ECLI:NL:RBMAA:2001:AB0061
Rechtbank Maastricht
- Hoger beroep
- J.C. Casparie
- F.A.J.W. Eliëns
- W.L.J. Voogt
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen beschikking van de kantonrechter inzake terugvordering bijstandsverlening door de gemeente
Op 16 februari 2001 heeft de Rechtbank Maastricht uitspraak gedaan in een hoger beroep dat was ingesteld door H tegen een beschikking van de kantonrechter te Sittard. De kantonrechter had op 25 augustus 2000 een beschikking gegeven in een zaak tussen de Gemeente G als verzoekster en H als verweerder, waarbij de gemeente verzocht om verhaal van bijstandsbedragen die aan H waren verstrekt. H had in zijn beroepschrift twee grieven aangevoerd en verzocht de bestreden beschikking te vernietigen en de gemeente niet ontvankelijk te verklaren in haar verzoek tot terugvordering van de bijstandsbedragen van in totaal fl. 2.894,55.
De rechtbank heeft vastgesteld dat H tijdig hoger beroep had ingesteld, maar oordeelde dat H niet kon worden ontvangen in zijn beroep. De rechtbank overwoog dat de gemeente reeds ontvangen bedragen in mindering moest brengen op de bedragen die in de beschikking van de kantonrechter waren vermeld. De rechtbank concludeerde dat H niet ontvankelijk was in zijn hoger beroep, omdat de appelgrens was overschreden. De rechtbank verwees H in de kosten van de procedure, die aan de zijde van de gemeente op nihil waren begroot, aangezien de gemeente zich niet had laten bijstaan door een procureur en geen griffierecht verschuldigd was.
De rechtbank benadrukte dat de wetgeving rondom de terugvordering van bijstandsverlening en de toepasselijkheid van artikel 38 RO relevant was voor deze zaak. De rechtbank volgde de lijn van de Hoge Raad in eerdere uitspraken en concludeerde dat de procedure correct was afgehandeld door de kantonrechter. De uitspraak van de rechtbank werd openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.