ECLI:NL:RBMAA:2001:AD8219

Rechtbank Maastricht

Datum uitspraak
24 oktober 2001
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
77275
Instantie
Rechtbank Maastricht
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • A.C. Oosterman-Meulenbeld
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzet tegen verstekvonnis en verwijzing naar rechtbank Leeuwarden

In deze zaak gaat het om een verzet van eiseres in oppositie, aangeduid als [Z], tegen een verstekvonnis van de kantonrechter te Heerlen, gedateerd 26 april 2000. [Z] heeft verzocht om ontheffing van de tegen haar uitgesproken veroordelingen, inclusief de proceskosten. De kantonrechter heeft vastgesteld dat [Z] de rechtstitel van de vordering betwist, wat betekent dat de zaak moet worden verwezen naar de rechtbank te Leeuwarden, conform artikel 38 lid 2 RO en de relevante artikelen van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (RV).

De kantonrechter heeft in zijn uitspraak iedere verdere beslissing, waaronder die aangaande de proceskosten, aangehouden. De zaak betreft een geschil tussen [Z], een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid, en [A], die handelt onder zijn eigen naam. [Z] heeft gesteld dat er sprake is van een ernstige tekortkoming van [A] in de nakoming van zijn verplichtingen, wat de ontbinding van de overeenkomst rechtvaardigt. [Z] vordert schadevergoeding, die nader begroot zal worden, en heeft aangegeven dat deze schade meer dan fl. 10.000,- bedraagt.

De kantonrechter heeft geoordeeld dat de kantonrechter te Heerlen niet bevoegd is om van de vordering kennis te nemen, aangezien [Z] zijn vestiging in Heerlen heeft opgeheven vóór de dagvaarding in de verstekprocedure. Daarom is de zaak verwezen naar de rechtbank te Leeuwarden, waar zowel de vordering in conventie als in reconventie zal worden behandeld. De uitspraak is gedaan ter openbare civiele terechtzitting van het kantongerecht te Heerlen, in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

KANTONGERECHT HEERLEN
Zaak/rolnummer 77275 cv 2283/2000
Vonnis van de kantonrechter te Heerlen d.d. 24 oktober 2001
inzake:
DE BESLOTEN VENNOOTSCHAP MET BEPERKTE AANSPRAKELIJKHEID [Z] B.V.,
gevestigd te (..), gemeente Achtkarspelen,
opposante, tevens eiseres in conventie,
gemachtigde mr. M. Super te Heerlen,
tegen:
[A],
handelend onder de naam [A], wonende te (..) gemeente Nuth,
geopposeerde, tevens gedaagde in reconventie,
gemachtigde J.H.L. Sinkiewicz, gerechtsdeurwaarder.
1 PROCESVERLOOP
Door partijen zijn de volgende processtukken ingediend c.q. proceshandelingen verricht:
- verzetdagvaarding, tevens houdende eis in reconventie, met producties;
- conclusie van antwoord in oppositie, tevens houdende conclusie van antwoord in
reconventie, met producties;
- conclusie van repliek in oppositie, tevens houdende conclusie van repliek in reconventie;
- conclusie van dupliek in reconventie.
De inhoud van deze stukken geldt als hier ingevoegd.
De uitspraak van het vonnis is, bij vervroeging, bepaald op heden.
2 BEOORDELING
1 Eiseres in oppositie, tevens eiseres in reconventie, hierna te noemen [Z] is in verzet gekomen van het verstekvonnis van de kantonrechter te Heerlen d.d. 26 april 2000, onder rolnr. 73148 tussen haar en gedaagde in oppositie en reconventie, hierna te noemen [A] gewezen. [Z] vordert te worden ontheven van de tegen haar uitgesproken veroordelingen, inclusief de proceskosten.
2 in conventie
2.1 Het standpunt van [Z], dat de dagvaarding nietig is moet worden verworpen, nu [Z] ten processe is verschenen en in haar verdediging niet is geschaad.
2.2 [Z] roept de relatieve onbevoegdheid in van de kantonrechter te Heerlen.
Op grond van de niet weersproken stellingen van [Z] en de overgelegde stukken moet worden vastgesteld dat [Z] gevestigd is te (…) in Friesland en dat de vestiging van [Z] te Heerlen met ingang van 1 mei 1999, een datum gelegen vóór het uitbrengen van de dagvaarding in de verstekprocedure, is opgeheven. Uit dien hoofde is de kantonrechter te Heerlen niet bevoegd om van de vordering kennis te nemen.
De kantonrechter zal thans beoordelen naar welke rechter de zaak verwezen dient te worden.
[Z] stelt dat sprake is van een ernstige tekortkoming van [A] in de nakoming van zijn verplichtingen jegens [Z], welke de ontbinding van de tussen partijen gesloten overeenkomst rechtvaardigt. [Z] roept deze ontbinding in en stelt dat [A] schadeplichtig is jegens [Z], dat deze schade nader begroot zal dienen te worden, maar dat deze zeker meer beloopt dan fl. 10.000,- en dat zij deze schade wil verrekenen met de vordering van [A] op haar, [Z].
Nu [Z] aldus de rechtstitel van de vordering betwist dient de zaak op de voet van artikel 38 lid 2 RO en de artikelen 97 lid 2, 100 lid 3 en 157a lid 1 RV te worden verwezen naar de rechtbank te Leeuwarden.
3 in reconventie
[Z] vordert veroordeling van [A] tot betaling van een schadevergoeding nader op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet.
De kantonrechter zal, gelet op de onbepaalde waarde van de vordering, de zaak met betrekking tot deze vordering eveneens verwijzen naar de rechtbank te Leeuwarden.
4 in conventie en reconventie
Iedere verdere beslissing, waaromtrent die aangaande de proceskosten, zal worden aangehouden.
3 UITSPRAAK
de kantonrechter:
in conventie en reconventie
verwijst de zaak in de stand waarin deze zich bevindt naar de rechtbank te Leeuwarden;
houdt iedere verdere beslissing, waaronder die aangaande de proceskosten, aan.
Aldus gewezen door mr. A.C. Oosterman-Meulenbeld, kantonrechter te Heerlen en uitgesproken ter openbare civiele terechtzitting van het kantongerecht te Heerlen in tegenwoordigheid van de griffier.