Uitspraak
RECHTBANK Limburg
1.De procedure
- de pleitaantekeningen van VluchtelingenWerk,
- de pleitnota van de gemeente,
2.Het incident
3.De feiten
Referentieverklaring’ in te vullen,
te laten ondertekenen door de (voormalig) opdrachtgeveren bij inschrijving bij te voegen.
- Er mag maximaal één referentieverklaring per kerncompetentie opgegeven worden.
- Eén referentie kan betrekking hebben op meer kerncompetenties. Dat wil zeggen: indien meer kerncompetenties blijken uit één referentieopdracht, mag dezelfde referentieopdracht worden gebruikt.
- Indien gebruik wordt gemaakt van een nog niet (geheel) afgeronde opdracht mogen alleen de werkelijk behaalde resultaten van het lopende contract worden opgegeven en kan niet worden volstaan met een prognose van de resultaten;
- De referentieopdracht(en) dient of dienen, op straffe van uitsluiting, binnen drie (3) jaar,
- P1: Totale trajectprijs per persoon voor de categorieën 1, 2;
- P2: Prijs per inwoner voor categorie 3;
- P3: Extra toeslag voor gezinnen met meer dan 3 kinderen categorie 4.
4.Het geschil
5.De beoordeling
U heeft voor ten minste één (1) opdrachtgever aantoonbaar inburgeraars ondersteund tijdens hun inburgeringstraject. Dit omvatte begeleiding bij het wegwijs maken in de Nederlandse samenleving en het op orde brengen van basisvoorzieningen.”. Dat in de Nota van Inlichtingen [6] de gemeente op ongelukkige wijze een antwoord heeft geformuleerd op vraag 31. van VluchtelingenWerk inzake de referentie-eis, betekent nog niet dat de gemeente daarmee een wijziging heeft beoogd tijdens de aanbestedingsprocedure. In haar antwoord heeft de gemeente immers ook de omschrijving van de referentie-eis herhaald die in de andere aanbestedingsstukken staat, aldus nog steeds de gemeente.
wij gaan ervanuit dat u verwacht dat de referentie aantoont dat opdrachtnemer alle diensten van de uitvraag (maatschappelijke begeleiding, participatievelklaringstrajecten, juridische begeleiding incl. gezinshereniging) kan uitvoeren en hiermee ervaring heeft. Is dit juist?” heeft beantwoord met “
Dit klopt.”. [8] Dit was voor VluchtelingenWerk een bevestiging van haar opvatting dat de kerncompetentie de vier verplichte onderdelen van de aanbestedingsopdracht behelst en aangezien er slechts één referentie per kerncompetentie mocht worden ingediend, was VluchtelingenWerk ervan overtuigd dat de referentie op alle vier de onderdelen betrekking moest hebben. De voorzieningenrechter is echter van oordeel dat een behoorlijk geïnformeerd en normaal oplettende inschrijver hier niet uit kon afleiden dat de kerncompetentie moest zien op méér dan hetgeen is omschreven in de Aanbestedingsleidraad en overweegt hiertoe als volgt. De gemeente heeft er terecht op gewezen dat de kerncompetentie in de aanbestedingsstukken – zoals de Aanbestedingsleidraad en het referentieformulier – steeds op dezelfde manier is omschreven en dat daaruit niet volgt dat de kerncompetentie betrekking heeft op alle vier de verplichte onderdelen van de aanbestedingsopdracht. Dat de andere inschrijvers dit ook zo begrepen hebben kan worden afgeleid uit de ingevulde referentieformulieren van Refugee Team en de derde inschrijver. [9] Daar komt bij dat voor een referent enkel de omschrijving van de kerncompetentie op het referentieformulier kenbaar is. [10] Daar past niet bij dat de referentieopdracht méér zou omvatten dan hetgeen op het formulier omschreven staat. De voorzieningenrechter acht het voorstelbaar dat het antwoord van de gemeente “
Dit klopt.” in de Nota van Inlichtingen vragen heeft kunnen oproepen, maar het voorgaande in ogenschouw nemende is de voorzieningenrechter van oordeel dat de omschrijving van de kerncompetentie voldoet aan het voornoemde criterium. VluchtelingenWerk had niet kunnen begrijpen dat de gemeente letterlijk haar aanname bevestigde. Zeker gelet op het feit dat de gemeente aansluitend schrijft “
De referentie dient de kerncompetentie te onderschrijven zoals omschreven in de leidraad: U heeft ten minste namens één opdrachtgever ondersteuning geboden aan inburgeraars bij het inburgeringstraject en begeleid bij het wegwijs maken in de Nederlandse samenleving en het op orde stellen van de basisvoorzieningen”. [11] Dit is een letterlijke verwijzing naar de tekst in de Aanbestedingsleidraad die ook terug komt in het referentieformulier. De primaire vorderingen van VluchtelingenWerk slagen daarom niet en zullen worden afgewezen.
dusniet aan de gestelde eisen kan voldoen. Die aanname is naar het oordeel van de voorzieningenrechter niet juist, in die zin dat niet kan worden aangenomen dat met een andere werkwijze niet aan de eisen voldaan zou kunnen worden. Ook overigens kan de stelling van VluchtelingenWerk niet worden aangenomen, gelet op de gemotiveerde betwisting van Refugee Team ter zitting. Refugee Team heeft onder andere aangevoerd dat zij de juridische begeleiding reeds in andere regio’s uitvoert, haar team uit 82 professionele medewerkers bestaat en dat zij voor elke opdracht in kaart brengt hoe medewerkers ingezet gaan worden. De omstandigheid dat Refugee Team nog geen lokaal netwerk heeft verworven in deze regio betekent niet dat zij niet aan de eisen kan voldoen, omdat dat argument tot gevolg zou hebben dat iedere nieuwkomer in de regio uitgesloten zou moeten worden van de aanbesteding. VluchtelingenWerk legt die eis [12] te streng uit en dit kan naar oordeel van de voorzieningenrechter niet worden ingelezen in het Programma van eisen. Daarbij wordt opgemerkt dat het aan Refugee Team zelf is om te bepalen op welke wijze zij invulling aan de opdracht zal geven. Een andere handelswijze dan die van VluchtelingenWerk betekent niet per definitie dat Refugee Team niet kan voldoen aan het Programma van Eisen. Gelet op het voorgaande kan de voorzieningenrechter niet aannemen dat sprake is van een kennelijke procedurele of inhoudelijke onjuistheid waardoor de gemeente niet tot de voorlopige gunningsbeslissing had kunnen komen en is nader onderzoek niet aan de orde. De subsidiaire vorderingen zullen worden afgewezen.