ECLI:NL:RBMAA:2001:AD8217
Rechtbank Maastricht
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- J.J. Groen
- Rechtspraak.nl
Vonnis inzake naleving van de collectieve arbeidsovereenkomst door gedaagde
In deze zaak heeft de Stichting VNB, vertegenwoordigd door de FNV Bondgenoten, gedaagde, een besloten vennootschap, aangeklaagd wegens het niet naleven van de collectieve arbeidsovereenkomst (c.a.o.) voor beroepsgoederenvervoer. De Stichting VNB heeft gedaagde op 31 mei 1999 voor het eerst aangesproken over de naleving van de c.a.o., waarna een schriftelijk dispuut ontstond dat zich tot ver in 2000 voortsleepte. Eiseres stelde dat gedaagde, in strijd met artikel 18 lid 2a van de c.a.o., niet tijdig en gemotiveerd mededeling had gedaan van het niet verhogen van de loontrede van werknemers. Gedaagde betwistte dit en stelde dat er jaarlijks met de chauffeurs over hun functioneren werd gesproken, waarbij de tredenverhoging aan de orde kwam.
De kantonrechter oordeelde dat gedaagde de c.a.o. formeel niet had nageleefd. Eiseres had terecht gesteld dat het handelen van gedaagde immateriële schade toebracht. Gedaagde werd veroordeeld tot betaling van een schadevergoeding van €4.750,- aan eiseres, en de proceskosten werden aan gedaagde opgelegd. De kantonrechter verklaarde het vonnis uitvoerbaar bij voorraad en wees het meer of anders gevorderde af. De rechter oordeelde dat gedaagde tekort was geschoten in de naleving van de c.a.o. en dat de schadevergoeding op basis van artikel 15 van de Wet C.A.O. toewijsbaar was. De kantonrechter stelde dat de schade door verlies van prestige en wervingskracht niet was aangetoond, maar dat gedaagde wel degelijk tekort was geschoten in de communicatie over de tredenverhogingen. De rechter bepaalde dat gedaagde in de proceskosten van eiseres moest worden veroordeeld, die op €2.214,53 werden begroot, inclusief gemachtigdensalaris.