ECLI:NL:RBMAA:2003:AF4453
Rechtbank Maastricht
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- F.A.J.W. Eliëns
- Rechtspraak.nl
Vonnis inzake de verdeling van de gemeenschap van goederen tussen ex-echtgenoten
In deze zaak heeft de rechtbank te Maastricht op 29 januari 2003 een vonnis gewezen in een geschil tussen twee ex-echtgenoten over de verdeling van hun gemeenschap van goederen. De man en de vrouw waren in algehele gemeenschap van goederen gehuwd en zijn na een echtscheiding in 1999 definitief uit elkaar gegaan. De rechtbank heeft de vorderingen van beide partijen in conventie en reconventie gezamenlijk behandeld, waarbij de man vorderingen heeft ingesteld om de vrouw te veroordelen tot medewerking aan de verdeling van de gemeenschap. De vrouw heeft in reconventie gevorderd dat de verdeling van de onverdeelde vermogensbestanddelen op een door haar voorgestelde wijze wordt vastgesteld.
De rechtbank heeft vastgesteld dat partijen in onderling overleg de boedel hebben verdeeld, maar dat er nog enkele posten onverdeeld zijn gebleven. De rechtbank heeft de vorderingen van de man en de vrouw beoordeeld en heeft bepaald dat de vrouw aan de man een bedrag van € 12.710,75 dient te betalen. Daarnaast heeft de rechtbank de verdeling van de auto en motor vastgesteld, evenals de verdeling van de contante waarde van een levensverzekering. De rechtbank heeft de kosten van de procedure gecompenseerd, waarbij elke partij de eigen kosten draagt.
Het vonnis benadrukt de noodzaak van een zorgvuldige verdeling van de gemeenschap van goederen en de verplichtingen die voortvloeien uit de huwelijkse voorwaarden. De uitspraak is openbaar gedaan in aanwezigheid van de griffier.