ECLI:NL:RBMAA:2002:AD9323

Rechtbank Maastricht

Datum uitspraak
8 februari 2002
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
72513
Instantie
Rechtbank Maastricht
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • W.T.M. Bröcker
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging tot plaatsing van minderjarige in gesloten inrichting

In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Maastricht op 8 februari 2002 uitspraak gedaan in een procedure betreffende de minderjarige K.F., geboren te H. De kinderrechter had eerder op 4 februari 2002 een machtiging verleend tot plaatsing van K.F. in een gesloten inrichting, vanwege de escalatie van zijn gedragsproblematiek. Tijdens de zitting op 8 februari 2002 werd K.F. gehoord, bijgestaan door zijn raadsvrouw, Mr. F.M. van Venrooij - Nieuwenhuis, en de gezinsvoogdij-instelling, vertegenwoordigd door de heer R. H.

De kinderrechter heeft vastgesteld dat er in de regio geen geschikt internaat beschikbaar is voor K.F. en dat er wel plannen zijn voor de ontwikkeling van een dergelijk internaat. De kinderrechter heeft de Stichting Bureau Jeugdzorg Limburg, in samenwerking met Jeugdinstelling Xonar en Psychiatrische Jeugdinrichting Wickraderheem, de opdracht gegeven om binnen een maand een passende groep te creëren voor K.F.

De kinderrechter heeft besloten de machtiging tot plaatsing in de gesloten inrichting te handhaven, maar heeft ook aangegeven dat deze machtiging niet zal worden verlengd. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard. Tegen deze beschikking kan hoger beroep worden ingesteld bij het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch, met een termijn van drie maanden voor de verzoeker en belanghebbenden om in beroep te gaan.

Uitspraak

Rechtbank Maastricht
zaaknr.: 72513 / JE RK 02-123
Datum uitspraak: 8 februari 2002
BESCHIKKING
van de Kinderrechter in bovenvermelde Rechtbank, gegeven in de zaak met betrekking tot de minderjarige:
K. F., geboren te H,
kind van:
H. F.,
en
C. T.,
beiden wonende te L.
1. Het verder verloop van de procedure:
De kinderrechter heeft bij beschikking van 4 februari 2002 machtiging verleend tot plaatsing van voornoemde minderjarige in een gesloten inrichting.
Het in voornoemde beschikking vastgestelde verhoor van de belanghebbenden heeft op 8 februari 2002 plaatsgevonden.
Aldaar werden gehoord de minderjarige, bijgestaan door zijn raadsvrouw Mr. F.M. van Venrooij - Nieuwenhuis en de gezinsvoogdij-instelling de Stichting Bureau Jeugdzorg Limburg, vertegenwoordigd door de heer R. H..
2. Beoordeling
De kinderrechter heeft bij beschikking van 4 februari 2002 machtiging verleend tot plaatsing van deze 11-jarig jongen in een gesloten inrichting.
Deze plaatsing werd noodzakelijk geacht gelet op de toenemende escalatie van de gedragsproble-matiek van K..
Ter zitting heeft de gezinsvoogd verklaard dat hij in goede samenwerking met het internaat waar Keith verbleef, gezocht heeft naar een internaat met een besloten karakter in deze regio. Een dergelijk internaat voor kinderen van deze leeftijd is evenwel in deze regio en daarbuiten niet voorhanden, wel in ontwikkeling.
De kinderrechter is van oordeel dat de Stichting Bureau Jeugdzorg Limburg in samenwerking met Jeugdinstelling Xonar en Psychiatrische Jeugdinrichting Wickraderheem op zeer korte termijn, de kinderrechter denkt hierbij aan een termijn van één maand, in staat moet worden geacht een dergelijke groep te scheppen.
Aangezien het niet verantwoord is Keith te plaatsen in een open inrichting in deze regio zal de kinderrechter voornoemde machtiging handhaven, doch geeft thans reeds te kennen deze machtiging niet te zullen verlengen.
3. Beslissing
Handhaaft de bij voornoemde beschikking verleende machtiging
Verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mr. W.T.M. Bröcker Kinderrechter, en in het openbaar op 8 februari 2002 uitgesproken in tegenwoordigheid van mr. M.P.I. Kubben als Griffier.
Tegen deze beschikking kan - uitsluitend door tussenkomst van een procureur (advocaat) - hoger beroep worden ingesteld bij het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch:
a. door de verzoeker en degenen aan wie een afschrift van de beschikking (vanwege de Griffier) is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
b. door andere belanghebbenden binnen drie maanden na betekening daarvan of nadat de beschikking hun op andere wijze bekend is geworden.