ECLI:NL:RBMAA:2001:AD8220
Rechtbank Maastricht
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- J.J. Groen
- Rechtspraak.nl
Onregelmatige opzegging van arbeidsovereenkomst en rechtsgeldigheid proeftijdbeding
In deze zaak gaat het om een geschil tussen eiseres en gedaagden over de onregelmatige opzegging van een arbeidsovereenkomst. Eiseres, vertegenwoordigd door mw. mr. J. Börneman, had een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd met gedaagden, een vennootschap onder firma en haar vennoten, die werd opgezegd zonder dringende reden. De kantonrechter te Heerlen heeft op 6 juni 2001 uitspraak gedaan in deze zaak. De arbeidsovereenkomst was aangegaan voor de periode van 12 februari 2000 tot 13 juni 2000, maar werd op 11 maart 2000 opgezegd. Eiseres stelde dat de opzegging onregelmatig was, omdat er geen rechtsgeldige proeftijd was overeengekomen en de opzegging zonder dringende reden had plaatsgevonden. De kantonrechter oordeelde dat het proeftijdbeding niet rechtsgeldig was, omdat dit pas na de aanvang van de arbeidsovereenkomst schriftelijk was vastgelegd, wat in strijd is met artikel 7:652 lid 2 van het Burgerlijk Wetboek. Hierdoor was de opzegging op 2 maart 2000 niet rechtsgeldig en waren gedaagden schadeplichtig jegens eiseres. Eiseres vorderde een gefixeerde schadevergoeding, achterstallig salaris en vergoeding van niet opgenomen vakantiedagen. De kantonrechter wees de vordering tot gefixeerde schadevergoeding toe, maar wees de vorderingen voor achterstallig salaris en vakantiedagen af, omdat deze onvoldoende waren onderbouwd. De kantonrechter oordeelde dat gedaagden hoofdelijk moesten betalen aan eiseres, inclusief wettelijke verhogingen en buitengerechtelijke incassokosten. Gedaagden werden in de proceskosten verwezen.