ECLI:NL:RBMAA:2000:AA9343
Rechtbank Maastricht
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- C.A.M. Kavelaars
- M.C.A.E. van Binnebeke
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep na overlijden eiser zonder erfgenamen
In deze zaak, behandeld door de enkelvoudige kamer van de Arrondissementsrechtbank te Maastricht, is het beroep van eiser niet-ontvankelijk verklaard. Eiser had op 2 maart 1999 beroep ingesteld tegen een besluit van de Sociale Verzekeringsbank, dat een bezwaarschrift van eiser ongegrond had verklaard. Dit besluit was genomen op 6 januari 1999, naar aanleiding van een eerder besluit van 21 september 1998. Tijdens de procedure is echter gebleken dat eiser op 17 december 1999 is overleden en dat er geen erfgenamen bekend zijn geworden. De gemachtigde van eiser heeft op 19 oktober 2000 aan de rechtbank bevestigd dat er zich geen erfgenamen hebben gemeld.
De rechtbank heeft overwogen dat het belang bij een beslissing in de hoofdzaak verloren is gegaan door het overlijden van eiser. Er is geen curator benoemd voor de onbeheerde nalatenschap, zoals vereist volgens artikel 4:1173, tweede lid, van het Burgerlijk Wetboek. Gezien deze omstandigheden heeft de rechtbank op basis van artikel 8:70 van de Algemene wet bestuursrecht besloten het beroep niet-ontvankelijk te verklaren.
De uitspraak is gedaan door de rechters C.A.M. Kavelaars en M.C.A.E. van Binnebeke, waarbij de griffier aanwezig was. Tegen deze uitspraak staat voor belanghebbenden en het bestuursorgaan hoger beroep open bij de Centrale Raad van Beroep, met een termijn van zes weken voor het instellen van dit beroep. De zitting vond plaats op 18 oktober 2000, maar eiser was niet verschenen, terwijl verweerder vertegenwoordigd was door mr. M.F. Sturmans. De uitspraak is openbaar gedaan op 3 november 2000.