ECLI:NL:RBMAA:2001:AD8202
Rechtbank Maastricht
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- J.J. Groen
- Rechtspraak.nl
Verzoek om vergoeding van kosten van rechtsbijstand in strafzaak
In deze zaak heeft de kantonrechter te Heerlen op 9 mei 2001 uitspraak gedaan in een verzoekschrift van de verzoeker, die om vergoeding van kosten van rechtsbijstand vroeg. De verzoeker had eerder een boete opgelegd gekregen voor een snelheidsovertreding en had hoger beroep ingesteld, maar dit beroep later ingetrokken op verzoek van de officier van justitie. De verzoeker stelde dat de kosten van rechtsbijstand, die in totaal € 1.100,- bedroegen, ten onrechte waren gemaakt en vroeg om vergoeding uit 's-Rijks kas. De kantonrechter overwoog dat de kosten van rechtsbijstand niet onder de werking van artikel 591 Sv vallen, maar dat de wetgever in artikel 591a lid 2 Rv. de vergoeding van de kosten van de raadsman had geregeld. De kantonrechter oordeelde dat het verzoek mede gebaseerd was op artikel 591a lid 2 Sv en dat de opgevoerde kosten billijk waren, waardoor deze konden worden toegekend. De kantonrechter besloot dat het bedrag aan verzoeker uit 's-Rijks kas zou worden betaald, onder vermelding van het juiste nummer. De zaak werd ontvankelijk verklaard, en de kantonrechter concludeerde dat de verzoeker zijn verzoek tijdig had ingediend, binnen de termijn van drie maanden zoals genoemd in artikel 591 lid 2 Sv. De beslissing van de kantonrechter was dus in het voordeel van de verzoeker, die recht had op de vergoeding van de gemaakte kosten.