ECLI:NL:RBMAA:2002:AF1227

Rechtbank Maastricht

Datum uitspraak
28 november 2002
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
53001
Instantie
Rechtbank Maastricht
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • M. Bergmans
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot schadevergoeding wegens verborgen gebreken in onroerend goed

In deze zaak, die voor de Rechtbank Maastricht werd behandeld, hebben eisers, [M.] [L.] en [M.] [L2.], een vordering ingesteld tegen gedaagden, [M.] [M.], met betrekking tot verborgen gebreken in een onroerend goed. De eisers stelden dat er ernstige gebreken waren, zoals lekkages en verzakkingen van het plafond, die het gevolg waren van een foute dakconstructie. De rechtbank heeft in een tussenvonnis van 31 augustus 2000 eisers toegelaten om bewijs te leveren door middel van getuigen. Zowel eisers als gedaagden hebben zes getuigen gehoord, waarvan de verklaringen zijn vastgelegd in proces-verbaal.

Na beoordeling van de getuigenverklaringen kwam de rechtbank tot de conclusie dat de eisers slechts gedeeltelijk in hun bewijsopdracht waren geslaagd. Hoewel de getuigen bevestigden dat er gebreken waren, oordeelde de rechtbank dat deze gebreken geen normaal gebruik van de woning in de weg stonden. De dakisolatielaag was vochtig, maar de deskundige getuige verklaarde dat de dakconstructie gebruikelijk was voor de leeftijd van de woning en dat er geen sprake was van een 'foute dakconstructie'.

De rechtbank overwoog verder dat de eisers niet hadden bewezen dat gedaagden op de hoogte waren van de gebreken of dat zij deze hadden kunnen kennen. De getuigen van gedaagden weerlegden de stellingen van eisers, en de rechtbank concludeerde dat de gebreken voor risico van eisers kwamen. Uiteindelijk wees de rechtbank de vordering van eisers af en veroordeelde hen in de proceskosten, die aan de zijde van gedaagden waren gevallen.

Uitspraak

Vonnis : 28 november 2002
Zaaknummer : 53001 / HA ZA 99-1188
De rechtbank te Maastricht, enkelvoudige kamer, belast met de behandeling van burgerlijke zaken, heeft het navolgende vonnis gewezen in de zaak van:
[M.] [L.],
2. [M.] [L2.],
beiden wonende te [S.],
eisers,
procureur mr. P.M.J. Graus;
tegen:
1. [A.] [P.],
2. [M.] [M.],
beiden wonende te [V.],
gedaagden,
procureur mr. H.E. Menger.
1. Het verdere verloop van de procedure
Ter voldoening aan de hun in het tussenvonnis van 31 augustus 2000 verstrekte bewijsopdracht hebben eisers zes getuigen doen horen. Gedaagden hebben in contra-enquête eveneens zes getuigen doen horen. Van deze getuigenverhoren is proces-verbaal opgemaakt dat zich bij de stukken bevindt.
Eisers hebben vervolgens een conclusie na enquête genomen, waarbij producties in het geding werden gebracht.
Daarop hebben gedaagden ook een conclusie na enquête genomen.
Ten slotte hebben eisers wederom vonnis gevraagd op het rechtbankdossier. De uitspraak van het vonnis is nader bepaald op heden.
2. De verdere beoordeling
2.1. Bij voormeld vonnis, waarbij de rechtbank volhardt, werden eisers toegelaten, speciaal door getuigen, te bewijzen:
· dat de gestelde gebreken (lekkages en verzakkingen van het plafond in de woonkamer, de keuken en de gang/hal als gevolg van een foute dakconstructie) zijn te beschouwen als ernstige gebreken die herstel vereisten,
· deze gebreken van aan aard en omvang zijn dat gedaagden deze kenden, c.q. hadden kunnen/moeten kennen,
· deze gebreken niet duidelijk zichtbaar waren of het bestaan daarvan niet door uiterlijk waarneembare verschijnselen kon worden vermoed.
2.2 De rechtbank is van oordeel dat eisers slechts gedeeltelijk geslaagd zijn in het leveren van het bewijs. Weliswaar is door de door eisers aangebrachte getuigen onweersproken verklaard dat de gestelde gebreken (lekkages en verzakkingen van het plafond in de woonkamer, de keuken en de gang/hal) het gevolg zijn van de dakconstructie en zijn te beschouwen als ernstige gebreken die herstel vereisten, deze gebreken staan echter een normaal gebruik niet in de weg. De dakisolatielaag was slechts vochtig, er was een corroderende ijzeren balk en de bovenste balkenlaag was vochtig door condens. De getuige [L2.] verklaart echter "dat hij geen potjes en pannetjes heeft moeten zetten omdat het doorregende; als in de stukken staat dat er lekkages waren, bedoel ik daarmee dat voormelde isolatielaag nat was."
De deskundige-getuige Ragazzi verklaart dat de onderhavige dakconstructie ("koud dak constructie") gezien de leeftijd van de woning een gebruikelijke is en er dus niet kan worden gesproken van een "foute dakconstructie"in eigenlijke zin.
De door eisers aangebrachte getuigen hebben voorts verklaard dat de vochtige isolatielaag pas zichtbaar geworden is na verwijdering van het plafond. Het gaat hier dus om verborgen gebreken die voor risico van eisers komen.
2.3 Dat zou anders zijn indien deze gebreken van aan aard en omvang zijn dat gedaagden deze kenden, c.q. hadden kunnen/moeten kennen, en eisers daarover niet hebben geïnformeerd. Dit is echter, mede het hierboven onder 2.2 overwogene, niet bewezen. Eisers, partijgetuigen, verwijzen hiervoor alleen naar een mededing van gedaagde sub 2 dat hij een bepaalde plek in het plafond vaker heeft moeten repareren en naar een gesprek met de buren [P.] en [O.] die gezegd zouden hebben dat gedaagden op de hoogte moeten zijn geweest van de foute dakconstructie omdat zij, de buren, daarover met gedaagden zouden hebben gesproken.
Deze stellingen worden echter in onderling verband en samenhang weersproken door de door gedaagden aangebrachte getuigen, die verklaren dat zij na de dakreparatie van [B.] in juni 1994, geen last meer hebben gehad van vochtproblemen in verband met de constructie van het dak c.q. zulke problemen hebben geconstateerd.
Tot slot overweegt de rechtbank dat ook zal zouden gedaagden op de hoogte geweest zijn van de verouderde dakconstructie van het dak daar geen informatieplicht voor gedaagden uit voortvloeide nu deze constructie gelet op de leeftijd van de woning gebruikelijk was en zij daar kennelijk zelf geen last van hadden.
2.4 Al het vorenstaande brengt met zich dat de vordering moet worden afgewezen en dat eisers als de in het ongelijk gestelde partij de kosten van deze procedure moeten dragen.
3. De uitspraak
De rechtbank:
wijst het gevorderde af;
veroordeelt eisers in de kosten van de procedure aan de zijde van gedaagden gevallen en tot op heden begroot op:
vast recht € €euro 181,51
getuigentaxe € euro 155,00
deskundigenkosten euro 0,00
salaris procureur €euro 1.755,00.
Dit vonnis is gewezen door mr. Bergmans, vice-president, en ter openbare terechtzitting uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier.