ECLI:NL:RBMAA:2002:AE2093
Rechtbank Maastricht
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- W.T.M. Bröcker
- M.P.I. Kubben
- Rechtspraak.nl
Verlenging machtiging tot uithuisplaatsing van minderjarige in het belang van verzorging en opvoeding
In deze zaak heeft de Kinderrechter te Roermond op 9 april 2002 uitspraak gedaan over de verlenging van de machtiging tot uithuisplaatsing van de minderjarige [M] [Th.] [V.], geboren op 19 [a.] 1987. De procedure is gestart naar aanleiding van een verzoek van de Stichting Bureau Jeugdzorg Limburg, die op 15 februari 2002 om verlenging van de uithuisplaatsing heeft verzocht. De Kinderrechter had eerder op 17 april 2001 al een machtiging verleend tot plaatsing van de minderjarige in een zorginstelling, die op 12 april 2002 zou aflopen.
Tijdens de zitting op 4 april 2002 heeft de Kinderrechter de situatie van de minderjarige beoordeeld. De Kinderrechter oordeelde dat de verlenging van de machtiging noodzakelijk was voor de verzorging en opvoeding van de minderjarige. De betrokken instellingen en functionarissen hebben hun verantwoordelijkheid in het belang van het kind niet voldoende genomen, wat heeft geleid tot een onacceptabele wachttijd voor de minderjarige. De Kinderrechter heeft vastgesteld dat de ouders financieel moeten bijdragen aan de kosten van de plaatsing, tenzij anders geregeld.
De beslissing van de Kinderrechter houdt in dat de machtiging tot uithuisplaatsing met een jaar wordt verlengd, ingaande op 12 april 2002. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard. Tegen deze beschikking kan hoger beroep worden ingesteld bij het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch, uitsluitend door tussenkomst van een procureur. De Kinderrechter heeft zijn ernstige zorgen geuit over de effectiviteit van de hulpverlening en het belang van een snelle opname in een orthopedagogische setting voor de minderjarige, in overeenstemming met de artikelen van het Verdrag voor de Rechten van het Kind en het Burgerlijk Wetboek.