burger langs zal komen om geld en/of sieraden te fotograferen dan wel te scannen voor de verzekering. Vervolgens wordt een persoon, hier de verdachte, naar de adressen gebracht door een chauffeur om de klaargelegde sieraden en geld op te halen dan wel weg te nemen. Bij een van de feiten heeft de verdachte geld gepind met de bemachtigde pinpas.
Het is een steeds meer voorkomende vorm van criminaliteit die voor verdachten op relatief gemakkelijke wijze zeer lucratief kan zijn. Verdachten maken misbruik van het gewekte vertrouwen bij de slachtoffers die op hun beurt denken te voorkomen dat zij geld en/of waardevolle, emotionele, sieraden zouden kwijtraken. Het tegendeel blijkt helaas waar en slachtoffers blijven achter met stress, angst, verdriet en schaamte. Aan dat alles hebben de verdachte en zijn mededaders zich niets gelegen laten liggen. Het eigen financieel gewin woog zwaarder.
Is de verdachte nu het grote brein achter deze serie diefstallen en oplichtingen en pogingen daartoe? Dat kan niet gezegd worden op basis van het onderhavige dossier. Hoewel zijn rol juridisch gezien kan worden gekwalificeerd als die van een medepleger, wijst alles erop dat de verdachte een ondergeschikte rol in het geheel heeft gehad. De rechtbank wijst in dit verband bijvoorbeeld op de inhoud van de groepsapp waar de verdachte deel van uitmaakte. Daaruit volgt dat de verdachte als ophaler exacte instructies kreeg van anderen die onder meer inhielden wat hij tegen de slachtoffers moest zeggen, wat er mee moest qua geld en sieraden en wanneer hij de woningen van de slachtoffers moest verlaten. Dit duidt op iemand die wordt gebruikt als loopjongen of hulpje en niet op iemand die bovenaan de criminele ladder staat. Dit werd ook bevestigd door de houding en de verklaring van de verdachte tijdens de terechtzitting. De rechtbank zag iemand die verantwoordelijkheid nam voor zijn handelen en in de ogen van de rechtbank oprecht spijt had van zijn handelen. Na doorvragen van de rechtbank heeft de verdachte laten doorsijpelen dat hij zich in een milieu bevond, waaruit hij niet kon ontsnappen en hij - teneinde represailles te voorkomen - grote druk voelde om onderhavige feiten te plegen. Hoe dat precies zit, weet de rechtbank niet, maar de rechtbank kan haar ogen hier niet voor sluiten. De rechtbank weegt de ondergeschikte rol van de verdachte in strafmatigende zin mee in de op te leggen straf.
De reclassering heeft een advies over de persoon van de verdachte uitgebracht, mede teneinde het risico op herhaling in te schatten. Zij schat dat gevaar in als gemiddeld, maar ziet wel risico’s op het gebied van sociaal netwerk, psychosociaal functioneren en financiën. Bij een veroordeling adviseren zij een (deels) voorwaardelijke straf met de oplegging van bijzondere voorwaarden om de risico’s te beperken en stabiliteit op te bouwen.
Alles afwegende, komt de rechtbank tot het oordeel dat een gevangenisstraf voor de duur van 30 maanden, waarvan 15 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaren passend en geboden is. Aan het voorwaardelijk deel van de straf worden de bijzondere voorwaarden gekoppeld die door de reclassering zijn geadviseerd, behalve het locatie- en contactverbod omdat er geen enkele aanleiding is om te denken dat de verdachte contact met de slachtoffers zal gaan leggen.
Uit het voorgaande volgt dat volgens de rechtbank niet kan worden volstaan met de oplegging van een deels voorwaardelijke gevangenisstraf waarvan het onvoorwaardelijk deel gelijk is aan het reeds ondergane voorarrest, zoals de raadsman heeft bepleit. Daarvoor zijn de feiten te ernstig en bovendien is sprake van recente recidive, hetgeen strafverhogend werkt. De rechtbank wijkt af van de eis van de officier van justitie, omdat zij minder feiten bewezen acht, rekening houdt met de ondergeschikte rol van de verdachte en met de eendaadse samenloop van de feiten 3 en 4, waarbij de rechtbank de gekwalificeerde diefstal als vertrekpunt neemt voor die bewezenverklaarde feiten.

7.De benadeelde partijen en de schadevergoedingsmaatregelen

7.1
De vorderingen van de benadeelde partijen
[benadeelde partij]
vordert een bedrag van € 3.600,- aan materiële schade ter zake van feit 3 en 4 in de zaak 03/340193-24, bestaande uit de volgende posten:
het bedrag aan weggenomen cash geld dat niet is uitgekeerd door de verzekering: € 3.500,-
eigen risico: € 100,-.
[benadeelde partij 2]
vordert een bedrag van € 4.727,- ter zake van feit 6 in de zaak 03/340193-24, bestaande uit € 3.977,- materiële schade en € 750,- aan immateriële schade. De gevorderde materiële schade betreft de getaxeerde waarde van de weggenomen sieraden.
[benadeelde partij 3]
vordert een bedrag van € 3.214,99 ter zake van feit 7 primair in de zaak 03/340193-24, bestaande uit € 3.150,- materiële schade en € 64,99 aan immateriële schade. De gevorderde materiële schade bestaat uit de volgende posten:
bordeauxrode portemonnee
(de rechtbank begrijpt: de inhoud ervan): € 3.000,-
gouden schakelketting: € 150,-.
Onder de gevorderde immateriële schade wordt de aanschaf van een deurbelcamera genoemd. De rechtbank vat deze schade op als gevorderde materiële schade.
[benadeelde partij 5]
(in haar hoedanigheid van erfgename van [naam overleden 1] ) vordert een bedrag van € 18.000,- aan materiële schade ter zake van feit 8 primair in de zaak 03/340193-24, bestaande uit de volgende posten:
weggenomen geld: € 17.000,-
waarde weggenomen sieraden: € 1.000,-.
[benadeelde partij 4]
vordert een bedrag van € 2.000,- aan materiële schade ter zake van feit 2 in de zaak 15/158069-25, bestaande uit het geldbedrag dat met haar gestolen pinpas is gepind.
De benadeelde partijen hebben verzocht om vermeerdering van de toe te wijzen bedragen met de wettelijke rente en om oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
7.2
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft geconcludeerd tot toewijzing van alle vorderingen tot schadevergoeding, met vermeerdering van de wettelijke rente en oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
7.3
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft naar voren gebracht dat hij zich kan vinden in het standpunt van de officier van justitie, behalve voor wat betreft de vordering van [benadeelde partij 5] . De raadsman heeft verzocht die vordering niet-ontvankelijk te verklaren, omdat primair niet is gebleken dat zij de (enige) erfgename is van [naam overleden 1] . Subsidiair dient die vordering niet-ontvankelijk te worden verklaard, omdat een erfgename van een slachtoffer zich volgens jurisprudentie pas dan kan voegen in het geval het slachtoffer overlijdt nadat zij zich als benadeelde partij heeft gevoegd, maar voordat op de vordering is beslist. In dat geval kan de erfgename de vordering overnemen, echter van die situatie is hier geen sprake.
7.4
Het oordeel van de rechtbank
[benadeelde partij]
De rechtbank is van oordeel dat de benadeelde partij door het hiervoor onder feit 3 in de zaak 03/340193-24 bewezen verklaarde rechtstreekse schade is toegebracht. Nu de gevorderde materiële schade voor het overige ook niet door de verdediging is betwist, zal de rechtbank de vordering volledig toewijzen (€ 3.600,-).
[benadeelde partij 2]
Nu de verdachte wordt vrijgesproken van het ten laste gelegde onder feit 6 primair en subsidiair in de zaak 03/340193-24 zal [benadeelde partij 2] niet-ontvankelijk worden verklaard in haar vordering.
De rechtbank bepaalt dat [benadeelde partij 2] zal worden veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten van de verdachte gemaakt ter verdediging tegen deze vordering, tot op heden begroot op nihil.
[benadeelde partij 3]
De rechtbank is van oordeel dat de benadeelde partij door het hiervoor onder feit 7 primair in de zaak 03/340193-24 bewezen verklaarde rechtstreekse schade is toegebracht. De rechtbank overweegt dat ten aanzien van de schadepost ‘gouden schakelketting’ weliswaar geen bewijsstukken zijn aangeleverd, maar dat de rechtbank gebruik zal maken van haar schattingsbevoegdheid en de schade zal schatten op het gevorderde bedrag van € 150,-.
Voor wat betreft de post van € 3.000,- voor het weggenomen geld dat in de portemonnee zat, zal de rechtbank de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaren in haar vordering. Namens de verdachte is deze schadepost weliswaar niet betwist, maar door de benadeelde partij onvoldoende onderbouwd. De benadeelde partij de gelegenheid geven voor een nadere onderbouwing van dit deel van de vordering zou een onevenredige belasting van het strafgeding opleveren. De benadeelde partij kan dit deel van de vordering bij de burgerlijke rechter aanbrengen.
De rechtbank zal de gevorderde schade voor het plaatsen van de deurbelcamera afwijzen omdat het causaal verband tussen de geleden schade (aanschaf deurbelcamera) en het gepleegde strafbare feit onvoldoende is gebleken. De rechtbank begrijpt dat er, ten gevolge van het feit, angstgevoelens bij de benadeelde partij zijn ontstaan. Op basis van het dossier zijn er echter geen aanwijzingen waaruit blijkt dat de verdachte zich in de toekomst naar de woning van de benadeelde partij zal begeven. Nu een dergelijk gevaar voor (toekomstig) belastend gedrag van verdachte jegens benadeelde ontbreekt, bestaat er onvoldoende rechtstreeks verband tussen het bewezenverklaarde en deze gestelde schadepost.
[benadeelde partij 5]
Het slachtoffer [naam overleden 1] is op 25 maart 2025 overleden. De dochter van het slachtoffer, [benadeelde partij 5] , heeft zich, – zo blijkt uit de ter terechtzitting overgelegde stukken – als enige wettelijke erfgename van het slachtoffer, namens haar als benadeelde partij gesteld ten aanzien van het onder feit 8 primair in de zaak 03/340193-24 bewezen verklaarde feit. Een erfgename van een slachtoffer kan zich als benadeelde partij volgens jurisprudentie ook in het strafproces voegen in het geval (I) het slachtoffer overlijdt nadat hij zich als benadeelde partij heeft gevoegd, maar voordat op de vordering is beslist en (II) het slachtoffer overlijdt voordat hij zich formeel als benadeelde partij heeft kunnen voegen, mits duidelijk is dat het slachtoffer de geleden schade op de verdachte wilde verhalen en zich daartoe in het strafproces zou hebben gevoegd. Deze opvatting doet recht aan de belangen van het slachtoffer. Naar het oordeel van de rechtbank doet laatstgenoemde situatie zich in de onderhavige zaak voor. In haar aangifte op 18 oktober 2024 heeft het slachtoffer [naam overleden 1] duidelijk aangegeven dat zij schade wil verhalen op de verdachte en dat zij op de hoogte wil worden gehouden van het strafrechtelijk onderzoek. Gelet op dit wilsbesluit van het slachtoffer en het feit dat [benadeelde partij 5] volgens de door haar ter terechtzitting overgelegde stukken enig erfgename is en bovendien is benoemd tot executeur/afwikkelingsbewindvoerder en haar aldus de bevoegdheid is toegekend om de erfgenamen te vertegenwoordigen is de rechtbank van oordeel dat [benadeelde partij 5] zich namens haar overleden moeder kan voegen in het strafproces.
De benadeelde partij vordert een bedrag van € 18.000,- aan materiële schade.
Met betrekking tot de post van € 1.000,- voor de gestolen sieraden is de rechtbank van oordeel dat deze onvoldoende is onderbouwd. Uit de aangifte volgt slechts een beknopte opsomming met omschrijving waaruit niet blijkt van welke materialen de sieraden zijn gemaakt en wat hun staat is. De rechtbank is daarom ook niet in staat de waarde van deze sieraden te schatten. De rechtbank zal daarom de benadeelde partij voor dit deel van haar vordering niet-ontvankelijk verklaren. De benadeelde partij kan dit deel van haar vordering bij de burgerlijke rechter aanbrengen.
Voor wat betreft de post van € 17.000,- voor het weggenomen geld zal de rechtbank de benadeelde partij eveneens niet-ontvankelijk verklaren in haar vordering. Dit deel van de vordering is namens de verdachte weliswaar niet betwist, maar door de benadeelde partij onvoldoende onderbouwd. De benadeelde partij de gelegenheid geven voor een nadere onderbouwing van dit deel van de vordering zou een onevenredige belasting van het strafgeding opleveren. De benadeelde partij kan ook dit deel van de vordering bij de burgerlijke rechter aanbrengen.
[benadeelde partij 4]
De rechtbank is van oordeel dat de benadeelde partij door het hiervoor onder feit 2 in de zaak 15/158069-25 bewezen verklaarde rechtstreekse schade is toegebracht. Nu de gevorderde materiële schade voor het overige ook niet door de verdediging is betwist, zal de rechtbank de vordering volledig toewijzen (€ 2.000,-).
Hoofdelijkheid
De rechtbank stelt vast dat de verdachte de strafbare feiten, met uitzondering van de gekwalificeerde diefstal van [benadeelde partij 4] (het pinnen met de gestolen bankpas), samen met anderen heeft gepleegd en dat hij naar burgerlijk recht met zijn mededaders hoofdelijk aansprakelijk is voor de schade. Dit betekent dat de verdachte tegenover alle benadeelde partijen steeds voor het gehele bedrag aansprakelijk is. Daarom zal de rechtbank de vorderingen, met uitzondering van die van [benadeelde partij 4] , hoofdelijk toewijzen. Dit betekent dat de verdachte niet meer aan de benadeelde partijen of de Staat hoeft te betalen voor zover het bedrag door (een van de) de mededader(s) is betaald, en andersom.
Wettelijke rente en schadevergoedingsmaatregel
De rechtbank zal de toe te wijzen bedragen vermeerderen met de wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel ex artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht.

8.De vordering tot tenuitvoerlegging

De officier van justitie heeft de tenuitvoerlegging gevorderd van de bij vonnis van de meervoudige strafkamer van de rechtbank Amsterdam van 26 september 2023 opgelegde voorwaardelijke jeugddetentie van 6 maanden.
8.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft ter terechtzitting gepersisteerd bij de vordering.
8.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft bepleit de voorwaardelijke jeugddetentie deels om te zetten in een werkstraf en voor het resterende deel de proeftijd te verlengen.
8.3
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank stelt vast dat de verdachte zich voor het einde van de proeftijd van deze voorwaardelijk opgelegde straf schuldig heeft gemaakt aan nieuwe strafbare feiten en daarmee de algemene voorwaarde, namelijk geen strafbare feiten plegen, niet heeft nageleefd. Van de veroordeelde mocht worden verwacht dat hij kort nadat hij in vrijheid was gesteld, ervan doordrongen was welke negatieve gevolgen een jeugddetentie op zijn persoonlijke leven zou hebben. De dreiging van een hernieuwde detentie heeft de veroordeelde er echter niet van weerhouden om opnieuw strafbare feiten te plegen. In beginsel is volledige toewijzing van de vordering dan ook op zijn plaats. De rechtbank acht volledige toewijzing in de zin dat de veroordeelde 6 maanden jeugddetentie moet uitzitten echter niet opportuun. Gelet op de deels voorwaardelijke gevangenisstraf die in de onderhavige strafzaak wordt opgelegd, komt de veroordeelde na ongeveer drie maanden vrij met een groot voorwaardelijk strafdeel als stok achter de deur en daaraan gekoppeld bijzondere voorwaarden. De veroordeelde krijgt dan behandeling en begeleiding om de kans op herhaling te verkleinen en stabiliteit te creëren. De rechtbank wil dat pad niet op voorhand al doorkruisen door de vordering toe te wijzen zodat hij na de drie maanden gevangenisstraf nog 6 maanden jeugddetentie moet uitzitten. Dat zou immers geen strafrechtelijk doel meer dienen. De rechtbank ziet daarom aanleiding om de helft van de jeugddetentie, te weten 3 maanden, om te zetten naar een werkstraf voor de duur van 180 uren, subsidiair 90 dagen vervangende jeugddetentie. Voor het resterende deel zal de eerder vastgestelde proeftijd worden verlengd met één jaar.

9.Het beslag

De rechtbank zal de verbeurdverklaring gelasten van de inbeslaggenomen telefoon, omdat met betrekking tot dit voorwerp de bewezenverklaarde feiten zijn begaan.

10.De wettelijke voorschriften

De beslissing berust op de artikelen 14a, 14b, 14c, 33, 33a, 36f, 45, 47, 55, 57, 311 en 326 van het Wetboek van Strafrecht.

11.De beslissing

De rechtbank:
Vrijspraak
- verklaart niet bewezen dat de verdachte de onder feit 5 primair en feit 6 primair en subsidiair in de zaak 03/340193-24, en feit 1 primair in de zaak 15/158069-25 ten laste gelegde feiten heeft begaan en spreekt hem daarvan vrij;
Bewezenverklaring
  • verklaart het tenlastegelegde bewezen zoals hierboven onder 3.4 is omschreven;
  • spreekt de verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
Strafbaarheid
  • verklaart dat het bewezenverklaarde de strafbare feiten oplevert zoals hierboven onder 4 is omschreven;
  • verklaart de verdachte strafbaar;
Straf
  • veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf van 30 maanden;
  • beveelt dat de tijd die door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van deze gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
  • bepaalt dat een gedeelte van de straf groot 15 maanden niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, omdat de veroordeelde voor het einde van een proeftijd van 3 jaren zich aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt dan wel de hierna te noemen bijzondere voorwaarden niet heeft nageleefd;
  • stelt de volgende bijzondere voorwaarden, waaraan de veroordeelde gedurende de proeftijd heeft te voldoen, dat hij:
zich binnen drie werkdagen na het ingaan van de proeftijd bij Reclassering Nederland meldt op [adres] . De veroordeelde blijft zich melden op afspraken met de reclassering, zo vaak en zolang de reclassering dat nodig vindt;
actief deelneemt aan de gedragsinterventie Cognitieve Vaardigheden of een andere
gedragsinterventie die gericht is op cognitieve vaardigheden. De reclassering bepaalt welke training het precies wordt. De veroordeelde houdt zich aan de afspraken en aanwijzingen van de trainer/begeleider;
zich laat behandelen door De Waag of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering. De behandeling start zodra beschikbaar. De behandeling duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. De veroordeelde houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling. Gelet op de problematiek kan hieronder ook het innemen van medicijnen vallen, als de zorgverlener dat nodig vindt;
verblijft in Stichting Care & Coaching of een andere instelling voor beschermd wonen of maatschappelijke opvang, te bepalen door de reclassering. Het verblijf start zodra beschikbaar. Het verblijf duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. De veroordeelde houdt zich aan de huisregels en het dagprogramma dat de instelling in overleg met de reclassering voor hem heeft opgesteld;
zich inspant voor het vinden en behouden van betaald werk, opleiding, onbetaald werk en/of vrijetijdsbesteding, met een vaste structuur. De dagbesteding draagt bij aan het voorkomen van delictgedrag;
meewerkt aan het aflossen van zijn schulden en het treffen van afbetalingsregelingen, ook als dit inhoudt meewerken aan schuldhulpverlening in het kader van de Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen. De veroordeelde geeft de reclassering inzicht in zijn financiën en schulden;
zich niet vestigt op een ander adres zonder toestemming van het Openbaar Ministerie;
- geeft opdracht aan de reclassering om toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden. Hierbij gelden als voorwaarden dat de veroordeelde:
- meewerkt aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een geldig identiteitsbewijs ter inzage aanbiedt om de identiteit vast te stellen;
- meewerkt aan reclasseringstoezicht, waaronder het meewerken aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang de reclassering dat nodig vindt;
Benadeelde partij [benadeelde partij](feit 3 in de zaak 03/340193-24)
  • wijst de vordering van de benadeelde partij toe en veroordeelt de verdachte hoofdelijk tot betaling aan de benadeelde partij, [benadeelde partij] , van een bedrag van € 3.600,-, bestaande uit materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 25 oktober 2024 tot aan de dag der algehele voldoening;
  • verdachte is niet gehouden tot betaling voor zover het bedrag door zijn mededader(s) is betaald;
  • veroordeelt verdachte tevens in de proceskosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en in de proceskosten die de benadeelde partij ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog moet maken;
  • legt aan de verdachte hoofdelijk de verplichting op tot betaling aan de Staat ten behoeve van [benadeelde partij] van een bedrag van € 3.600,-, bestaande uit materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 25 oktober 2024 tot aan de dag der algehele voldoening;
  • bepaalt dat indien volledig verhaal niet mogelijk blijkt gijzeling kan worden toegepast voor de duur van 46 dagen. De toepassing van deze gijzeling heft de hiervoor opgelegde
betalingsverplichting niet op;
- bepaalt dat indien en voor zover de verdachte en/of zijn mededader(s) aan een van beide betalingsverplichtingen hebben voldaan, de andere vervalt;

Benadeelde partij [benadeelde partij 2] (feit 6 primair en subsidiair in de zaak 03/340193-24)

  • verklaart de benadeelde partij [benadeelde partij 2] niet-ontvankelijk in de vordering tot schadevergoeding ter zake van feit 6 primair en subsidiair in de zaak 03/340193-24;
  • veroordeelt de benadeelde partij in de proceskosten door verdachte ter verdediging tegen die vordering gemaakt, tot op heden begroot op nihil;

Benadeelde partij [benadeelde partij 3] (feit 7 primair in de zaak 03/340193-24)

- wijst de vordering van de benadeelde partij gedeeltelijk toe en veroordeelt de
verdachte hoofdelijk tot betaling aan de benadeelde partij [benadeelde partij 3] , van een bedrag van € 150,00, bestaande uit materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 17 oktober 2024 tot aan de dag der algehele voldoening;
  • verdachte is niet gehouden tot betaling voor zover het bedrag door zijn mededader(s) is betaald;
  • veroordeelt verdachte tevens in de proceskosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en in de proceskosten die de benadeelde partij ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog moet maken;
  • wijst de vordering voor zover deze ziet op de aanschaf van de deurbelcamera (€ 64,99) af;
  • bepaalt dat de benadeelde partij in de vordering voor zover deze ziet op de post van € 3.000,- voor het weggenomen geld niet ontvankelijk is en de vordering in zoverre slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
  • legt aan de verdachte hoofdelijk de verplichting op tot betaling aan de Staat ten behoeve van [benadeelde partij 3] van een bedrag van € 150,00, bestaande uit materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 17 oktober 2024 tot aan de dag der algehele voldoening;
  • bepaalt dat indien volledig verhaal niet mogelijk blijkt gijzeling kan worden toegepast voor de duur van 3 dagen. De toepassing van deze gijzeling heft de hiervoor opgelegde
betalingsverplichting niet op;
- bepaalt dat indien en voor zover de verdachte en/of zijn mededader(s) aan een van beide betalingsverplichtingen hebben voldaan, de andere vervalt;

Benadeelde partij [benadeelde partij 5] (feit 8 primair in de zaak 03/340193-24)

  • verklaart de benadeelde partij [benadeelde partij 5] niet-ontvankelijk in de vordering tot schadevergoeding ter zake van feit 8 primair in de zaak 03/340193-24;
  • veroordeelt de benadeelde partij in de proceskosten door verdachte ter verdediging tegen die vordering gemaakt, tot op heden begroot op nihil;

Benadeelde partij [benadeelde partij 4] ( feit 2 in de zaak 15/158069-25)

  • wijst de vordering van de benadeelde partij toe en veroordeelt de verdachte tot betaling aan de benadeelde partij, [benadeelde partij 4] , van een bedrag van € 2.000,-, bestaande uit materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 20 oktober 2024 tot aan de dag der algehele voldoening;
  • veroordeelt verdachte tevens in de proceskosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en in de proceskosten die de benadeelde partij ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog moet maken;
  • legt aan de verdachte de verplichting op tot betaling aan de Staat ten behoeve van [benadeelde partij 4] van een bedrag van € 2.000,-, bestaande uit materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 20 oktober 2024 tot aan de dag der algehele voldoening;
  • bepaalt dat indien volledig verhaal niet mogelijk blijkt gijzeling kan worden toegepast voor de duur van 30 dagen. De toepassing van deze gijzeling heft de hiervoor opgelegde betalingsverplichting niet op;
  • verdachte is van zijn schadevergoedingsplicht jegens de benadeelde bevrijd voorzover hij heeft voldaan aan een van de hem opgelegde verplichtingen tot vergoeding van deze schade;

Vordering tot tenuitvoerlegging (13/081352-23)

  • wijst de vordering gedeeltelijke toe;
  • gelast de tenuitvoerlegging van een gedeelte van de bij vonnis van de meervoudige strafkamer van de rechtbank Amsterdam van 26 september 2023 opgelegde voorwaardelijke jeugddetentie van 6 maanden, te weten 3 maanden van deze jeugddetentie, en gelast dat dit strafdeel ten uitvoer wordt gelegd in de vorm van een werkstraf voor de duur van 180 uur te vervangen door 90 dagen vervangende jeugddetentie indien de veroordeelde deze werkstraf niet of niet naar behoren verricht;
  • verlengt de proeftijd, bepaald bij het vonnis van de meervoudige strafkamer van de rechtbank Amsterdam van 26 september 2023, voor het overige deel, zijnde 3 maanden jeugddetentie, met één jaar.
Beslag (03/340193-24)
- verklaart verbeurd het volgende in beslag genomen voorwerp:
1 STK GSM (G1750143).
Dit vonnis is gewezen door mr. M.E.M.W. Nuijts, voorzitter, mr. D. Osmić en mr. V.C. Andeweg, rechters, in tegenwoordigheid van mr. R. Micheels, griffier, en uitgesproken ter openbare zitting van 13 oktober 2025.
Buiten staat
Mr. Andeweg is niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.
BIJLAGE: De tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd dat
in de zaak 03/340193-24
feit 1
hij, op of omstreeks 25 oktober 2024 te Maastricht, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een (of meer) ander(en), althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte en/of zijn mededader(s) voorgenomen misdrijf om met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [naam 3] te bewegen tot de afgifte van enig goed, het verlenen van een dienst, het ter beschikking stellen van gegevens, het aangaan van een schuld en/of het teniet doen van een inschuld, te weten de afgifte van geld, immers heeft/hebben verdachte en/of zijn medeverdachte(s):
- voornoemde [naam 8] gebeld en zich voorgedaan als een medewerker van de politie in Maastricht, en/of
- voornoemde [naam 8] verteld dat zijn adres op een criminele lijst staat en bij dergelijke adressen wordt ingebroken, en/of
- voornoemde [naam 8] gevraagd of hij waardevolle spullen en/of cash geld in huis heeft en gezegd dat een agent deze komt ophalen, en/of
- met voornoemde [naam 8] een afspraak gemaakt om voornoemde goederen op te laten halen door agent [naam 12] met [dienstnummer 3] , en/of
- ( vervolgens) zich naar de woning van voornoemde [naam 8] begeven en/of een (lege) envelop in ontvangst genomen,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
feit 2 primair
hij, op of omstreeks 25 oktober 2024 te Hulsberg, gemeente Beekdaelen, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een (of meer) ander(en), althans alleen,
- 6 armbanden, en/of
- 5 kettingen, en/of
- een parelcollier, en/of
- 5 ringen, en/of
- een hoeveelheid oorbellen,
in elk geval enig(e) goed(eren), dat/die geheel of ten dele aan [naam 4] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of die/dat weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, immers heeft/hebben verdachte en/of zijn medeverdachte(s):
- voornoemde [naam 9] gebeld en zich voorgedaan als een medewerker van de politie, en/of
- voornoemde [naam 9] verteld dat er bij de achterburen was ingebroken en/of dat in het voertuig van de daders haar gegevens waren aangetroffen en/of dat die personen voornemens waren om ook bij haar, die [naam 9] , in te breken, en/of
- voornoemde [naam 9] gevraagd of zij waardevolle spullen in huis heeft en gezegd dat zij deze moet klaarleggen, en/of
- met voornoemde [naam 9] een afspraak gemaakt om voornoemde goederen op te laten halen en/of te laten fotograferen door agent [naam 10] en/of [naam 11] met [dienstnummer 1] , en/of
- ( vervolgens) zich naar de woning van voornoemde [naam 9] begeven en/of die sieraden meegenomen;
feit 2 subsidiair
hij, op of omstreeks 25 oktober 2024 te Hulsberg, gemeente Beekdaelen, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een (of meer) ander(en), althans alleen, met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [naam 4] heeft bewogen tot de afgifte van enig goed, het verlenen van een dienst, het ter beschikking stellen van gegevens, het aangaan van een schuld en/of het teniet doen van een inschuld, te weten de afgifte van
- 6 armbanden, en/of
- 5 kettingen, en/of
- een parelcollier, en/of
- 5 ringen, en/of
- een hoeveelheid oorbellen,
in elk geval enig(e) goed(eren), immers heeft/hebben verdachte en/of zijn medeverdachte(s):
- voornoemde [naam 9] gebeld en zich voorgedaan als een medewerker van de politie, en/of
- voornoemde [naam 9] verteld dat er bij de achterburen was ingebroken en/of dat in het voertuig van de daders haar gegevens waren aangetroffen en/of dat die personen voornemens waren om ook bij haar, die [naam 9] , in te breken, en/of
- voornoemde [naam 9] gevraagd of zij waardevolle spullen in huis heeft en gezegd dat zij deze moet klaarleggen, en/of
- met voornoemde [naam 9] een afspraak gemaakt om voornoemde goederen op te laten halen en/of te laten fotograferen door agent [naam 10] en/of [naam 11] met [dienstnummer 1] , en/of
- ( vervolgens) zich naar de woning van voornoemde [naam 9] begeven en/of die sieraden meegenomen;
feit 3
hij, op of omstreeks 25 oktober 2024 te Sint Geertruid, gemeente Eijsden-Margraten, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een (of meer) ander(en), althans alleen, EUR 5.000,-, in ieder geval een geldbedrag, dat/die geheel of ten dele aan [benadeelde partij] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen,
terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of die/dat weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, immers heeft/hebben verdachte en/of zijn medeverdachte(s):
- voornoemde [benadeelde partij] gebeld en zich voorgedaan als een medewerker van de politie in Maastricht, en/of
- voornoemde [benadeelde partij] verteld dat haar gegevens op een papiertje staan en bij dergelijke adressen wordt ingebroken, en/of
- voornoemde [benadeelde partij] gevraagd of zij geld en/of sieraden in huis heeft en gezegd dat zij dit moet tellen en/of klaar leggen, en/of
- met voornoemde [benadeelde partij] een afspraak gemaakt om haar te helpen en/of voornoemde goederen te laten fotograferen door agent [naam 12] met [dienstnummer 2] , en/of
- ( vervolgens) zich naar de woning van voornoemde [naam 9] begeven en/of zich gelegitimeerd met de naam [naam 12] en het [codenummer] , en/of
- dat geld meegenomen;
feit 4
hij, op of omstreeks 25 oktober 2024 te Sint Geertruid, gemeente Eijsden-Margraten, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een (of meer) ander(en), althans alleen, met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een
valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [benadeelde partij] heeft bewogen tot de afgifte van enig goed, het verlenen van een dienst, het ter beschikking stellen van gegevens, het aangaan van
een schuld en/of het teniet doen van een inschuld, te weten de afgifte van
- 2 armbanden, en/of
- 3 ringen, en/of
- een ketting,
in elk geval enig(e) goed(eren),
immers heeft/hebben verdachte en/of zijn medeverdachte(s):
- voornoemde [benadeelde partij] gebeld en zich voorgedaan als een medewerkervan de politie, en/of
- voornoemde [benadeelde partij] verteld dat haar gegevens op een papiertje staan en bij dergelijke adressen wordt ingebroken, en/of
- voornoemde [benadeelde partij] gevraagd of zij geld en/of sieraden in huis heeft en gezegd dat zij dit moet tellen en/of klaar leggen, en/of
- met voornoemde [benadeelde partij] een afspraak gemaakt om haar te helpen en/of voornoemde goederen te laten fotograferen door agent [naam 13] met [dienstnummer 2] , en/of
- ( vervolgens) zich naar de woning van voornoemde [naam 9] begeven en/of zich gelegitimeerd met de naam [naam 13] en het [codenummer] , en/of die sieraden van die [benadeelde partij] aangenomen en/of meegenomen;
feit 5 primair
hij, op of omstreeks 25 oktober 2024 te Voerendaal, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een (of meer) ander(en), althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte en/of zijn mededader(s) voorgenomen misdrijf om geld en/of een (of meer) siera(a)d(en) dat/die geheel of ten dele aan [naam 2] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), toebehoorde(n) weg te nemen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen en zich de toegang tot de plaats van het misdrijf te verschaffen en/of dat/die weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik te brengen door middel van het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, immers heeft/hebben verdachte en/of zijn medeverdachte(s):
- voornoemde [naam 14] gebeld en zich voorgedaan als een medewerker van de politie, en/of
- voornoemde [naam 14] verteld dat er meerdere inbraken waren gepleegd bij ouderen in de buurt, en/of
- voornoemde [naam 14] medegedeeld dat er een agent genaamd [naam 15] met [nummer 1] aan de deur zou komen om geld en sieraden veilig te stellen, en/of
- ( vervolgens) zich naar de woning van voornoemde [naam 14] te begeven en/of bij die woning aan te bellen,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
feit 5 subsidiair
hij, op of omstreeks 25 oktober 2024 te Voerendaal, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een (of meer) ander(en), althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte en/of zijn mededader(s) voorgenomen misdrijf om met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [naam 2] te bewegen tot de afgifte van enig goed, het verlenen van een dienst, het ter beschikking stellen van gegevens, het aangaan van een schuld en/of het teniet doen van een inschuld, te weten de afgifte van geld en/of een (of meer) siera(a)d(en), immers heeft/hebben verdachte en/of zijn medeverdachte(s):
- voornoemde [naam 14] gebeld en zich voorgedaan als een medewerker van de politie, en/of
- voornoemde [naam 14] verteld dat er meerdere inbraken waren gepleegd bij ouderen in de buurt, en/of
- voornoemde [naam 14] medegedeeld dat er een agent genaamd [naam 15] met [nummer 1] aan de deur zou komen om geld en sieraden veilig te stellen, en/of
- ( vervolgens) zich naar de woning van voornoemde [naam 14] te begeven en/of bij die woning aan te bellen,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
feit 6 primair
hij, op of omstreeks 16 oktober 2024 te Westervoort, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een (of meer) ander(en), althans alleen,
- een toilettasje, en/of
- een gouden hanger, en/of
- 2 paar oorbellen, en/of
- 3 ringen, en/of
- 4 kettingen, en/of
- 2 armbanden, en/of
- een munt, en/of
- een speld, en/of
- 5 horloges,
in elk geval enig(e) goed(eren), dat/die geheel of ten dele aan [benadeelde partij 2] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of die/dat weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, immers heeft/hebben verdachte en/of zijn medeverdachte(s):
- voornoemde [benadeelde partij 2] gebeld en zich voorgedaan als een (of meer) medewerker(s) van de politie werkzaam bij de KLPD genaamd [naam 21] en/of [naam 22] , en/of
- voornoemde [benadeelde partij 2] verteld dat haar gegevens op een envelop staan die in de auto bij drie gewelddadige inbrekers lag, en/of
- voornoemde [benadeelde partij 2] gevraagd of zij geld sieraden en/of een kluis in huis heeft en gezegd dat zij dit moest verzamelen, en/of
- voornoemde [benadeelde partij 2] medegedeeld dat een agent in burger genaamd [naam 23] met [dienstnummer 3] langskomt om alles te fotograferen voor de verzekering, en/of
- ( vervolgens) zich naar de woning van voornoemde [benadeelde partij 2] begeven en/of zich voorgesteld als [naam 23] met [nummer 2] , en/of
- voornoemd toilettasje en/of sieraden meegenomen naar de auto om te scannen voor de verzekering;
feit 6 subsidiair
hij, op of omstreeks 16 oktober 2024 te Westervoort, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een (of meer) ander(en), althans alleen, met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [benadeelde partij 2] heeft bewogen tot de afgifte van enig goed, het verlenen van een dienst, het ter beschikking stellen van gegevens, het aangaan van een schuld en/of het teniet doen van een inschuld, te weten de afgifte van
- een toilettasje, en/of
- een gouden hanger, en/of
- 2 paar oorbellen, en/of
- 3 ringen, en/of
- 4 kettingen, en/of
- 2 armbanden, en/of
- een munt, en/of
- een speld, en/of
- 5 horloges,
in elk geval enig(e) goed(eren), immers heeft/hebben verdachte en/of zijn medeverdachte(s):
- voornoemde [benadeelde partij 2] gebeld en zich voorgedaan als een (of meer) medewerker(s) van de politie werkzaam bij de KLPD genaamd [naam 21] en/of [naam 22] , en/of
- voornoemde [benadeelde partij 2] verteld dat haar gegevens op een envelop staan die in de auto bij drie gewelddadige inbrekers lag, en/of
- voornoemde [benadeelde partij 2] gevraagd of zij geld sieraden en/of een kluis in huis heeft en gezegd dat zij dit moest verzamelen, en/of
- voornoemde [benadeelde partij 2] medegedeeld dat een agent in burger genaamd [naam 23] met [dienstnummer 3] langskomt om alles te fotograferen voor de verzekering, en/of
- ( vervolgens) zich naar de woning van voornoemde [benadeelde partij 2] begeven en/of zich voorgesteld als [naam 23] met [nummer 2] , en/of
- voornoemd toilettasje en/of sieraden meegenomen naar de auto om te scannen voor de verzekering;
feit 7 primair
hij, op of omstreeks 17 oktober 2024 te Maastricht, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een (of meer) ander(en), althans alleen, een (of meer) siera(a)d(en) en/of EUR 3.000,-, in elk geval enig(e) goed(eren) en/of geld, dat/die geheel of ten dele aan [benadeelde partij 3] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of die/dat weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, immers heeft/hebben verdachte en/of zijn medeverdachte(s):
- voornoemde [benadeelde partij 3] gebeld en zich voorgedaan als een (of meer) medewerker(s) van de politie in Maastricht genaamd [naam 16] en/of [naam 17] , en/of
- voornoemde [benadeelde partij 3] verteld dat haar gegevens op een briefje staan en in de buurt wordt ingebroken, en/of
- voornoemde [benadeelde partij 3] medegedeeld dat een agent in burger met [dienstnummer 3] langs komt om alles te controleren voor de verzekering, en/of
- ( vervolgens) zich naar de woning van voornoemde [benadeelde partij 3] begeven en/of gevraagd naar sieraden en geld, en/of
- het geld en/of de sieraden meegenomen naar de auto om te fotograferen voor de verzekering;
feit 7 subsidiair
hij, op of omstreeks 17 oktober 2024 te Maastricht, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een (of meer) ander(en), althans alleen, met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [benadeelde partij 3] heeft bewogen tot de afgifte van enig goed, het verlenen van een dienst, het ter beschikking stellen van gegevens, het aangaan van een schuld en/of het teniet doen van een inschuld, te weten de afgifte van een (of meer) siera(a)d(en) en/of EUR 3.000,-, in elk geval enig(e) goed(eren) en/of geld, immers heeft/hebben verdachte en/of zijn medeverdachte(s):
- voornoemde [benadeelde partij 3] gebeld en zich voorgedaan als een (of meer) medewerker(s) van de politie in Maastricht genaamd [naam 16] en/of [naam 17] , en/of
- voornoemde [benadeelde partij 3] verteld dat haar gegevens op een briefje staan en in de buurt wordt ingebroken, en/of
- voornoemde [benadeelde partij 3] medegedeeld dat een agent in burger met [dienstnummer 3] langs komt om alles te controleren voor de verzekering, en/of
- ( vervolgens) zich naar de woning van voornoemde [benadeelde partij 3] begeven en/of gevraagd naar sieraden en geld, en/of
- het geld en/of de sieraden meegenomen naar de auto om te fotograferen voor de verzekering;
feit 8 primair
hij, op of omstreeks 18 oktober 2024 te Landgraaf, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een (of meer) ander(en), althans alleen,
- een bedeltje, en/of
- een ring, en/of
- 2 paar oorbellen, en/of
- een ketting, en/of
- 2 armbanden, en/of
- een sieradenkistje, en/of
- een geldkistje (met daarin EUR 17.000,-, althans een geldbedrag), in elk geval enig(e) goed(eren) en/of geld, dat/die geheel of ten dele aan [naam overleden 1] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of die/dat weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel
van het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, immers heeft/hebben verdachte en/of zijn medeverdachte(s):
- voornoemde [naam overleden 2] gebeld en zich voorgedaan als een medewerker van de politie, en/of
- voornoemde [naam overleden 2] verteld dat er veel inbraken waren geweest in haar straat en omliggende straten en dat de dochter van [naam overleden 2] momenteel aangifte deed en zei dat zij, die [naam overleden 2] , veel geld en sieraden in haar bezit had, en/of
- tegen voornoemde [naam overleden 2] gezegd dat zij die sieraden en dat geld naar beneden moest halen en/of dat er zo meteen een politieagent aan de deur kwam die de [code 2] zou noemen om de sieraden en het geld op te halen, en/of
- ( vervolgens) zich naar de woning van die [naam overleden 2] begeven en/of de [code 2] genoemd, en/of
- het geld, de sieraden, het sieradenkistje en/of het geldkistje meegenomen naar het bureau om het te fotograferen voor de verzekering;
feit 8 subsidiair
hij, op of omstreeks 18 oktober 2024 te Landgraaf, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een (of meer) ander(en), althans alleen, met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [naam overleden 1] heeft bewogen tot de afgifte van enig goed, het verlenen van een dienst, het ter beschikking stellen van gegevens, het aangaan van een schuld en/of het teniet doen van een inschuld, te weten
- een bedeltje, en/of
- een ring, en/of
- 2 paar oorbellen, en/of
- een ketting, en/of
- 2 armbanden, en/of
- een sieradenkistje, en/of
- een geldkistje (met daarin EUR 17.000,-, althans een geldbedrag),
in elk geval enig(e) goed(eren) en/of geld, immers heeft/hebben verdachte en/of zijn medeverdachte(s):
- voornoemde [naam overleden 2] gebeld en zich voorgedaan als een medewerker van de politie, en/of
- voornoemde [naam overleden 2] verteld dat er veel inbraken waren geweest in haar straat en omliggende straten en dat de dochter van [naam overleden 2] momenteel aangifte deed en zei dat zij, die [naam overleden 2] , veel geld en sieraden in haar bezit had, en/of
- tegen voornoemde [naam overleden 2] gezegd dat zij die sieraden en dat geld naar beneden moest halen en/of dat er zo meteen een politieagent aan de deur kwam die de [code 2] zou noemen om de sieraden en het geld op te halen, en/of
- ( vervolgens) zich naar de woning van die [naam overleden 2] begeven en/of de [code 2] genoemd, en/of
- het geld, de sieraden, het sieradenkistje en/of het geldkistje meegenomen naar het bureau om het te fotograferen voor de verzekering;
feit 9
hij, op of omstreeks 22 oktober 2024 te Westerbroek, gemeente Midden-Groningen, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een (of meer) ander(en), althans alleen,
- twee horloges, en/of
- twee ringen, en/of
- een speld,
in elk geval enig(e) goed(eren) en/of geld, dat/die geheel of ten dele aan [naam 7] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of die/dat weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, immers heeft/hebben verdachte en/of zijn medeverdachte(s):
- voornoemde [naam 18] gebeld en zich voorgedaan als een medewerker van de politie werkzaam op het politiebureau Hoogezand, en/of
- voornoemde [naam 18] verteld dat haar gegevens op een briefje staan en in de buurt wordt ingebroken, en/of
- voornoemde [naam 18] gevraagd of zij gouden sieraden, contant geld en/of een kluis in huis had liggen, en/of
- voornoemde [naam 18] gevraagd of zij haar sieraden wilde klaarleggen voor collega genaamd [naam 15] met [dienstnummer 4] zodat die dit kon fotograferen voor de verzekering, en/of
- ( vervolgens) zich naar de woning van die [naam 18] begeven, en/of
- voornoemde sieraden meegenomen;
in de zaak 15/158069-25
feit 1 primair
hij, op of omstreeks 20 oktober 2024 te Middelie, gemeente Edam-Volendam tezamen en in vereniging met een (of meer) ander(en), althans alleen, een pinpas en/of een telefoon, in elk geval enig(e) goed(eren), dat/die geheel of ten dele aan [benadeelde partij 4] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of die weg te nemen goederen onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van het
aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, immers heeft/hebben verdachte en/of zijn medeverdachte(s):
- voornoemde [naam 19] gebeld en zich voorgedaan als wijkagent, en/of
- voornoemde [naam 19] verteld dat zijn gegevens op een papiertje staan en bij dergelijke adressen wordt ingebroken, en/of
- voornoemde [naam 19] gevraagd of hij waardevolle spullen in huis heeft, en/of
- met voornoemde [naam 19] een afspraak gemaakt om de sloten te controleren, en/of de telefoon en pinpas te scannen, en/of
- ( vervolgens) zich naar de woning van voornoemde [naam 19] begeven en/of zich gelegitimeerd met de naam [naam 20] met [casenummer] , en/of
- ( aldaar) de sloten gecontroleerd, en/of
- de telefoon en/of de pinpas meegenomen;
feit 1 subsidiair
hij, op of omstreeks 20 oktober 2024 te Middelie, gemeente Edam-Volendam, althans in Nederland tezamen en in vereniging met een (of meer) ander(en), althans alleen, met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [benadeelde partij 4] heeft bewogen tot de afgifte van enig(e) goed(eren), het verlenen van een dienst, het ter beschikking stellen van gegevens, het aangaan van een schuld en/of het teniet doen van een inschuld, te weten een pinpas en/of een telefoon, immers heeft/hebben verdachte en/of zijn medeverdachte(s):
- voornoemde [naam 19] gebeld en zich voorgedaan als wijkagent, en/of
- voornoemde [naam 19] verteld dat zijn gegevens op een papiertje staan en bij dergelijke adressen wordt ingebroken, en/of
- voornoemde [naam 19] gevraagd of hij waardevolle spullen in huis heeft, en/of
- met voornoemde [naam 19] een afspraak gemaakt om de sloten te controleren, en/of de telefoon en pinpas te scannen, en/of
- ( vervolgens) zich naar de woning van voornoemde [naam 19] begeven en/of zich gelegitimeerd met de naam [naam 20] met [casenummer] , en/of
- ( aldaar) de sloten gecontroleerd, en/of
- de telefoon en/of de pinpas meegenomen;
feit 2
hij, op of omstreeks 20 oktober 2024 te Volendam, gemeente Edam-Volendam een geldbedrag (van in totaal EUR 2000,-), dat/die geheel of ten dele aan [benadeelde partij 4] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte, toebehoorde heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en/of dat weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van een valse sleutel, te weten een bankpas op naam van [benadeelde partij 4] (met bijbehorende pincode), in elk geval een sleutel tot het gebruik waarvan hij, verdachte, niet gerechtigd wa

Voetnoten

1.Waar hierna wordt verwezen naar paginanummers, wordt - tenzij anders vermeld - gedoeld op paginanummers uit het proces-verbaal van politie Eenheid Limburg, proces-verbaalnummer 2411-2024174845, gesloten op 3 januari 2025, doorgenummerd van pagina 1 tot en met pagina 217.
2.Proces-verbaal van aangifte van [naam 3] van 25 oktober 2024, pagina 5 en 6.
3.Proces-verbaal van bevindingen van verbalisanten [naam 24] , [naam 25] , [naam 29] , [naam 27] en [naam 30] van 25 oktober 2024, pagina 11 t/m 14.
4.Proces-verbaal van aangifte van [naam 4] van 25 oktober 2024, pagina 17 en 18.
5.Proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [naam 28] van 4 november 2024 met bijlagen, pagina 163 en 170 t/m 174.
6.Proces-verbaal van aangifte van [benadeelde partij] van 25 oktober 2024, pagina 36 en 37.
7.Proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [naam 28] van 4 november 2024 met bijlagen, pagina 163 en 175 t/m 178.
8.Proces-verbaal van aangifte van [naam 5] namens zijn moeder [naam 6] van 27 oktober 2024, pagina 138.
9.Proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [naam 28] van 4 november 2024 met bijlagen, pagina 163 en 168 t/m 170.
10.Proces-verbaal van aangifte van [benadeelde partij 3] van 17 oktober 2024, pagina 73 t/m 75.
11.Proces-verbaal van aangifte van [naam overleden 1] van 18 oktober 2024, pagina 95 en 96.
12.Proces-verbaal van aangifte van [naam 7] van 23 oktober 2024, pagina 111 en 112.
13.Waar hierna wordt verwezen naar paginanummers, wordt - tenzij anders vermeld - gedoeld op paginanummers uit het van het proces-verbaal van politie Eenheid Noord-Holland, proces-verbaalnummer 1100-2024233923, gesloten op 26 mei 2025, doorgenummerd van pagina 1 tot en met pagina 46.
14.Proces-verbaal van aangifte van [benadeelde partij 4] van 21 oktober 2024, pagina 9 en 10.