ECLI:NL:RBMAA:2003:AF5315
Rechtbank Maastricht
- Kort geding
- A.M. Adelmeijer
- Rechtspraak.nl
Vonnis in kort geding over ontruiming van COW-woning met minderjarige kinderen
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Maastricht op 10 februari 2003 uitspraak gedaan in een kort geding tussen het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers (COA) en [Gedaagde]. Het geschil betreft de ontruiming van een COW-woning waarin [Gedaagde] vier minderjarige kinderen opvangt. De voorzieningenrechter verwijst naar een eerder tussenvonnis van 20 november 2002, waarin partijen de gelegenheid kregen om informatie te verschaffen over de plaatsing van de kinderen. De voorzieningenrechter oordeelt dat [Gedaagde] rechtmatig verwijderbaar is geworden na een eerdere uitspraak van de rechtbank Den Haag op 28 december 2001. Enkel in geval van klemmende humanitaire redenen, zoals een acute medische noodtoestand, zou de opvang kunnen worden voortgezet. Het COA heeft gesteld dat er geen verzoek om uitstel van vertrek is ingediend bij de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND), wat de voorzieningenrechter bevestigt. Daarom wordt de termijn voor ontruiming vastgesteld op zeven dagen na betekening van het vonnis.
De voorzieningenrechter veroordeelt [Gedaagde] in de kosten van de procedure en machtigt het COA om het vonnis ten uitvoer te leggen met behulp van de sterke arm, indien [Gedaagde] niet aan de veroordeling voldoet. De voorzieningenrechter overweegt dat er geen gronden zijn voor het voortzetten van de opvang, aangezien het COA voldoende heeft aangetoond dat er alternatieve opvangmogelijkheden zijn voor de kinderen. De kosten van de procedure worden begroot op €724,56, inclusief vast recht en salaris van de procureur. Dit vonnis is uitgesproken in het bijzijn van de griffier.