ECLI:NL:RBMAA:2002:AD9324

Rechtbank Maastricht

Datum uitspraak
8 februari 2002
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
72517
Instantie
Rechtbank Maastricht
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • W.T.M. Bröcker
  • M.P.I. Kubben
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging tot plaatsing van minderjarige in gesloten inrichting

In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Maastricht op 8 februari 2002 uitspraak gedaan in een procedure betreffende de plaatsing van een minderjarige, V, geboren te H. De kinderrechter had eerder op 4 februari 2002 een machtiging verleend voor de plaatsing van V in een gesloten inrichting, vanwege de escalatie van haar gedragsproblematiek. Tijdens de zitting op 8 februari 2002 werd de raadsvrouw van de minderjarige, Mr. F.M. van Venrooij - Nieuwenhuis, en de gezinsvoogdij-instelling vertegenwoordigd door de heer H.L. gehoord. De gezinsvoogd gaf aan dat er maanden geleden al een verzoek was gedaan voor plaatsing in een goede orthopedagogische setting, maar dat hier tot op heden niets mee was gedaan. De kinderrechter oordeelde dat het onverantwoord is om kinderen van 11 jaar in dergelijke instellingen te plaatsen, vooral gezien de negatieve invloed die dit kan hebben op hun ontwikkeling. De kinderrechter benadrukte dat er in de regio Zuid-Limburg adequate opvang voor deze kinderen moet komen en dat er al plannen zijn van verschillende instellingen. Ondanks de zorgen over de plaatsing in een gesloten inrichting, handhaafde de kinderrechter de machtiging, maar gaf aan deze niet te zullen verlengen. De beschikking werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard. Tegen deze beschikking kan hoger beroep worden ingesteld bij het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch binnen drie maanden na de uitspraak.

Uitspraak

Rechtbank Maastricht
zaaknr.: 72517 / JE RK 02-124
Datum uitspraak: 8 februari 2002
BESCHIKKING
van de Kinderrechter in bovenvermelde Rechtbank, gegeven in de zaak met betrekking tot de minderjarige:
V, geboren te H,
kind van:
C. V,
wonende te S,
en
M. S.
wonende te H,
1. Het verdere verloop van de procedure:
De kinderrechter heeft bij beschikking van 4 februari 2002 machtiging verleend tot plaatsing van voornoemde minderjarige in een gesloten inrichting.
Het in voornoemde beschikking vastgestelde verhoor van de belanghebbenden heeft op 8 februari 2002 plaatsgevonden.
Aldaar werden gehoord de raadsvrouw van de minderjarige Mr. F.M. van Venrooij - Nieuwenhuis en de gezinsvoogdij-instelling de Stichting Bureau Jeugdzorg Limburg, vertegenwoordigd door de heer H L.
2. Beoordeling
De kinderrechter heeft bij beschikking van 4 februari 2002 machtiging verleend tot plaatsing van dit 11-jarig meisje in een gesloten inrichting.
Deze plaatsing werd noodzakelijk geacht gelet op de toenemende escalatie van de gedragsproble-matiek van D.
Ter zitting heeft de gezinsvoogd verklaard dat hij maanden geleden bij het internaat heeft aangegeven dat dit kind middels plaatsing in een goede orthopedagogische zetting geholpen moet worden. Ofschoon het internaat die mening deelt, is er tot op heden niets in die richting gebeurd.
De gezinsvoogd is van oordeel dat, indien deze situatie nog langer voortduurt, dit kind in een psychiatrische setting zal komen.
Op grond van voornoemde machtiging is D thans opgenomen in Jeugdinrichting De Doggershoek te Heerhugowaard.
De kinderrechter is van oordeel dat het onverantwoord is dat kinderen van deze leeftijd (11 jaar) in dergelijke instellingen moeten worden opgenomen en bovendien heel ver buiten de regio waar deze kinderen wonen. Deze instellingen zijn bestemd voor jeugdigen die veroordeeld zijn voor strafbare feiten en/of dusdanig gedrag vertonen dat plaatsing in een open setting onverantwoord is. Een kind van de onderhavige leeftijd hoort in dergelijke instelling niet thuis. Het leert er in veertien dagen zoveel verkeerde dingen dat de aanvullende schade die het er oploopt zeer voorzienbaar is.
De kinderrechter is van oordeel dat op zeer korte termijn in de regio Zuid-Limburg behoorlijke opvang voor kinderen met deze stoornis geschapen dient te worden en is erover geïnformeerd dat terzake voornemens bestaan van de Psychiatrische Jeugdinrichting Wickraderheem, Jeugdinstelling Xonar en de Stichting Bureau Jeugdzorg Limburg. Dit kan geen kwestie zijn van kennis, capaciteit of geld; dat is in ruime mate voorhanden.
Aangezien het niet verantwoord is D te plaatsen in een open inrichting in deze regio zal de kinderrechter voornoemde machtiging handhaven, doch geeft thans reeds te kennen deze machtiging niet te zullen verlengen.
3. Beslissing
Handhaaft de bij voornoemde beschikking verleende machtiging.
Verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mr. W.T.M. Bröcker, Kinderrechter, en in het openbaar op 8 februari 2002 uitgesproken in tegenwoordigheid van mr. M.P.I Kubben als Griffier.
Tegen deze beschikking kan - uitsluitend door tussenkomst van een procureur (advocaat) - hoger beroep worden ingesteld bij het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch:
a. door de verzoeker en degenen aan wie een afschrift van de beschikking (vanwege de Griffier) is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
b. door andere belanghebbenden binnen drie maanden na betekening daarvan of nadat de beschikking hun op andere wijze bekend is geworden.